De post heeft het weer laten afweten! De laatste brief die Margaretha heeft ontvangen, is van 17 april en dat is toch alweer een week geleden.
De prijs van ossen
In ieder geval is ze heel blij met de belofte dat er ossen gestuurd zullen worden. Ze heeft voor ossen uit Twente wel prijzen van 10 dukaten en 30 florijnen moeten betalen. Omgerekend naar guldens is dat zo’n 5 gulden en meer dan 8 gulden en kennelijk is er dan niet zoveel meer op te verdienen.
[deeser geweest,] de osse sal ick verwachten, waer voor uhEd bedancke die sijn wel goede koop in gekocht ick heb voordeese voorde twentse ofges 10 duijcketons en 30f voort stuck moete geefve hoope wij hier geluck meede sulle hebbe, [het]
Het vijfde schip met stenen uit Bremen is ‘gistere aen de vaert’ gekomen, de Vaartsche Rijn dus, maar daar is het door het lage water vastgelopen. Nu moeten de stenen overgeladen worden en er is een knecht van Jan Prang naar toe gestuurd om erop toe te zien dat daarbij geen stenen beschadigd raken. Het zijn prachtige stenen maar het lossen is een hele zorg.
[derwaerts heb gesone,] ick sal blijde sijn alst ander resteerende schip het welcke hoope voor uhEd vertreck van breeme almeede sal konne afgesonde worde, hier sal sijn want der is veel moijte en talmerij int losse vande steene aen vast, [rietvelt is aent wulfve vande]
Rietvelt is bezig met de gewelven van de kelders ‘onder tgroot salet’. De meeste metselaars zijn bezig met de schoorstenen en zij zullen moeten wachten. Als de stenen er niet op tijd zijn, kunnen ze altijd nog meewerken met de gewelven van de kelders.
Gezicht vanaf de Vaartsche Rijn op het dorp Vreeswijk met op de achtergrond de sluis, W. Writs (prent) naar Jan de Beijer (tekening), 1766. Collectie Het Utrechts Archief.
Oorlog voeren kost geld
Margaretha hoopt wel vurig dat haar man nu eindelijk thuis kan komen en dat hij geen nieuwe opdracht meer krijgt. Hij heeft nu zeker de brief van Van Ginckel gelezen over de veldslag. Het is een wonder dat hun zoon en prins Willem het hebben overleefd en ze kan God niet genoeg danken. Wat een ellende is die oorlog toch! En dan wordt er notabene nog gezeurd over het salaris van Van Ginckel, terwijl hij zijn leven waagt en ook nog zoveel paarden heeft verloren in de veldslag. Het is echt geen luxe, hij heeft dat geld hard nodig.
[vijanden heeft bewaert,] och och wat oorlooch is dit wie sou dit niet moede worde, se mooge te weete de gekomiteerde rade van hollant de heer van ginckel wel sijn tracktement als komijsaris generael disputeere die so sijn leefve waecht en weer in deese slach so veel
paerde verlooren heeft, hij kan dit ijaer op ijaer so niet harden, sonder sijn hoochge tracktement, [wij hebbe dubbelde reeden]
Gesneuveld paard, Jan van Huchtenburg (prent) naar Adam Frans van de Meulen, 1674-1733. Collectie Rijksmuseum.
Soldatenkleren
De PS’en van Margaretha zijn vaak verrassend. In deze PS heeft Margaretha het over twee tonnen met soldatenkleren van Monsieur De Blanche die eigenlijk in Muiden bezorgd hadden moeten worden. Maar de schipper kon ze daar niet afleveren en scheepte Margaretha ermee op. En Margaretha weet raad: ze heeft de tonnen naar Teminck in Amsterdam gestuurd. Geen groeten van de kleinkinderen dit keer!
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff M Turnor p s de twee tonne met soldate klleere van Mons blansge heeft den schiper mee aende vaert gebrocht vermidts hij den man daer die tot muijde aen geadreseert sijn niet daer heeft konne vinde, ick hebbese naer Amsterdam aen teminck doen sende die daer over aen mij geschreefve heeft, noch is van heeteren inde haech met de bekende ordinansi niet te recht ock kan ick met het neegoosgeere vande peninge noch niet te rechte koome
Margaretha begint haar brief optimistisch. De laatste brief van haar man heeft ze al beantwoord en in Amerongen gaat alles goed. Het werk op de bouw gaat naar verwachting: de muren zijn opgetrokken tot de balken op de tweede verdieping. Die balken zijn ze nog aan het leggen: aan de zuidkant liggen ze, nu zijn ze bezig aan de noordkant en dan leggen ze de rest.
de binne muere vant huijs sijn nu tot onderde balcke vande tweede verdiepine op gehaelt de balcke vande tweede verdiepine sijn aende suijtsijde geleijt en sijnse beesich om die aende noortsijde en voort al om te legge, [hier is Eenige turf met lichter]
Gelukkig is inmiddels de eerste turf aangekomen met een lichter. Margaretha schreef al dat het water laag stond. Hierdoor kon het turfschip niet in Amerongen komen. Een lichter is letterlijk een lichter schip met minder diepgang. Dit schip lichtte een deel van van de lading van het vrachtschip en bracht dat naar de plaats van bestemming.
Doordat het turf aangekomen is, kan ook eindelijk de steenoven gestookt worden. Daar zullen ze vanavond of morgen mee beginnen. En nu maar hopen dat het weer goed blijft, zeker de eerste veertien dagen, dan is de kwaliteit van de stook zeker.
[al om te legge,] hier is Eenige turf met lichter tot de steenove aengekoome so dat me met goe godts hulpe deesen avont of merge sal begine onder te stoocken, het is teegenwoordich heel schoon weer mochte wij dat noch so Een maent houde waer Een gewenste saeck en alwaert voorde steen oven maer veertiendagen dan waer die behoude, al wat godt belieft,
Omslag
Tijdens het schrijven wordt Margaretha opgeschrikt door onverwacht bezoek: Jan, de trompetter van Van Ginkel, en de stalknecht Martijn komen met vier paarden langs. Ze hebben een brief bij zich van Roelof, de lakei van zoon Godard. Ze komen niet met goed nieuws: Godard ligt ziek in Antwerpen met koorts, een grote overloop van gal en verstoppingen in de maag. Hij wil naar Den Haag en dat lijkt Margaretha een goed idee.
so aenstonts komt ijan de trompetter vande heer van ginckel met martijn sijn stalknecht met
vier van sijn rij paerde om voort naer Middachte tegaen, die mij Een brief van roelof verweij brenge die segge en schrijfve dat haer heer tot Antwerpen aende koorts leijt doch ist Een afgaende koorts met Een groote overloope vande gal en verstoppine inde maech, met inten =sie om voort naer den haech te gaen, hoope de veranderin van lucht hem goet sal doen,
Dat is niet het enige slechte nieuws dat Jan de Trompetter heeft. Ze wilden de paarden eigenlijk direct naar Middachten brengen via Den Bosch. Maar rondom Den Bosch waren nog zo veel Franse soldaten, dat hij die weg niet durfde te nemen. Margaretha vindt het een veeg teken.
ijan de trompetter seijt last gehadt te hebbe om om over den bos naer Middachte te gaen maer dat de partije vande franse daer ontrent so sterck loope dat hij die wech niet en dorste neemen, ick vreese wij daer meer van sulle hooren, men spreeckt noch al van Een bataelije te slaen de heer almachtich wil sijn hoocheij bewaere en on liefve vaderlant bij staen,
Margaretha hoopt dat Godard Adriaan na zijn werk bij de Bisschop van MünsterBernhard van Galen weer terug is in Bremen en daarmee sluit ze haar brief af.
Dacht ze, want daarna komen er nog twee brieven van Godard Adriaan binnen waar ze nog op moet reageren. Het was handig geweest als die net wat eerder gekomen waren. Nu moet ze een lange ps schrijven.
ps naert schrijfve dees ontfange ick beijde uhEd aengenaeme vande 7 en vande 9 deeser wt breeme en wt kloppenburch, hadde die volckere vrij wat Eer gekoome waer goet geweest, [ben blijde het konsept]
geweest, ben blijde het konsept vande ackte uhEd vande h luchten= burchJonathan van Luchtenburg so wel gevalt, als hij mij die brenckt sal mijn beste doen se wel te trackteere wenstse al binne micke te hebbe want de mensche sijn so verijabel datter geen staet op te maecken is,
Stilleven van een banket, Osias Beert (I) (navolger van), ca. 1620 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum.
De zieke
Het is een drukte van belang bij Margaretha, want zelfs als ze denkt de ps al af te hebben, komt er nog een brief binnen: Van Ginkel is in Den Haag. Het gaat niet goed met hem, maar Margaretha is blij dat hij in Den Haag is, dan kan hij tenminste uitrusten. Zou ze niet ook een beetje blij zijn dat schoondochter Philippota nu voor hem kan zorgen? Of zou ze bang zijn dat daar weer kleinkinderen van komen?
so aenstonts bekoome ick schrijfe vande vrou van ginckel dat de heer van ginckel inde haech is maer heel niet wel, kan niet in hou de tschijnt sijn maech heel ontstelt moet sijn, de heere wil hem beeter schap geefve ist hem salich, ben blijde hij daer is kan nu wt ruste
Alleen een ziek lichaam wordt verzorgd, Philips Galle (toegeschreven aan atelier van), naar Philips Galle, 1610 – 1676. Collectie Rijksmuseum.
Margaretha begint haar brief met een ogenschijnlijk vrij oninteressant bericht. Godard van Ginkel is naar Gorinchem vertrokken om zijn regiment op orde te brengen. Zijn stalmeester, Kemp, heeft een paard van Isaäc de Blanche verkocht. Het was het slechtste paard en Kemp heeft hier 29 rijksdaalders voor kunnen vangen. Margaretha noteert ook voor hoeveel geld het paard heeft gegeten: 12 gulden in 15 dagen, oftewel 16 stuivers per dag. Er is ook nog een goed paard, maar het lukt in eerste instantie niet om deze te verkopen.
Twee paarden, één urinerend, de ander hinnikend, en een staande man, Philips Wouwerman, na ca. 1646. Collectie Rijksmuseum.
De militie
Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg heeft verscheidene garnizoenen geïnspecteerd om de militie te monsteren. Er wordt gezegd dat de graaf van Waldeck van mening is dat de regimenten die het best betaald worden nog geen deuk in een pakje boter kunnen slaan… Hopelijk zijn de troepen die Godard Adriaan aan het werven is snel compleet. Men heeft goede hoop, aldus Margaretha, maar ze vreest wel dat andere machthebbers ook naarstig op zoek zijn naar verse manschappen.
[weer komt,] de graef van waldeck1Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg is in verscheij =de gernesoene2Garnizoenen gegaen om onse meliesi te monstere sijn so geseijt wort vint hij somige reesgemente die best betaelt sijn seer slecht het is bedroeft dat het lant so bestoolle wort daert so benoodicht is, men heeft hier al gehoopt het volck dat bij uhEd geworfve wort nu haest kompleet soude sijn, geloof daer te veel volck voor andere potentaete3Potentaten: machthebbers (neutraler dan we het nu zouden gebruiken) gesocht wort[, de]
Margaretha vreest de komst van Condé. Hij wordt in Utrecht verwacht en heeft daar onderdak nodig. Maar bij het huisvesten van een prins ga je niet over één nacht ijs. Als locatie voor deze prins is het Janskerkhof gekozen, maar geen van de daar aanwezige huizen is groot genoeg. Rondom het Janskerkhof lagen tot in de 16e eeuw huizen die bewoond werden door de kannuniken van St. Jan. In de loop van de 16e eeuw komen deze huizen in handen van burgers. Op de afbeelding is duidelijk te zien dat de huizen aan de noordzijde diepe voortuinen hebben die lopen tot aan de immuniteitssloot aan het Janskerkhof.
Overzicht van de immuniteit van St. Jan te Utrecht uit het zuiden gezien met in het midden het Janskerkhof met de Janskerk (Janskerkhof) en rechts de Drift, Berch, J.R. van den, landmeter/cartograaf, 1604. Collectie Het Utrechts Archief
Aletta Pater, de latere vrouw van burgemeester Jacob Martens, en haar zwager, burgemeester Johan van Nellesteyn, kopen de voortuin van één van die huizen en zij bouwen daarop twee aan elkaar grenzende huizen: nu Janskerkhof 15a en Janskerkhof 16. Deze huizen samen zouden genoeg ruimte kunnen bieden voor een prinselijke pied-à-terre. Beide burgemeesters waren inmiddels naar de andere kant van de waterlinie gevlucht. De tussenwand werd eruit gesloopt en hierdoor ontstond één groot huis. Misschien ziet Margaretha dit als een voorbode voor wat Condé allemaal nog meer gaat slopen. Een goede vrede zou welkom zijn, maar die is er nog lang niet. Gaat die vrede er überhaupt ooit komen?
[volck voor andere potentaete gesocht wort,] de prins van kondee4Louis II van Bourbon, prins van Condé wort alledage tot wtrecht verwacht het huijs vande de heere nellisteijn5Johan van Nellesteyn en martens6Jacob Martens sijn tot
de meure door Een geslaechge en tot Een huijs of loosgement voor hem gepreepareert, ick apreehendeere7Apprehenderen: vrezen sijn komste seer hadde wij Een goede vreede waer ons best maer hoe koome wij daer noch toe[, Eergistere op daenkomste]
Gezicht op de voorgevels van de huizen Janskerkhof 15 (rechts), 15A en 16 uit het zuidwesten, G.J. Lauwers, 1950-1960. Collectie: Het Utrechts Archief.
Ambassadeurs en onderdanen
Het lijkt er niet op. De Zweedse ambassadeurs hebben bekend gemaakt dat Lodewijk XIV er niet op zit te wachten dat Johan van Reede van Renswoude als ambassadeur zou onderhandelen over vrede. Volgens de Franse koning is Van Reede van Renswoude als inwoner van het door de Fransen bezette Utrecht namelijk een onderdaan van Frankrijk. En dan zou het heel raar zijn als hij namens de Republiek zou onderhandelen over vrede. Van Reede van Renswoude is zeer onaangenaam verrast, maar Margaretha heeft vernomen dat Hollandse regenten erop zullen aandringen dat hij tóch mee mag.
[koome wij daer noch toe,] Eergistere op daenkomste van de franse briefve hebbe de sweetse Ambassadeurs men heere de state bekent gemaeckt dat den konin van vranckrijck niet verstaet den heer van rhijnswou8Johan van Reede van Renswoude in de Ambasade weegens deese staet sal gaen dewijlle hij Een onderdaen van hem is, dat hij niet begeert sijn Ambassadeurs met sijn onder daene die van Een andere staet koome sulle be= =soeijngeere9Besogneren: beraadslagen, onderhandelen, dit seijt me heeft sijnhEd seer gesupre =neert10Surpreneren: verrassen, verwonderen, doch so mij van Een hollants reegent geseijt is soude bij men heere van hollant daer op aengehoude worde dat hij mochte mee gaen
De keurvorst legt de wapens neer
De secretaris van de keurvorst heeft geschreven dat de keurvorst een wapenstilstand van drie maanden met Frankrijk heeft gesloten. De keurvorst beloofde zich afzijdig te houden in de oorlog tussen Frankrijk en de Republiek. Iedereen is boos op Gerard Bernhard van Pöllnitz. Hij heeft zoveel subsidiepenningen gekregen! Ach, men heeft altijd wat te klagen…
[antwoort op koomt,] noch is hier gister avont tijdin gekoome vande keurvorst seekreetaris vande keur
vorst van brandenburch genaemt kolombie die schrijft dat den heere keurvorst stilstant van wapene voor drie maende met vranckrijck gemaeckt heeft daer al ses weecke van om soude sijn , hier roept men nu weer op nieu dat den heere penits11Gerard Bernhard van Pöllnitz so veel supsidie peninge noch heeft gekreechge, in soma hier valt altijt wat te segge[, hoe salt ons]
Frederik Willem I van Brandenburg, toegeschreven aan R. van Langenfeld. Collectie Kasteel Amerongen
Acte van garantie
Margaretha heeft Gaspar van Kinschot gesproken over de Acte van Garantie. Van Kinschot raadt net als Gaspar Fagel af om een memorie over de Acte van Garantie naar de Staten Generaal te sturen. Hij gaat nog wel even voor Margaretha nakijken hoe het precies volgens het Gelders recht zit met de obligatie of schuldbekentenis van Van Ginkel. Gelukkig komt Godard Adriaan snel thuis. Ten minste, als het waar is dat de keurvorst een wapenstilstand heeft gesloten.
noch gaen, ick heb den pensionaris kinschot12Gaspar van Kinschot ge sproocke weegens onse ackte vande garant en ock vande oblijgaesi13Obligatie: schuldbekentenis die de heer van ginckel ons pas =seere sou, opt Eerste is hij volkoomentlijck int advijs vande heere raetpensionaris14Gaspar Fagel dat ick als noch soude swijge en geen reequest of memoorij aende state generael preesenteere seggende het selfe noch ontijdich te sijn, opt tweede heeft hij mij belooft nae te sulle sien hoe de gelderse rechte legge en in wat forme die oblijgaesi tot bundichste sal konne ingestelt worde so dat waer is dat de keurvorst stilstant van wapenen heeft vermoede ick dat uhEd wel in korte mocht thuijs koome[, den ontfanger]
[beeste meer weetender geen raet mee,] het doch =tertge vande heer van wulfve dat ick hier had gebrocht om inde rou te kleede is den derde dach dat sij hier is sieck geworde heeft Een kon tiniweelle koorts met Een verheffin, hoope de goede godt haer sal verleene wat haer salich is en uhEd in sterckte en gesontheijt laete toe neemen , dit wenst van harte
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijf MTurnor
[so komt kemp]
PS: Het tweede paard is ook verkocht
Aan het eind van de brief komt Margaretha in een PS op de paardenhandel terug: Kemp meldt dat hij ook het tweede paard heeft verkocht. Voor 30 rijksdaalders, één rijksdaalder meer dan hij kreeg voor het ‘slechte’ paard. Het veevoer is zo duur… Gelukkig, zo schrijft Margaretha eerder in haar brief, wordt het snel beter weer en kan het vee heerlijk van het verse gras genieten. Het leuke van deze brief is dat de memorie – vergelijkbaar met een bonnetje – bewaard is gebleven.
so komt kemp segge dat hijt tweede paert van blansge verkocht heeft voor 30 rij rijxsdael het kost niet meer gelde heeft der mo noch veel moijte toe gedaen, het voer is hier so dier dat mense niet langer dorst houde
Memorie van de verkoop van twee paarden van Isaäc de Blanche, ontvangen op 19 en 21 april 1673. Bron: HUA, inv. nr. 1001, toeg. nr. 2723
1
Georg Frederik van Waldeck-Eisenberg
2
Garnizoenen
3
Potentaten: machthebbers (neutraler dan we het nu zouden gebruiken)
Kasteel Amerongen is het centrum van een gigantisch boerenbedrijf. Op de uitgestrekte landerijen van Margaretha en Godard Adriaan verbouwen ze verschillende soorten groenten en weiden ze vee. Het doel hiervan is zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn. De handelsnetwerken waren immers nog niet zo uitgebreid en even naar de markt gaan voor eten was amper mogelijk.
Caerte vande Landerijen Tot Ameronge binnen de Kaa geleegen, 1696, anoniem. Huisarchief Kasteel Amerongen, Het Utrechts Archief.
Vee verkopen
Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt is Margaretha druk bezig met voorbereidingen treffen om weg te vluchten. Ze is op zoek naar een huis om naartoe te vluchten en is al begonnen met het inpakken van spullen. Op aanraden van Godard Adriaan verkoopt ze ook hun paarden en vee. Zelf is Margaretha niet laaiend enthousiast hierover: ze denkt ze niet naar waarde kunnen te verkopen omdat mensen arm zijn door de harde winter. Ze hebben zelf al bijna niets meer te eten, daar kunnen niet nog meer monden bij.
[uhEd schrijft van al onse paerde en] vee af te staen, dat mijns oordeels niet wel doen lijck is, om dat men door de vroechge win= =ter en dat het volck wt gevoert is geen beeste sal konne quijt worde1kwijt raken ijde2ieder, elk afzonderlijk niet voor half gelt want de lie hebbe voort geene sij al reets hebbe niet veel meer te Eeten be= halfven dat de weijen niet sulle beschaer3bescharen: het vee de weide in brengen worden want uhEd soude niet geloofve hoe deliede haer soecke te behelpen, ick heb al koe beeste geveijlt te verkoope maer daer komt niet Een mens naer wt, de twee bou paerde so lange wij de bouwerij doen4bouwerij doen: landbouw bedrijven konne wij niet misse den oude hans seijt teunis is sijn kost waert en sou ock geen gelt gelde den henst5hengst alst uhEd beliefde soude wij konne missen, de 3 veulens vermidts uhE mij onlans schrijft die tot sijn plasier6plezier wel te wille houde was ickse gereesolveertvastbesloten te houde, so deselfve van sin verandert is belieft het met de naeste post te schrijfve den jonge ruijn7ruin: een gecastreerde hengst die uhEd mee heeft gehadt meende den heer van ginckel8haar zoon Godard van Reede – Ginkel dat wij te soomer inde weij behoorde te laeten gaen om dat het wat meer sterckte mocht krijgen
dan meende ick twee koetspaerde te houde en Een te verkoopen nu ohde paerde mart9paardenmarkt den ruijn die van overberch10Overberg: een dorp ten noorden van Amerongen en Een dick kop is sal ick meede verkoope maer moet hem noch Een weeck of drie hou =de om dat hij so vol droes11Naam voor verschillende paardenziekten is, en Een groote knobbel aenden hals heeft die vandaech doorgeslaegen is heeft, tot het geneesen is sal hem dan almeede quijt maecken12kwijt maken/kwijt worden: van ontdoen, [vandaech heb ick Een]
Het stuk over het vee is nogal uitgebreid: Margaretha schreef regelmatig uitvoerige stukken, over politiek maar ook dus over zaken betreffende hun bezittingen. Godard Adriaan bleef zo dus goed op de hoogte van wat er speelde op het thuisfront. Of hij van ieder dier precies moest weten hoe het er mee ging is natuurlijk de vraag. De brief van 18 februari gaat niet alleen over hun veestapel: Margaretha geeft ook getrouw een update over hoe de Republiek er militair voor staat.