Mijn heer en lieste hartge

Tag: Langstraat (de)

Mannen met spijt en mannen met goede moed

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Wederom is volgens Margaretha niets schrijvenswaardigs gebeurd de afgelopen paar dagen. Toch schrijft ze een paar velletjes vol. Vanmorgen zijn de diplomaat Hieronymus van Beverningh en de Spaanse resident vanuit Keulen naar Den Haag gekomen met nieuws. Wat het nieuws is, is onduidelijk. Margaretha hoopt op goed nieuws, maar als dat het geval is zal het wel snel naar buiten komen. Nee, dat zouden ze niet geheim houden, de mensen verlangen zó naar vrede.

Weer meer Maastricht

De gouverneur van Maastricht, Jacques de Fariaux, is in Den Haag en heeft verslag uitgebracht aan Zijne Hoogheid en de staat, over wat er binnen Maastricht is gebeurd en de reden voor de overgave van de stad. Men zegt dat de stad niet langer stand had kunnen houden, omdat het leger van binnenuit zozeer uitgeput was. Lodewijk XIV bracht om de twee à drie uur verse troepen om de verdediging te versterken.

Linksvoor stroomt een rivier, na een klein stukje rivieroever staat er een hekje en direct daarachter een hoge muur. Achter de muur ligt de stad Maastricht. Vooraan een rij (vakwerk-)huizen, daarachter de Onze Lieve Vrouwe Basiliek.
Gezicht op de muren van Maastricht, Josua de Grave, 1670, Collectie Rijksmuseum.

Een misser over Maastricht

En had ze dit nu al eerder geschreven of niet? Margaretha is het even kwijt, maar voor de zekerheid schrijft ze haar man toch over iets wat ze heeft vernomen over de zoon van de heer Alexander de Soete van Laecke. De beste man is buiten zijn boekje gegaan. Er was nog geen zekerheid over het overgeven van de stad – het officiële akkoord was nog niet gegeven – maar hij schreef er in een brief naar zijn vader al over alsof het een voldongen feit was. Hij verkondigde in de brief dat de troepen zich zouden terugtrekken en dat hij zelf het akkoord niet had getekend. Maar het was extreem onvoorzichtig de brief te schrijven en had niet de wijde wereld in gemogen. De gouverneur van Maastricht was woedend en de eer en reputatie van de familie de Soete van Laecke zullen ernstig worden aangetast…

Eerste brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr
Tweede brieffragment over Alexander de Soete van Laecke jr

[=re af losten,] ick weet niet of ick uhEd voordeese
heb geschreefve van Een brief die de soon vande heer
van vieleers wt Maestricht aen sijn vader heeft

geschreefve Effen doent ackoort was gemaeckt en
men hier niet seeckers daervan had, waer in hij
schrijft dat ons volck daer wt soude trecken en
dat hijt ackoort niet had geteijckent en de pen
niet alles kost vertrouwe maer hierkoomende
mondelin het gepasseerde sou verhaelle, of dierge=
lijcke, dees en brief sijnse so onvoorsichtich geweest
dat sij Een ijder hebbe laeten sien sijn hoocheijt selfs
lietse door den heer boreel haelle en heeft se geleesen
dewelcke brief bij den gouverneur faerijo heel qualijck
genoome wort en heel hooch ijae so dat hij vieleers in sijn
Eer en reeputaesi vrij gekrenckt wort dat ick
van sijnent weege vrees hij voelle sal, mij jamert
de oude liede die hier seer over ontstelt sijn [,den]

Een verzoekje

En dan ander nieuws in hetzelfde thema: weer een man met spijt. De gewezen majoor van Hardenbroek is wanhopig. Wat er precies voorgevallen is, is niet duidelijk, maar hij heeft een keer het bijltje erbij neer gegooid. Het is al even geleden, want het is niet de eerste keer dat Margaretha hem de gewezen majoor noemt. Van Hardenbroek is bij Van Ginkel als die ziek in Brussel ligt. Dan noemt ze hem al de gewezen majoor. Nu staat het water hem kennelijk aan de lippen want zowel Gijsbert Johan als zijn moeder1Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan smeken Godard Adriaan om hem te helpen een plaats te krijgen in zijn leger, misschien als luitenant of zelfs kolonel? Ze smeken en smeken of Margaretha haar man alsjeblieft zou willen schrijven met een goed woordje erin voor de gevallen majoor. Nou, bij dezen.

Blad met twee tekenvoorbeelden. Boven een man, kalend met een baard, die zijn handen gevouwen heeft een smekend omhoog kijkt. Onder een man met een stok die met zijn handen tegen elkaar tegenover een vrouw zit die haar vingers ineengestrengeld heeft.
Compositie met smekende figuren, Jean Dubrayet, ca. 1627, Collectie Rijksmuseum.

Hooi, turf en hout

Godard Adriaan heeft voor de militie die hij geworven heeft geld voorgeschoten en het ziet ernaar uit dat Margaretha dat geld terug gaat krijgen. Als ze het geld echt krijgt zal ze met dat geld de militie betalen, in ieder geval voor zover dat lukt. De kosten lopen namelijk hoog op. Margaretha sluit ook een overzicht bij van de kosten van de huishouding. Ze is echt zo zuinig mogelijk, maar ze heeft wat gerekend en er zal elk jaar minstens vijfduizend gulden worden besteed. Nu moet ze bijvoorbeeld weer voorraden van hooi, turf, hout en dergelijke voor de komende winter regelen.

Brieffragment over de financieën

[gedaen,] hier neffens gaet de memoorije2overzicht vant leste
gelt dat ick ick ontfange hebbe, nu weet ick niet
dat wij hier meer schulde hebbe die van Eenige
inportansie sijn, ick leg het in alles so naeu
over alst moogelijck is noch loopt het al hooch
en sien hoe ickt overlegge datter al bij de vijf
duijsent int ijaer at verteert sal worde, nu moet
ick weer provijsie van hoeij turf en hout en
dier gelijcke voor de winter op gedaen worde
ick hoope noch al datse ons de ordinansie die
in hande heb sulle betaelle, [nu weer vant]

Goed nieuws en goede moed

Toch ook nog wat positiever nieuws: de Zilvervloot is veilig aangekomen, waar veel vreugde over heerst. Dat is niet verwonderlijk, want het schijnt dat er een aanzienlijke hoeveelheid zilver binnenkomt. Het is geweldig dat God nu weer Zijn genade toont.

Alle troepen verzamelen zich inmiddels in het gebied van de Langstraat: Prins Maurits3Johan Maurits van Nassau-Siegen is terug gekomen uit Friesland , het regiment Van Ginckel is naar het land van Altena en de graaf van Waldeck4George Frederik van Waldeck-Eisenberg naar Geertruidenberg. Het leger verzamelt zich met goede moed. Het schijnt dat Lodewijk XIV inmiddels in Charleroi is.

Gewelfde voet. Balusterstam met knop en een luchtbel, daarover drie schrijven. Op conische kelk in radgravure een boer met ploeg getrokken door twee paarden op akker en enkele boompjes, aan de andere zijde een driemaster op kalme zee. Boven de boer het opschrift: SALUS PATRIÆ.
Wijnglas met een schip, anoniem, ca. 1750 – ca. 1775, Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Mechteld van Reede van Renswoude, dochter van Johan
  • 2
    overzicht
  • 3
    Johan Maurits van Nassau-Siegen
  • 4
    George Frederik van Waldeck-Eisenberg

Ambassadeursroddels en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 14 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

De bekende tienduizend gulden is weer waar Margaretha haar brief begint. Weer is er geen vooruitgang te melden. Waarom ze er dan toch over blijft schrijven? Om Godard Adriaan op de hoogte te houden natuurlijk en om te laten zien dat ze hard werkt om betaald te krijgen. Het moet voor Godard Adriaan wat geweest zijn: iedere brief van vrouwlief die hij kreeg begon met steeds hetzelfde slechte nieuws. Toch fluit Godard Adriaan Margaretha hier kennelijk niet over terug, zoals hij dat bij andere zaken waar Margaretha iets te uitgebreid over doorging wel deed. Schijnbaar is dit onderwerp van groot belang voor hem. Begrijpelijk wel, het is tenslotte zijn salaris.

Eerste pagina van de brief
Brieffragment over verdubbeling van schuld

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 7 deeser heb ick ontfange,
de state van hollant sijn vergadert, den ontfa
wt den boogaert1Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard wort hier verwacht die de raet
pensionaris2Raadspensionaris Gaspard Fagel belooft heeft te sulle spreecke
weegens onse betaeline van de bekende tien
duijsent gul, ick wacht daer op met het
versoecke van weer Een ordinansi, vrees
=sende dat als ick die weer versoecke sij noch
difisielder sulle weesen om deese te behaelle
maer so haest ick hoore wat hoop den ontfanger
mij tot de betaeline van deese geeft sal ick
weer Een versoecke, het gelt is niet te krijge 
uhEd sou niet geloofve hoe slecht het met de
betaelline gaet, en hoe scherp se overde be=
=taeline vande schattine maene, ick meende
en wist niet beeter of had met de betaelin
van de Eerste kapitaele leenin overt ijaer 1673
voldaen, en nu van weeck sendense mij wees
Een deurwaerder om de tweede kapijtaele
leenine overt selfve ijaer bine 24 Eeure

op peene van Een dubbelde som te moete betaele
het welcke ick dan weer voorde tweede mael
betaelt heb ter som van 200f, [int begin]

Salaris krijgt Godard Adriaan niet maar leningen moeten wel terugbetaalt worden. Zo was er van de week nog een deurwaarder langsgekomen die geld wilde. Had Margaretha hem niet afbetaald, was het bedrag als straf verdubbeld. Heel de Republiek is in geldnood en iedereen moet moeite doen om rond te komen. Zo ook de Staten-Generaal: de eerder aangekondigde honderdste penning moet in augustus weer betaald worden, net als de belasting op onroerende goederen.

Echter, niet iedereen heeft zin om dit te betalen wanneer de betalingen aan het leger zo slecht lopen en het geld daarnaast gestopt gaat worden in het versterken van steden die dan na tien of elf dagen toch wel in de handen van de vijand vallen. Het pessimisme zit er goed in bij de bevolking.

voor waer niet hoet gaen sal, so onwillich
worden de liede alse hoore dat de betaelin
so slecht voor de meeliesie gaet en dat de
steede die so veel van fortifiseere koste
en van alles so wel versien sijn so in 10
a 11 daege over in hande vande vijant
gaen, men derft niet segge maer se roepe
seer over de spaense, de heer almachtich
weet alles, met de naeste post sal ick
uhEd de meemoorije vande mij laest ontfan
gene twee duijsent gul sende op dat deself
kan sien wat ick daer van heb betaelt
so ick hier geen gelt ontfan weet ick geen
raet het wort tijt om alderhande provijsie

De geldnood heeft ook nog een ander nadelig gevolg: Margaretha kan niet op tijd voorraden voor de winter in slaan. Met name hout en turf zijn duur geworden. De constante regen is slecht voor de turf en heeft ook nadelige gevolgen voor het hooi. Margaretha vraagt zich af waar de ruiters nog hooi voor hun paarden vandaan zullen halen, wanneer er zo veel hooiland onder water staat en de regen de rest verpest. Het blijkt weer eens dat de Hollandse Waterlinie zowel een zegen als een vloek is.

Brieffragment over voorraad

[voorde winter te doen] turf en hout is seer
dier ten doet niet als reegenen dach op dach
dat niet goet opt hoeijhooi of turf is, soot so
voort gaet weet ick niet waerse hoeij voor
de ruijters sulle haelle, daer staet so veel
hoeij lant onder water en dat drooch leijt
wort vande reegen bedurfven, [sijn hoocheijt]

Het staatse leger trekt uit

Dat er hooi nodig is voor paarden mag blijken uit de rol die de ruiterij heeft gekregen van Stadhouder Willem III: ze zijn de Langstraat in gestuurd, een gebied tussen Breda en de Meierij van Den Bosch. Willem III is bezig met het formeren van een leger in het zuiden van Holland maar helaas is hij niet de enige die daarmee bezig is. Ook de Fransen zijn bezig met de voorbereidingen van snode plannen: menig takkenbos wordt naar de stad Woerden gesleept met een onduidelijk doel. In Utrecht zijn de Franse plannen een stuk duidelijker: daar willen ze simpelweg driehonderdduizend gulden van de inwoners hebben. Alsof het niets is…

Brieffragment over Willem III op de Langstraat

[wort vande reegen bedurfven,] sijn hoocheijt
doet vast Een leeger formeere so men seijt
gaet onse ruijterij s naer de langestraet3De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
derworde ock veel scheepe geprest4Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen., de heer
almachtich wilt voorneeme seegenen,
te woerde seijt me dat ock groote preepe
raesie gemaeckt worde datter meenichte
vande tackebosse gebrocht sijn die wel Eens
so lan als ordinaerise5Ordinaris: Gewoon(lijk), ick vreese sij alweer
wat voor sulle hebbe, tot de vreede seijt me
dat gans geen apreehensie6Apprehensie: Bevatting / besef hebben van is. Kan ook beducht, bezorgd betekenen. De context is onduidelijk, de heer wil ons
bij staen te wttrecht willense weer drijmael
hondert duijsent gul vande inwoonders hebbe
en dat voor kontrebuijsie over de maende
van meij en ijuini lestleeden, [de heer van]

Antieke topografische kaart van West-Brabant, destijds onderdeel van het gewest Holland met daarop de cultuur-historische regio's te zien. Links op de kaart ligt de Baronie van Breda, dan de Langstraat, dan het Land van Altena en vervolgens een deel van het gewest Gelderland.
Kaart van “Hollandiae pars meridionalior vulgo Zuyd-Holland” (met aanduiding van De Langstraat: Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Sprang, Vrijhoeve, Capelle, Waspik), z.j. Auteur: Nic Visscher. Via Streekarchief Langstraat Heusden Altena. Links groen is de Baronie van Breda, het roze midden onder is het Land van Altena en het witte daartussen is de Langstraat.

Diplomatieke rivaliteiten

Er heerst geldnood, de oorlog woedt door en het leven is onzeker maar ondanks al deze narigheid neemt Margaretha toch nog even de tijd voor roddels over Godard Adriaans rivaal, ambassadeur Daniël Oem van Wijngaarden, heer van Werkendam. De rivaliteit – van Margaretha’s kant tenminste – is al een tijdje gaande: al in maart 1672 schreef Margaretha over hem in weinig positieve bewoording en met enige jaloezie. Werkendam mocht namelijk een koets, zijn vrouw en een stel dienaren meenemen op missie naar Denemarken. Destijds was Werkendam al ambassadeur extraordinair terwijl Godard Adriaan nog maar ambassadeur ordinaris was.

Schandalig dus. Het laatste bericht over Werkendam was weinig positief: hij heeft een rommeltje gemaakt van zijn opdracht. Toch is Werkendam nu nieuwe eer ten dele gevallen: hij is door de Deense koning Christiaan V benoemd tot baron en is geridderd. Gelukkig niet tot de orde van de olifant merkt Margaretha op. Godard Adriaan is sinds 1660 ridder in deze orde die de hoogst mogelijke ridderorde in Denemarken is. Heeft hij toch nog een stapje voor op Werkendam.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden

[van meij en ijuini lestleeden,] de heer van
rhijnswou7Johan van Reede van Renswoude gistere bij mij sijnde seijde gehoort
te hebbe dat den heer van werckendam8Daniël Oem van Wijngaarden vande
koninck van deenmercke9Christiaan V was baron ge
=maeckt en Een ordere had bekoomen
dan geloofde niet het die vande oliphant was

Om de situatie nog wat spannender te maken: Werkendam heeft deze buitenlandse titel ontvangen zonder dat de machthebbers in de Republiek hier iets van wisten. Dat nemen ze Werkendam uiteraard kwalijk en Margaretha lijkt hier nogal van te genieten. Of er daadwerkelijk gevolgen zullen volgen is onwaarschijnlijk maar het is toch wel licht vernederend voor Werkendam. Het zijn de kleine pleziertjes in het leven die er toe doen…

Vervolg Daniel Oem van Wijngaarden

en dat hij dit buijten kenisse van den staet soude aengenoome
hebbe, het welcke sijn hEd meende seer qualijck soude
genoome worde, hij staet hier noch niet wel datter geen
goet toe sal doen, dan hij moet sijn doen verantwoorden,

Twee griffioenen houden een familiewapen vast met daar bovenop een kroon. Het familiewapen aan de linkerkant is wit met twee zwartwitte zigzagbanen, de rechter helft is in vieren gedeeld, waarbij links boven en rechts onder van boven geel met drie eendjes en van onder rood met drie zilveren golvende banden. Rechts boven en links onder zijn rood met twee gekruiste zwaarden. In het hart van het familiewapen een klein rood wapenschildje, met een schuine zilveren balk en links boven en rechtsonder drie fleurs de lis. Om het wapen zit een band waaraan een klein wit olifantje hangt met edelstenen op zijn zij.
Detail van de plafondschildering in de hal van Kasteel Amerongen.

Troepen in beweging

Het lijkt er wel op dat niet alleen de ruiterij van Willem III zich nabij Den Bosch bevindt: zoon Godard van Ginkel schrijft dat de Franse voorhoede al nabij Heeze en Leende is. Een oogje houden op Heeze en Leende is belangrijk aangezien daar Godard Adriaans nichtje en haar man dame en heer zijn. Veel schrijft Van Ginkel er blijkbaar niet over: de Franse troepen lijken zonder veel problemen te zijn gepasseerd. Wat er verder volgt is iets wat enkel God weet – en Margaretha in haar volgende brieven natuurlijk.

Brieffragment over de Fransen bij Heeze en Leende

so komt Een brief vande heer van ginckel wt gorckom die schrijft
daer advijse10Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel te sijn dat de franse weer afkoome en de voor
troepees al hees en leen11De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant. gepasseert waeren so dat me gelooft
sij noch Eits sulle atenteere12Attenteren: ondernemen waert hem nu weer gelde sal
vrees ick dat mij haest sulle hooren de heere wil ons bij staen 
en bewaeren, inwiens heijlige bescherminge w uhEd be=
veelle, blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

  • 1
    Ontvanger-generaal Johannes Uittenboogaard
  • 2
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 3
    De Langstraat is een gebied ten noorden van / tussen de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch. Tegenwoordig valt dit onder Noord-Brabant maar destijds hoorde dit gebied bij Holland.
  • 4
    Pressen: Personen, of in dit geval schepen, tot den krijgsdienst dwingen.
  • 5
    Ordinaris: Gewoon(lijk)
  • 6
    Apprehensie: Bevatting / besef hebben van
  • 7
    Johan van Reede van Renswoude
  • 8
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 9
    Christiaan V
  • 10
    Advies: Mondeling of schriftelijk geuit oordeel
  • 11
    De heerlijkheid Heeze en Leende noemt ze niet toevallig. Hier woonde de dochter van Godard Adriaans zus Catharina. Deze Anna Margaretha was getrouwd met Albert Snouckaer van Schauburg, heer van Heeze en Leende. Deze heerlijkheid was bovendien een protestantse enclave in katholiek Brabant.
  • 12
    Attenteren: ondernemen

Niets schrijvenswaardigs

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 juli 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 juli 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?

Willem III naar De Langstraat

Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.

Brieffragment over het leger van Willem III

[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet
dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets
sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een
gros van Een leeger bij Een het welcke so men
seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere
daer se overmerge naer toe soude gaen,
wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]

Kaart van het gebied in Brabant tussen Heusden, Waalwijk en Geertruidenberg. Met de tocht van het Staatse leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat (de weg bij Waalwijk en Besoijen), 1625. Onder de plaat gedrukt een tekst in 3 kolommen in het Nederlands.
Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum.

Muiderberg verlaten

Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.

Brieffragment over Muiderberg

[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de
vijant die Een schans of Eenich foortres
op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me
seijt het selfve verlaeten, en soude het vande
onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande
vijant segge wil kan men niet dencken ten
waere sij almee Een gos gros van Een
leeger bij Een wille trecken waerom wij op
ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie
dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke

Tekening van op de voorgrond en links een kaal landschap. Strand/duinachtig. Helemaal links een ruïne met een toren. Rechts de Zuiderzee met daarop een paar vage scheepjes. Aan de horizon liggen Muiden en Amsterdam.
Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634. Collectie Rijksmuseum.

Engelse admiraal op zijspoor

Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.

Brieffragment over James II

men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude
sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant
parlement sijn Ackte om opt konins vloot te
komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens
de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde
geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete
komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde
reeligie deede het welcke hij weijgert te doen
en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars
=gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert
onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte
=nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]

Portret van een serieus kijkende man met een dun snorretje, donkere ogen en een grote bos rossigbruine krullen. De achtergrond is bruin.
Portret van James Stuart, hertog van York (1633-1701), later koning James II van Engeland, door Sir Peter Lely, circa 1665-1670. Collectie National Portret Gallery Londen, NPG 5211.

Heer houdt hoed op

De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.

Hoed van zwart vilt, met brede rand, gevlochten koord van wit-blauw zilverdraad. Afkomstig van Hendrik Casimir I, graaf van Nassau-Dietz, gesneuveld bij Hulst 1640.
Hoed van Hendrik Casimir I, anoniem, 1612 – 1640. Collectie Rijksmuseum.
Brieffragment over Johan van Reede van Renswoude

de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed
over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene
vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die
preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte
dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent

Het gevoel. Een man loopt, gebogen onder het gewicht van de enorme hoed die hij op zijn rug draagt, naar links. Uit de hoed steken de kop en nek van een vogel. De nek van de vogel is doorboord met een mes. De prent maakt deel uit van een serie met de vijf zintuigen.
Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706. Collectie Rijksmuseum.

Benen en banen

Bovenstaande vermeldt Margaretha in haar ps, waarin ze ook een aantal benoemingen opsomt, de stand van de gewonden en wie er overleden is. Graaf d’ Estrades is door Lodewijk XIV, die toch nog in de buurt van Maastricht is gebleven, benoemd tot commandant van die stad. De gewonden, Graaf van Dohna, Adriaan van Gent en de heer van Weede zouden nu buiten gevaar zijn, ‘de tweede zijn been kwijt, en het andere zijn kuit eraf’.

Naschrift

[uhEd getrouwe wijff
en dieners M Turnor]

vandaech met de
poste seijt me dat
de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé
en Maestricht noch leijt, da straed14eLouis Godefroi d’Estrades koman=
deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster
=wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij
=ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande20de ander de kuijt af

Portret van een oudere man met een getekend gezicht. Hij heeft lichte ogen en een prominente neus. Zijn haar is donker en hij heeft lange krullen. Hij draag een wit kanten befje.
Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum.

De heer van Werkendam21Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.

Brieffragment over Daniel Oem van Wijngaarden en van de Poll

men seijt ock dat den heer van werckendam22Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck23Denemarken
weer komt en datter Een ander soude gesonde worden
datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke
het welcke niet wel kan aeneemen
beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris
vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen
sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur
aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens
sijn soer24soer: zuster

  • 1
    iets
  • 2
    Attenteren: ondernemen
  • 3
    De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant
  • 4
    Dessein: plan
  • 5
    Muiderberg
  • 6
    dissentie: verschil van mening
  • 7
    James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland
  • 8
    James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was
  • 9
    Margaretha heeft het hier over de Test Act
  • 10
    verantwoordelijkheden
  • 11
    geheimhoudingseed
  • 12
    beduidt, betekent
  • 13
    Visé
  • 14
    eLouis Godefroi d’Estrades
  • 15
    Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna
  • 16
    Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde
  • 17
    George Johan van Weede
  • 18
    Joan Pesters
  • 19
    perikel: gevaar
  • 20
    de ander
  • 21
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 22
    Daniël Oem van Wijngaarden
  • 23
    Denemarken
  • 24
    soer: zuster

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén