Maria Frederica van Reede en Sigismund van Heiden Reinestein hebben samen veel kinderen gekregen, waarvan acht in een periode van negen jaar. Zes daarvan hebben de volwassen leeftijd bereikt. Het is schrijnend te lezen hoe snel een kind in die tijd aan een ziekte kon overlijden ondanks, of dankzij, de aderlatingen en bloedzuigers. Dat was ook het geval bij de overleden kinderen van Maria Frederica en Sigismund.

Charles Guillaume

Tijdens het verblijf van Maria Frederica met haar zoontje Charles Guillame op paleis Het Loo, bij de stadhouderlijke familie, wordt het jongetje ziek. Sigismund schrijft in zijn dagboek:

tegen half drie krijgt mijn kind een hevige stuip, tegen zeven ’s avonds overkomt hem een tweede die zeer groot onheil aankondigt. Hij krijgt een aderlating, er worden bloedzuigers gezet etc. Ondanks deze geneesmiddelen bezwijkt het kind na verloop van een uur, in zijn vierde jaar. Wij zijn er diep door getroffen en deze ongelukkige gebeurtenis grijpt vooral mijn vrouw aan, aan wie dit kind bijzonder gehecht was.

Dagboek Sigismund Pieter Alexander van Heiden Reinestein, 9-8-1780

Twee dagen later wordt Charles Guillaume begraven. Sigismund schrijft: “Geen enkel nieuws van belang. …. Mijn kind wordt in de vroege ochtend in de Kerk van Apeldoorn begraven.” Vervolgens gaat hij direct weer over tot de orde van de dag.

In de lucht vliegen vijf engeltjes, drie met een kroontje, twee met een lauwerkrans.
Fragment uit Familieportret van Godard van Reede van Nederhorst (1588-1648), Emerentia Oem van Wijngaarden (1578-1632), Catharina van Utenhove (1591-1656) en hun kinderen. Cornelis en Herman Saftleven, 1634. Collectie Slot Zuylen. Overleden kinderen werden op familieportretten wel als engeltjes weergegeven. (Volledige schilderij staat bij Allegorie op een huwelijk of …?)

Een jaar later bevalt Maria Frederica van een doodgeboren meisje:

Mijn vrouw, die de avond tevoren aan het Hof had gedineerd waar zij tot half één was gebleven, bemerkte, nauwelijks in huis teruggekeerd, dat de vliezen waren gebroken wat haar in hevige verwarring bracht omdat ze er niet op rekende dat het haar tijd al was. De symptomen houden tot vijf uur aan wanneer ze, omdat ze zich verzwakt voelt zonder echt de pijn van een bevalling te hebben, Prof. Velse laat komen die een aderlating beveelt, waarna zich een gunstige omslag voordoet en zij tegen half tien wordt verlost van een dood kind (een meisje). Ondanks de kritieke toestand voelt zij zich naar omstandigheden goed. Men neemt aan dat het kind al dood was en weet niet waaraan dit ongeluk te wijten.

Dagboek Sigismund Pieter Alexander van Heiden Reinestein, 19-12-1781

Ook hier schrijft Sigismund tussen neus en lippen over de begrafenis van zijn doodgeboren kindje en vervolgt met de aantekeningen over politieke zaken.

Fréderic Maurice

Tot overmaat van ramp verliest het echtpaar in 1815 een volwassen zoon, Fréderic Maurice van Heiden, veertig jaar oud. Hij had al op zestienjarige leeftijd dienst genomen in het leger van de Republiek. Het waren roerige tijden in Europa. Er vonden regelmatig machtswisselingen plaats waardoor Fréderic Maurice in loyaliteitsconflict kwam en zich steeds weer genoodzaakt zag naar een ander leger over te lopen. Maria Frederica zal zich daarover grote zorgen gemaakt hebben en niet voor niets. Fréderic Maurice moest een keer gewond naar Nederland terugkeren en kwam in 1815, bij de slag van Waterloo, ‘eervol’ om het leven.

In het strijdgewoel buigt een man op een schimmel (de Prins van Oranje?) voorover naar een soldaat die naar hem toe loopt. De soldaat kijkt tegen hem op. in zijn rechterhand houdt hij een geweer bij de loop vast. Op de voorgrond een gesneuvelde soldaar die een kanon omarmt.
Ruiterportret; Slag bij Waterloo met de Prins van Oranje. Theodoor Schaepkens, 1852. Collectie De Milly van Heiden Reinestein / Drents Archief

Wijn

Maria Frederica trekt zich het overlijden van haar kinderen erg aan. Maar hoogzwanger, verdrietig of niet, het hofleven gaat natuurlijk gewoon door. Wellicht is dat de reden dat Maria Frederica wel eens te diep in het glaasje kijkt? In 1782 schrijft Gijsbert van Hardenbroek, die wel van een sappige roddel houdt:

‘Capelle geen ongelijk in de warelt hadde gehadt; integendeel, dat hij misschien al te moderaat was geweest tegens de sterke bejegeningen van mevrouw Van Heyden. Welke dame volgens Brantsen en Van der Goes somtijds te veel wijn dronk, wanneer sij vrij levendig en sterk in haer uitdrukkingen was,
ontsiende alsdan de Prins selve niet

…….

Zij hadde ook eens met Brantsen meer dan 2 flessen wijn
tesamen gedronken’

Gijsbert Jan van Hardenbroek – 1782

en

dat mevouw Van Heiden wel meer somtijds soo levendig was naa het eten en drinken, want dat sij haer glas schoon wiste uit te legen.

Gijsbert Jan van Hardenbroek – 1782

Dat lieve meisje in het blauwe manteltje dat al op jonge leeftijd zoveel dierbaren om zich heen zag wegvallen, heeft op latere leeftijd dus nog veel meer verdriet gekend!

Drie mensen worden door de dood meegenomen. Links een elegante vrouw, ze verweerd zich, maar de dood heeft haar met twee handen bij de pols. Op de grond voor haar ligt een vedel. Voor hun een monnik die naar achter kijkt. Zijn dood heeft een zwaard in de hand, een hoed op en een kraag om. Hij staat oog in oog met de dood met een schop die een klein kindje aan de hand heeft.
Dans van de Dood, Gesina ter Borch, naar Hans Holbein de jongere, 1643-1687. Collectie Rijksmuseum.

Gerelateerde berichten

Auteur

  • Joke de Mooij

    Ik ben sinds 2018 werkzaam op kasteel Amerongen als rondleider en als medewerker van de Ticketshop. Ik heb deelgenomen aan de werkgroep Deftige Dieren. Dit thema brengt mijn passies paarden, honden en andere dieren en dierenwelzijn en mijn studie kunstgeschiedenis mooi samen. Mijn andere passie is Amsterdam, de stad waar ik niet geboren maar wel getogen ben.

    Bekijk Berichten