In 1918 stortte het Duitse keizerrijk in en vluchtte de keizer naar Amerongen. In eerste instantie was graaf Bentinck niet echt blij met het nieuws, maar hij voelde zich toch enigszins verplicht om de keizer te ontvangen, aangezien hij lid was van de Johannieterorde en de keizer het hoofd van die orde was. De afspraak was dat de keizer een paar dagen op Amerongen zou verblijven. Het wachten op enige zekerheid over de verblijfstatus en het vervolgens zoeken van een eigen huis en de verbouwing daarvan, duurden zo lang dat de keizer uiteindelijk anderhalf jaar bij graaf Bentinck heeft gelogeerd.
Als dank voor het aangenaam verpozen
Als dank voor de goede zorgen, schonk de keizer onder andere een martiale buste van zichzelf als jonge keizer. De levensgrote buste is van marmer. De keizer is weergegeven met het kuras van het Regiment Gardes du Corps en een paradehelm. In het beeld is de keizer omhuld door een mantel en draagt hij een keten van waarschijnlijk de Orde van de Zwarte Adelaar. Verder zijn er onderscheidingen zichtbaar van de Johannieter Orde.
Staatsiebuste?
De buste is heroïsch en statig van karakter. Als dit beeld een schilderij zou zijn, dan zou het wellicht lijken op het portret van de keizer, geschilderd door de Duitse kunstschilder Max Koner (1854-1900). Koner schilderde meerdere staatsieportretten van de keizer. Op het hier afgebeelde schilderij is zichtbaar hoe de lange mantel de keizer omhult. De buste is zoals eerder benoemd van marmer en er is geen kleur zichtbaar. Door naar het portret van Koner te kijken, komt het beeld misschien iets meer tot leven.
Geef een reactie