Mijn heer en lieste hartge

Tag: Steenoven

Goed nieu…, toch niet

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.

Brieffragment metselwerk en balken

de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde
balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke
vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde
geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort
al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]

Een balk tegen een plafond. Hij is geverfd, maar door de verf heen zie je dat het twee delen zijn: van links onder loopt een naad naar rechts boven. Aan de linkerkant zit een mee geverfde metalen band.
Eén van de balken die na verloop van tijd toch wat restauratie nodig had. Er is een nieuwe balk tegenaan gezet. De twee delen worden met een metalen band bij elkaar gehouden. Foto en ©: Hans Neecke.

Lichter

Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.

Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.

Brieffragment over het turf in de lichter

[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter
tot de steenove aengekoome so dat me met goe
godts hulpe deesen avont of merge sal begine
onder te stoocken, het is teegenwoordich heel
schoon weer mochte wij dat noch so Een maent
houde waer Een gewenste saeck en alwaert
voorde steen oven maer veertiendagen dan
waer die behoude, al wat godt belieft,

Omslag

Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.

Eerste brieffragment zieke Van Ginkel
Tweede brieffragment over de zieke Van Ginkel

so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer
van ginckel met martijn sijn stalknecht met

vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof
verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer
tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een
afgaende koorts met Een groote overloope
vande gal en verstoppine inde maech, met inten
=sie om voort naer den haech te gaen, hoope de
veranderin van lucht hem goet sal doen,

In een met schilderijen gedecoreerde kamer braakt een man vanuit zijn bed in een po. De vrouw die naast de man in bed zit heeft haar handen ten hemel geheven. De scène wordt verlicht door twee dienstertjes die met een kaars bij het bed staan, één van de twee knijpt haar neus dicht. In de deuropening slaan twee dienstmeisjes het tafereel gade.
Brakende man in bed, Crispijn van den Queborn, 1629. Collectie Rijksmuseum.

Meer slecht nieuws

Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.

Brieffragment over de Fransen bij Den Bosch

ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om
om over den bos naer Middachte te gaen
maer dat de partije vande franse daer ontrent
so sterck loope dat hij die wech niet en dorste
neemen, ick vreese wij daer meer van sulle
hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije
te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij
bewaere en on liefve vaderlant bij staen,

Man met een hoed en een lange, rechte trompet met daaraan een vaandel. Hij blaast zijn wangen bol.
Trompetter naar rechts, Jacob van der Gheijn II, 1580-1629. Collectie Kupferstichkabinett Berlijn.

Tot slot

Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.

Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.

PS over de brieven van Godard Adriaan

ps naert schrijfve dees ontfange ick
beijde uhEd aengenaeme vande 7 en
vande 9 deeser wt breeme en wt
kloppenburch, hadde die volckere
vrij wat Eer gekoome waer goet
geweest, [ben blijde het konsept]

Trakteren en een micke

Kennelijk is Godard Adriaan akkoord gegaan met het het conceptstuk van de Staten van Utrecht over het eigendom van de Heerlijkheid Amerongen. Margaretha belooft dat ze de heren die het komen brengen goed zal trakteren, ze hoopte dit al binnen micke te hebben. Dat wil zeggen dat ze eigenlijk hoopte dat de afspraak al gemaakt was, dat het al in de agenda zou staan. Helaas wordt het woord agenda pas in de achttiende eeuw gebruikt voor een “boekje waarin men van te voren aanteekent wat men op een bepaalden dag te verrichten heeft“.

PS over de acte

geweest, ben blijde het konsept
vande ackte uhEd vande h luchten=
burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij
die brenckt sal mijn beste doen
se wel te trackteere wenstse al
binne micke te hebbe want de
mensche sijn so verijabel datter
geen staet op te maecken is,

Stilleven met pasteien, een taart, broodjes, schalen met bessen en druiven, fruit, glazen en een mes.
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.

De zieke

Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?

PS over Van Ginkel

so aenstonts bekoome ick schrijfe
vande vrou van ginckel dat de
heer van ginckel inde haech is maer
heel niet wel, kan niet in hou
de tschijnt sijn maech heel ontstelt
moet sijn, de heere wil hem beeter
schap geefve ist hem salich, ben
blijde hij daer is kan nu wt ruste

Een ezel ligt in zijn ziekbed en braakt. Hij staat symbool voor het zieke menselijk lichaam (Caro) en wordt door de personificatie van de lustvolle mens (Homo Carnalis) verpleegd. Een dokter is bij de patiënt geroepen en bekijkt een kruik met urine. Op de achtergrond sterft de personificatie van de door de mens verwaarloosde ziel (Anima) in een schuur. Een duivel vliegt boven haar en zal haar naar de hel begeleiden. Prent uit een serie van vier prenten over de zorg van de mens voor het lichaam en het negeren van de ziel. Elke prent met een onderschrift in het Latijn, Frans en Nederlands.
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.

Bouwen, betalen, bataille

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 september 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de brief van Godard Adriaan van 4 september ontvangen. Blijkbaar is de diplomaat ’tot dienst van ons lieve vaderland’ bij de vorst-bisschop van Münster langs geweest.

Brieffragment vorst-bisschop

Amerongen den 9
septem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

deese merge heb ick uhEd aengenaeme vande 4 deeser
ontfange, waer wt sien deselfve naer den bischop
van Munster1Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster is, de heere wil geefven uhEd wat
goets so bij deen als dander tot dienst van ons liefe
vaderlant meucht verichte[, met de laeste post]

Turfmand, rond, iets bol uitlopend, van gespleten wilgenteen, in de techniek van het fijnscheenwerk. Naturelkleurige tenen zijn afgewisseld met zwart gebeitste tenen. Op de rand twee handvatten. De mand is gevuld met blokjes echte turf.
Turfmand met turf, vervaardigd van gespleten wilgenteen. Poppenhuis van Petronella Dunois, ca. 1676. Collectie Rijksmuseum.

Nog geen turf

In haar vorige brief schreef Margaretha wat ze bij haar terugkomst in Amerongen allemaal aantrof. Ze heeft inmiddels nieuws over de turf voor de veldoven, maar het is geen goed nieuws. Het water staat te laag en de wind waait de verkeerde kant op. Het is trouwens sowieso rotweer. Maar het kwade en buiige weer hindert de werklieden niet. De metselaars steken de handen uit de mouwen, en morgen worden de balken voor de tweede verdieping van het huis gelegd.

Brieffragment nog geen turf

[vaderlant meucht verichte,] met de laeste post
heb ick uhEd mijn aenkoome alhier en hoet
hier heb gevonde geschreefve, gistere bekoome
tijdine dat den turf tot onse steenove aende
vaert leijt maer kan doort laechge water en
kontraijreije wint niet op daer is geen dardalfe
voet water op de reevier, ick heb haer geschreef
datse sulle lichte en maecke opt spoedichste hier
te sijn, het is hier alledaechge seer quaet en
buijechweer, Evewel wercken de metselaers
daer door heen merge worden de balcke vande
tweede verdiepine geleijt[, het wechgelt vande]

Boven op een witte gestucte muur ligt een balk die de plankenvloer van de verdieping erboven draagt. De balk en de planken zijn in crèmachtig beige geschilderd.
Eén van de balken van de tweede verdieping. De muur is inmiddels strak gestuct. Foto en ©: Hans Neecke.

Hout

Maar voor de bouw van het huis is meer nodig dan een goed werkende veldoven, turf, en balken. Er is ook hout nodig. In haar brief van 1 september schreef Margaretha al dat er hout onderweg is vanuit Harburg, en dat de prins van Anholt-Dessau misschien ook nog wel bereid is om hout te leveren. Ook herhaalt Margaretha dat dit hout zeer goed van pas zou komen.

Brieffragment het hout uit Harburg

[ongeluckige reijsers,] tis heel goet dat nu alt
hout van haerburch opwech is om hier te koome
koste wij dat vande prins van Aenholt2Georg Friedrich II Anholt-Dessau noch krijg
waer te wensche want sullent noch wel van
doen hebbe[, op de assinnasie ten som van 5413 f]

Niemand wordt betaald

Het is hartstikke goed dat er zo geklust wordt aan het kasteel, maar al die werklieden moeten natuurlijk wel betaald worden. Margaretha heeft nog niets gehoord van de assignatie, maar ze moet Schut, Rietvelt, de steenhouwer voor het leveren van de hardstenen poort, de werklieden van de steenoven, de timmermannen, de metselaar en de dagloners nog betalen. En ook de turf en de spijkerman3De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt zijn niet gratis. Anders moet Margaretha maar weer een tripje naar Utrecht maken, om daar de mannen die verantwoordelijk zijn voor het uitbetalen eens stevig aan de tand te voelen…

Eerste brieffragment uitbetaling
Tweede brieffragment uitbetaling

[doen hebbe,] op de assinnasie4Assignatie: aanwijzing tot betaling ten som van 5413 f
heb ick noch niet ontfange, se hebbe belooft
deese weeck daer Eenich gelt op te geefve dat heel
wel sal koomen, ick heb hier 3000 f aen gelt gebrocht
dat so veel helpt alst niet, most terstont
aen schut 600 f en rietvelt 1400 f den steen
houder voorde hartsteene poort 445 f aent
steen ovens volck 350 f, den timerman tiel
man van tiel 300 f gerit ijanse den timer=
man 150 f ijan ijanse de metselaer 158 f

geefve en dan al de andere dach huerders so
dat dit saeme al over de 4000 f bedraecht
ick hebse so verde betaelt als mijn gelt streckte
als ick nu weer gelt ontfange salse voort af
betaelle nu moet den turf en den spijckerman
ock betaelt sijn, dees maent of ses weecken
sal ons de quaetste noch weese daer mee sijn
wij het waerste door, en siender nu raet toe
so wij maer betaelt worde als ick hoope datse
doen sulle of ick moet weer naer wttrecht

Steenhouwer die bezig is het met houwen van steen voor het bouwen van een huis. Boven de afbeelding staat: De Steenhouwer Hoewel verspreid, Nochtans bereid. Onder de afbeelding staat: De Stenen worden vast behouwen, Om't machtig Huis meed' op te bouwen; Gelijk des Heeren Jesu werck, De Steenen, hier en daar geleegen Bereid, en vleid en schickt ter deegen, Tot Opstal van zijn eeuw'ge kerck.
Steenhouwer, Jan Luyken, 1694. ollectie Rijksmuseum.

Rode loop

Ondertussen hebben de Denen en de Brandenburgers het Zweedse Kristianstad met succes belegerd. Margaretha hoopt dat de Heer ‘ons’ ook wil bijstaan en zijn goddelijke zegen wil geven. Dat is ook hard nodig, want er schijnt weer een slag aan te komen. Althans, dat is het woord op straat. De geruchten boezemen haar ook angst in. Ze maakt zich zorgen over de prins van Oranje en uiteraard over haar eigen zoon. Die angst komt echter niet zo zeer voort uit de vrees voor een belegering. Margaretha maakt zich meer zorgen om de rode loop. We zagen al eerder dat veel militairen momenteel aan dysenterie lijden, en dat er zelfs al mannen aan gestorven zijn.

Brieffragment over de toestand in het leger

dat de koninck van deenmercke en den hartooch
van brandenburch5Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst so vicktoorijeus sijn gaet
heel wel, de heer wil ons ock bij staen en sijnen
godlijcke seegen geefven dat wij niet krijge is ons
=ser sonde schult, men spreeckt noch al van Een
bataelge te leevere en schrick daer aen te dencke
omt groote hasaert6Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie dat daer in is godt wil ons
geefve wat ons best en salich is, ick ben met
sijn hoocheijt en den heer van ginckel bekomer
om dat de roode loop so seer in ons leeger en veel
steede is daer de heer van leuwe7Zweder van den Boetzelaer aen gestorfven
is, den rhijngraef8Karel Florentijn van Salm seijtmen dat aen sijn quetsuer
ter doot toe opt huijs te peeterson9Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren leijt,

En dan zijn er natuurlijk ook nog mannen die op het slagveld zelf zijn gestorven. De Rijngraaf is aan zijn verwondingen overleden en gisteren ontving Margaretha een rouwbrief van Johanna van Zuylen van Natewisch. Haar enige zoon10Willem Godard van Oostrum is omgekomen bij het Beleg van Maastricht.

Brieffragment over de rouwbrief

ick heb gistere Een rou brief gekreechge vande oude vrou van broeck=
huijse11Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum over de doot van haeren Eenigen soon, die sij schrijft inde
laeste attacke voor Maestricht doot geschooten te sijn [, mij jame]

De Dood op een slagveld, op een paard dat naar links rijdt, met een hoed met veel veren, Op de achtergrond andere figuren die de dood representeren die vechten. Onder de gravure een gedicht in het Frans
De Dood op het slagveld, Stefano della Bella, ca. 1646. Metropolitan Museum of Art, New York.

De één z’n dood is de ander z’n brood

Het gaat goed met de Philipotta, besluit Margaretha haar brief. En ze hoopt dat haar man snel weer thuis komt.

Afsluiting brief

[geen soons , de oude vrou van preustine is ock doot,] de vrou
van ginckel schrijft heel wel naer den tijt te sijn, ick beelt
mij in of uhEd wel Eer weer thuijs mocht koomen met deese
veranderine dat wel wenste, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

MTurnor

In het PS volgt nog een typisch gevalletje ‘de één z’n dood is de ander z’n brood’: Cornelis Matthisius is plotseling overleden, dus er is weer een plaatsje vrij in de vroedschap en er wordt ook een nieuwe kameraar voor het heemraadschap van de Lekdijk gezocht.

PS over de kamelaar

ps so schrijft men mij dat de kamelaerKamelaar of kameraar: ambtenaar belast met geldzaken Matijsi
Matijsius12Cornelis Matthisisus deese nacht is overleede men
heeft van sijn sieckte niet gehoort
daer meede is weer Een plaets inde
vroetschap tot wttrecht vakant
en het kamelaerschap

  • 1
    Bernhard van Galen, vorst-bisschop van Münster
  • 2
    Georg Friedrich II Anholt-Dessau
  • 3
    De man die spijkers levert of de man die de spijkers maakt
  • 4
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 5
    Margaretha bedoelt hoogstwaarschijnlijk de keurvorst
  • 6
    Hazaard: hier in de betekenis van gevaar of een ongunstige situatie
  • 7
    Zweder van den Boetzelaer
  • 8
    Karel Florentijn van Salm
  • 9
    Pietersheim in Lanaken, vlak bij Tongeren
  • 10
    Willem Godard van Oostrum
  • 11
    Johanna van Zuylen van Natewisch, weduwe van Berend van Oostrum
  • 12
    Cornelis Matthisisus

Baksteen en turf

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 5 september 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 september 1676 Onleesbaar, maar het lijkt niet op Bremen
Lees hier de originele brief

Margaretha is terug in Amerongen en het valt haar niet mee: het werk aan het huis is niet zo ver gevorderd als ze gehoopt had. De werklieden moeten wel voort gaan maken, want de dagen beginnen te korten en er komt vuil weer aan.

Brieffragment over het werk tijdens Margaretha's afwezigheid

Ameronge den
5 septem 1676

Mijn heer en lieste hartge

gistere merge vroech ben ick weer hier gekoome
dat hooch tijt was, heb alles wel gevonde doch
het werck so werde niet geavanseert als wel gemeent
hadt, sij metselen noch tuschen en op de raemte
vande tweede verdiepine, hoope inde toekoomende
weeck de balcke vande selfve verdiepine to
sulle geleijt worde, ick salse nu wat kort
opde hacke sitten, het welcke noodich sal
sijn, want de dage korte seer en wij hebbe
vuijl weer te verwachte, [ick had gaern]

Metselwerk in de buitenmuur van Kasteel Amerongen. Foto en ©: Hans Neecke.

Waar is Krijn?

Iets anders dat niet helemaal volgens de verwachting loopt, is het stoken van de steenovenMargaretha gebruikt stuctureel het woord steenoven, eigenlijk gaat het over een veldoven of misschien over veldbrand. Drie maanden geleden heeft Margaretha Krijn van Kampen mét geld op weg gestuurd om turf te gaan halen. Ze heeft niets van hem gehoord en niemand weet waar hij zit. De tijd begint te dringen, want de oven moet gestookt worden! Ook het branden van de steenoven is afhankelijk van het weer en ze had al geschreven dat het vuile weer dreigt…

Eerste brieffragment over Krijn van Kampen
Tweede brieffragment over Krijn van Kampen

[vuijl weer te verwachte,] ick had gaern
dat me inde aenstaende weeck den steen
oven begon onder te stoocke maer nu
ick hier koom is krijn van kampe die
over de drije maende met gelt om turf

te koope van hier is gegaen, noch niet hier
ock weet men niet waer hij is, l ick hebt soo
meenich mael geschreefve dat men naer hem
in tijts verneeme sou, nu moet ick sien
hoe ickt maecke sal den oven mach so
niet blijfve staen, [deesen avont ontfan]

Vooraan ligt op het grijze water een schuit met daarop een groot vierkant bruin vlak. Voor het bruine vlak staat iemand met een rood jak en een wit mutsje voorover gebogen. Op de donkergroene kant staat een donker silhouet van een man met een kruiwagen. Hij staat voor de loopplank. De lucht is grijs en een dun boompje vangt wind.
De turfschuit, Vincent van Gogh, 1883. Collectie Drents Museumaangekocht met steun van de Provincie Drenthe, Nederlandse Aardolie Maatschappij, Vuil Afvoer Maatschappij, Stichting Pieter Roelf, Stichting Van Gogh, Stichting Vrienden van het Drents Museum, Stichting Schone Kunsten rond 1900, VSB-fonds en Vereniging Rembrandt.

Allodiaal

Margaretha bespreekt nog kort de roddels over het Beleg van Maastricht: ze zegt dat ze er zijn, maar niet wat die roddels dan zijn. Daar hebben we in de 21ste eeuw natuurlijk helemaal niets aan. Ook de financiën worden nog even op een rijtje gezet.
Tot slot komt Van Beusichem met goed nieuws. Er ligt een conceptstuk waarin de Staten van Utrecht het pandschap van de Hoge Heerlijkheid Amerongen overdragen aan Godard Adriaan. Luchtenburg, de secretaris van de Staten van Utrecht, zal dit stuk ter goedkeuring aan Godard Adriaan sturen. Dit betekent een heleboel: de Heerlijkheid wordt allodiaal. Dat wil zeggen dat de heerlijkheid vol eigendom wordt en er geen pachtconstructie meer is.

Eerste brieffragment over document van de Staten van Utrecht
Tweede brieffragment over document van de Staten van Utrecht

[sal sijn,] beusekom heeft mij geseijt
dat de sekreetaris luchtenburch uhEd

de reesoluijsie ent konsept vande afdoeninge
vant pantschap vande hooch heerlijckheijt
heeft gesonde waer op hij vandeselfve ant=
=woort verwacht om te hoore of hij daer
Eits af of toe belieft gedaen te hebbe ,

Landschappelijk overzicht richting Amerongen. Op de voorgrond een boerderij met twee hooibergen en een duiventil. Daarachter en wij met paarden en een laan met bomen richting Amerongen. Helemaal links de molen aan de rand van het dorp. In het midden van het dorp de Andrieskerk en helemaal rechts aan de rand van het dorp Kasteel Amerongen. In de verte rechts zie je nog net de toren van de Cunerakerk in Rhenen. Links achter het dorp de kale heuvels van de heuvelrug, rechts achter het dorp en richting Rhenen is het bebost.
Gezicht vanuit Kasteel Zuilenstein op Amerongen, Daniël Stopendaal, 1682 – 1726. Collectie Rijksmuseum. Je eigen ‘goed’ zie je het best uit het huis van de buren… Zou dit Margaretha’s droom zijn?

Eindelijk!

Het volk en de bagage zijn ein-de-lijk in Bremen aangekomen. Hopelijk is Blanche ook snel bij Godard Adriaan.

Brieffragment over personeel en bagage

tis mij lief uhEd volck tot breeme is aen
gekoomen, twijfele niet of blansche sal
nu al bij v sijn, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Links stroomt een rivier met daarin een boot. Op de rechter oever staan twee heren, meer naar rechts een groep van drie vrouwen en een man bij een paar kisten. Links een heuvellandschap en op de achtergrond een paar zeilbootjes.
Reizigers met bagage bij een rivier, Jean Pesne, naar Guercino, 1633 – 1700. Collectie Rijksmuseum.

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén