Margaretha doet een proefje: zou de postdienst op Duitsland, die twee keer per week langs Amerongen komt, sneller gaan dan de diplomatieke post via Den Haag? In deze brief staat daarom niet veel meer dan in die van eergisteren.
Ameronge de 18 septem 1676
Mijn heer en lieste hartge
mijne laeste is vande 16dees geweest die ick op den haech heb gesonde, waer in die van uhEd vande 12 heb beantwoort , nu gaet deese Eens met de duijtse post die twee =mael ter weeck hier door rijtd om te sien of die briefve wel overkoome, so hoefde ick se niet op den haech te sende, [gistere heeft beusekom mij ge=]
Aanbeveling
Waarschijnlijk wordt het alleen secretaris Luchtenburg zelf die de akte van eigendomsoverdracht van de hoge heerlijkheid Amerongen komt brengen, komende zondag. Er zullen geen extra statenleden meekomen, omdat Godard Adriaan als heer des huizes ook niet thuis is. Ondertussen probeert van Luchtenburg ook zijn eigen familiebelangen te behartigen: hij heeft van Beusekom gevraagd Margaretha te schrijven of ze zijn neef, Philips Ram, bij Godard Adriaan wil aanbevelen voor de vrijgekomen functie van kameraar van de Lekdijk. Godard Adriaan is heemraad bij het waterschap Lekdijk Bovendams.
[onthaelle en trackteere als ick kan,] hij heeft ock aen beusekom1Nicolaas van Beusichem versocht dat hij mij wt sijnen naem wilde schrijfve, door afsterfve vande heer Matijsius2Cornelis Mattisius kamelaer vande leckendijck sijn neef den heere scheepen ram3Philips Ram wiens
vader4Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk drossaert aende vaert5Vreeswijk is, tot het voorseij de kamelaers plaets uhEd te reeckomandeere het welcke dan hier meede doe, [twijfele]
Muren op hoogte
Wel echt nieuws van de bouwplaats: het mooie weer houdt aan en het hoogste kruisraam wordt gezet. De binnenmuren worden nu tot hun hoogste punt afgemetseld.
tot noch toe hebbe wij heel goet weer op ons werck en ock op den oven, men begint de hooch ste kruijs raemte te sette de binne mueren worde met Eene op haer volkoomene hoochte gehaelt en op gemetselt, [mij bekomert de]
Nog ziek
Ze beklaagt Godard Adriaan nogmaals dat hij blijft sukkelen en meldt maar weer dat het met zoon Godard in Den Haag gelukkig al weer beter gaat.
[gehaelt en op gemetselt,] mij bekomert de loop uhEd so lange bij blijft en verlange hoe deselfve het meedesineere bekoomt , de heer van ginckel, so van heetere schrijft wort dagelijcks beeter daer de heere voor gedanckt moet sijn, inwiens beschermin uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff MTurnor
1
Nicolaas van Beusichem
2
Cornelis Mattisius
3
Philips Ram
4
Johan Ram schepen van Utrecht en Drossaard van de Hoge Heerlijkheid Vreeswijk
Godard Adriaan heeft geschreven dat hij thuis komt! De vrede van Breda is getekend en hoeft alleen nog geratificeerd te worden. Margaretha is blij dat het hem goed gaat en hoopt dat God zal geven dat hij net zo gezond uit Denemarken terug zal keren. Ze rekent uit dat dat ongeveer binnen twee maanden zal zijn.
Ameronge den 7 Augusti 1667
Mijn heer en lieste hartge
tis mij lief wt uhEd aengenaeme van de 30 ijuli te sien deselfs welvaerentheijt hooppe het sal kontiniweere en wijt geluck sulle hebbe van uhEd haest in gesontheijt weer hier te sien de wijlle de vreede nu aenweer sijde geteijckent is131 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten en daer niet aen defiseert2Deficieert: ontbreekt alst wtwisselen vande ratifijkasi3Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie dewelcke op 3 weecke tijt is gegeefve maecke ick staet uhEd in twee maende weer hier sout konne sijn het welcke godt wil geefve ist ons salich [dan mij ijamert uhEd op sijn weer]
Drakestein in de bocht
Ze betreurt het dat Godard Adriaan bij terugkeer zo’n onaangename toestand in de Utrechtse politiek zal moeten aantreffen. Drakestein heeft het erg bond gemaakt in de statenvergadering van afgelopen dinsdag (23 juli/3 augustus 1667) zoals haar man wel in haar voorgaande brieven gelezen zal hebben. Drakestein heeft het alleenrecht van de Ridderschap om zijn eigen leden voor te dragen in de Staten verkwanseld. Zij en velen met haar begrijpen niet hoe hij nog met opgeven hoofd durft rond te lopen en hoe hij zich gaat verantwoorden naar de leden van de Ridderschap die er op dat moment niet bij waren.
[salich] dan mij ijamert uhEd op sijn weer komste hier so veel fasgerije4gedoe sult vinde gelijck de selfve wt mijne voorgaende met de laeste post als wt ander briefve sult sien ick en wel meer met mij weete niet hoe den heer van draeckesteijn5Gerard van Reede van Drakestein sijn hooft derft op steecken en kan bij de apsente6afwezige heere vande ridderschap verantwoorde het geene hij voorleedene dijnsdach tot sulcken mercke = lijcke preesijudisi7prejudicie: nadeel, schade vant lidt vande heere Edele heeft gedaen [wie heeft oijt gehoort datter]
Geduld
Er worden nog wel reparatiepogingen op touw gezet. Rodenburg is naar Den Haag om te kijken of de oude van Reede van Renswoude iets kan betekenen. En het feit dat niet de hele ridderschap op de hoogte was gesteld maakt de gang van zaken misschien ongeldig. Margaretha weet zeker dat als Godard Adriaan thuis zou zijn geweest dat het nooit zo ver zou zijn gekomen. Maar ja, je moet doen wat mogelijk is, maar bij dat wat je niet kan tegen houden moet je geduld oefenen.
[wel belooft ock wel te sulle blijfve,] ick ver trou vastelijck waer uhEd hier geweest het so verde niet gekoomen sou hebbe, nu mijn hartge men moet noch al doen wat mogelijck is en dat me dan niet belette kan paesijensi8patiëntie:geduld hebbe,[ ick heb uhEd voor dees geschreefve de]
Verrekening
In deze brief is ook weer plaats voor eigen zakelijke onderwerpen. De opbrengst van de prebenden- en prelaturenhandel kan ze goed gebruiken, want ze heeft na veel ‘hacketacken’ met de erfgenamen van Teus Joosten een deel van het grondstuk ’t Zand (waarschijnlijk het huidige straatje Zandvoort in Amerongen) gekocht voor zevenduizenddriehonderd gulden, deels betaald in Rozennobels. Met de inkomsten die Godard Adriaan, hoopt ze, zal overhouden aan de missie naar Denemarken, zouden ze dan hun andere schulden kunnen betalen.
[en voor de prelatuerschap sesduijsen guld sal krijgen,]het derde part vant sant9’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen heb ik gisteren naer veel hackentackens10Hakketakken: gekibbel, onenigheid vande erfgenaeme van teus jooste voor de som van seevenduijsent gul daerenboove vier roose noobels11Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw. , en de 50 ste penin12De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn. en schrijf loon13Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk. so dat het saeme ontrent de seevenduijsent drije hondert gulde sal bedragen ick maecke staet dit wt de peninge vant prelatuerschap en vande proofve te betaelle, hoope op uhEd weerkom =ste de selfve de goetheijt sult hebbe van toe te laeten dat wij wt de konkeste14Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts die uhEd bij deese reijs of komissie meucht gedaen hebbe onse verdere schulde moogen betaellen, [waertoe de heer almachtichsijnen godlijcke]
Koortsige min
Zoon Godard is weer naar zijn legeronderdeel. Met zijn vrouw gaat het buitengewoon goed en met hun dochter ook. Helaas heeft de min, de vrouw die aan het kind de borst geeft omdat Philippota dat zelf niet doet, koorts gekregen. Dat gaf nogal paniek. Waarschijnlijk omdat het niet eenvoudig is om snel alternatieve voeding voor een pas geboren baby te regelen. Margaretha hoopt maar dat het snel weer over is. De moeder van Philippota is ondertussen weer naar Arnhem vertrokken en Philippota zal met de volgende post zelf aan Godard Adriaan schrijven.
[seegen wil verleenen,] de heer van ginckel is weer op sijn randevoes15Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats, de vrou van ginckel is de heer sij gedanckt on gemeen wel het kint van gelijcke maer de mine heeft de koorts dat hier Een heelen alarm geeft hoope het niet lan sal dueren, de vrou van middachte16Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota is weer naer Aernhem, onse dochter die haeren ootmoedigen diens aen uhEd preesenteert sal met de naeste post schrijfve ondertusche blijfve ick
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
1
31 juli 1667 werd de Vrede van Breda gesloten
2
Deficieert: ontbreekt
3
Ratificatie: officiële bekrachtiging door de provinsie
4
gedoe
5
Gerard van Reede van Drakestein
6
afwezige
7
prejudicie: nadeel, schade
8
patiëntie:geduld
9
’t Zand, wrsch. Zandvoort, bij Amerongen
10
Hakketakken: gekibbel, onenigheid
11
Rozenobel: een van oorsprong Engelse munt. Het is een gouden nobel (munt) met een roos erop, vandaar rozenobel. Komt in het laatste kwart van de 16e eeuw naar Nederland, maar verdwijnt in de 17e eeuw.
12
De 50ste penning was een belasting over alle onroerende zaken die van eigenaar veranderden, behalve bij vererving in de rechte lijn.
13
Schrijfloon: Vergoeding aan de klerk.
14
Conquest: Letterlijk Verovering. Ook Aangewonnen bezit of Vermogensaanwas. Dit laatste in de algemene taal, mogelijk min of meer scherts
15
Rendez-vous/Rendevous: Een geordonneerde of bestemde plaats
16
Margaretha van Leefdaal, moeder van Ursula Philippota
Deze brief is uitzonderlijk netjes en regelmatig geschreven, op extra groot papier. Het lijkt er op alsof Margaretha opdracht heeft gekregen van Godard Adriaan om alle politieke verwikkelingen extra goed te documenteren.
In deze brief zet Margaretha haar politieke communiqué van 29 juli voort. Ze is maandag weer naar Utrecht gegaan om regenten te spreken voor ‘het bekende werk’. Het is een belangrijke dag, want er is een statenvergadering. Daarom staat ze al vroeg bij de heer van Drakestein op te stoep. Deze is nog in de slaapkamer, maar brengt alsnog vóór achten een bezoek aan Margaretha.
voorleedene maendach ben ick alweer Eens te wttrecht omt be= kende werck geweest alwaer ick dijnsdaechs smergens uhEd mesiefve1Missive: brief, vooral ambtsbrieven en brieven over zaken in het algemeen vande 26 ijuli heb ontfange, en also dien merge de state en Eenige heere vande ridderschap soude vergadere heb ick al vroech aent huijs vande heere vande draeckesteijn2Gerard van Reede van Drakestein geweest die noch bij sijn hEd bedt was doch ontrent acht Eure bij mij aenthuijs van beusekom quam, [ondertusche ginck ick bij den heer van]
Oude Privileges opgeven?
In de tussentijd wil Margaretha geen minuut verliezen, en gaat langs bij de heer van Hoevelaken om de brief van Godard Adriaan te laten zien. Enkele leden van de ridderschap, waaronder de heer van Mijnden (vader van Hoevelaken) en de heer van Drakestein, zijn van plan om het op een akkoordje te gooien met de vroedschap van Utrecht en in te stemmen met een nieuw reglement waarbij oude privileges van de ridderschap worden opgegeven. Nieuwe edelen die door de ridderschap worden voorgedragen om deel te nemen aan het provinciebestuur, zijn niet langer zeker van hun plek, want de andere leden krijgen daar ook wat in te zeggen.
[van beusekom quam,] ondertusche ginck ick bij den heer van hoeflaecken3Steven van Lynden dien ick den inhout van uhEd brief voor so veel ick noodich en dienstich achte komuniseerde en versocht sijn hEd het selfve aende heer van Mijnde4Jasper van Lynden beliefde bekent te maecken, seij de ock hoe mij met groote verwonderin was voorgekoome het deseijn5Dessein:plan dat de drie heere Edelen hadde vandiendach om dien dach op de staets vergaderin so met het maecken vant reeglement als het geene verder bij de heere vande vroetschap sou werde ge= reesolveert voort te gaen en de gedistineerde6Gedestineerde: beoogde heere vande vroet schap haer wil te doen en also de oude preevileesie7Privilege ent recht van de ridderschap over te geefve [het welcke seijde ick niet]
Drakestein komt langs
Als Drakestein om acht uur bij Margaretha langs komt probeert zij hem er van te overtuigen geduld te hebben en zich niet zonder enige noodzaak door de vroedschap te laten overhaasten met het aannemen van dit reglement. Hoe zou hij het bij zijn nakomelingen kunnen verantwoorden? Maar Drakestein zegt dat hij de belangen van zijn nakomelingen zeker in het oog houdt, en vertrekt naar de vergadering.
thuijs koomende quam de heer van draeckesteijn bij mijn dien ick het selfve int gemoete voerde8in het gemoed voeren: voorleggen en seijde hoe verwondert aldewerlt9Al de wereld: iedereen was te sien dat de heere Edele so Een konsept reeglement in hande vande state overgeleevert hadde daer geen noot haer drong10terwijl dat niet noodzakelijk was alse maer Een weijnich paesijensi11Patiëntie:geduld wilde heb [haer alles so schoon op deede, int Eerst antwoorde]
als ick hem daer op Antwoorde hoe sijnhEd bij sijn naekoomeline soude konne verantwoorde sulcke oude preevileesie overte geefe seijde hij het selfve sijn intreste te sijn en is so van mij gescheijde en naer de vergaederin van state gegaen,
Geen overleg
Hoe het is afgelopen zal Godard Adriaan wel uitgebreid in een brief van Abraham van Wezel lezen. Margaretha’s pogingen zijn tevergeefs geweest: het regelement is ongewijzigd in de statenvergadering aangenomen; het zou later bekend staan als de resolutie van 23 juli 1667. Tot genoegen van de steden en tot afgrijzen van de ridderschap. Wat nog het meeste steekt, is dat Drakestein en de zijnen ondanks protesten eigenmachtig in de statenvergadering hebben opgetreden zonder goed voorafgaand overleg met alle edelen.
[sijn plaets maecken,] den heer van suijlisteijn12Frederik van Nassau Zuylestein die inden haech is heeft noch dien merge aende heer van drakesteijn geschreefve en versocht men in sijn apsensie niets sou wille doen sonder alvoorns de ridderschap daer op te beschrijfe het welcke niet geschiet is den heer van sandenburch13Coenraad Borre van Amerongen was ock apsent14absent: afwezig en ten hoochste misnoecht,[sij hebbe de nieuwe]
Verraad van Drakestein?
Met dit alles heeft Drakestein het helemaal verbruid bij de rest van de ridderschap. Er gaan geruchten dat hij de oude privileges feitelijk heeft verkocht om een aantal andere zaken van privébelang in de staten geregeld te krijgen. Hij heeft bij Wijk bij Duurstede het landgoed Dompselaar gekocht dat hij door de staten tot een ridderhofstede wil laten bestempelen waardoor het dubbel zo veel waard wordt. En men zegt dat hem zijn schulden aan de provinciekas zullen worden kwijtgescholden. Margaretha vindt het erg om zoveel kwaads te horen over iemand die de naam van Reede draagt. Maar zij heeft haar best gedaan.
den heer van drakesteijn seijt men heeft hier bij wijck Een stuck goets15Gerard van Reede van Drakestein koopt in 1667 Dompselaer aan de Langbroekerwetering, dit was al in 1539 een Ridderhofstad, maar had sinds die tijd veel niet-adellijke bewoners gehad. Na zijn dood wordt het door zijn nazaten verkocht gekocht voor twaelf duijsent gul die daer in gevesticht staen het welcke so geseijt wort se tot Een ridderhofste sulle verklaere dan ist tien duijsent gul meer waert en se sulle hem sijn schult aent lant16de provincie Utrecht quijt schelde so geseijt wort , so heeft hij de previleesie vande heere Edelen verkocht seijt me is dat geen fraije naem voor Een Edelman, ick kan niet segge hoe aldewerlt17de hele wereld: iedereen roept tis mij voorwaer lief dat sulcke geschreu en so veel maledicksie18Maledictie: kwaadspekerij, vervloeking over een die de naem van Reede draecht gaat, dan wat kanme doen ick hebt hem genoech geseijt als uhEd uut mijne voorgaende sult sien [vande heer van rhijswou wort ock niet weijnicge=]
Koning of Keutel
Maar het verhaal is nog niet klaar. Tot haar verbazing komt ’s middags burgemeester Nicolaas Hamel Margaretha een bezoek brengen om te vissen naar geruchten over de rol van haar man. Hij zou een gooi naar de positie van Eerste Edele hebben willen doen of anders met pensioen gaan. Dat schijnt hij een keer tegen de Vrouwe van Vlooswijk te hebben gezegd. Maar nu heeft hij gegokt en verloren. Margaretha reageert verontwaardigd en ontkennend. Er volgt nog meer gehakketak. Pas laat is ze terug in Amerongen.
uhEd haer geseijt had noch Eenen sprong te wille doen en koninck of keutel19Koning of keutel: alles of niets. Deze uitdrukking werd vooral in het kaartspel gebruikt te wille weesen en daer met wt de reegeerin te sulle scheijde enu hEd ruste te gaen houde, waer op ick antwoorde niet te weete wat diskoerse uhEd teegens de vrou van flooswijck had gehoude maer wel te weeten uhEd pretensie noijt geweest waeren het Een oftanders te sijn noch Eenige heerschapi over andere te voere ock niet over heer te worde dat uhEd het Eerste liet aendiegeene die vrij wat meer teeckenen van begeerlijckheijt daertoe toonde als uhEd oijt gedaen had maer datse niet hoefde te dencken u hEd niet was die hem oijt zou laeten overheers-schen, in soma20In somma: kortom, so scheijde wij van een doch naer veel meer hacketackerije, ick quam dien avont hoewel laet noch [thuis]
Het papier is aan twee kanten vol, maar ze voegt op z’n kop in de bovenmarge nog een relativering toe waarmee ze Godard Adriaan en waarschijnlijk ook zichzelf gerust wil stellen: het zijn maar wereldse zaken.
maer hoope uhEd sich hier in sal kunne gerust stelle en dencke het almaer werltse saecke sijn die deene tijt sou en dande tijt so gaen, [wee seij niet te konne dencke hoe uhEd]
Twee regels familienieuws
Tot hier uitsluitend Utrechtse politiek. Alleen helemaal op het laatst, er is echt zo goed als geen ruimte meer, voegt Margaretha nog een paar woorden toe om te melden dat het met Philippota goed gaat en dat het kleintje goed groeit. De twee regeltjes worden door Margaretha verticaal in de kantlijn gekriebeld, maar zelfs daar hebben ze concurrentie van de verzuchting: Drakestein, oh Drakestein, wat heb je gedaan.
[maerschalck amt in haer kan niet krijge so isset noch alweer kans me moet sien] maer drakesteijn drakesteijn wat heb gedaen, nu mijn hartge ick blijff uhEd getrouwe wijff M Turnor
de vrou van ginckel en kind sijn beijde wel naer de tijd het kleijne groijt seer
1
Missive: brief, vooral ambtsbrieven en brieven over zaken in het algemeen
2
Gerard van Reede van Drakestein
3
Steven van Lynden
4
Jasper van Lynden
5
Dessein:plan
6
Gedestineerde: beoogde
7
Privilege
8
in het gemoed voeren: voorleggen
9
Al de wereld: iedereen
10
terwijl dat niet noodzakelijk was
11
Patiëntie:geduld
12
Frederik van Nassau Zuylestein
13
Coenraad Borre van Amerongen
14
absent: afwezig
15
Gerard van Reede van Drakestein koopt in 1667 Dompselaer aan de Langbroekerwetering, dit was al in 1539 een Ridderhofstad, maar had sinds die tijd veel niet-adellijke bewoners gehad. Na zijn dood wordt het door zijn nazaten verkocht
16
de provincie Utrecht
17
de hele wereld: iedereen
18
Maledictie: kwaadspekerij, vervloeking
19
Koning of keutel: alles of niets. Deze uitdrukking werd vooral in het kaartspel gebruikt
De volgorde van deze brief is onduidelijk. De eerste vier kantjes verlopen logisch, het rafelige blaadje op 25/26 schijnt andersom te moeten (tekentje onderaan 25 links onder komt overeen met 26 links boven), alleen dan komt de afsluiting op een raar moment. 27 links sluit ook raar af. Mist er een velletje?
Deze brief is een brief voor de doorbijters en de liefhebbers van de Utrechtse politiek in de zeventiende eeuw. Margaretha laat zo ongeveer het hele netwerk en alle politieke instanties voorbij komen. De hele brief telt acht kantjes, waarvan maar een half kantje niet over politiek gaat.
Ze begint met de financiële zaken. Kennelijk heeft Godard Adriaan haar een overzicht van alle kosten die hij maakt toegestuurd. Margaretha is nogal verbaasd over de post ‘de confiture en spijs tot de maaltijd’, ze vraagt zich af die wel vergoed zal worden. In één moeite gaat ze door naar de ratificatie, de formele bevestiging door de regeringen, van de vers gesloten Vrede van Breda en het welzijn van moeder en kind.
[dat die reeckenin hoochloopt] Evewel moet ick be= kenne dat uhEd daer veel dinge in stelt die ick niet geloofve wij daer voor konne betuijchge als de konfijtuere en spijs tot de Maeltijt, men ver =lanckt hier seer naer de ratifikasie vande vreede somige moren en hebbe al bedenckine daer op datse daer met so lange achter blijfve wil het beste hoope onse kraemvrou en kint sijn de heere sij gedanckt heel wel naer den tijt en het minste teegenspoet niet gehadt, [ick ben Eergistere weer van wttrecht]
Politiek
Margaretha neemt haar politieke verantwoordelijkheid serieus. Ze probeert Godard Adriaan op de hoogte te houden door iedereen te spreken, maar iedereen vertelt iets anders, vooral over anderen. De één wil de één wippen en de ander toelaten, de ander wil het weer andersom of juist helemaal niet. De problemen spelen zowel in de vroedschap (stadsbestuur van Utrecht) als in de ridderschap en iedereen weet wat anderen willen, weten en doen. Alleen blijkt de vork steeds heeeeel anders in de steel te zitten als Margaretha de bewuste heren zelf spreekt.
Echt een brief voor de specialist op het gebied van Utrechtse politiek in het derde kwart van de zeventiende eeuw.
Dit is de eerste brief die Margaretha dubbel heeft gedateerd. Ze noteert zowel de datum volgens de nieuwe gregoriaanse kalender als volgens de oude juliaanse kalender, die in de protestantse gebieden nog gebruikelijk was. Voor voorliggende brief hanteren we de juliaanse kalender. Margaretha geef aan het begin van de brief namelijk aan dat ze de brief van Godard Adriaan van 16 juli 1667 heeft ontvangen. Bovendien schrijft ze dat haar eerste kleindochter, Margaretha ‘Tietge’, geboren op 15 juli 1667, en haar schoondochter Philipotta het goed maken.
wttrecht den 15/25 ijuli 1667
Mijn heer en lieste hartge
wt uhEd aengenaeme vande 16 deeser sien ick
Vrede en vreugdevuren
De Vrede van Breda is nog niet officieel gesloten, maar wordt overal groots gevierd. Het is al een tijdje feest. Na de succesvolle Tocht naar Chatham waren de eerste vreugdevuren al ontstoken. Op 6 juli volgde de dank- en bededag, wat nog meer feestgedruis teweegbracht. Het moet ook wel tijd worden, want er wordt al sinds maart onderhandeld. Eindelijk is er schot in de zaak gekomen en lijkt er een einde te komen aan de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog.
Godard Adriaan bevindt zich op dit moment aan het hof van bondgenoot Denemarken. Uit de reactie van Margaretha op de brief van Godard Adriaan blijkt dat de Denen ook al flink aan het feesten waren. Ze schrijft dat ze blij te horen is dat het ‘branden van de victorie’ goed is gegaan. Waarschijnlijk lag de brand die begin juli veroorzaakt was door pektonnen nog vers in het geheugen…
wt uhEd aengenaeme vande 16 deeser sien ick hoe dat het brande vande vicktoorije bij uhE so wel vergaen is en uhEd daer so wel van is voldaen het welcke mij lief is te hoore s nu sal uhEd overs maecke vande vreede daer weer aen moete en heeft uhEd nuu 400 picktonne1Pektonnen. Bij vreugdefeesten was het gebruikelijk tonnen waarin de brandbare stof pek zat te ontsteken aengesteecke so machger nu wel Eens so veel gebrant worde en in alles naervenant want deese vicktoo van vreede wel de grootste is[, men seijt]
Nieuw-Amsterdam
Margaretha heeft vernomen dat de Engelsen een eiland hebben ingenomen. Ze noemt het eiland niet bij naam, maar beschrijft dat de schepen van de Republiek hier hun proviand vandaan halen. Het is niet duidelijk op welk eiland Margaretha hier doelt. In de Vrede van Breda werd uiteindelijk afgesproken dat de Republiek het eiland Run mocht behouden, evenals het recent veroverde Suriname. Nieuw-Amsterdam, het huidige New York, werd overgedragen aan Engeland.
[van vreede wel de grootste is,] men seijt de Engelse in oostindie en indie weer Een Eijlant van ons hebbe ingenoome daer al onse oostindische scheepe haer vicktae vicktaelye2Vitalie (victualie): proviandvan wt moeten haellen[,]
Utrechtse zaakjes
De brief is geschreven vanuit Utrecht. Margaretha is aldaar bezig allerlei zaken te regelen. Rodenburg was de dag ervoor al bij haar in Amerongen geweest, Gerard van Reede van Drakestein en Coenraad Borre van Amerongen waren niet thuis. Ze doet uitgebreid verslag van wie ze wel en niet gesproken heeft en wie op de hand is van wie.
ick ben vandaech opt goetvinde van men heer roodenburch3Christiaan van Rodenburg, Kanunnik van St. Pieter, Geëligeerde in de Staten van Utrecht die gistere bij mij op Ameronge was en met sijn vrou op bee verweert acht a 14 dage meent huijs te houde, gekoome, heb hier noch niemant als den heer van hoeflaecken4Steven van Lynden gesien die roodenburch meende wat vroeder5Vroed: wijs, verstandig te vinde als voor dees, dan ick kan niet mercke
of sijnhEd en de heer van mijnde6Jasper van Lynden, de vader van Steven sijn noch wel en animeus int bekende werck, draeke 7Gerard van Reede van Drakesteinsteijn en sandenburch8Coenraad Borre van Amerongen heb ick niet thuijs konne vinde salse noch voor mijn ver – treck soecke te spreecke daer ick meest om gekoome ben[, men heer roodenburch]
In het PS voegt ze nog toe wat ze eigenlijk in Utrecht doet: ze wil kijken ‘waar sommigen gelogeerd zijn’. Om nog maar even een smeuïge roddel toe te voegen…
[die so] ick ben hier gekoome om te sien of kan verneeme waer somige geloosgeert sijn, den heer van suijlisteijn is weer wel en bij mij geweest heb van hem al vreemde dinge gehoort dan hij is wel maer al me niet wel op rijnswou tevreen
Kleinkind Tietge
Tien dagen geleden is Margaretha jr. ‘Tietge’ geboren. In de 17de eeuw was het gebruikelijk dat kraamvrouwen negen dagen het bed hielden. Als Philipotta zich aan deze regel heeft gehouden, dan mag ze nu inmiddels het bed verlaten. Volgens Margaretha gaat het hartstikke goed met haar schoondochter en haar eerste kleinkind. Zo goed zelfs, dat het lijkt ‘alsof ze geen kraamvrouw was’.
[voordeese heb geschreefve,] onse kraem vrou met haer dochter is de heer sij gedanckt so wel ofse geen kraemvrou was, nu moet ick door haest Eijndige blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
ick hoop merge weer naer Ameronge te gaen, [ de heer van]
1
Pektonnen. Bij vreugdefeesten was het gebruikelijk tonnen waarin de brandbare stof pek zat te ontsteken
2
Vitalie (victualie): proviand
3
Christiaan van Rodenburg, Kanunnik van St. Pieter, Geëligeerde in de Staten van Utrecht
Margaretha heeft Godard Adriaan in haar vorige brief op de hoogte gehouden van het politieke gekonkel in Utrecht. De brief van ‘neef’ Gerard van Reede van Drakestein blijft een heet hangijzer. Margaretha heeft het idee dat het goed met hem gaat, maar toch merkte ze dat hij het nodig heeft dat men hem het ‘hart wat inspreekt’. Wat zou ze daarmee bedoelen? Iets als hem het hart onder de riem steken of moed inspreken?
[sende,] hoet bekende werck te wttrecht staet heb ick uhEd inde voorleedene weecke geschreefve hoope uhE nu den brief vande heer van draeke steijn door mij gesonde sult hebbe ontfange ick kan wel niet sien of dien goede man is noch wel maer mercke hij wel van noode heeft dat men sijnhEd het hart wat in stee spreeckt het welcke ick al vrij te wttrecht sijnde gedaen heb daer was weer de kornets plaest vande rhijngraefs komp vakant doort kas – seere vande wiltfanger, hier maeckte de heer van drakesteijn staet op voor sijn soon ick wil niet hoope hij hem daer door int minste, aen haer sal angaesgeere1engageren , [want]
Carrousel
De banencarrousel in Utrecht draait op volle toeren. Eén van de functies die vrij komt is de cornetsplaats in het leger van de Rijngraaf. Drakestein zou die plaats graag voor zijn zoon hebben. Margaretha heeft er een mening over, maar welke wordt mij niet helemaal duidelijk.
Misschien ligt de cornetsplaats bij de Rijngraaf ook nog een beetje gevoelig. Het is de functie die de oudere broer van Godard Adriaan bekleedde toen hij in 1638 om kwam. Door zijn overlijden werd Godard Adriaan in 1641 Heer van Amerongen, in plaats van zijn oudere broer.
Ook voor de overige functies steekt Margaretha haar mening niet onder stoelen of banken: de ene is kwaadwillig, de ander zegt functies toe aan meerdere mensen en de genen die van goede wil zijn, worden misbruikt door anderen.
Vrede van Breda
Er komt nieuws dat de Vrede van Breda tussen de Engelse koning en de Republiek nagenoeg rond is. Dat is goed nieuws, want de Republiek ligt weer behoorlijk onder vuur. We kwamen eerder al de Bisschop van Münster tegen. Gelukkig is met hem inmiddels de vrede gesloten. De Tocht naar Chatham heeft de Republiek een goede onderhandelingspositie ten opzichte van de Engelsen gegeven.
[gister avont wt den haech is voort naar nimweege,] seijde men daer2In Den Haag voorsecker hielt dat de vreede tusche den koninck van Enlant3Koning van Engeland, Karel II en ons so goet als gesloote was, datter heel weijnich different meer is dat de prinsipaelste det deense4De Vrede van Breda is breder dan alleen tussen Engeland en Nederland: er worden ook afspraken gemaakt over de handel in de Oostzee. verschille sijn dieme niet twijffelde of soude in korte almeede gevonde worde, so dat is geloofve en hoop uhEd sijn affaerees aldaer ock haest sulle geEijndicht sijn, de sweetse vreede met deesen staet heeft men meer van gesproocke als men nu doet
In paraatheid
Als we de vrede binnen hebben, staan we sterker tegenover Lodewijk XIV. Hij is niet in oorlog met de Republiek, maar hij is wel de Spaanse Nederlanden binnen gevallen. Als het even kan wil Johan de Witt voorkomen dat de Fransen onze directe buren worden. Dus het leger is in paraatheid! Die paraatheid is serieus: de officiers moeten in de garnizoenen en op hun verzamelplekken blijven. Alleen mogen ze soms een ‘snapreisje’ maken. Ik ben er helemaal voor om dat woord weer terug in te voeren in het Nederlands.
de offisiers hebbe heelle strickte ordere om in haer gernisoene en op haer randivoes te sijn en blijfve, so dat de heer van ginckel ock niet vandaer derft als somtijts Een kort snapreijsge doen, men seijt ock dat het leeger van de franse weer wt flaendere gaet dat de cock5Verwijzing naar de Franse haan of persoon? Of is het een samensmelting van co(nin)ck? haer vandaer doet scheijde sonder dat sij daer veel progresse hebbe gedaen met so Een groot leeger, de heer almachtich wil ons aen alle kanten vreede geefve in wiens bescherminge uhEd beveelle en blijfve
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
1
engageren
2
In Den Haag
3
Koning van Engeland, Karel II
4
De Vrede van Breda is breder dan alleen tussen Engeland en Nederland: er worden ook afspraken gemaakt over de handel in de Oostzee.
5
Verwijzing naar de Franse haan of persoon? Of is het een samensmelting van co(nin)ck?
De laatste brief van Godard Adriaan dateert van 25 juni. Margaretha hoopt dat hij Van Reede van Drakenstein snel zal antwoorden op diens op 4 juli meegestuurde brief in verband met het getouwtrek tussen vroedschap en ridderschap in de Staten.
Prebenden en prelatuurschappen
De samenstelling van de Staten is niet het enige voorwerp van koehandel en handje klap waar leden van de ridderschap bij betrokken zijn. Ook voor het uitgeven en verkrijgen van prebenden en prelatuurschappen bestaat een levendige markt, waar de Van Reedes actief aan deelnemen. Oorspronkelijk bedoeld voor het levensonderhoud van geestelijke kapittelheren en kloosterzusters, worden ze nu, na de reformatie, verdeeld onder jongere zonen en adellijke dames. Niet alleen het ontvangen, maar ook het uitgeven van een prebende of prelatuurschap kan geld opleveren. Een aanbieding die Godard Adriaan onlangs aan een bepaalde vrouw heeft willen doen is blijkbaar op niets uitgelopen. De heer van Ewijk zal rondvragen naar een ander en denkt dat hij wel iemand weet. Hij heeft iemand ontmoet die voor de van Limburg Stierums op zoek is. Voor de definitieve verdeling van de prebenden begint de tijd trouwens te dringen, want het jaar is al bijna om.
[opt spoedichste antwoort op,] wat de proofveProve: prebende, jaarlijks inkomen (eigenlijk uit geestelijke goederen) en het prelatuerschapprelatuurschap: soort prebende maar dan voor een abdis, levert twee keer zo veel op belancktbetreft uhEd voorslach sal met die vrou niet aengaen Euwijck sal nae Een ander om hoore van ochte meent hij tot het Een ent ander wel Eimant sal weete daer was Een die hem voor Een vande stieromsVan Limburg Stierum last had gegeefve of hij wat wist salder voort naer verneeme maer meent voorde prelatuer schap niet bove de vijf duijsent gulde sou krijge men sal de proofve haest moete konfereere alsoot ijaer haest om is, [onse soon is naer]
Laatste maand
Godard is inmiddels vertrokken naar de afgesproken plek van zijn regiment. Margaretha leeft erg mee met Ursula. Je merkt dat ze de eerste zwangerschap van haar schoondochter best spannend vind. Eigenlijk gaat het heel goed, gezien de tijd dat ze al in verwachting is. Ze is nu in haar laatste maand. Margaretha hoopt dat de Heer haar een genadige verlossing zal geven en wou maar dat de bevalling (‘het werk’) al achter de rug was.
onse soon is naer sijn randevoosRendez-vous:afgesproken plaats alwaer hij naerder ordere moet verwachte, sijn vrou is noch heel wel naer den tijt is nu in haer leste maent de heer wil haer hEd Een genadige verlossin geefve ick wensche dat werck al door te sijn
Hitte en droogte
Er heerst al acht dagen zo’n enorme hitte dat het niet te harden is. Het is zo droog, dat alles verschroeit. Margaretha verwacht dat er in de herfst geen appelen of peren te oogsten zullen zijn, en er zijn ook weinig tot geen kersen. Ze denkt dat ‘die van Wijck’ daarom wel niet zal komen. Misschien bedoelt ze hiermee een kersenkoopman uit Wijk bij Duurstede, of eentje met de naam Van Wijck, die jaarlijks een deel van haar kersen komt kopen?
tis hier nu achdage herwaerts sulcken wtter maetenuitermate, buitengewone hette en droochte geweest dat niet is te harte dat het niet is te harden alles verbrant en verdroocht inde hoofve wij sulle weer geen appeele noch peere hebbe karsekersen sijnder ock weijnich of haest geen dat die van wijck qualijck sal koomen
Werk aan muur en gracht ligt stil
De hitte slaat ook toe bij de mannen die bij het kasteel aan het werk zijn aan de gracht bij de doelen. Ze zijn met z’n tienen, maar kunnen weinig klaar spelen. De metselaar die aan de muur van de hof zou beginnen is nog niet gearriveerd. Waarschijnlijk begint hij maandag.
de graefvers sijn vast aent werck inde graft inde doelle dat sijnde met haer tiene in doch konne door de groote hette niet veel doen, den metselaer sou ock aende muer vande hof begine maer is noch niet gekoo = men geloofve hij met de nieuwe weeck beginne sal [ Eergistere sijnde beededach heeft men]
Vreugdevuur wordt hellevuur
Een verloren fruitoogst en een onverhoopte bouwvakvakantie zijn nog niet eens de ergste gevolgen van de droogte in de buurt. Een overwinningsvuur in Veenendaal tijdens biddag (waarschijnlijk vanwege de succesvolle tocht van de Nederlandse vloot naar Chatham) is uitgelopen op een ramp. Er ging iets mis met de brandende pektonnen. Dertig huizen zijn afgebrand! Vreugde- noch hellevuur op Amerongen, want Margaretha had geen pektonnen ontvangen. Dus ‘wij hebben ons hier stil gehouden’.
Eergiste sijnde beededachbiddag heeft men ficktoorijeVictorie (wrsch. vanwege tocht naar Chatham) int veenVeenendaal gebrant waerdoor een swaer brant is ontstaen en inde dartich huijse gans afd gebrant sijn. Wij hebbe ons hier stil gehoude also mij geen picktonepektonnen. Het branden van pektonnen was het vuurwerk van de 17e eeuw. sijn gesonde hebben wij niet gebrant
Condoleance aan de keurvorst
De Staten van Holland hebben de heer van ‘s-Gravenmoer, Adam van der Duijn, naar de keurvorst van Brandenburg gestuurd om hem te condoleren met het overlijden van zijn vrouw Louise Henriëtte. Hij is net langs Amerongen gekomen. Van der Duijn krijgt daar 50 gulden per dag onkostenvergoeding voor. Dat heeft-ie mooi voor elkaar! Klinkt in Margaretha’s woorden, ‘wat een heel fraaie opdracht voor hem is’, enige afgunst door? Zou ze liever haar man in die rol zijn opwachting aan het Brandenburgse hof hebben zien maken? Tja, hij is niet beschikbaar want is met een andere opdracht naar Denemarken.
de heer van schravenmoerAdam van der Duijn, heer van ‘s-Gravenmoer is van weegen men heere van hollantvanwege de Staten van Holland op vijftich gulde daechs in komissi aende keurvorst van brandenburFriedrich Wilhelm om die te kondoleere gesondeIn verband met het overlijden van zijn vrouw, Louise Henriette van Nassau , datr al Een fraije komisie voor hem is, hij isser al heen en hier gepasseert, [men seijt der goede hoope]
Einde aan het vergieten van christenbloed?
Met de onderhandelingen in Breda schijnt het de goede kant op te gaan. Er is goede hoop op het sluiten van de vrede. Margaretha hoopt dat de grote God dat wil geven. Ze verlangt er erg naar dat het vergieten van al dat christenbloed eens op mag houden en beveelt ook haar man in de bescherming van de Allerhoogste aan. In een ps laat Ursula Godard Adriaan ootmoedig groeten, en meldt dat haar zus bij haar moeder in Arnhem is gearriveerd.
[en hier gepasseert,] men seijt der goede hoope
tot het sluijten van de vreede te breeda het welcke dien groote godt wil geefve en ick wel naer verlange opdat aldat vergiete van so veel kristenbloet Eens mach opholde, hier meede beveelle uhEd int schutin de bescherming des alderhoochste blijfvend
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
de vrou van ginckel presenteert haeren ootmoedige dienst aen uhEd, nicht van Raesfelt is te Aernhem bij haer moeder
In haar vorige brief reageerde Margaretha kort op de brief van 14 juni, die ze op het moment van schrijven nét binnenkreeg. In deze brief beantwoord ze Godard Adriaans bericht van de 14de uitgebreider.
Tinnen servies
Margaretha heeft Godard Adriaan een tinnen servies gestuurd, maar dat heeft hij blijkbaar (nog steeds) niet ontvangen. Ze vreest dat het gestolen is. De ton rookvlees die Margaretha richting haar man gezonden heeft, is dan zeker ook niet aangekomen… Blijft Godard Adriaan nog lang weg? Zo ja, dan zal ze hem nog wel een ander tinnen servies sturen.
[wachten kost,] het doet mij leet uhEd het tin niet krijcht sou nu wel vreese het genoome is, dien selfve tijt isser de ton met roockt fleijs meede gesonde vreese die ock niet over gekoome sal sijn so uhEd staet maeckt daer noch Eenigen tijt te blijfve sal ick ander tin sende[, den brief]
Woelen en warren
Margaretha blijft de Utrechtse politiek volgen, ook al zit ze nog steeds in Middachten. Hoewel ze zegt dat ze niets meekrijgt, weet ze wel verrassend goed te vertellen wat er op de laatste vergadering van de Staten van Utrecht is besloten rondom het aanstellen van secretarissen en klerken. Iedereen loopt alleen maar te woelen en te warren.
[aende heer van rhijnswoude is wel bestelt,] van wttrechtse werck hoore ick hier sijnde niet meer als dat op de laeste vergaderin van state is voor geslage om twee sekretarisse aen te stelle deen om naert over lijde van van hilte en dander inde finansie te diene En Een Eerste klerck om naert overlijde van haeste dewelcke vande twee sekretarisse soude dependeere of dit beusekom1Nicolaas van Beusichem mee sal gaen weete niet se haeste hier seer meede, geloofve om door deese benifijse2Benefice: voordeel noch al deen en dander aen haer koort te haelle3De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen, die mense woelle seer4Woelen: onrustig zijn, doch geloo
sij haer selfve so sulle warre5Warren: in de war maken datse opt Ent niet sulle weete hoeser wt sulle koome , laetse al vrij talme6van talmen tent sal de last dragen7’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden [van de]
Nog geen vrede van Breda
En dan is er nog iets met een vrede in Breda. Margaretha heeft vernomen dat er in de stad van de Nassaus een vredesakkoord gesloten zou worden tussen de Republiek en Engeland, maar ze heeft er verder niets meer over gehoord, dus ze vreest dat het ook niet meer gaat gebeuren.
[vrij talme tent sal de last dragen] van de vreede die te breeda gemaeckt sou worde hoort me hier niet vrees daer niet van valle sal [onder]
Bange boeren
Ondertussen is de vorst-bisschop van Münster weer flink aan het werven. Hij laat met geweld de wegen vrij maken, zodat er vier ruiters overheen kunnen marcheren. De boeren in Herreveld zijn hartstikke bang. Ze durven geen geld bij zich te hebben, en hebben uit vrees dat het gestolen wordt ook de pacht maar alvast betaald.
[hier niet vrees daer niet van valle sal] onder tusche werft den bischop van Munster weer met gewelt en laet allomtom sijn weechge maecke datte vier ruijters int gelit door kon marscheere, de harveltse boere sijn so ban der fve geen gelt bij haer holde hebbe haer pachte die noch niet verscheene sijn betaelt wt vreese het haer mocht genoome werde[, de heer van]
Op veldtocht?
Ook zoon Van Ginkel maakt zich alvast klaar om op veldtocht te gaan. Hij heeft zelfs al een kok aangenomen (een Duitser). Maar iemand heeft de matras en de donzen deken van Van Ginkels legerledikant meegenomen, waardoor hij weer nieuwe moet laten maken. Met Gods hulp hoopt Margaretha morgen in ieder geval met haar schoondochter naar Amerongen te vertrekken. Dan zal ze ook wel even kijken naar de muur en de gracht. O ja, hopelijk is het schilderij van Cromwell inmiddels aangekomen.
[het haer mocht genoome werde,] de heer van ginckel maeckt hem ock vast gereet om te velt te gaen heeft Een duijtse kock aengenoome nicklaij moet sijn matras en sijn ponse8Schrijffout: donzen deecke die tot sijn leeger ledikantge hoort mee genoome hebe die kame9kan men niet vinde en isser heel om verleechge moet weer nieu laette maecke hij had het wel moogen laeten, wij meene met dgodes hulpe overmerge met de vrou van ginckel naer Ameronge te gaen derf niet langer wachte de vrou van Middachte10Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota die vandaech weer na Aernhem is sal daer bij ons koome, als ick daer koom salde muer aenden hof en de graft aenden doelle volgens uhEd ordere laete maecke
Ganzenveren
Het laatste kantje schrijft Margaretha overdwars op de pagina. Na de bekende afsluiting ‘uhoogEdele [uw] getrouwe wijf en dienares’, volgt nog een PS. Margaretha heeft aan dienstmeid Jenneke gevraagd of ze ganzenveren kan kopen om de bedden op te vullen. Jenneke is bij Godard Adriaan, en het schijnt dat ganzenveren daar goedkoop zijn. De ganzenveren zouden dan met de bagage mee kunnen reizen, en ondertussen kunnen de dienstlui erop slapen. Margaretha hoopt maar dat Jenneke iets goeds koopt. De witte veren zijn de beste!
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
ik heb aen jeneken laete schrijfve datsij daer eens naer leevendige ganseveere sou verneeme tis nu in tijt wij hadde hier wel 3 a 400 pont van doen so voor onse dochter als voor ons om in de bedde te vulle, als uhEd met godt te huijs koomt soudense met bogaesije11Bagage mee over konne koome ondertusche kost het volck daer op slaepen ick bidt laet sij der naere verneeme datse wat goets koopt de witte veere sijnde beste se sijn daer heel goij koopt en wij heb -bense hier nodich vandoen.
1
Nicolaas van Beusichem
2
Benefice: voordeel
3
De één en de ander aan haar koord te halen: kan een verbastering zijn van “zij trekken aan één koord”: zij spannen samen,
4
Woelen: onrustig zijn,
5
Warren: in de war maken
6
van talmen
7
’t Eind zal de last wel dragen: In het begin kan het makkelijk lijken, aan het eind komen de moeilijkheden
8
Schrijffout: donzen
9
kan men
10
Margaretha van Leefdael, de moeder van Ursula Philippota
Margaretha heeft nog geen nieuwe brief van haar man binnen. Zijn laatste was van de 7e. Er zijn dus geen vragen van hem te beantwoorden, en verder heeft ze weinig nieuws te melden, ook niet over de politieke spelletjes rond de Ridderschap in Utrecht.
Geen tijd om te wachten
De kans is groot dat als straks de post komt dat er dan wel een brief van Godard Adriaan is. Maar dan is er geen tijd om nog uitgebreid voor een antwoord te gaan zitten, want de postbode heeft altijd haast. Toch weet ze een paar items bij elkaar te schrapen.
Middachte den 22 ijuin 1667
Mijn heer en liefste hartge
ick sien vast uhEd aengenaeme briefve int gemoet1tegemoet die ick geloofve noch met de postin sulle koome, maer dewijlle het so laet wert derfve ick niet langer met schrijfe wachte want se haest alse koomt so seer datse geen tijt geeft en tis middach uhEd laeste is vande 7 deeser, met de laeste post heb ick alles geschreefve dat ick weet seedert isser niet voor gevalle vant wt= trechtse werck2van de zaken in Utrecht hoor ick niet Een woort als tgeene uhEd voorleede maendach heb geschreve
In Utrecht probeert het stadsbestuur, zoals ze al eerder schreef, Van de Capelle er van te weerhouden om zich kandidaat te stellen voor de Ridderschap. Dit om de uitbreiding van de Ridderschap binnen de Staten van Utrecht te frustreren en vervolgens het Statenbestuur naar hun eigen fantasie in te richten, aldus Margaretha.
[koome,] om dat (het) haer3ze so se selfs afgeefve4toegeven al =leen te doen is om de augementasi5uitbreiding vande riderschap te niet te doen en het selfve daer naer6daarna , nae7volgens haer Eijge vantasij8fantasie en wil te sette9regelen, uhEd sult met de laeste post twee briefve van mij doch van verscheijde datems krijge, [ick had vandaech gemeent]
Ouderling pleegt stenenzwendel
In Amerongen is de balustrade van de brug bijna gemaakt. De dertigduizend stenen die Ot Barentse heeft geleverd, worden momenteel ontscheept en naar het kasteel gereden. Volgens de schipper heeft Barentse hen lelijk bedrogen. De mooiste stenen heeft hij er uit gepikt en naar Amsterdam gestuurd! Hij is nog niet betaald en ze heeft hem geschreven dat ze voortaan geen stenen meer van hem hoeft te hebben. En dat is dan een ouderling in de kerk!
[bruch is haest gemaeckt en der aen,] men is beesich met dartich duijsent steen die ot barentse vande veertich gaerde10Veertich gaarden is een Amerongse boerderij heeft ge= sonden op te rijde daer hij ons leelijck meede heeft bedroochge hij heeft so de schipper diese gebrocht heeft seijt alde beste daer wtge= schoote11Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen en naer Amsterdam gesonde en de slechtse hier maer hij heeft ock noch sijn gelt daer niet voor, hebbe hem geschreef geen meer van hem te begeere, dat is Een ouderlin vande kerck, [ick hoop uhEd]
Schilderij
Ze hoopt dat het tinnen servies dat ze heeft gestuurd inmiddels bij Godard Adriaan is aangekomen. Nog benieuwder is ze naar de lotgevallen van het schilderij van Cromwell dat naar hem onderweg was. Gezien het feit dat zich in de collectie van Huis Amerongen nog steeds een portret van John Cromwell bevindt, is dat waarschijnlijk goed gekomen. John Cromwell, een neef van de bekendere Oliver Cromwell, was een Engelse officier in dienst van het Staatse leger.
[ouderlin vande kerck,] ick hoope uhEd het tin nu sult gekreechge hebbe en haest de schilderij van kromwel12John Cromwell sult ontfange het welcke verlange te hoore [voorts ist hier]
In Amerongen en Middachten is verder alles goed. De moeder van Philippota verwachten ze vandaag ook weer thuis. Tijd voor de handtekening, en oh ja, beleefde groeten aan monsieur en juffrouw Van de Mandel.
Toch nog een brief
Maar, daar is reeds de post, met… een brief van Godard Adriaan van 14 juni. Margaretha leest hem snel en schrijft op de valreep toch nog even een reactie: ze zal, zoals hij vraagt, als ze weer in Amerongen is zich bezig houden met de muur en de gracht. De moeder van Philippota, de Vrouwe van Middachten, komt ook net binnen en doet de groeten. En weg is de postbode weer.
naert13na het schrijfve van dees ontfange ick uhEd aengenaeme vande 14 dees, also de postin wech wil sal int kort segge so haest ick te Ameronge koom sal de graft en muer volgens deselfs ordere laete maecke voor Eeijndige, so koomt ock de vrou van Middachte die haer hEd dienst preesenteert
1
tegemoet
2
van de zaken in Utrecht
3
ze
4
toegeven
5
uitbreiding
6
daarna
7
volgens
8
fantasie
9
regelen
10
Veertich gaarden is een Amerongse boerderij
11
Uitschotten, uit een grooter aantal selecteeren of aanwijzen
Margaretha is nog bij haar zoon en schoondochter op Middachten. En hoewel ze in Gelderland zit, houdt de Utrechtse politiek haar bezig. Gelukkig wordt die ten dele in Nijmegen uitgevochten, misschien dat ze er daarom van hoort.
naert schrijfve van mijne laeste het welcke den 15 deeser is geweest, worde ick seeckerlijck bericht hoe dat men heer schadee1Jasper Schade van Westrum, aen sijn swager den heere luchtere2Hendrick van Lochteren die te nimweege geweest heeft geschreefve, dat hij bij den heere vande boethof3Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof die broeder vande heere kapel4Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen is, soude intersideere5Intercedeeren: bemiddelen om den voorseijde heere kapel te beweechge dat hij soude afstant doen van sijn pretensie om volgens de leste augementasi inde ridderschap te wttrecht te kompareere6Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen? , met belofte dat sij hem aenstonts raetsheer te hoof soude maecke en verseeckere dat se hem binne den tijt van twee ijaere inde ridderschap soude sette, [daer bij voechgende]
Jasper Schade van Westrum
En omdat in deze brief Schadee genoemd wordt, maken we van de gelegenheid gebruik om het schilderij van Frans Hals nog een keer te plaatsen. Uiteraard is Schade bij het schrijven van deze brief al ouder dan dat portret. Hij is zelfs al ouder dan het portret dat Jonson van Ceulen schilderde. Zou Margaretha de portretten kennen? Een mening zal ze in ieder geval hebben.
Wie denken deze mannen wel niet wie ze zijn? Welke rechten denken ze eigenlijk wel niet dat ze hebben? Kunnen ze dit wel waar maken? Margaretha hoopt maar dat hoogmoed voor de val komt. En ze gaat gelijk over tot de afsluiting van de brief. Hoe zou het komen dat Ursula Philippota zo dik is?
dan hoope dat hoochmoet voorde val komt, onse soon en dochter is noch wel dan sij wort heel dick, onse kindere en nicht van raetsfelt7Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota preesenteere haeren dienst aen uhEd so doen ick en blijfve Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners M Turnor
Ze krabbelt nog onder de brief dat Van der Capellen niet geneigd is om af te zien van zijn plek. Godard Adriaan moest eens weten hoe hier in Nijmegen op de Gelderse Landdag over gesproken wordt.
1
Jasper Schade van Westrum
2
Hendrick van Lochteren
3
Frederik van der Capellen, heer van de Boedelhof
4
Gerlach van der Capellen, heer van Aersbergen
5
Intercedeeren: bemiddelen
6
Compareren: Verschijnen, kan ook in de betekenis van vergaderen, hier ter vergadering verschijnen?
7
Agneta Margaretha van Raesfelt, zus van Ursula Philippota