Mijn heer en lieste hartge

Tag: Belegering

Zorgen om zonen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 juni 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Hoera! Godard Adriaan heeft geschreven dat hij waarschijnlijk binnenkort zal ‘repatrijEere’. Oftewel: hij komt thuis! Maar eerst nog even wachten op zijn demissie. Ondertussen heeft Margaretha zelf nog genoeg om handen.

Brieffragment hoop op thuiskomst

Ameronge den
9 ijuni 1677

Mijn heer en lieste hartge
wt uhEd aengenaeme vande 2 deeser sien ick dat de
selfve weer hoop heeft om in korte te repatrijEere
als uhEd sijn demissie heeft en op wech is om te
huijs te koop koome sal ick mij met die hoope
verheuchge, [het heeft so lange geduert dat ick]

Cirkelvormige tekening van een zandpad met rechts een knotwilg bij een hek. Op het pad rijdt een wagen met daarvoor een paard. De zweep steekt boven de huif uit. Daarachter loopt op het zandpad een man met een rode jas, zwartte hoed en blauwe laarzen. In zijn rechterhand een stok, op zijn rug een geweer en naast hem een hondje. Links op de achtergrond een stad.
Zomer: Landweg met jager en koets, Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum.

Geldzaken

Waar is Margaretha zo al mee bezig? Onder andere met geldzaken. Ze moet Temminck nog 1000 gulden betalen. Hij heeft dit bedrag voorgeschoten om de schepen met kalk hier te krijgen. Ook houdt het gedoe met neef (en pleegzoon) Welland Margaretha aardig bezig.

Eerste brieffragment geld
Tweede brieffragment geld

als de te versoeckene 3000f sulle sijn ontfa
sal ick weer 1000f aen teminck daer van
moete sende hij heeft nu korts aen Een, twe
scheepe met kalck gesonde die beijde ontrent
of over de seeven hondert f bedrage die hij be=
taelt heeft, wat den brief vande preedikant
van hengele belanckt hij heeft gelijck so seijt
briEerijus ock sij konne den heer van wellant1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken

om haer gelt niet aenspreecken [de wijlle de oblij=]

Woest gevecht tussen de geldzakken en de geldkisten. Op de grond liggen munten, rechtsvooraan een hond aan een ketting.
Strijd tussen de geldzakken en geldkisten (titel op prent: Ryckdom maeckt dieven), Pieter van der Heyden naar Pieter Brueghel (I). Collectie Rijksmuseum.

Timide

Ondertussen verblijft Ursula Philipotta nog bij Godard van Ginkel in het leger. Ze schijnt zich daar erg te vermaken. Van Ginkel staat in de gunst. Moeders hoopt dat hij er nu eens voordeel van zal trekken, maar weet ook dat hij vaak te timide is om voor zichzelf of voor zijn kinderen iets te eisen.

Brieffragment timide Van Ginkel

[staen, van noode sulle sijn,] de vrou van
ginckel is noch int leeger, diverteert haer daer
heel wel so sij schrijft, dat de heer van ginckel
so wel te hoof staet is mij wel lief en wensche
het lange mach dueren en dat hij daer
wat vruchte van mocht trecken daer ick
noch niet veel van hoore, hij is te tiemide
om voor sijn selfve of sijn kindere wat te
Eijschen [en men brenckt het de lie van selfs]

Familieportret. Gezin in een interieur. In het midden de vader en moeder, hier omheen twee dochter en twee zonen. De vader heeft een brief in de hand, de moeder een sleutel, de jongen links een kandelaar, de jongen op de achtergrond zit achter een tafel waarop boeken en schrijfgerei liggen. Het meisje rechts heeft een marmot in de armen. Op de voorgrond een hondje. Rechts een hoge schouw, op de achtermuur hangen twee schilderijen.
Familietafereel, toegeschreven aan Caspar Netscher of Nicolaes Roosendael, 1649-1684. Collectie Rijksmuseum.

De zoon van Elsje Quint

Groot lokaal nieuws. De zoon van Elsje Quint uit Amerongen heeft tijdens een handgemeen in een herberg zijn zwaard getrokken. Hij is in hechtenis genomen en is veroordeeld tot het vuurpeloton. Van Ginkel schijnt nog om gratie te hebben gevraagd bij Willem III, maar het mocht niet baten. Margaretha vindt het verschrikkelijk. Zo’n jonge jongen; hij kwam pas net kijken! Gelukkig is hij wel christelijk gestorven, dus God zal zijn ziel wel genadig zijn.

Brieffragment over de zoon van Elsje Quint

[sal,] daer is hier te Ameronge onse arme
Elsge quint haer soon die wel Een lichtmisLichtmis: Een manspersoon van losbandigen levenswandel, een losbol, een doordraaier
was, en dienst onder de garde hadt, kreech
questie in Een harberch met Een offisier oft
sijn Eijgen offisier was weet ick niet altijt
hij heeft sijn deegen teegens den offisier te ge=
trocke en is aenstonts in Aprehensie2Apprehensie: Gevangenneming, arrestatie ge=
raeckt en gekondemneert3Condemneren: Veroordelen om geharkibiseert4Een arquebus ofwel haakbus is een vuurwapen, een voorloper van het musket, harkebuseren is dus fusilleren met haakbus
te worde, het welcke geschiet is, de heer van
ginckel schrijft sijn hoocheijt om sijn pardon
versocht te hebbe, dan heeft niet geholpe
mij jamert de moeder seer, tis waer vol=
gens den artijckel brief most hij sterfve
maer daer krijge so veel haer pardon
die mensche omt leefven hebbe gebrocht, en
dit was noch so Een jonge bloet die Eerst
inde werlt quam kijcken, nu so geschreefve
wort is hij ongemeen kristelijck gestorfve
en begeerde geen pardon schoon hij die had
gekreegen so hij seij, so dat niet twijfel of
godt sal sijn siel genadich sijn[, wat is den]

In een stad staat een soldaat klaar om een geblinddoekte man die vastgebonden staat aan een paal neer te schieten met een geweer. De loop van het geweer rust op een standaard. Op de achtergrond worden mannen onthoofd en kijken nieuwsgierige mensen toe.
Te Jönköping wordt baron Gustav Skyte vanwege zeeroof met een haakbus neergeschoten, zijn makkers worden onthoofd, Jan Luyken, 1663. Collectie Rijksmuseum.

Gedroomde vrede en mogelijke belegering

Ondertussen is Margaretha de oorlog meer dan zat. Volgens sommigen lijkt de vrede in zicht, maar volgens Margaretha zien zij het allemaal veel te rooskleurig in.

Het lijkt er ook op dat er een belegering wordt voorbereid: troepen verzamelen zich rond Roermond. Zal dat nog op tijd lukken? Het wordt dan wel heel laat in het jaar. En de Lunenburgers zullen nog wel even op zich laten wachten… En wat een geld zal het allemaal weer niet moeten kosten?!

Brieffragment over dromen van vrede

[godt sal sijn siel genadich sijn,] wat is den
oorlooch mochte wij Eens Een gewenste vreede be
=leefve daer so geseijt wort hoop toe is, maer
wij flateeren5Flatteren: Gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt ons seer licht[, dus verder geschree]

Brieffragment mogelijke belegering

men spreeckt seer vande groote preeperaesie die tot
Een beleegerin worde gemaeckt, ock hoort me
van alle kante datter veel volckere ontrent
reurmunde versaemelt wort, dant wort
laet int ijaer en als de luijnenburchse daer
men so ick hoor staet op maeckt so laet sule
bij koome salt ons wel weer wt onse gissine
gaen, en veel gelts als subsidie en ande gelde
=re voor niet geefve, wat salmen doen alst
de heere so goet vinde [moeten de ingeseetene]

Ets van een wereldbol met deugden en ondeugden. Onder de wereldbol een cartouche met de titel: Omnium rerum vicissitudo est.
Omnium rerum Vicissitudo est (Er is verandering in alle dingen), Zacharias Dolendo naar Jacques de Geyn (II), ca. 1596-1597. Collectie Rijksmuseum. Wereldbol waarop in ronde cirkel deugden en ondeugden: Van rechts naar links: Fortitudo (kracht), Rijkdom, Superbia (trots), Invidia (jaloezie), Oorlog, Armoede en Geloof. Middenboven zit Vrede. Boven haar hoofd een krans van wolken waardoor goddelijk licht op haar schijnt.

Utrechtse politiek

Het is een rotzooitje in Utrecht. Alles wat predikant Van Hengel over de politiek aldaar geschreven heeft, is waar. De rente wordt niet betaald, de ridderschap betaalt ook niemand, de rentmeesters spelen de baas en er is geen ontzag of respect meer. Het is bedroevend om te zien hoe alles gaat.

Brieffragment Utrechtse politiek

alt geene de preedikant vande hengele schrijft
is waer het gaet tot wttrecht so wonderlijck
in alles toe dat Een schrick is te hoore ,
renthe wordender niet betaelt Elck
klaecht Even seer, de ridderschap be=
taelt ock niet de rentmeesters speelle tee
=nemael den baes, int kort geseijt Elck
is meester daer is noch ontsach noch rees
speckt, en bedroeft te sien hoe alles gaet
de heer almachtich wil ons Een beetere tijd
verleene, in wines bescherminge uhEd be
veelle en blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Op een plein staat een gebouw met twee verdiepingen een zadeldak, vier schoorstenen en een rijk versierde toegangsdeur. Daaraan vast een kleiner gebouw met een trapgevel. Het plein is verder omsloten door muren. In de hoek bij de deur staat een wachthuisje met daarnaast een man (soldaat?). Op het plein loopt een man met een stok over zijn schouder en een man met een zak op zijn rug.
Gezicht op de voorgevel van de Statenkamer en de zijgevel van het Ridderschapshuis aan het Janskerkhof te Utrecht, L.P. Serrurier, 1724. Collectie Het Utrechts Archief.
  • 1
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken
  • 2
    Apprehensie: Gevangenneming, arrestatie
  • 3
    Condemneren: Veroordelen
  • 4
    Een arquebus ofwel haakbus is een vuurwapen, een voorloper van het musket, harkebuseren is dus fusilleren met haakbus
  • 5
    Flatteren: Gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt

Nog meer narigheid in Naarden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 12 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha hoort dagelijks van schermutselingen tussen de twee troepen rondom Naarden. Omdat ze zich grote zorgen maakt om haar zoon, heeft besloten nog twee dagen in Amsterdam te blijven. Samen met haar schoondochter logeert ze daar, zodat ze het nieuws over Naarden beter kunnen volgen. De drost is kort bij het leger geweest en heeft verteld dat haar zoon elk kwartier druk is en geen rust heeft, overdag niet en ’s nachts ook niet.

Nieuws uit Naarden

Het lijkt erop dat de Fransen wachten op versterking van buitenaf en er kunnen inderdaad troepen uit Overijssel of Zeist komen. In Naarden wordt er van binnenuit met musketten geschoten: een wanhopige poging tot verdediging. Maar het is zeker dat de vijand bijna al zijn troepen heeft samengebracht en het leger over de IJssel heeft gestuurd. Men zegt dat ze nu ongeveer 14.000 man sterk zijn.

Brieffragment over de schoten vanuit Naarden

die van binne schiete weijnich met kanon maer
heel seer met muskette hebbe haer vaendels op de
stats walle geset, het schijnt zij op ontset hoope,
tis seecker dat de vijant ontrent seijst al sijn
macht bij Een treckt sij hebbe haer voclk wt over=
ijssel en daer ontrent ontboode so veel se daer
konne misse, men seijt sij te seijst wel over de 14000
man sterck sijn, [donse hebbe Eergistere weer Een]

Gewonden, gevangen en doden

Twee dagen geleden was er een schermutseling. De troepen van Willem III bestonden uit ongeveer 200 man en hadden de overhand. Maar het noodlot sloeg toe, toen de vijand met ongeveer 2000 man een hinderlaag opzette. De Staatse troepen werden omsingeld, maar er werd dapper gevochten en velen konden ontsnappen. De majoor van het regiment is zwaar gewond geraakt, en er vielen ook doden. Aan beide kanten zijn mannen gevangen genomen.

Eerste brieffragment gewonden, gevangenen en doden
Tweede brieffragment gewonden, gevangenen en doden

[man sterck sijn,] donse hebbe Eergistere weer Een
reijnkontre1Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. gehad wij waere maer over de twee
hondert die Een troep vande vijant ontmoete en

haer sloechge, doch sij hebbende noch ontrent 2000 man
in ambuskade2Embuscade: hinderlaag legge daerdonse niet op verdacht
waeren quame en omsingeldeese, daer donse haer
door sloechge en dapper vochte ent meest ontkoome
sijn troxses3Onbekend de Maijoor vant reesgement vande heer
van langeraeck4Frederik Hendrik van den Boetzelaar die donsevolck komandeerde is
swaerlijck gequetst de ritmeester heemskercke5Onbekend
doot en so gevangene als doode ontrent de sestich
gebleefve men seijt vande vijant niet min gebleef
sijn donse hebbe ongemeen wel gevochte maer
men geeft vrij wat schult aen ons offisiers dat
sij niet voorsichtiger geweest sijn van konschape6Kondschap: Kennis, inlichtingen
te neeme, [nu so komt schravemoor die hier bij bur]

Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond het transport van kanonnen. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad.
Belegering en verovering van Naarden in 1673, Jan Luyken, 1680. Collectie Rijksmuseum.

Vijandelijke troepen opkomst

Maar dat was twee dagen geleden. Deze nacht hebben de troepen een deel van Naarden ingenomen, waar hevig gevochten is en opnieuw zijn veel mannen aan beide zijden gesneuveld. Er is bericht dat er nog veel meer vijandelijke troepen vanuit Utrecht richting Naarden gaan. Margaretha vreest voor het leger; een ontsnappingsroute lijkt bijna onmogelijk, dus zal er tot de dood gevochten moeten worden als Naarden zich niet overgeeft. Het zal veel inspanning vergen, en ze kan amper haar pen vasthouden van zorgen.

Zoetelende vrouw

Het goede nieuws is dat haar man heeft geschreven dat hij snel thuis zal zijn. Ze bidt tot God dat de reis spoedig en zonder problemen zal verlopen. Het zou goed zijn als hij eindelijk thuis is, want als zijn regiment zonder kolonel blijft, vreest ze dat het ten onder zal gaan. De ene officier heeft geen flauw idee waar hij mee bezig is en gebruikt geweld, de andere laat sjoemelt met geld en zijn vrouw zoetelt bij Nieuwersluis. Zoetelen is een mooi woord voor het drijven van een handeltje in proviand.

Brieffragment over de zoetelende vrouw

[=we en hoope,] wt uhEd vande 5 deeser sien ick deselfve
staet maeckt om nu in korte thuijs te sijn godt de
heere wil uhEd Een geluckige en spoediege reijse geefe
het sal wel goet sijn dat deselfve hier waert want
so sijn reesgement langer sonder kornel blijft
vreese ick dat het selfve heel te niete sal gaen want
weddel7Georg Ernst von Wedel so ick hoor slaet en smijt onder de offisiers
met onverstant en staet hier ock maer tamelijck
wel te hoof, kapteijn Miltenaer8Onbekend die teminck so
wel voor sijn gelt alst geene uhEd hem heeft gedaen
heeft doen maene en aenspreecke heeft hem niet
gegeegve seijt noch paesijensi te moete hebbe tot dat
hij weer gelt ontfanckt, sijn vrou soetelt9Zoetelen: Proviand, vaak ook toebereide eetwaar slijten inz. aan militairen te velde aende
nieuwer sluijs verkoopt bier en alderhande Eet
waere aende soldate, [lorijn de luijtenant vande heer]

Vrouw zit achter tafeltjes met kannetjes en ze spreekt drie mannen met hoeden, en zwaarden aan die voor haar tafeltje staan.
Fragment uit Drankverkopers, anoniem, naar Cornelis de Wael, 1613 – 1667. Collectie Rijksmuseum.

Het arme beest

En dan, het verdrietige nieuws dat nog eens bovenop alle ellende komt: het hondje Citroen is overleden. Het arme beest wilde vier dagen niet eten en was erg ziek. Ze had een zweer aan haar buik. Ook de kleinkinderen Frits en Tietje zijn erg bedroefd. Maar het is duidelijk dat het voor Margaretha zelf ook enorm zwaar valt. Ze heeft veel vriendschap voor het hondje gevoeld.

Naschrift over Citroentje

onse Arme sijtroen, naer datse
4 dage niet heeft wille Eeten
en heel sieck was issij aen Een
sweer in diessij onder aenden
buijck had gistere merge hier ge=
storfve, is van frits en tiege
beweent, mij jamert het
arme beest noch daer ick
so veel vrienschape van ge=
=hadt heb

Een jonge vrouw zit op een stoel en laat haar hand besnuffelen door een klein hondje dat tegen haar linkerknie opspringt. In de rechterhand houdt zij een stokje.
Jonge vrouw met een hondje, Eberhard Cornelis Rahms, naar Eglon van der Neer, 1861. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen.
  • 2
    Embuscade: hinderlaag
  • 3
    Onbekend
  • 4
    Frederik Hendrik van den Boetzelaar
  • 5
    Onbekend
  • 6
    Kondschap: Kennis, inlichtingen
  • 7
    Georg Ernst von Wedel
  • 8
    Onbekend
  • 9
    Zoetelen: Proviand, vaak ook toebereide eetwaar slijten inz. aan militairen te velde

Bezet!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 juni 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 juli 1672 Hamburg
Lees hier de originele brief

Na een week komen de eerste berichten door over hoe de Fransen te werk gaan. Het rumoer onder de bevolking blijft, maar gelukkig treedt Amsterdam hard op. Uit Amerongen heeft Margaretha gehoord dat de Prins van Condé op het kasteel geslapen heeft. Het enige dat ze er echt belangrijk aan lijkt te vinden is dat het kasteel niet beschadigd is.

Sauvegarde

De sauvegarde doet zijn intrede. Letterlijk is sauvegarde een bescherming van goederen of personen. Tegen betaling kan je een sauvegarde aanvragen. Haar zoon wil dit wel doen, maar is dat verstandig?

Brieffragment over de sauvegarde

[van kan ick niet weeten,] de heer van ginckel schrij
van verstaen te hebbe dat men wel safveguarde
mach versoecke het welcke hij dan voort huijs ent dorp
te Ameronge als ock voor Middachte wilde doen
dat sal al veel koste maer wat raet tis noch
beeter wat koste als dat seet huijs soude afbrande

Utrecht

Ook uit de stad Utrecht is er nieuws. De Staten van Utrecht hebben twee heren naar Lodewijk XIV gestuurd om de stad over te geven. De Staten van Utrecht bestonden enkel uit deze heren en een paar burgemeesters, de rest van de bestuurders is naar het westen gevlucht. Lodewijk accepteert hun voorwaarden niet, want hij vertrouwt het niet en stuurt ze terug.

Brieffragment over Utrecht

te wttrecht heeft den heer van soomere1Johan van Someren en sanden=
burch2Diederik Borre van Amerongen met de burgemeesters, daer in doen maels
door dapsensie3de absentie vande andere heere, de staetse vergaderi
bestont, aende koninck besonde en die stat doen
preesenteere, het welcke hij niet heeft wille aen
neeme, so geseijt wort, wt vreese van daer in niet
verseeckert te sulle sijn, men sijn hoocheijt had bij de
gemeente aldaer so veel te weege gebracht dat sij te
vreede waeren datter 3 a 4 reesgemente krijs
=volckeren inde stat soude koomen en dat sij die
stat soude gedefendeert hebbe, dan daer quam
terstont ordere op, vande state generael dat me
wttrecht sou abandoneere en ons ganse leeger
op de frontiere4frontier: grens van hollant trecke [het welcke]

Op een dijk staat de prins met een groep mannen. De prins wijst op een kaart. Het water staat tot aan de dijk, in de verte een bootje en een plaats waar een Nederlandse vlag wappert.
Stadhouder Willem III inspecteert de waterlinie (Oude schoolplaat)

De Oude Hollandse Waterlinie

De troepen zijn inderdaad richting Holland getrokken, Van Ginkel is naar Schoonhoven en anderen zijn naar Weesp. Margaretha noemt de waterlinie niet letterlijk de waterlinie, maar beschrijft het proces wel. Veel vertrouwen lijkt ze niet te hebben in die waterlinie: ze verwacht de vijand nu elke dag voor de poort.

Brieffragment over angst belegering

in hollant wort alles onder water geset ge
lijcke se hier om deese stat ock doen de saech
moollens afgebroocke, de liede lijde seer groote
schade het gekarm vande mense en beeste is so groot
dat Een steene hart moet Eerberme, och wat tijt
beleef ick, men verwacht hier alle daech den
vijant voor de poorte doch stelle haer in defensi
om beleegert te worde, dan sulle wij in Een
beleegerde stat sijnde geen kleijne benautheijt
hebbe, de heer wil ons behoede mij bekomert niet
meer als die vier kleijne bloetges en met deese
kontiniweelle droochte vreese verswater gebreck
te sulle hebbe,owee wee wee die geene die oorsaeck
sijn van alle ons ongelucke, [so aenstonts ontfan]

Gezicht op de Utrechtsepoort en de bijhorende brug te Amsterdam, gezien van buiten de stad. Op de achtergrond een molen, op de voorgrond een bootje.
Gezicht op de Utrechtsepoort te Amsterdam, Jan Veenhuysen (toegeschreven aan), 1664. Collectie: Rijksmuseum.

Wees voorzichtig!

Uiteraard is Margaretha ook weer achter de betaling van haar mans vergoeding aan gegaan, maar ook dat is moeilijk. Margaretha is zo in de bonen dat ze zelfs goed nieuws niet meer positief kan zien. Er zijn schepen naar Hamburg gezonden om haar man op te halen. Alleen zit de Waddenzee vol kapers, dus ze maant hem om vooral voorzichtig te reizen.

Tot slot ook nu weer de vraag die op ieders lippen brandt:
Waar zijn de Brandenburgse troepen?

Weest verzekerd dat ik ben

Zelfs de ondertekeningen van Margaretha’s brieven worden wanhopiger. Groeten van de kleinkinderen kunnen er nog net vanaf.

Brieffragment met afsluiting en ps

gesonde, hiermeede bevele uhEd inde bewaerin
des alderhoochste die ons alle in daesen hoochge
noot wil bij staen, tsij int leefve of sterfae
weest verseeckert dat ick ben
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

int schrijfve dees
beginne de liede
hier so bij Een te troepen
dat ick vreese offer al
meede wat te doen mochte
koomen, och hoe sit men in gedurige benoutheijt
de vrou van ginckel en haer kinderkens presenteere haere
dienst

  • 1
    Johan van Someren
  • 2
    Diederik Borre van Amerongen
  • 3
    de absentie
  • 4
    frontier: grens

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén