Mijn heer en lieste hartge

Tag: Gebint

Wormkruid en klapmutsen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Godard Adriaans brief van de 21ste is binnen en kennelijk heeft hij geschreven dat hij een compliment van Willem III zelf gehad heeft. Margaretha is blij voor hem. Nu hopen dat het werk daar verder tot tevredenheid zal lopen. Heeft Godard Adriaan inmiddels de gezonden koffer ontvangen?

Aanhef

Ameronge den
24 ockto 1676
[rec: 29. Oct 1676]
Mijn heer en lieste hartge

uhEd aengenaeme vande 21 deeser ontfange
ick so aenstonts, het is mij lief sijn hoocheijt
so wel van uhEd doen aldaer voldaen is,
hoope alles verder tot kontente ment sal
wtvalle, en dat uhEd het gesondene
koffer nu sult ontfange hebbe, [wat be]

Dominee Keppel

Margaretha heeft tot op heden twee keer over de Amerongse dominee Keppel geschreven. In 1671 had hij ruzie met schoolmeester over de nalatenschap van Aaltje van Bemmel en eind 1672 was hij ziek. De predikant heeft nu iets gedaan wat ze niet noemt, ze geeft alleen maar aan dat hij er de wind flink onder heeft (hij heeft de lieden onder het sim). De irritatie is nu kennelijk echt heel hoog, want ze haalt een oude koe uit de sloot. De luitenant waar ze het over heeft is waarschijnlijk Floris Hage. Zijn vrouw wilde in 1659 niet bij hem wonen en toen heeft Keppel hen beiden uitgesloten van de Tafel de Heeren. Volgens 1 Korientiërs 14-37 heeft iedereen die gelooft toegang tot deze avondmaalsviering, behalve ongelovigen en zij die leven als ongelovigen. Door Floris Hage en zijn vrouw uit te sluiten, trekt hij dus eigenlijk hun geloof in twijfel.

Een man staat met een hand op zijn borst. In de andere hand houdt hij een opengeslagen boek. Op de achtergrond zit Christus met zijn discipelen aan het Laatste Avondmaal.
Staande man met geopend boek, Jan Luyken, 1683. Collectie Rijksmuseum. Titelpagina voor: J. Claude, Ondersoek van sigh selven, om sigh wel te bereiden tot de gemeinschap vande tafel des Heeren, 1683

Godard Adriaan heeft kennelijk aangeraden dat ze het zich maar niet aan moet trekken en dat is Margaretha met hem eens, maar toch. Als ze hem zonder wormkruid zou kunnen lozen, dus makkelijk van hem af zou kunnen komen, dan wist ze het wel. Maar de kans dat dat lukt acht ze klein.

Wormkruid werd vroeger gebruikt om plaagdieren af te weren: vliegen, muggen, mieren, wormen en ander kriebelig gespuis.

Eerste brieffragment dominee Keppel
Tweede brieffragment dominee Keppel

[koffer nu sult ontfange hebbe,] wat be
=lanckt het gepleechde van onsen preedi=
=kant1Bernard Keppel hij heeft de liede so ondert sim2Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben dat
se niet derfve kicken3Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven de luijtenant doen
hij hem de tafel des heeren verboot badt
als Een kreupel4Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig dat hem dat affront5Affront: Belediging, krenking van eer
niet aengedaen mocht wort maert holp
niet hij moster6moest er af blijfve, het beste mijn
s oordeels is dat men sich die domijnees
niet aen treckt gelijck uhEd wel seijt

konde wij hem sonde wurmkruijt losse7Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken waerender
wel aen maer vrees het so niet lucken sal
hij is te seer bekent, [onse timmeraesge]

Botanische tekening van een plant met met een gele schermbloem en een geveerd blad. In het midden de hele plant, daar langs details van blad, knop bloem en wortels.
Tanacetum vulgaris (wormkruid). Uit: Prof. Dr. Otto Wilhelm Thomé (1885-1905). Flora von Deutschland, Österreich und der Schweiz – in Wort und Bild für Schule und Haus. Bron: Botanik Online

De kap

De timmermannen die aan de kap werken, werken ondanks het slechte weer stug door. Ze werken zo netjes, dat Margaretha duidelijk geniet van het werk.

Brieffragment over de kap

[hij is te seer bekent,] onse timmeraesge
int sette vande kap is deese weeck hoewel
wij int begin van weeck seer quaet weer
hebbe gehad heel wel gevordert meest
al de onderste gebinte sijn geset en
sullense int begin van aenstaende
weeck de boovenste gebinte of de
spitse vande kap beginne te sette, sij
wercken het werck so net en vast in
Een dat Een plaeijsier is te sien ,
moogen wij maer noch Eenige dagen
goet weer houden salt al haest aen
schieten, [rietvelt is met 12 truijfelt]

Een blije timmerman met een passer in de hand en een handboor aan zijn muts.
Timmerman, Jacob Gole, naar Cornelis Dusart, 1670 – 1724. Collectie Rijksmuseum.

So doet die is 

De metselaars werken aan de schoorstenen, de gravers graven in de gracht en zoonlief heeft de stadhouder geholpen een hert te vangen. Schoondochter Philippota wacht in Amerongen op hem, zodat ze samen naar Middachten kunnen. Uiteraard doen zij en al haar kinderen de groeten. Dan sluit Margaretha af met ‘so doet die is’. So doet betekent hier eigenlijk ‘hetzelfde doet’ en die is ‘zij die is’, gevolgd door haar ondertekening, dus de zij is Margaretha zelf. Dus Margaretha groet haar man ook.

Eerste brieffragment over wat iedereen doet
Tweede brieffragment over wat iedereen doet

schieten, rietvelt is met 12 truijfelt8Truifel=troffel
aent op haelle vande schoorsteene tot
onder de nock vant dack, de graef
=vers wercke noch inde grafte, de heer
van ginckel is bij sijn hoocheijt op de jacht

heeft Een hart helpen jagen hoope hem die
Echsersisie9Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied wel sal bekoomen, hij was
noch vrij wat swack doen hij van hier
ginck, de vrou van ginckel is noch hier
wacht haer man om saeme naer
Middachte te gaen, preesenteert
met al haer kindere haeren dienst
aen uhEd, so doet die is

Op een open plek in een donker bos rijdt een ruiter af op een hert dat opgejaagd wordt door honden. Verderop rijdt ook een ruiter. Voor op een pad staan drie mannen met honden.
Hertenjacht in een bos, Jan Hackaert, 1660. Collectie Mauritshuis.

Klapmutsen

In de ps (bijna zoals gebruikelijk) nog een belangrijke opmerking: er komt via Temminck een tekening aan van de schoorstenen en de pilaren in de tuin. Ook daarvoor wil Margaretha graag weten wat het kost en als daarvoor Bremer hardsteen gebruikt wordt. De stenen die boven op de pilaren liggen worden klapmutsen genoemd.

Afsluiting en ps

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
deesen avont
send ick aen
teminck Een teijckenin vande schoorsteene
en vande pijlaers inde hof met de maete
daer bij, om te verneeme wat de hartsteene
op de schoorsteene en de klap mutse
soude koste van breemer steen met
versoeck hijt selfve uhEd wilde schrijfve
ende teijckenine toesende

Onder een boom staat een bakstenen pilaar met een hardstenen klapmuts. Op de klapmuts staat een stenen leeuw met zijn rug naar ons toe, daarvoor zit een cyperse kat. Naast de pilaar staat een man met een hoed op die lacht naar de kat.
Hoofd Gebouwen, tuin en terrein Ruud en Hoofd Muizen Simon hebben werkoverleg in de tuin. Foto: Annemiek Barnouw. Simon zit op een klapmuts.
  • 1
    Bernard Keppel
  • 2
    Iemand onder (de, het) sim hebben of houden: onder de duim hebben
  • 3
    Kicken: Een nauwelijks hoorbaar geluid, een kik geven
  • 4
    Als een kreupel: gebruikt als bijwoordelijke bepaling van graad in den zin van: zeer, geweldig
  • 5
    Affront: Belediging, krenking van eer
  • 6
    moest er
  • 7
    Iemand zonder wormkruid lozen: iemand, inz. een ongewenscht persoon, makkelijk kwijtraken
  • 8
    Truifel=troffel
  • 9
    Exercitie: Oefening op geestelijk of lichamelijk gebied

Het opperste van het huis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 18 oktober 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 oktober 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft de laatste brief van haar liefste hartje die eigenlijk gisteren bezorgd zou worden nog niet ontvangen. Het is onduidelijk of de brief in Den Haag of in Utrecht is blijven liggen bij de post. Zeventiende-eeuwse problemen waar Margaretha niet te lang bij stil blijft staan. Zonder een antwoord op haar laatste brief, schrijft zij wat er afgelopen dagen allemaal is gebeurd om Godard Adriaan op de hoogte te houden.

Aanhef, missende brieven en hout

Ameronge den
18 ockto 1676
[rec. 22 dito]
Mijn heer en lieste hartge

gistere avont heb ick weederom de verwachte
briefve van uhEd niet de laeste post niet ontfange
of die in den haech of tot wttrecht
blijfve legge weet ick niet ,
Eijndelijck hebbe de timerliede gistere
en Eergistere de kap opt huijs begonne
te rechte en staender al Eenige ge=
binte op, het meeste hout is tot de
kap al opt huijs en bij de hant ge=
brocht so dat ick hoop het nu wat
beeter sal voort gaen, [ick heb deese]

een timmerman zittend op een balk die hij met hamer en beitel bewerkt
De timmerman, fragment uit: Vier beroepen, anoniem, naar Jan Luyken, naar Caspar Luyken, ca. 1700 – ca. 1790. Collectie Rijksmuseum.

Het grootste ongeduld van de wereld

Twee dagen voor het schrijven van de brief zijn de timmerlieden begonnen met de kap van het huis. Er zijn al balken rechtop gezet. Ook het zware hout waar Margaretha in haar laatste brief over schreef is naar de bouwplaats gebracht. Margaretha hoopt dat dit de voortgang zal bevorderen. Margaretha heeft met de grootste ongeduld van de wereld gewenst dat het gebint al deze week gezet zou kunnen worden. Ze realiseert zich maar al te goed dat de werklieden een monsterklus moeten verrichten met al het zware hout dat zij moeten gebruiken om het huis te bouwen. De werklieden werken door maar zij zullen alsnog veel tijd nodig hebben om de klus te klaren.

Brieffragment over het gebint
Fragment ‘en opt werck brenge'

[beeter sal vortgaen,] ick heb deese
weeck met de meeste inpaesijensi vande
werlt gewenst sij Eens tot het sette
van de binte soude koomen en moet
segge datter niet in versuijmt is
maert neemt veel tijt wech Eerse
al dat swaere hout bij de hant

en opt werck brenge, [ick ben nu opt opperste]

Het gebint. Foto en ©: Hans Neecke.

Het schoonste gesicht

Dat de vrouwe van Amerongen een graag een nauwlettend oogje in het zeil houdt op de voortgang is wel duidelijk. Zo nauwlettend dat ze aan Godard Adriaan meldt dat ze naar het ‘opperste van t huijs’ is geweest.  Margaretha heeft op 63 jarige leeftijd de steigers beklommen naar het op dat moment hoogste punt van het huis. Wat ze daar zag vond ze adembenemend. Het uitzicht was het mooiste wat je je maar kon bedenken schrijft zij aan haar man. Hoe het uitzicht er destijds uit heeft gezien, vermeldt ze niet. Het uitzicht richting het westen, naar Wijk bij Duurstede, is waarschijnlijk vergelijkbaar met wat Margaretha moet hebben gezien.

Brieffragment over dak en uitzicht

[en opt werck brenge,] ick ben nu opt opperste
vant huijs geweest beken het schoonste
gesicht daer is dat men kan inmaesge=
neeren, [rietvelt is gister avont weer]

Een roze-paars-gele lucht met sluierbewolking, de kleur van de wolken weerspiegelt in het water dat in de uiterwaarden staat. Door de uiterwaarden kijk je ver weg, in de schemer zie je nog het silhouet van de bomen aan de horizon. Op de voorgrond aan twee kanten een schuin dak met leien, links de kruin van een kale boom.
Uitzicht vanaf het dak van Kasteel Amerongen naar het westen, 2016. Foto: Annemiek Barnouw

Reien

Meestermetselaar Rietvelt is gisteren gearriveerd in Amerongen. De metselaars zijn nog bezig met het afreien van de bogen boven de vensters. Een rei is een gereedschap dat door verschillende ambachtslieden wordt gebruikt om na te gaan of het oppervlak recht is of de juiste boog heeft. Een rei is meestal een rechte plank of liniaal. Afreien is dan met rei nagaan of (in dit geval) de boog klopt. Zodra de kap klaar is, zal Rietvelt met de mooiste stenen gaan werken. Ondertussen moet hij ook nog enkele schoorstenen binnen in het huis tot onder de nok van het dak metselen. Rietvelt staat nog een flinke klus voor de boeg aangezien er vier schoorstenen zijn gerealiseerd.

Twee mannen zijn aan het werk aan een nieuw gebouw. Er staat het frame van een deur en van een raam. De man rechts legt stenen en metselt. De man links staat voor een grote stapel stenen met een lange stok. Zou hij kalkmortel maken?
Metselaars, Jan Gillisz. van Vliet, 1635. Collectie Rijksmuseum.

De brug wordt ook steeds meer af. De ijzeren leuning is geplaatst en zelfs al in de verf gezet. Margaretha heeft binnen een week werklieden kunnen vinden om het puin uit de gracht te halen en deze uit te modderen. Hoewel ze ongetwijfeld blij is geweest dat deze klus is afgestreept, begint het geld op te raken en raakt ze daar zwaarmoedig van

Brieffragment metselwerk, brugleuningen en gracht
dat ick niet weet hoet maecken sal

[=meeren,] rietvelt is gister avont weer
hier gekoome, de metselaers sijn noch
aent af reeijen vande boogen die booven
de vensters koomen, so haest Eeni
chsins de kap ree is sal hij aent op
haellen van de schoonsteene gaen en
ondertuschen noch Eenige schoorstee
=ne van binne int huijs tot onder
de nock vant dack op metselen,
de leunin vande bruchis daer op ge=
stelt en heb die Een ijser verfge
laeten geefven, bij dit lage water
dat ongemeen is, heb ick Eenige
wercklie wt het veen1Veenendaal laete koomme
om de grafte te laete het puijn wt
haelle, en ock klaer maecke, maer
moet al weer van swaericheijt
spreecken mijn gelt wort so kort

dat ick niet weet hoet maecken sal

De kwieke Van Ginkel

Naast drukte op de bouwplaats is het ook druk met bezoekjes van familie. Van Ginkel is weer up and running! Hij is bij Margaretha in Amerongen. Van Ginkel is in redelijke gezondheid maar kan eigenlijk nog niet paardrijden schrijft Margaretha. Toch wil hij morgen al naar zijne hoogheid Willem III.

Zwart paard met een hoofdstel met een man ernaast met een blauwe jas, een wit sjaaltje, een pofbroek en kousen die de teugels vast houden. Hij kijkt naar het paard, terwijl het paard naar de schilder kijkt.
Zwart paard door een stalknecht geleid, anoniem, ca. 1670. Collectie Rijksmuseum

De nicht van Godard Adriaan, Elisabeth van den Boetzelaer, is ook in Amerongen met haar twee dochters. Zij zou graag wat geld van de heer Ridderschap in Utrecht willen, maar Margaretha geeft aan dat zij daar niet bij kan helpen. 

Van Ginkel en de vrouw van Nieuwenheijm

de heer van ginckel is hier sijnde in
reedelijcke gesontheijt toegenoomen
maer kan noch qualijck te paert sitte
en derft niet langer blijfve wil
merge naer sijn hoocheijt, de vrou van
nieuwenheijm is ock b met beijde ha2haar
dochters hier had gaern wat gelt
van de heere ridderschap tot wttrecht
daer ick haer niet aen weet te
helpen, hier meede blijfve

P.S. Frits

In de brief van 28 september 1676 schreef Margaretha dat kleinzoon Frits vaak de groetjes doet, maar dat zij dat vergeet te vermelden. Gelukkig denkt ze er deze keer wel aan om de plannen van Frits en zijn zusjes door te geven aan opa. De kleinkinderen zijn van plan om een nieuwjaarsbrief aan hem te schrijven, maar hopen dat dat niet nodig zal zijn en hij tegen die tijd weer terug is.

Afsluiting en naschrift

Mijn heer en lieste hartg e
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
frits met al
sijn susters preesenteere
haeren ootmoedige3ootmoedig: nederig dienst
aen groote papa, leert
al om Een nieuijaers brief
te schrijfve maer hoopt niet
dat groote papa so lan wt sal blijfe

Bruine tekening van een moeder met een molensteenkraag die met een kind aan tafel zit. Voor hun ligt een boek met plaatjes opengeslagen, waar het kind in wijst. De vrouw heeft haar linkerarm om het kind heen geslagen en houd met haar linkerhand het boek vast. Met haar rechterarm ondersteunt ze haar hoofd. Op tafel ligt een mes en een (ganzen)veer, een kaarsschaar en een etuitje. Net op de rand van de tekening staat een kaars.
Vrouw met kind en plaatjesboek, Jacob van der Gheijn II, 1580 – 1629, Collectie Kupferstichkabinett

  • 1
    Veenendaal
  • 2
    haar
  • 3
    ootmoedig: nederig

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén