Margaretha schrijft regelmatig naar haar man met updates over de Utrechtse politiek, zo ook op 22 februari. De uitslag van de verkiezingen in Utrecht, waar Godard Adriaan en Margaretha zich al weken mee bezig houden, is dan bekend.
[naer wttrecht doen,] voorleedene saterdach119 februari is de Elexsi2Electie: verkiezing bij de heere Edelen gedaen, en den raetsheer nieupoort3Gerard van der Nijpoort den heere van schoonou =we4Frederik van Reede van Renswoude, heer van Schonauwen rossom5Adriaan van Rossem en onse neef van wellant6Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland int Eerste lidt7Eerste lid van de Staten van Utrecht bestaat uit de kerk, ofwel de vertegenwoordigers van de kapittels, eerder hier besproken gestelt sij moogen wel van ge =luck spreecken sitten sacht en wel, dit is met Een paericheijt van stemeeen8Parigheid van stemmen: unaniem geschiet so dat het schijnt de gemiskontenteerde9ontevreden heere haer be – docht hebbe siende10aangezien dat sij niet koste te weech brenge haer hebbe bij dandere gevoecht
Voor Godard Adriaan bevat deze brief goed nieuws. De kandidaat die hij steunde, Gerard van der Nijpoort, is verkozen. Belangrijker nog: Godert Willem van Tuyll van Serooskerken, simpelweg (neef) Welland genoemd is ook verkozen! Welland werd na het overlijden van zijn vader en moeder, Godard Adriaans zus, als pleegzoon in huis genomen door Margaretha en Godard Adriaan. Hij is op Kasteel Amerongen opgegroeid met Godard van Reede – Ginkel. Margaretha wenst hem dus even veel voorspoed in het leven als haar eigen zoon.
1
19 februari
2
Electie: verkiezing
3
Gerard van der Nijpoort
4
Frederik van Reede van Renswoude, heer van Schonauwen
5
Adriaan van Rossem
6
Godard Willem van Tuyll van Serooskerken, heer van Welland
7
Eerste lid van de Staten van Utrecht bestaat uit de kerk, ofwel de vertegenwoordigers van de kapittels, eerder hier besproken
Als haar man van huis is, probeert Margaretha hem zo goed mogelijk op de hoogte te houden van alles wat er gebeurt en alles wat voor hem belangrijk kan zijn. Als heer van Amerongen heeft hij onder andere grote belangen bij de Utrechtse politiek.
Staten van Utrecht
Het belangrijkste bestuursorgaan van de provincie Utrecht zijn de Staten van Utrecht. De Staten van Utrecht bestaan sinds de middeleeuwen, toen bestonden de Staten uit:
Het eerste lid: de kerk, vertegenwoordigers van de vijf Kapittels
Het tweede lid: de edelen, vertegenwoordigers uit de Ridderschap
Het derde lid: de steden, vaak genoemd als “Utrecht en de vier andere steden”. De vier andere steden zijn Amersfoort, Rhenen, Wijk bij Duurstede en Montfoort.
Na de reformatie werden de kapittels geseculariseerd en werden vanuit de kapittels vijf leden voor de Staten van Utrecht gekozen: de geëligeerden. Dit konden zowel edelen zijn als burgers. Een geëligeerde hield zijn positie in principe voor het leven.
De steun voor Gerard van der Nijpoort wordt Godard Adriaan niet iedereen in dank afgenomen. Margaretha wordt aangesproken door Diederik Borre van Amerongen, door Godard Adriaans steun zou zijn broer geen kans meer hebben. Margaretha weet niet hoe ze hier op moet reageren en vraagt om instructie.
[ock noch niet voort,] te wttrecht heeft ment ock noch met de kuijperij om rossom tot
de lexsi1Electie: verkiezing tot ambt te brenge, en dandere om hem te weere so veel te doen datse nergens anders om en dencke, ick heb uhEd voordees geschreefve hoe den heer van sandenburch2Diederik Borre van Amerongen seijt dat uhEd aen nieupoort Eenige toeseggine tot de Elexsie voort sijn vertreck van hier soude gedaen hebbe, het welcke so hij seijt oorsaeck is dat sijn broer3Frederik Borre van Amerongen de nomijnaesi niet heeft gekreechge want sonder dat seijt hij dat nieupoort hin niet had durfven hem sijn stem weijgere, ick had gehoopt hier Een letter antwoort op te bekoome, op dat als hij mij dit weer voor hout mocht weete wat van die saeck is, en hem te beeter bericht doen, [ick vreese sij uhE]
De belangrijkste kandidaat bij deze verkiezingen is voor Margaretha en Godard Adriaan hun pleegzoon: Godard Willem van Tuyll van Serooskerken.
Stemrecht
Margaretha vraagt zich af Godard Adriaan wel toestemming zal krijgen om per brief te stemmen. Ze maakt een inschatting wie daar tegen zullen zijn. Kennelijk staat Godard Adriaan lijnrecht tegenover Frederik van Nassau-Zuylestein, want als hij niet in Utrecht kan zijn bij de stemming, zal hij ook per brief willen stemmen. Dan kunnen ze Godard Adriaan natuurlijk niet weigeren dat hij per brief zijn stem uitbrengt. Of deze informatie haar man tot nut is, laat ze wijselijk aan zijn wijs oordeel over.
[hem te beeter bericht doen,] ick vreese sij uhE geen stem per mesiefve sulle toestaen ver= midts de drie gemiskontenteerde4Miscontenteren van het Franse mécontenter: ontstemmen, irriteren daer tege sijn, of verstaen dat de heer van suijlisteijn5Frederik van Nassau Zuylestein te breeda of Elders sijnde het van gelijcke behoort toegelaeten te worden, of dat al dienstich soude sijn laet ick aen uhEd wijs oordeel, [den heer van mijnde sal niet teeg]
Hij seijt, ik seijde
In de brieven doet Margaretha uitgebreid verslag van de Utrechtse politiek: de vroedschap, de burgemeesters, de ridderschap. Ze spreekt iedereen en probeert in de gaten te houden wie er op de hand van haar man is en wie niet. Veel brieven lezen dan ook als een “Hij zei… en toen zei ik…”.
Kennelijk wordt het Godard Adriaan zo nu en dan te gortig en fluit hij haar terug. Zijn brieven aan haar zijn niet bewaard gebleven, maar op 13 oktober 1671 liet ze hem weten dat als hij niet van haar verslagen gediend is, ze wel zal zwijgen. Uit haar brief van vandaag blijkt dat ze daar niet zo goed in slaagt…
[vindt,] ick heb voor deese6voor deze brief: in vorige brieven van mijn schuldichheijt7Waarschijnlijk gebruikt Margaretha hier het woord schuld vanuit het hebben van een verplichting. Dus met haar schuldigheid bedoelt ze dat zij zelf vindt dat ze haar man verplicht is te informeren. ge acht uhEd te waerschouwe en bekent te maecke het geene te wttrech onderde heere en vriende pas =seerde het welcke volgens mijn opijnie is wtgevalle doch dewijlle het uhEd niet aengenaem is sal ick daer voortaen van swijge, en volgens deselfs be= geerte mij niet meer met het Een oft ander be= moeije, ock niet schrijfve [weegens het bekrame vande]
1
Electie: verkiezing tot ambt
2
Diederik Borre van Amerongen
3
Frederik Borre van Amerongen
4
Miscontenteren van het Franse mécontenter: ontstemmen, irriteren
5
Frederik van Nassau Zuylestein
6
voor deze brief: in vorige brieven
7
Waarschijnlijk gebruikt Margaretha hier het woord schuld vanuit het hebben van een verplichting. Dus met haar schuldigheid bedoelt ze dat zij zelf vindt dat ze haar man verplicht is te informeren.