Mijn heer en lieste hartge

Tag: Kalk

Mooi weer en laag water

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha begint weer over de door de secretaris, Schut en Rietvelt opgestelde memorie van het hardsteen en de vloerstenen. Godard Adriaan heeft daarin kunnen lezen wat er allemaal nodig is en hoe het werk er voor staat. Sindsdien is er eigenlijk niet zo veel verandert in de situatie. Toch is er genoeg te melden om drie kantjes te vullen.

Brieffragment over pertinente memorie

Ameronge den
10 ockto 1676
[rec: 15. dito]

Mijn heer en lieste hartge

met de laeste post heeft de sekreetaris uhEd
so hij meent Een pertinente1Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig memoorije bij schut2Hendrik Schut
rietvelt3Cornelis Rietvelt en hem opgemaeckt weegens de hart
steen en vloersteene over Amsterdam gesonde, waer wt wij
hoope en niet en twijfele of uhEd sal konne
sien wat daer van, hier noodich is, en hij en ick
geschreefve hoet werck staet seedert isser niet
veel veranderins in[, alt muer werck so buijten]

Het huis krijgt vorm

Langzaam begint het nieuwe Kasteel Amerongen vorm te krijgen. De binnen- en buitenmuren zijn inmiddels op de gewenste hoogte. Vervolgens zijn daar platen op gelegd en is alles gelijkgemaakt of aangestopt. Aangestopt wil zeggen dat er reten of voegen in het metselwerk zijn gemaakt die vervolgens met mortel zijn aangevuld. Naast de binnen- en buitenmuren, wordt er gewerkt aan de kapconstructie. Er wordt hout naar boven gehesen. Dat kost ontzettend veel tijd, dus gelukkig is het mooi en droog weer.

Brieffragment over voortgang werk

[veel veranderins in,] alt muer werck so buijten
als binne sijn op haer hoochte en de plaete daer
op geleijt en alle geraeseert of aengestopt , nu
sijnse noch beesich met het hout tot de kap op te
hijssen dat veel tijt wech neemt, wij sijn geluckich
dat wij hier sulcken schoone droochgen weer op
hebbe, want tis groote swaerte dat in reegen
=nich4Regenachtig weer niet wel als met groote moeijt te
doen sou sijn[, het water op de reevier blijft Eve]

Op de achtergrond ligt een stad met op de heuvel ernaast een slot. Op de voorgrond staat een deftig stel te kijken naar een bouwvakker die met veger over de muur van een ruïne veegt.
Gezicht op Salzburg met een bouwvakker op de voorgrond, Daniel Sudermann, naar Matthäus Merian (I), 1624. Collectie Rijksmuseum.

Laag water

Door het mooie, droge weer staat het water in de grachten ontzettend laag. Zo laag zelfs, aldus Margaretha, ‘dat geen mense gedencke die so gesien te hebbe’. Met andere woorden: het water heeft in tijden niet zó laag gestaan! En als het water dan toch zo laag staat, dan kun je er maar beter goed gebruik van maken. Een aantal muren is langs de singels al uitgespoeld, dus heeft Margaretha haar kans gegrepen deze aan te laten stoppen. Ook is ze voornemens om van de week al het puin dat door het metselen in de gracht is gevallen daar uit te laten halen en in het paardenwed te storten. En als ze werklieden kan vinden, zal ze ook gelijk de gracht laten uitmodderen. Je kunt het maar beter gelijk goed doen, anders ben je zo weer twintig jaar verder. Als je het überhaupt zelf nog mee mag maken.

Eerste brieffragment over het weer
Eerste brieffragment over het weer en het leeghalen van de gracht

[doen sou sijn,] het water op de reevier blijft Eve
laech, en inde grafte omt huijs so binne als buijt
ist water so laech of op veel plaetse gans weel
wech en de grafte so drooch dat geen mense
gedencke die so gesien te hebbe, bij welcke geval

ick de muere om de grafte die vrij wat aende sijde
van de singels wt gespoelt sijn laet aen stoppe
en wel versien, ben ock van meeninge inde toe=
koomende weeck alt puijn dat vant metselen
inde graft is gevalle daer wt te laeten haelle
en voor so veel aende kant vant paerde wet5Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
is indie graft bijt paerde wet te laete brenge
en die daer voort meete vulle voor so veel dat
recken kan, so ick volck kost krijge sou noch
wel in die koste valle vande grafte te laeten
wt modderen en ter deegen klaer maecken
geloof die licht in twintich ijaer of bij ons
leefven niet weer so drooch sulle worden

Gezicht op een Amsterdamse gracht waar twee mannen in een schuit bezig zijn de gracht uit te diepen, een andere man haalt bij een huis geld op.
Waldiepers Nieuwe-Jaars Wensch, Jan Oortman, 1822. Collectie Rijksmuseum.

Karpers en reigers

Heeft het droge weer ook nadelen? De vissen zitten vrij diep en zouden het nog wel even kunnen volhouden in het kleine laagje water, ware het niet voor de reigers. Ze bijten de karpers de koppen af! Margaretha zegt dat ze er ‘op laat passen’. Zou ze daarmee bedoelen dat ze de reigers laat afschieten?

Brieffragment over reigers

tis te verwondere dat de vis haer inde diepte
onthout en wij daer so weijnich schade in hebe
de reijgers doen de meeste schaeij6Schade bijten de
kerpers de koppen af maer ick laeter ock
op passe[, de leunine op de steene bruch tuschen]

Een elegant gekleed gezelschap van dames en heren, deels te paard, kijkt vanaf een bosrand toe hoe hun valken reigers uit de lucht vangen. Honden storten zich op de reigers die op de grond gevallen zijn. Links op de achtergrond draait een man met een loer. Op de achtergrond een kasteel.
Reigerjacht, Pieter Serwouters, naar David Vinckboons (I), 1612. Collectie Rijksmuseum

Geldschieter Temminck

Er is weer een brief van Temminck gekomen. Er is weer 300 gulden aan Jan Visser van de zaagmolen betaald. Ook heeft Temminck de kosten van de scheepsvracht hout van Hamburg naar Amsterdam betaald. Temminck heeft nu inmiddels al zo’n 12 à 1300 gulden voorgeschoten en hij moet binnenkort ook weer betalen voor een vrachtschip met kalk, dus Margaretha heeft hem een paar duizend gulden gezonden.

Eerste brieffragment over betalingen Temminck
Tweede brieffragment over betalingen Temminck

so aenstonts ontfange Een brief van Monse7Afkorting van monsieur
teminck die weer 300f aen jan visser op de
saech moollen in minderin van sijn reeckenin
heeft geegeegve en al de scheeps vrachte vant hout
van haerburch tot Amsterdam heeft betaelt
daer meede hij schrijft ons nu ontrent de
12 a 1300f verschooten8Verschieten: Voorschieten te hebbe so dat me wel
diende hem weer Een paer duijsent gul te
sende want hij ons weer Een samoreus9Samoreus: Type lang vrachtschip met
kalck sal moeten bestelle dat ock weer over
de 300f loopt, [ick had van avont met de]

Een lang schip met een fok en een klein zeil en een schoorsteentje op de kajuit waar rook uit komt vaart naar links. Op het dek zijn meerdere mannen bezig met de zeilen. Achter het schip aan trekken ze een klein bootje met daarin wat tonnen.
Samoreus, Reinier Nooms, 1652 – 1654. Collectie Rijksmuseum.

PS: Van Ginkel is weer kwiek

Nadat ze haar naam op het velletje papier heeft geschreven, besluit ze toch nog iets toe te voegen over zoon Van Ginkel. Hij is weer zo kwiek, dat hij van plan is binnenkort weer een bezoek aan de kerk te brengen. Hij wil zelfs komende week richting Amerongen! Maar Margaretha heeft hem geschreven dat hij zich vooral niet moet overhaasten.

Afsluiting en Van Ginkel

de heer van ginckel
schrijft gistere sijn
karck ganck van meeninge
was te doen en inde toekoomende
weeck hier te koome, ick schrijf
hij hem toch niet en verhaeste
de heere sij gedanckt het met
hem weer so veer is

Links op de achtergrond een eenvoudige kerk met middenop een open klokkestoel. Uit de kerk komen diverse mensen, op de voorgrond twee vrouwen met moffen, daarachter twee vrouwen en een meisje. De linkerhand heeft haar klapstoeltje onder haar rechterarm en een stoof onder haar linkerarm. De andere vrouw draagt een mof en aan haar arm hangt een boek. Daarachter een man en een vrouw. De vrouw heeft ook een stoofje aan haar linker arm hangen. Daarachter twee mannen. Rechts in de verte lopen de figuren uit de rand van het boek. Boven de mensen staat het vierde van een vers dat er boven staat maar af is gesneden: 4. Eer sij u Vaeder ende Soon En Heijlghen Geest in s Hemels troon Bij ons all te samen sijn Moet dit doch Ja en amen sijn Fijnis
Groep kerkgangers bij het verlaten van de kerk, Gesina ter Borch, ca. 1654. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Pertinent: behoorlijk, nauwkeurig
  • 2
    Hendrik Schut
  • 3
    Cornelis Rietvelt
  • 4
    Regenachtig
  • 5
    Wed: Plaats geschikt of bestemd voor het laten drinken of baden van dieren, vee.
  • 6
    Schade
  • 7
    Afkorting van monsieur
  • 8
    Verschieten: Voorschieten
  • 9
    Samoreus: Type lang vrachtschip

Geldzorgen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha is weer terug in Amerongen en ze neemt vol overgave de teugels in de handen. Nog even het laatste nieuws over Ginkel: het gaat nu echt beter. Weliswaar drinkt hij nog geen bier, maar wel Rijnse wijn met een beetje suiker bij het eten en tussendoor tisane of siroop. Hij wil graag naar Amerongen komen, schrijft Margaretha. 

Brieffragment over Van Ginkel

Ameronge den
7 ockto 1676
[rec: 12 Dito]

Men heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 3 deeser ontfange ick
so aenstonts, ick heb de heer van ginckel vrij
beeter gelaete als ick hem inde haech koomende
heb gevonde, hij drinckt heel geen bier, tusche
sijn Eeten Een glas rhijnsche wijn met Een weij
nich suijcker en buijtens tijts niet dan tiesaen1Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
of schulep2Julep, siroopachtig drankje was gereesolveert3Resolveren: Besluiten niet meer te
meediesijneere4Medicineren: geneeskundig behandelen , hier sijn schrijft de vrou
van ginckel dat sijn hEd noch dagelijcks
in beeterschap en sterckte toeneemt so dat
ick hoope hij in korte weer wel sal sijn, hij
verlanckt seer hier op Ameronge te sijn,

Interieur van een slaapkamer. Een man ligt ziek op zijn bed en wordt bezocht door een andere man.
Embleem: ziekte, Jan Luyken, 1695 – 1705. Collectie Rijksmuseum.

Vloerstenen

In haar afwezigheid is het werk goed gevorderd. Samen met de secretaris, Schut en Rietvelt heeft ze het overzicht van de kosten van de vloer en de hardstenen opgemaakt. Er is een nauwkeurige tekening gemaakt van de vloerstenen, zodat duidelijk is hoeveel stenen er nodig zijn en van welk formaat. Maar de stenen kunnen het beste pas in Amerongen op het juiste formaat gekapt worden, want in het vervoer kan er gemakkelijk een hoekje van afbreken en zo’n steen is dan natuurlijk niet bruikbaar.

Brieffragment over vloerstenen

[of niet,] nu hebbense Een pertinente gront teijckenin
vande vloersteene gemaeckt en ock vande hartsteene
die hier neffens gaet daer wt sij meijne uhEd nu
perfeckt sal konne sien hoeveel steene der sijn
moet, ock op wat groote die diene te sijn, maert
kant rechte oordeelense dat hier dient gedaen
te worde, om dat int vervoeren licht Een hoeck
=ge of Eits kan afgestooten worden, [wt het]

Op een geblokte tegelvloer lopen vier paar meisjes voeten. De laatste heeft een koffer vast. Ze lopen richting een trap. Één vrouw is al op de trap.
Fragment uit:Vier meisjes volgen een vrouw een trap op, anoniem, ca. 1900 – ca. 1930. Collectie Rijksmuseum.

De kosten rijzen de pan uit

Margaretha bespaart waar ze kan. Ze heeft zo’n 18 tot 20 metselaars en evenveel opperlieden ontslagen en ze is van plan nog meer werklui af te danken. Ongeveer 8 tot 10 man moet voldoende zijn om de schoorstenen te metselen en de bogen boven de vensters af te werken. De rekening van Rietvelt bedroeg inmiddels 1778 gulden en de rekening van Schut ruim 600 gulden. Beide rekeningen heeft ze betaald, maar dat is niet alles, want morgen moet ze nog ‘al de andere werck baesen’ uitbetalen. ‘Het beloopt een ongelooflijck gelt’, schrijft ze. Weliswaar heeft ze in Utrecht de toegezegde betaling ontvangen van 5413 gulden plus nog een rente van 1000 gulden uit Gelderland, maar het geld verdwijnt zo als sneeuw voor de zon.

Eerste brieffragment over de kosten
Tweede brieffragment over de kosten

[reeijen en klaer te na maecken,] ick heb
rietvelt weer sijn reeckenin teenemael
af betaelt die beliep in vijf weecken
arbeijens so voor hem als sijn volck 1778 f

en schut overde 600 f, dan sijnder noch al
de andere werck baesen die alle meede
merge sulle betaelt worden, het beloopt
Een ongelooflijck gelt, ick heb nu laest
te wttrecht sijnde de weeder helfte vande
bewuste assinnaesie5Assignatie: aanwijzing tot betaling ontfange, so dat
ons nu de volle som van vijfduijsent
vier honde dartien gulde betaelt en
voldaen is, wat gelt ick ontfan t gaet
=ter al om, ick heb ock de rente ter som
van duijsent gul die ons op gelderlant
den Eerste septem was verscheene ont
fange, ben blijde vast so veel werck volck

Een volwassen vrouw. Ze zit aan een tafel en telt geld uit een beurs.
Vrouw die geld telt, Jan Chalon, 1793. Collectie Rijksmuseum

Ontslag

Ze is blij dat ze die werklui ontslagen heeft, maar als de kap gelegd is, dan komen daarna de leidekkers en die moeten ook betaald worden. En weliswaar is de verwachting dat stenen in de eigen steenoven goed gelukt zijn, maar ze heeft ook van Ot Barentse 240.000 stenen gehad voor een bedrag van zeker 1500 gulden en dat moet ook weer betaald.

Brieffragment over komende kosten
Tweede brieffragment komende kosten

[fange,] ben blijde vast so veel werck volck
vande hals quijt ben6Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden , maer als de kap
opt huijs komt sullender weer de leij=
=deckers koome, insoma so lange dit tim
=mere duert salt veel kosten, ick hoor
niet meer vande leijen die noch van boove
soude koomen offer noch te verwachte
sijn of niet, den steenoven is teenemael
afgestoockt se meene datse heel wel ge=
luckt sal sijn, wij hebbe van ott baerense
over de twee hondert en veertich duijsent
steen gehadt dat is bij de vijftien hondert

gul aen steen die hem ock sulle moeten betaelt
worden, [wij hebbe noch het schoonste weer]

Een kijkje in de kap van het kasteel. Foto en ©: Hans Neecke.

Ditjes en datjes

In de rest van de brief probeert Margaretha nog allerlei nieuwtjes te persen. Ze heeft het over de bemoeienis van Prins Willem met de Utrechtse politiek en het schijnt dat hij naar Engeland gaat. Ze zal informeren naar een stuk land maar eigenlijk is het beste stuk al verkocht. Gisteravond is ze naar de bruiloft van Kristoffel geweest. Kennelijk was Kristoffel daarom langsgekomen met de brief van Godard Adriaan. Fritsje was representant voor zijn vader en zijn opa en Antje als plaatsvervangster voor haar moeder. 

Brieffragment over de bruilof van Kristoffel

[had staen heeft dat gekocht,] gistere
avont sijn wij hier op de voor bruijloft
van kristoffel geweest, frits heeft groote
en kleijne papas plaets gereepreesenteert
en antge haer kleijne mama, sij hebe
en sondach haer Eerste gebodt gehadt
en ons heel net en wel getrackteert,
ick blijf
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Boeren dansen op een bruiloft. Links op de voorgrond danst de bruid, te herkennen aan haar kroon. Een doedelzakspeler en een jongetje met een trom en een fluit maken muziek.
Boerenbruiloftsfeest met doedelzakspeler, Peeter Baltens, 1540 – 1584. Collectie Rijksmuseum.

PS: nog meer geld

Maar dan komt Margaretha toch weer terug op het geld. Temminck heeft geschreven dat molenaar Visser op de zaagmolen in Amsterdam heeft verzocht om een betaling van 100 ducatons. De molenaar heeft eerder een scheepslading hout uit Harburg voor hen betaald. Margaretha kan er niet onderuit om hem te betalen maar ze heeft geen geld meer en ze weet niet wat ze antwoorden moet.

PS over geld voor Temmink

ps temminck schrijft dat visser opde
saech moolle tot Amsterdam
hem versocht heeft weer hondert
duijcketons op reeckenin te geefve
en hij diende wel weer Een schip
met schilp kalck te sende
so dat ick vrees hij daer toe
so veel gelt qualijck van
ons in hande heeft, vermidts
hij al de scheeps vrachte vant
hout van haerburch7Harburg (bij Hamburg) tot
Amsterdam heeft betaelt
en ick hier geen gelt overheb
weet haest niet wat hem antwoorde sal

Aan een sloot staat een huisje met daarbij een molen en een schuur. Achter het huisje staan de houten planken hoog opgestapeld. Over de sloot ligt een bruggetje waar iemand overheen loopt. Voor de schuur ligt een soort bootshuisje in de sloot. Op de linkeroever staat een knotwilg.
Een houtzaagmolen aan de kattensloot, H.G. ten Cate, 1837. Collectie Amsterdams Archief.
  • 1
    Tisane: drank voor geneeskundige en dergelijke doeleinden, oorspronkelijk een die uit gerst bereid was
  • 2
    Julep, siroopachtig drankje
  • 3
    Resolveren: Besluiten
  • 4
    Medicineren: geneeskundig behandelen
  • 5
    Assignatie: aanwijzing tot betaling
  • 6
    Gezegde: Van de hals kwijt zijn. Afgeleide van Iemand op de nek hebben: iemand moeten onderhouden
  • 7
    Harburg (bij Hamburg)

Bouwmateriaal

Sinds de brand in het kasteel hebben we het eigenlijk vooral over Margaretha’s lotgevallen gehad. Logisch, want dit blog gaat over haar brieven. Godard Adriaan zat misschien ver weg, maar hij is wel gelijk hard aan het werk gegaan. We kunnen dit blog maken omdat Godard Adriaan al Margaretha’s brieven bewaard heeft. Ik vraag me wel eens af of dat betekent dat hij een romanticus was. Maar hij heeft heel veel brieven die hij ontving bewaard, dus misschien was hij gewoon een hoarder. Een degelijke ambtenaar is ook nog mogelijk. Van zijn uitgaande brieven heeft hij vaak de minuten bewaard. Deze minuten zijn te vergelijken met “kladjes” die hij schreef, die zijn secretaris dan in het net uitwerkte.

Een kist op een eenvoudig bruinen onderstel. De voorkant van de kist is opengeklapt en blijf met kettinkjes aan weerszijden ongeveer horizontaal hangen. In de kist ziten allemaal verschillende formaten laadjes. Ze zijn rood en hebben in het midden een lichte knop waar een ruit omheen geschilderd is. Aan de zijkanten zitten handvaten waarmee de kist opgetild kan worden.
Reisscretaire, ca. 1650. Collectie Kasteel Amerongen.

Tijdens de restauratie van Kasteel Amerongen is er een groot bouwhistorisch onderzoek gedaan door het Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschiedenis. De onderzoekers hebben veel van de brieven van en aan Godard Adriaan onderzocht. Zo weten we (ook) wat er gebeurde als Godard Adriaan in de Republiek was en Margaretha hem niet schreef. Uit een brief aan LeMaire in Kopenhagen weten we dat Godard Adriaan vrijwel gelijk na de brand bouwmateriaal gaat regelen: hout, ijzer, kalk. Eigenlijk heeft hij behoefte aan alles. Godard Adriaan zet zijn hele netwerk in om aan gratis (of goedkope) materialen te komen. Gelukkig is Godard Adriaan diplomaat. Er komen daadwerkelijk toezeggingen, maar om de beloften warm houden en te zorgen dat er ook geleverd wordt, heeft hij al zijn diplomatieke vaardigheden nodig.

Een man in het zwart met een witte kraag en een olifant om zijn nek, zittend aan een tafel met een groen tafelkleed. Naast hem staat een man met donker haar, een cape om en zijn hoed in de hand.
Mogelijk Godard Adriaan van Reede, Gilles van Tilborgh, 1650-1659. Collectie Frederiksborg, Denemarken

Ondertussen in Duitsland

Het is een weekje stil rondom de brieven van Margaretha. We weten dat zij actief bezig is met het proberen de toezegging voor het geld van de Acte van Garantie los te krijgen. Godard Adriaan zit ondertussen ook niet stil. Godard Adriaan heeft van alle belangrijke brieven minuten (kopieën) bewaard. De enige brief aan zijn vrouw waar hij minuten van heeft bewaard, is de brief direct nadat hij van de brand gehoord heeft.

De brief van 3 maart van zijn vrouw ontvangt hij de tiende en hij schrijft gelijk terug. Waarschijnlijk was zijn keuze van woorden hierbij zo belangrijk, dat hij een minuut gemaakt heeft. Misschien in dit geval een kladje voor hij de definitieve brief schreef.

Familiehuis

Wat bijzonder is om te lezen, is dat ze allebei eenzelfde insteek hebben. Godard Adriaan memoreert hoeveel tijd en energie ze in het huis gestopt hebben om het mooi en aanzienlijk te maken. Hiermee bevestigt hij wat Margaretha al op 17 februari schreef, een brief die hij op 24 februari ontvangen heeft. Alleen bouwt Margaretha voort op de generaties Van Reede die het huis eerder hadden en Godard Adriaan kijkt vooruit naar het nageslacht.

Brieffragment over het familiehuis
Ingevoegd zinnetje...

Het soude mij bedroeven, bij aldien
ick op godt niet en vertrouwde,
die ick weete dat alles ten
besten ende tot onse salicheijdt
dirigeert, uijt UHoEd schrijvens
vanden 3e martij te sien, het ruineren
ende afbranden van onse goederen
ende huijsen tot Amerongen, ende
waer voor UHoEd ende ick
met soo onverdrietigen arbeijdt
nu 30 jaeren aenden anderen
hebben getobt, om hetselve in
een goeden ende aensienelijcken
staet ” te brengen; [hetwelcke als]

voor onse posteriteijt

In een storm spreekt God tot Job, hij is linksboven weergegeven met een wereldbol omgeven door wolken. Job zit op een boomstam en terwijl hij kijkt naar God wijst hij naar zijn vrienden die verlost zijn van hun zonden. In de marge boven de afbeelding staat de tekst Iob XXXVIII & XLII [Job 38 & 42]
God spreekt Job toe vanuit een storm. Hans Holbein (II), 1538. Collectie Rijksmuseum

De Heer geeft, de Heer neemt

Ze kiezen allebei voor het zelfde fragment van Job 1:21: “De Heere heeft gegeven, en de Heere heeft genomen; de naam des Heeren zy geloofd”. Godard Adriaan gebruikt het op 10 maart, Margaretha op 13 maart. Zij heeft zijn brief dan nog niet gelezen. Bij Godard Adriaan is de aanleiding dat hij gelooft dat ze zich te veel met het wereldse en te weinig met het geene dat daar boven is bezig gehouden hebben. Margaretha draait het om. Voor haar is Job de hoop waarmee ze vooruit kijkt: als het Gods wil is, zullen ze genoeg middelen hebben om het huis weer op te bouwen en anders hoopt ze op een huisje in de hemel.

Brieffragment over Job: De Heer geeft, de Heer neemt

[staet ” te brengen;] hetwelcke als
ick naerdencke, hoe wij ons
tot meermaelen daermede
hebben becommert, ende meer
met het weereldse als het geene
daer boven is, besich gehouden,
soo vinde ick, dat wij over dit ongeval weijnigh
reeden van claegen souden hebben,
maer veel eer mogen seggen, godt de
heere heeft het gegeeven, ende
hij heeft het wederom genomen,
sijnen naeme blijve eeuwigh
verheerlijckt

De regelmodus

Net als zijn vrouw schiet ook Godard Adriaan in de regelmodus. Ook hij is met de Acte van Garantie bezig en schrijft de nodige brieven. Er gaan ook brieven naar anderen uit, waarin hij alvast vooruit loopt op de herbouw. Hij schrijft aan ene Resident Le Maire in Denemarken op 17 maart een brief waarin hij onder andere al bouwmateriaal aan het regelen is.

Brieffragment over de regelmodus

[vaderlandt getrouw blijf,] wordt het vreede
soo sal ick mijn huijs met godts hulpe
weer opbouwen; is het soo groot niet
als voor heenen, dat icker ten minste
een verblijf hebbe, ende hoop ick dat
ick dan soo veel genade sal verwerven
bij sijn Ma.t van Denemarcken,
dat hij mij daer toe met twee scheepen
met houdt wil subvenieren, gelijck oock
den Curf.t van Brandenb. en Mevrouw den
Curfurstinne mij hebben belooft, datse mij
ijser, calck, ende eijcken houdt daer toe
sullen vereeren, als de saecken eens we
derom in rust sijn

Margaretha

Waar Margaretha zich zorgen maakt over de gezondheid van haar man, maakt Godard Adriaan zich zorgen over de geestelijke gesteldheid van zijn vrouw. Op dezelfde 10 maart dat hij de brief van zijn vrouw ontvangt, schrijft hij zijn zoon het volgende:

Brieffragment aan Van Ginkel over Margaretha

de vrouw van
Amerongen, hoop ick niet, dat sij in het
verlies van onse goederen, haer te veel sal
ontstellen, want het sijn weereldse
saecken die haer selven redden

Wat zou het fijn zijn als ze elkaar weer eens gewoon in de ogen konden kijken.

Man, op de rug gezien, wordt omhelsd door een vrouw. Hij heeft één hand op haar zij, in de andere heeft hij zijn pet vast. Zesde prent uit een serie van twaalf, vrij naar een prent van Hans Schäufelein.
Omhelzend paar, no. 6, Heinrich Aldegrever, naar Hans Schäufelein, 1538. Collectie Rijksmuseum

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén