Mijn heer en lieste hartge

Tag: Tekening

Drukte allom

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 2 december 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 7 december 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is dolblij: ze heeft maar liefst twee brieven van Godard Adriaan ontvangen! Ze is blij om te horen dat steenhouwer Jan Prang aangekomen is in Bremen. Maar wat vindt Godard Adriaan nu van de tekeningen? Margaretha zit te wachten op antwoord.

Brieffragment Jan Prang

Ameronge den
2 deesem 1676
[rec. 7. dito 1676]
Mijn heer en liest hartge

gister heb ick uhEd aengenaeme vande 25 en
vandaech die vande 28 pasato ontfange, tis
mij lief ijan prang wel is overgekoomen, nu
verlanckt mij hoe uhEd al het overgesondene
so teeckenine als ander aenstaet, en wat daer
op sal reesolveere, [aengaende het verhoochge]

Druk, druk, druk

Bovendien ze wil aan de slag met de groentetuin. Ze wil de koolhof ophogen met aarde en zand en Van Ginkel wil daar ook nog fruitboompjes poten. Het werk aan het kasteel vordert. De metselaars zijn klaar met de bogen in de kelder maar de timmerlieden hebben nog wel een paar dagen werk. Het lood is aangekomen en de leidekker is bezig om het in de goten te leggen. Het werd hoog tijd.

Eerste brieffragment drukdrukdruk
Tweede brieffragment drukdrukdruk

[op sal reesolveere,] aengaende het verhoochge
vande kool hof achter den bloem hof, soot
sulcken vriesent weer blijft sulle wij met
den Eerste daer aengaen en sant en
Aerdt daer in laete brenge, de heer van
ginckel heeft geseijt te wille sien dat hij
Eenige vande kleijne fruijt boomtges die
hem toegeseijt sijn, te krijge om daer in
te pooten, de metselaers sijn gisteren alle
wt ons werck gegaen hebbende al de scheijt
boogen inde kelders gemaeckt dat Een groot
werck wt de weech is, de timmerli hebbe
noch wel acht dage werck, ijanhenderixs

den leijdecker is aent legge vant loot inde goote
dat hooch tijt is gedaen te sijn, [gistere is]

Op een groene kool zitten drie rode naaktslakken.
Drie naaktslakken op een kool, Julie de Graag, 1887 – 1924. Collectie: Rijksmuseum.

De molen

Maar er zit Margaretha iets dwars, een heel ander onderwerp: de molen. De molenaar heeft schulden en hij moet de molen verkopen. De schuldeiser wil de molen laten veilen, maar Margaretha wil liever zelf bepalen wie de volgende molenaar wordt. De molenaar vraagt er vierduizend gulden voor. Een beetje veel, vindt Margaretha, hij heeft er zelf indertijd 700 gulden voor betaald. Goed, sinds die tijd is er wat aan vertimmert en hij heeft er een huis en een rosmolen bij gebouwd, maar zoveel bijzonders is dat nu ook weer niet. Margaretha heeft er drieduizend gulden voor geboden, dat is het wel waard, maar waar haalt ze het geld vandaan? Moeten ze een obligatie verkopen? Zou Godard Adriaan per omgaande zijn ‘sentimente’ op dit punt kunnen laten weten?

Brieffragment molen

[dat hooch tijt is gedaen te sijn,] gistere is
onse moolenaer hier bij mij geweest die seijt de
moolen niet te konne houden ock heef kor=
=neelis verweij die in verwin en wilse te
koop veijlle tensijse uhEd niet wt de hant be=
liefde te koope, nu de moolenaer preesen=
=teertse ons te verkoope maer Eijster vier
duijsent gul voor ick seij als hijder drij
duijsent gul voor hadt dat hij heel wel toe
sou koomen, die heeft hij der voor gelooft,
en daer maer seeven hondert gul op betaelt ,
nu heeft hij der aen getimert Ent huijs dat
niet veel bijsonders is geset ock de rosmoole
so dat mijns oordeels alsmense voorde drije
duijsent gul kost krijge het niet te dier
sou sijn, maer waer koome wij aentgelt
of most oblijgasie verhandelen, uhEd be=
=lieft sijn gedachte hier Eens op te laete
gaen en sijn sentimente met den Eerste
te laeten weeten, [ick ben teegenwoordich]

Gravure van een landschap, rechts is het vlak, links iets hoger met bomen. Achter het heuveltje een dak. In de verte op de vlakte van links naar rechts een kerk, een molen twee torens en nog een dak. Op de voorgrond iemand op een wagen die wijst, een wandelaar met een kind. Diverse figuren verspreid in het landschap.
Gezicht op het dorp Amerongen uit het noorden. A. Rademaker, ca 1725, gemaakt naar een voorbeeld uit 1620. Collectie Het Utrechts Archief.

Worst

Margaretha springt werkelijk van de hak op de tak in haar brief. Ze heeft varkens geslacht. Vier varkens die ze zelf heeft gemest en twee ‘eijckel verckens’, varkens die in het bos hun voedsel (zoals eikels) hebben gezocht. Ze is heel tevreden over zichzelf: het is haar beter afgegaan dan hopman Blanche. De kleindochters Pootge (Salomé Jacoba van drie) en Niera (Reiniera van vier) zijn al druk bezig met het maken van worst voor ‘groote papa’. Hij moet nu maar eens snel thuiskomen!

Eerste brieffragment slacht
Tweede brieffragment slacht

[te laeten weeten,] ick ben teegenwoordich
ock int slachte van verkens heb vier van

ons Eijge gemeste en twee Eijckel verckens gesla
die alle ses heel suijver en klaer gevalle sijn
so dat mij slachte beeter als die vande heer
hoop man1Hopman: Bevelhebber van zekere afdeeling (een vendel of compagnie) krijgsvolk of schutters: kapitein. Ze geeft Blanche regelmatig verschillende titels: Kapitein, Monsieur en nu Hopman… Zou ze Blanche gekscherend de bevelhebber van Godard Adriaan noemen? blansche2Isaäc de Blanche, in dienst van Godard Adriaan geluckt sijn, pootge en
niera maecken al worst voor groote papa
maer segge dat hij haest thuijs moet
koomen, [Antge kijft op de groote bach]

In een schuurachtig interieur staat een vrouw achter een tafel een darm te vullen. Achter haar hangt een karkas van een geslacht varken aan een stok. Op schalen op een ton naast haar liggen worsten. Op de grond poten en in een schaal op de grond de kop van een varken. Links voor staan vier kinderen een blaas op te blazen, achter in het donker zitten mannen te drinken.
Interieur met een vrouw die worst maakt, Jacques-Philippe Le Bas, 1747. Collectie: Rijksmuseum

Drukke kleintjes

Antge (Anna van zeven) is boos omdat ze kousen voor ‘groote papa’ wil breien maar ze heeft geen voorbeeld voor de juiste maat. Nu ze geen kousen kan breien, is ze van plan om een brief te schrijven aan ‘groote papa’. Hopelijk is hij daar ook tevreden mee. Het is duidelijk: Margaretha geeft haar kleindochters een opvoeding waarmee ze van alle markten thuis zijn. En misschien moeten ze ook wel helpen omdat Margaretha anders geen tijd heeft om brieven te schrijven. Fritsje is nog op Middachten dus Margaretha heeft geen nieuws over hem. De kleine Godertje is gezond en groeit goed, maar hij draagt een ‘bant’ om te genezen van zijn breuk en Margaretha is de enige die de ‘bant’ mag verschonen. Baby Agnes brengt ook de winter bij haar grootmoeder door en ze groeit als kool.

Eerste brieffragment kleinkinderen
Tweede brieffragment kleinkinderen

[koomen,] Antge kijft op de groote bach3Sophia Visbach, trouwe huishoudster van Margaretha
dat sij haer geen hoos4Hoos: Min of meer nauw sluitende, langere of kortere bedekking van het been. van groote papa
heeft gegeefve om naer te breije, hoopt
teegens nieuwe ijaer Een brief aen groote
papa te schrijfve daer sijt weer mee goet
meent te maecken, hoet met fritsge
gaen sal weet ick niet die is noch op
Middachten, godertge is heel gesont en
fris groeijt seer maer is wat vast inde
bant die hem noijt af of aen gedaen wort
om te verschoone als in mijn preesensie
hoope hij met godts hulpe haest sal geneese,
het jonste kint dat Angnis genaemt is
naer de oude vrou van Meuwe5Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota de groot
moeder van vrou van ginckel gelijck
uhEd int eerst van haer geboorte heb

geschreefve, groeijt ock heel wel, de heere wilse
alle in sijne vreese laeten opwasse, [sijn]

Een meisje zit met een breiwerk op een stoel, een kleiner meisje staat naast haar en kijkt mee naar wat ze doet.
Een meisje leert haar zusje breien
Petrus Johannes Arendzen (vermeld op object), 1856 – 1900. Collectie Rijksmuseum.

Winter

Het gaat een koude winter worden. Margaretha laat alle dagen bijten in het ijs in de gracht hakken zodat de vissen het overleven. Maar ‘al wat God belieft moete wij verwachte’. En op die berustende noot besluit Margaretha haar brief.

Brieffragment vorst en afsluiting

[naer Middachte,] het vriest hier sterck
ick laet alledaechge inde grafte bijten
om de vis te behoude, soot schijnt mochten
Wij wel Een harde winter hebbe, al wat god
belieft moete wij verwachte, inwiens heijlige
bescherminge uhEd beveelle en blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor vrou van

Een weids landschap met links bomen en een restant van een poort. Rechts de vaart met aan de oever twee mannen die een wak maken (een bijt hakken). In de verte schaatst iemand.
Landschap met figuren die een wak maken op een bevroren vaart, Andreas Schelfhout, ca. 1825 – ca. 1829. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Hopman: Bevelhebber van zekere afdeeling (een vendel of compagnie) krijgsvolk of schutters: kapitein. Ze geeft Blanche regelmatig verschillende titels: Kapitein, Monsieur en nu Hopman… Zou ze Blanche gekscherend de bevelhebber van Godard Adriaan noemen?
  • 2
    Isaäc de Blanche, in dienst van Godard Adriaan
  • 3
    Sophia Visbach, trouwe huishoudster van Margaretha
  • 4
    Hoos: Min of meer nauw sluitende, langere of kortere bedekking van het been.
  • 5
    Agnes van Westerholt, grootmoeder van moeders zijde van Ursula Phlippota

Waar is het lood?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha valt maar gelijk met de brief in huis: steenhouwer Jan Prang moet toch inmiddels in Bremen aangekomen zijn. En hij heeft de tekeningen bij zich. Ze is benieuwd wat hij ervan vindt. Of is ze benieuwd of hij het nu eindelijk wel begrijpt? Ze zegt het niet letterlijk. De werkbazen zijn in ieder geval van mening dat ze alles nauwgezet getekend hebben én goed uitgelegd.

Brieffragment over de tekeningen


Ameronge den
25 Novem 1676
[rec: 30. dito]
Mijn heer en lieste hartge

heeden heb ick uhEd aengenaeme vande 21 deeser
ontfange, hoope den steenhouder ijan prang nu
haest weer te breeme sal sijn, mij verlanckt hoe
uhEd de teijckenin van onse werck baese al hier
en haer konsideraesie1Consideratie: overweging sal aenstaen, sij meenen
wel pertinent2Pertinent: nauwkeurig op gestelt en haere meijninge wel ge=
Exspliseert3Expliceren: uitleggen, toelichten te hebbe, [sijn hoocheijt is weer op soes]

Een rocaille ornament met een bouwtekening en meetinstrumenten zoals een meetlat en passer. In de achtergrond een obelisk en een colonnade.
Architectuur, Jan Balzer (mogelijk), naar Johann Kleinhard, 1772. Collectie Rijksmuseum.

Zijn Hoogheid

De Prins van Oranje is op Soestdijk, maar moet naar Zeeland. Daar liggen ze overhoop en er is zoveel onenigheid dat die arme Prins nauwelijks rust krijgt. Maar er is ook goed nieuws van de Prins! Volgens schoondochter Philippota had hij tegen haar man gezegd dat hij op de Staat van Oorlog4Begroting van de Staten Generaal stond met het salaris van commissaris-generaal. Hij had het op een “obligante” manier gezegd.

Waarschijnlijk is obligant een afgeleide vorm van het werkwoord obligeren, dat Margaretha ook vaak gebruikt. Het woord obligeren is al lastig en was waarschijnlijk in Margaretha’s tijd al ouderwets. De vorm obligant als afgeleide van een werkwoord is ook niet iets waar we nu dagelijks mee werken, dus het is een beetje puzzelen. Ik vergelijk het maar met vigileren (opletten, waken als in waakzaam zijn) en vigilant (oplettend, waakzaam). Dan wil obligant zeggen dat Willem III verplicht voelde, verbonden. Ik vermoed dat hier obligant uit een verplichtheid door Van Ginkels verbondenheid en staat van dienst voortkomt en dus vooral positief is. Ik sta open voor uitleg door iemand die er echt iets van snapt!

Hoe dan ook, Margaretha vindt dat Van Ginkel zijn nieuwe traktement aan Zijn Hoogheid en God te danken heeft. Nu maar hopen dat hij in de gunst van de Prins blijft.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment over Zijn Hoogheid

[Exspliseert te hebbe,] sijn hoocheijt is weer op soes
dijck doch so geseijt wort niet voor lange en sal
hij van meeninge sijn om naer seelant te gaen
daerse so men seijt heel wat overhoop leggen
tis bedroeft dat me van so veel onEenicheijt hoort
en sijn hoocheijt so weijnich ruste heeft, van heeten
hee de vrou van ginckel schrijft dat sijn hoocheijt
aen haer man op Een seer oblijggante5Obligant: verplicht zijnd manier
had geseijt dat hij heer van ginckel op de staet
van oorlooch met sijn tracktement6Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt als fersg kom
misaeris generael is gestelt, het welcke hij alle
sijn hoocheijt heeft naest godt te dancken, is hem
wel geoblijgeert7Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen, en geluckich de gunste van hoochge

melte hoocheijt te hebbe, waer in hoope hij gekonserweert
sal blijfve, de graef van waldeck is gisteren hier door

Een statig, symmetisch huis met in het midden een brede voorgevel met daarin een breder deur (vier deuren) met daarboven een balkon. Aan weerszijden zit twee ramen. De zijvleugels zijn vier ramen breed. Het gebouw is twee verdiepingen hoog. Voor het. gebouw lopen groepjes mensen.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Loodzakelijk

Het is vriesweer, maar het is helemaal niet koud. Daardoor schiet het werk op het dak lekker op. Het enige dat vervelend is, is dat het lood er nog niet is. Er schijnt een deel aan de vaart8Vaartsche Rijn te liggen, de secretaris gaat daar eens polshoogte nemen en kijken hoe het naar Amerongen kan komen. Maar er is ook nog een Arnhemse schipper die lood heeft, waar die is is onduidelijk. Het zou fijn zijn als het allemaal tegelijk naar Amerongen komt. Daarvoor is dan een minder diepliggend schip nodig, want het water staat laag op de rivier. Twee Utrechtse voeten, dat is maar 55 cm…

Brieffragment over het lood en de goten

[gepasseert geloofve hij naer duijtslant gaet,] de
vorst hout noch al aen en is Evewel gans niet kout
ent schoonste weer vande werlt op ons werck, hadde
wij maer het loot hier dat ten deelle aende vaertleijt
derwaerts ick de seekreetaris heb gesonde om te sien
hoe wijt best hier sulle krijgen en ock te verneeme
waer den Aernhemse schipper die ock loot voor ons in
heeft is, op dat wijt saeme hier mochte krijge t sij met
Een lichter of Een kleijn vaertuijch so hijt best
voort kan krijgen, daer is geen twee voet water
op de reevier daertoe kontraeijreije wint, ent loot
moet inde gooten Eert aent reegene komt, tis ge
=luck dat de deelen so drooch opt huijs en in
Een koomen, [tis mij lief uhed aent beson]

Een riviergezicht met zeilende schepen, op de voorgrond twee figuren en twee bakens.
Zeilschepen op een rivier, Anthonij van der Haer, naar Pieter Coopse, ca. 1745 – 1785. Collectie Rijksmuseum.

Besogneren

Op de valreep toont Margaretha nog even interesse in het werk van haar man, maar ze hoopt wel dat het op een eind zal lopen. En dus dat hij weer thuis zal komen…

In de ps de laatste wetenswaardigheden over zoon en hoogheid en de vier kinderen. Dat Godertje sterk wordt is goed nieuws

Afsluiting brief

[Een koomen,] tis mij lief uhed aent beson=
ijeere9Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren is hoopen nu uhEd aent werck is het haest
op Een Ent sal loopen, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

so schrijft beusekom
dat de heer van ginckel
tot wttrecht is en
merge hier sal sijn
geloof sijn hoocheijt weer naer den haech is, Antge en
fritge reniera en godertge kusse groote papa
de hande de leste wort sterck

Eén kind zit met een pop in een rol kar. De Kar wordt voortgetrokken door een jongetje met een zweepje in zijn hand.
Kinderen spelend met rolkar, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1779. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Consideratie: overweging
  • 2
    Pertinent: nauwkeurig
  • 3
    Expliceren: uitleggen, toelichten
  • 4
    Begroting van de Staten Generaal
  • 5
    Obligant: verplicht zijnd
  • 6
    Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt
  • 7
    Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen
  • 8
    Vaartsche Rijn
  • 9
    Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren

Het ontwerp

Ergens tussen 1673 en 1675 is er een ontwerp gemaakt voor een nieuw kasteel. Wat de overwegingen zijn geweest en welke ideeën allemaal voorbij gekomen zijn, weten we helaas niet precies. Er zijn een paar ontwerptekeningen, maar die zijn niet gedateerd. We weten ook niet precies wat de rol van de nog aanwezige restanten van het oude kasteel gespeeld hebben bij het maken van het ontwerp. Wat weten we wel?

Een nieuw kasteel

Het meest onderscheidende ontwerp van de bewaarde ontwerpen heeft vier torens en lijkt, in onze ogen, het meest op een écht kasteel. Het is waarschijnlijk van september 1674. In een memorie worden dan de benodigde bakstenen berekend en die berekening lijkt gebaseerd te zijn op dit ontwerp. Vergeleken met het oude ontwerp is het dicht bouwen van de voormalige binnenplaats het meest opvallend. Die ruimte wordt in dit ontwerp ingenomen door het trappenhuis.

Plattegrond met vier vierkante kamers op de hoeken. Deze vier kamers steken bij de buitenmuur een stukje uit, waardoor je het idee krijgt van vier torens. Tussen de torens voor en achter zitten relatief grote ruimtes (De Voorsaal en t Groot Salet) en links en rechts zitten kleinere ruimtes (Bedtcamers). In het hart van het huis zitten twee trappen.
Plattegrond eerste verdieping, met benaming van de vertrekken en vier hoekpaviljoens. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Anders dan bij het huidige ontwerp, steken de vier hoekkamer (torens) uit buiten de gevel. In een volgende versie is dat idee los gelaten en steekt het midden van de voor en van de achtergevel iets uit. Het idee van een grote hal waar je binnen komt en een dubbele trap in het hart van het gebouw blijft wel bestaan.

Een platte grond van een redelijk vierkant gebouw. midden voor een brede hal met twee trappen. De twee ramen en deur zitten in een deel van de gevel dat een beetje uit steekt. Links en rechts daarvan een grote ruimte. Achter de trappen een gang die over de volle breedte van het huis loopt. Midden achter een brede grote zaal met vier ramen in een deel van de gevel dat iets uit steekt. Aan weerszijde een kleinere ruimte met rechts extra trappen. Met rood potlood zijn er midden achter trappen getekend, maar ook rechts tegen de muur. Heel dun staan op sommige plekken ook nog extra lijnen toegevoegd.
Plattegrond van de eerste verdieping van het huis Amerongen, Anoniem, 17e eeuw. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Het trappenhuis

Wat opvalt in dit ontwerp is dat er met rood potlood op verschillende plekken trappenhuizen ingetekend zijn. Kennelijk zijn er verschillende opties verkend. Beide opties zijn ook uitgewerkt. In beide gevallen ontstaat er een hal die vele maken groter is dan de grote zaal. Deze ontwerpen zijn heel strak en heel schoon: geen aantekeningen, geen vlekken, geen beschadigingen aan de randen. Het lijkt erop alsof zodra het voorstel er lag, duidelijk was dat het eerdere ontwerp beter paste en er niet meer naar de andere opties gekeken is.

Plattegrond van het huis Amerongen, met trappen geprojecteerd aan het westen. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Plattegrond van het huis Amerongen met een trappenhuis aan de noordkant. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Wat zou de reden geweest zijn om voor de centrale trap te kiezen? Die grote ruimte als je binnen komt, dat zou toch heel indrukwekkend zijn. Wat ik me als nadeel voor kan stellen, is dat de ruimte vrij donker wordt. Aan de voorkant zitten twee ramen en een deur, daar moet die grote ruimte het mee doen. Het briljante aan het huidige ontwerp is die lange achtergang die aan twee kanten grote ramen heeft en de kleine balkonnetjes van de trap naar de galerij. Hierdoor komt er licht vanuit de gang en vanaf de galerij midden in het huis. De grote vraag is natuurlijk ook of dit ook de overweging van Godard Adriaan en Margaretha geweest is. Helaas zijn hun overwegingen niet bewaard gebleven.

De buitenkant

In het archief zitten ook twee tekening van de buitenzijde het huis: één van de voorgevel (vanuit het oosten) en één van de zijgevel (vanuit het zuiden). Deze tekeningen zijn waarschijnlijk pas na de bouw gemaakt.

Zijgevel, zuidzijde. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.

Voorgevel van het huis Amerongen, ca. 1675, onbekend. Collectie Huisarchief Kasteel Amerongen.

Hollands classicisme

Het ontwerp van het interieur vertoont grote overeenkomst met het oorspronkelijke ontwerp van het Mauritshuis. De buitenkant is een stuk soberder, maar het is dan ook ruim dertig jaar na het Mauritshuis gebouwd. Het huis is het toonbeeld van de sobere stijl van het Hollands Classicisme, een stijl die eigenlijk al gedateerd was op het moment dat het huis klaar was. Margaretha was dan ook al ver in de zestig en Godard Adriaan liep tegen de zestig.

De architect

Bij zo’n stijlvast huis is natuurlijk de grote vraag wie dat bedacht heeft, wie de architect is. Er is meer over te zeggen, maar het is zeker niet eenduidig. Daarover later meer.

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén