Mijn heer en lieste hartge

Tag: Geld

Vrees en angst

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 13 februari 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

Zo. Hèhè, poepoe, nounou. Het geld van de eerste ordinantie ter waarde van 6000 gulden is binnen! Margaretha is ervoor naar Amsterdam gegaan en is ten dele tevreden. Het is echt niet mogelijk om de tweede ook gelijk uitbetaald te krijgen, maar de ontvanger heeft beloofd dat dat geld begin maart komt. De belangrijkste rekeningen kan Margaretha betalen. Het is misschien handig om wat zilver om te wisselen voor goud, dat kan ze makkelijker meenemen als ze moet vluchten. De belastingen komen er ook weer aan. Geen woord over de brandschatting.

Feestvierende soldaten

Die arme neef van Wulven1Hieronymus van Tuyll van Serooskerken! Hij kwam thuis en toen zaten er 26 soldaten die hij moest trakteren. Zijn beste wijn werd gebruikt om vis in te koken! De reden? Hij had een paar stoelen van de heer van Amelisweerd in zijn huis staan. En het is strafbaar om spullen te bewaren voor gevluchte mensen. Toen hij verhaal ging halen bij de intendant, zij deze dat hij niet moest zeuren, want dat hij anders nog vijftig soldaten zou krijgen. Daarop werd hij gevangen gezet. Hij is inmiddels wel weer vrij, maar heeft wel 6000 gulden moeten betalen.

Brieffragment over de heer van Wulven

[verpondine vande huijse,] hier koomende seijt mij
den heer van suijle briefve van wttrecht te hebbe
hoe dat den heer van wulfve in sijn huijs wt ge
weest sijnde quam en vonter sesentwintich
soldaete in die hij middach en avont met vers
gestooft en gebrade fleijs en vande beste rinse wijn

Tweede brieffragment over de Heer van Wulven

moest trackteere die sij met keetels overt vier hingen
en koockten haer vis daer in, en dit om dat hij Eeni
=ge stoelle vanden heer van Ameeliswaert in sijn huijs
had, sij hebbe voordees doen afkundige dat niemant
Eenich gevlucht goet in sijn huijs mach berge of most
tent aengeefve, nu dit quam den heer van wulfe
heel wat vreemt voor die ginck aenstonts naer
den intendant en deed sijn beklach daer over
seijde hij Een geregent van die provinsi was dat
men hem so niet behoorde te trackteeren,
waer op tot Antwoort kreech dat sij geen reegente
en kende dat sij daer de reegente waere dat hij
heer van wulfve niet veel soude segge of Eert
ve avont sou sijn hem noch vijftich soldaeten
daer bij soude sende, daer op hebbense hem in
sijn kamer met vollenhoofve door soldaete doen
bewaeren, nu seijt me dat hij weer los is, doch dat
hij ses duijsent gul heeft moeten geefven, [onse]

Een gravure van allemaal mannen rond een tafel en ze hebben bijna allemaal een glas wijn in de hand. Ze zijn allemaal met andere dingen bezig. Op de voorgrond een bankje waar niemand op zit, maar er staat wel een halfvolle karaf op. Op de grond ligt een fles, een glas en andere rotzooi. Op de achtergrond zijn mannen aan het vechten.
Inwijding van een nieuwe Bentvueghel, Matthijs Pool ca. 1700. Collectie Rijksmuseum

Arm Amerongen

Ook in Amerongen gaat het niet goed. De secretaris zit gevangen in verband met een wanbetaling over de sauvegarde voor het dorp Amerongen. Over de afgelopen twee maanden had er nog 760 gulden betaald moeten worden. Het zint Margaretha niks. Het gaat slecht in het dorp, er is bijna niemand meer. Huibert van Velpen, die er nog wel is, durft overdag niet in huis te zijn. Hij verschuilt zich dan achter heggen en struiken.

Brieffragment arm Amerongen

[hij ses duijsent gul heeft moeten geefven,] onse
seeckreetaris godert doorslach hoor ick hier
dat sij ock om de wan betaelin vande brant
schattin vast die sij ter som van 760f over
twee maende van ons dorp wille hebbe, vast
hebe geset dat mij seer bekomert en weet niet wat
hier in sal doen, het dorp sijn meest al de
mensen wt dat kan niet geefve huijbert
van velpe derf bij daech niet in sijn huijs blijf
vebercht hem achter hechge en struijcke, och
wat miseerij is dit, en wie siet noch Eens
Een wtkomst, [den heer schadee heeft door den]

Utrecht en Gelderland

Als je van de bezette gebieden naar Holland wilt, moet je een borg betalen zodat je terug komt naar Utrecht of Gelderland. Dat geldt zelfs voor vrouwen. Vrouwen en kinderen die in veiligheid gebracht zijn achter de waterlinie, moeten weer naar de provincie komen. Als ze dat niet doen, staan er zware straffen op.

Kinderkamer met drie vrouwen, waarschijnlijk moeders en geen kindermeiden. De vrouw links leert een kind lopen. De vrouw in het midden zit op een stoel en geeft haar kind de borst. De rechter vrouw heeft een kind op de arm. Twee van de kinderen dragen een valhoedje, een gevoerd hoofddeksel dat hen moest beschermen als ze vielen. Op de achtergrond staat een wieg, één kind speelt met een wagentje aan een touw, een ander heeft een stokpaard.
Kinderkamer met drie vrouwen en kinderen, Gesina ter Borch, ca. 1660 – ca. 1661. Collectie Rijksmuseum.

De militaire plannen van de Prins van Oranje zijn door de wisselvalligheid van het weer in duigen gevallen. Het is de vraag wanneer hij weer wat kan ondernemen. En die arme mensen in Utrecht en Gelderland, die verlangen naar verlossing als een visje naar het water.

Brieffragment over Utrecht

[komt hij der wt ]sij laeten niemant wt wttrecht of
gelderlant gaen sonder borch te stelle datse
weer sulle koome ijae ock geen vrouwe, nu
de burgemeester hamel2Nicolaas Hamel seijt me dat in wttrecht
gemist wort of hij wt geraeckt is weetense niet
nu hebbense weer Een plakaet laeten wt gaen
waer bij se begeere dat al de vrouwe en kinder
die buijten die provinsie sij daer weer in
moete koome op swaere peene, [het heeft sijn hooch]

Brieffragment over het visje in het water

[hoopen] ondertuschen sitten die arme mense
int sticht van wttrecht en gelderlant en ver
lange als Een visge naert water om verlost
te mooge worden, [hier in deese stat heeft me]

Ieren en Schotten

In Amsterdam zijn Ieren en Schotten opgepakt die door intendant Robbert betaald waren om de schepen die in de stad aan wal liggen in brand te steken. De stad is aan een ramp ontkomen.

Brieffragment over de Schotten en de Ieren

[te mooge worden,] hier in deese stat heeft me
ock Eenige schotte en ijeren gevange die so sij
selfs al bekent hebbe om gekocht waeren van
prins robbert om hier al de scheepen die
aende wal legge ent oostindis huijs aen
brant te steecken dat geen kleijne schae sou
geweest [sijn de heer almachtich wil ons en]

Op de voorgrond een deel van de Dam, waar de vismarkt werd gehouden. Daarachter het Damrak, de laatste binnenhaven van Amsterdam, met op de achtergrond de schepen op het IJ. Rechts, boven de huizen, de toren van de Oude Kerk. Op de Dam is een optocht van de schutterij aan de gang, ook geheel links ziet met schutters marcheren.
Het Damrak naar het noorden gezien, Jacob Isaacksz. van Ruisdael, 1670-1675. Collectie Amsterdam Museum. Het Damrak was de laatste binnenhaven van Amsterdam.

Vrees en angst

Kennelijk is Margaretha bang dat Godard Adriaan ondanks al deze verhalen de ernst van de situatie niet begrijpt. Vanuit Den Haag lijkt het alsof de situatie in Amsterdam beter is, maar nu ze daar is weet ze beter. Ze benadrukt dan ook dat het niet uit maakt waar je zit: iedereen zit in vrees en angst en je bent nergens veilig. Ze hoopt, nee, ze bídt dat de verhalen over een overwinning van het Duitse leger waar zijn. Dat zou in ieder geval hoop geven: de mensen zijn zo wanhopig dat ze liever alles wat ze hebben achterlaten, dan zo te leven.

Brieffragment totale wanhoop

[der niet van kan weeten,] waer men is men sit in vrees
en anckts en nergens haest seecker, hoewel men hier noch
duijtse troeppees hebe gedaen dimen seijt so nae aende vijant
geweest te sijn dat qualijck moogelijck is of moeten aen
dat se 3000 van tureijnens volckeren totaEliter hebbe ge=
slaechge, hetwelcke de heer wil geefve dat waer mochte
sijn och dat sou wat moet geefve, de mense worde so dis=
=peraet datse segge liefver alles te laete wat sij inde
werlt hebbe als so langer te leefven, [de heer almachtich]

Een staand persoon, links in profiel, de handen opgeheven, het gelaat driekwart naar links.
Vrees, Pieter van den Berge, 1675 – 1737. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 2
    Nicolaas Hamel

Donkere wolken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 30 januari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 14 februari 1673 Bielefeld
Lees hier de originele brief

Margaretha zit nog steeds met twee doodzieken in huis: de keukenmeid en de jongen. Ze zijn nog steeds buiten hoop van leven. De jongen dolt zo dat hij nauwelijks in bed te houden is. ‘De Heere wil ze geven wat zalig is’, verzucht ze.

Nieuws uit Amerongen

De intendant van Utrecht, Louis Robert, heeft de secretaris van Amerongen naar Den Haag gestuurd met een dreigende boodschap. De intendant heeft opdracht gekregen om het Huys in Amerongen op te blazen, tenzij Margaretha 3000 gulden contant betaalt. De secretaris heeft ook een brief van Abraham van Wesel bij zich, advocaat van het Hof van Utrecht. De secretaris en Van Wesel denken beiden dat de Fransen wel met minder genoegen zullen nemen. De secretaris denkt dat 2000 gulden ook wel genoeg is, maar weet ook zeker dat als Margaretha dat niet betaalt, ze het plan om het huis te laten springen uit zullen voeren.

Brieffragment dreigement intendant Robert over Amerongen

de seeckretaris van Ameronge is hier van den inten
=dant robbert die te wttrecht is gesonde om mij te sege
dat hij last heeft omt huijs te Ameronge te doen
springe ten waere men met hem wilde ackordeer
en soude hem met Een som van drije duijsent gul
kontant laete kontenteere, de seckretaeris seijt
en den heere weesel schrijft sij geloofve hij met
minderwel te vreede sou sijn ija so de seekretaer
meent wel met twee duijsent gul sij beijde
meene ick dit hoorde te geefve sondert welcke
ongetwijfelt so sij segge sij tot de Exsekusie sulle
voort gaent, dat mij int binenste van mijn hart
sou jamere en seer doen, weet niet wat ick doen

Margaretha komt gelijk bij de kern van haar dilemma: als ze nu geld geeft, willen ze snel weer geld, want ze hebben geld voor de oorlog nodig. Bovendien is voor de Fransen geld net zo schaars als voor haar.

Brieffragment over geld

[sou jamere en seer doen,] weet niet wat ick doen

sal
tot konservaesi van mijn huijs sou ick veel doen en
meer als ick kan, maer vreese alsmen nu al gelt
geeft dat het in korte alweer te doen sal sijn,
want sij wille gelt hebbe, dat bij mijn ock so wel als
bij haer schaers is, ick ben hier seer in bekomert

Winterlandschap. Een vierkante toren en enkele huizen langs een bevroren water in een besneeuwd landschap. Op het ijs enkele figuren met een slede, links een boerenschuur. In deze voorstelling domineren de donkere onheilspellende wolken, die van links worden beschenen door de laagstaande zon. De dik ingepakte mensen op het ijs steken nietig af tegen deze onbarmhartige natuur. In zo’n winterlandschap van Ruisdael zou een vrolijke menigte schaatsers niet op zijn plaats zijn.
Winterlandschap met donkere wolken, Jacob Isaacksz van Ruisdael, ca. 1665. Collectie Rijksmuseum

Compassie

Margaretha besluit om op het gemoed van de Fransen te spelen. Ze stuurt de secretaris terug met de boodschap dat ze alles wat Godard Adriaan en zij bezitten in handen hebben en dat ze daar nu geen inkomsten van hebben. Voor wat extra dram voegt ze toe dat ze zelfs niet genoeg heeft om zelf van te leven. Als kers op de taart hoopt ze op de goedertierendheid en de compassie van Lodewijk XIV. En ze spreekt de Fransen ook aan op de praktische consequenties: als het goed (het kasteel) in brand gestoken wordt, dan hebben ook de Fransen er zelf ook niks meer aan. Tot slot stelt ze ook een eigen eis: als ze betaalt, dan wil ze ook de garantie dat er niks beschadigd wordt.

Brieffragment waarin Margaretha compassie van Lodewijk XIV vraagt

heb de seeckretaris die merge weerom gaet
belast te segge dat hij mij gesproocken heeft
en dat ick seg, sij al het onse in haere hande
hebbe daer ick als waer is niet Een stuijver
van kan trecke dat mijn goet so bedurfve is
dat ick selfs niet heb om van te leefve daerom
ick geen gelt heb en niet kan geefve, dat ick
hoop de goedertierenheijt vande koninck so groot
sal sijn en ock sijn kompassie, dat sij sulle bewoo
=ge worde van sulcks niet ter Exsekusi te stelle daer
sij niet int minste vande konne proofijteere, en
alsmen al wat sou geefve, of sij mij soude kone
verseeckeren dat mijn huijs int toekoomende
niet soude beschadicht worde, sal hierop het
antwoort vande seeckretaris verwachte ent
voort de heer almachtich beveelle in wiens
hande alles staet hij heeft het ons gegeefve hij
kant ons neeme als sijne godlijcke wille is, ick
kan niet segge hoe bedroeft ick ben, als wij ons

Geld

Het probleem om aan geld te komen is reëel: ze heeft nog steeds het duplicaat van de ordinantie niet, dus er wordt nog steeds niet uitbetaald. Ze verwacht dat dat deze week geregeld is, maar dan moet ze de ontvanger nog overtuigen haar het geld daadwerkelijk te geven. Zodra dit gelukt is, zal ze gelijk een verzoek tot een volgende uitbetaling doen. Margaretha is niet de enige met geldproblemen: de compagnie van Van Ginkel is ook al drie maanden niet betaald. Kortom, het is niets dan misère.

Brieffragment over de schaarste van geld

uhEd kan niet geloofve hoe schaers het gelt is,
de heer van ginckel is sijn kompangi bij de drij
maende ten achtere van sijn tracktement krijcht
hij niet, in soma tis niet als miseerij, [de luijde]

De oorlog

De mensen beginnen ook de stad weer uit te vluchten, de angst voor vriesweer is nog steeds groot. De Franse troepen in Utrecht komen weer in beweging, dus daar staat wat te gebeuren, en ook de Prins van Oranje schijnt nog een plan te hebben. Het vervelende is dat het weer zo ‘wankelbaar’ is, dat er nauwelijks iets te plannen is.

Brieffragment over het vriesweer

[hij niet, in soma tis niet als miseerij,] de luijde
vluchte weer van hier met gewelt nu weer be=
gint te vriesen, hoope het niet aenhoude sal, in
en ontrent wttrecht treckense weer seer veel volck
ock Eenige ruijterij, men vreest sij weer Eenich de
seijn op hande hebbe, daer wij voor moete schricke
want het geluckt haer meest wat sij beginne ist
niet al int geheel altijt ten deelle, [nu begint]

Er is goed nieuws gekomen uit Keulen! Men zegt dat de troepen van de Keurvorst 3000 Münstersen verslagen zouden hebben! Margaretha hoopt maar dat het waar is.

Venijn

Het venijn zit in de staart. De secretaris heeft gezegd dat intendant Robert een lijstje heeft met huizen die hij wil laten springen. Op dat lijstje staan vijf huizen en Amerongen is erbij! Daarnaast worden Zuilesteyn, Moersbergen, Hindersteyn en een huis dat ze zich niet kan herinneren genoemd.

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel-Roghman-achterkant

Kasteel Amerongen, reproductie van tekening van Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort / 030751

Moersbergen-Doorn

Moersbergen-Doorn

Tekening van Kasteel Moersbergen, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Zuylestein-Leersum

Zuylestein-Leersum

Prentbriefkaart van foto van Kasteel Zuylestein, 1900-1905, Collectie Het Utrechts Archief

Hindersteyn-Langbroek

Hindersteyn-Langbroek

Tekening van Kasteel Hindersteyn, anoniem ca 1665, Collectie Het Utrechts Archief

Er schijnen ook huizen veilig te zijn: Renswoude, Schonauwen, Hardenbroek en Groenewoude. Laten dit nu net allemaal huizen zijn waar familie van Johan van Reede van Renswoude woont! Zijn zoon Frederik woont op Schonauwen, dochter Jacoba is getrouwd met Hendrik Gijsbert van Hardenbroek en Groenewoude is net door dochter Mechteld gekocht voor haar zoon Gijsbert Johan van Hardenbroek. En dan schijnt ook nog dat Gilles Sautijn bemiddeld heeft. Zouden de roddels dan toch waar zijn? Margaretha had eerder gehoord dat Sautijn buskruit aan de Fransen had verkocht en ze had Van Reedes van Renswoude ook al aan Sautijn gelinkt

Afsluiting met ps

de seeckretaris
seijt dat den intendant
5 huijse op sijn briefge
heeft om te doen springe
alst huijs te Ameronge suijlisteijn moersberge
hindersteijn het ander is mij ontgaen,
rhijnswou schoonouwe hardenbroeck en groenewou
dat de maijoor hardenbroeck lest gekocht heeft
sijn so geseijt wort door reeckomandasi van
Arlinton , en soutijn van Amsterdam vrij

Renswoude-Renswoude

Renswoude-Renswoude

Kasteel Renswoude, prentbriefkaart naar tekening, 1910-1915, Collectie Het Utrechts Archief

schounauwen-houten

schounauwen-houten

Kasteel Schonauwen, Roeland Roghman, 1646-1647, Collectie Teylers Museum

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Hardenbroek-Driebergen-Rijssenburg

Kasteel Hardenbroek, anonieme tekening, begin 20e eeuw, naar een tekening uit 1694, Collectie Het Utrechts Archief

Groenewoude-Woudenberg

Groenewoude-Woudenberg

Gezicht op huis Groenewoude, gezien vanuit het oosten, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1650. Collectie Rijksmuseum

Pagina 3 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén