Mijn heer en lieste hartge

Tag: Angst

Onzekere tijden

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 29 mei 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 3 juni 1677
Lees hier de originele brief

De post heeft het niet zo nauw genomen! Pas gisteren heeft Margaretha de brief ontvangen die Godard Adriaan haar op 14 mei heeft gestuurd. Die moet ergens zijn blijven liggen. Maar ach, er is toch niet zoveel te melden over de bouw.

Brieffragment niets voorgevallen

[rec: 3 junij. 1677]
Ameronge den
29 meij 1677

Mijn heer en lieste hartge

uhEd meesiefve vande 14 deeser is mij gistere Eerst
behandicht, die iwers1Iewer, iewaers: ergens moet blijve legge sijn
de voorgaende sijn door de laeste post so
door mij als de sekreetaris beantwoort,
seedert is int werck niet veel veranderins voor
gevalle, de metselaers hebbe nu aent maecke

Jonge vrouw leest een liefdesbrief, haar arm op een tafel geleund
Jonge vrouw leest een liefdesbrief, Claude Duflos naar Jean Raoux, 1675-1725. Collectie Rijksmuseum.

Margaretha heeft het gehad met de steenoven

De metselaars hebben steigers gezet om aan drie schoorstenen te gaan werken en ze zullen het gewelf van de galerij boven de kelder aanstaande dinsdag afwerken. Dan is het woensdag biddag voor het gewas en donderdag is het Hemelvaartsdag, twee vrije dagen. En daarna is het gewelf van de alkoof aan de beurt. Het is mooi weer en de steenoven draait op volle toeren. Margaretha wenst van ganser harte dat ze deze zomer genoeg steen kunnen bakken voor de rest van de bouw. Ze is heeft zo genoeg van die steenoven en ze is zo moe, dat ze niet aan het huishouden toekomt. Nu zul je zeggen, had ze geen personeel dan, maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet op alles toezicht wilde houden.

Eerste brieffragment steenoven
Tweede brieffragment steenoven

met dit schoone weer maeckense op de steen
=oven seer veel steen, ick wenste met al mijn
hart dat wij deese soomer so veel koste maecke
dat wij genoech hadde, want sout naeste ijaer
diet leeft niet gaern weer aent steen backen

sijn, bent ongelooflijck moe, dus verre van ons domi
stijcke2Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk [nu wat anders sijn hoocheijt is inde haec]

Een prent met links een waterput waar een vrouw net water uit haalt. Rechts twee mannen bij een bosje. Één zi op een steen, de ander loopt met een emmer in zijn linker hand en een soort kratje op zijn hoofd richting de steenoven. De steen over is een groot, rond, aarden bouwwerk met midden bovenin een opening waar rook uit komt. In het midden zit een opening waar vuur in brand. Op de achtergrond een huis op palen. Misschien een huis in aanbouw waarvoor ze voor de beneden verdieping bakstenen aan het bakken zijn?
Landschap met waterput en steenoven. Johann Andreas Benjamin Nothnagel, 1739 – 1804. Collectie Rijksmuseum.

De oorlog gaat door

Nu wat anders, schrijft Margaretha. Over de bouw is dan wel niet zoveel spectaculairs te melden, maar ze hoort wel eens wat en dit was toch wel echt een nieuwtje. De prins van Oranje is in Den Haag geweest en vervolgens naar zijn jachthuis in Soestdijk. Daar is hij maar één nacht gebleven en nu is hij al weer in het leger. Er schijnen troepen te komen van Lunenburg. Ze heeft dat van Everard van Heekeren, de heer van Netelhorst. Hij kan zich natuurlijk vergissen, maar Margaretha hoopt van niet. Heel begrijpelijk, want het verkleint de kans dat Van Ginkel in de frontlinie staat. Het lijkt er ook op dat er voorbereidingen worden getroffen voor een belegering, in Delft zijn ze bezig met het verschepen van kanonnen. Daar schrikt Margaretha nou weer van, dat gaat mensenlevens kosten. Ze hoopt dat de zomer, het oorlogsseizoen, snel ten einde zal zijn.

Brieffragment belegering

nu spreeckt men weer sterck van Een beleegerin
daer so men seijt groote preeperaesie toe worde
gemaeckt en veel grofkanon tot delft
toe wert scheep gedaen, ick schrick het selfve
te hooren, vrees het weer so meenich Eerlijck
man sij hooft salkoste, wenste wij de
soomer al ten Ende waeren wie weet wat
wij noch al hebbe te verwachten, [van vreede]

Voorzijde van Paleis Soestdijk, jachtslot van stadhouder Willem III van Oranje-Nassau. Op de voorgrond figuren.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Geen hoop op vrede

Margaretha hoopt dat de koning van Engeland zal breken met de koning van Frankrijk. Dat zou een beslissende slag zijn, als de koning van Engeland zich aansluit bij de alliantie van de stadhouder en de Duitse staten! Maar ze voelt zelf ook wel dat dit niet waarschijnlijk is. Ondertussen is er nog geen hoop op vrede. Die oorlog, het lijkt wel of de hele wereld meevecht. Het maakt Margaretha zo bang, misschien is het einde der tijden wel nabij! Als de ‘heere almachtich’ dan maar een zalige uitkomst biedt!

Maar ook in deze turbulentie vergeet Margaretha niet om aan Godard Adriaan te melden dat ze nog steeds zijn ‘getrouwe wijff’ is.

Eerste brieffragment Voortgang oorlog
Tweede brieffragment Voortgang oorlog

heeft men noch so weijnich hoop, wij flatteere3Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt
ons al met Engelant dat die kroon met vran
=ckrijck sal breecke, als sijt al doen heeft
het noch sijn wtslach te verwachten, in som
=ma wie siet noch het Ent vant werck, het
schijnt de heelle werlt in voeren is, en de

laeste tijde voorhande staen , inde welcke ons de heere
almachtich Een saelige wtkomste wil geefve in
wiens heijlige bescherminge uhEd beveelle blijfe
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Vier mannen te paard, gewapend met een pijl en boog, een zwaard, een weegschaal en een riek, lopen mensen onder de voet.
De vier ruiters van de apocalyps, Albrecht Dürer, 1497 – 1498. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Iewer, iewaers: ergens
  • 2
    Domestiek: betrekking hebbend op het huisgezin, huishoudelijk
  • 3
    Flatteren: gunstiger voorstellen dan met de waarheid overeenkomt

Bezet!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 juni 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 6 juli 1672 Hamburg
Lees hier de originele brief

Na een week komen de eerste berichten door over hoe de Fransen te werk gaan. Het rumoer onder de bevolking blijft, maar gelukkig treedt Amsterdam hard op. Uit Amerongen heeft Margaretha gehoord dat de Prins van Condé op het kasteel geslapen heeft. Het enige dat ze er echt belangrijk aan lijkt te vinden is dat het kasteel niet beschadigd is.

Sauvegarde

De sauvegarde doet zijn intrede. Letterlijk is sauvegarde een bescherming van goederen of personen. Tegen betaling kan je een sauvegarde aanvragen. Haar zoon wil dit wel doen, maar is dat verstandig?

Brieffragment over de sauvegarde

[van kan ick niet weeten,] de heer van ginckel schrij
van verstaen te hebbe dat men wel safveguarde
mach versoecke het welcke hij dan voort huijs ent dorp
te Ameronge als ock voor Middachte wilde doen
dat sal al veel koste maer wat raet tis noch
beeter wat koste als dat seet huijs soude afbrande

Utrecht

Ook uit de stad Utrecht is er nieuws. De Staten van Utrecht hebben twee heren naar Lodewijk XIV gestuurd om de stad over te geven. De Staten van Utrecht bestonden enkel uit deze heren en een paar burgemeesters, de rest van de bestuurders is naar het westen gevlucht. Lodewijk accepteert hun voorwaarden niet, want hij vertrouwt het niet en stuurt ze terug.

Brieffragment over Utrecht

te wttrecht heeft den heer van soomere1Johan van Someren en sanden=
burch2Diederik Borre van Amerongen met de burgemeesters, daer in doen maels
door dapsensie3de absentie vande andere heere, de staetse vergaderi
bestont, aende koninck besonde en die stat doen
preesenteere, het welcke hij niet heeft wille aen
neeme, so geseijt wort, wt vreese van daer in niet
verseeckert te sulle sijn, men sijn hoocheijt had bij de
gemeente aldaer so veel te weege gebracht dat sij te
vreede waeren datter 3 a 4 reesgemente krijs
=volckeren inde stat soude koomen en dat sij die
stat soude gedefendeert hebbe, dan daer quam
terstont ordere op, vande state generael dat me
wttrecht sou abandoneere en ons ganse leeger
op de frontiere4frontier: grens van hollant trecke [het welcke]

Op een dijk staat de prins met een groep mannen. De prins wijst op een kaart. Het water staat tot aan de dijk, in de verte een bootje en een plaats waar een Nederlandse vlag wappert.
Stadhouder Willem III inspecteert de waterlinie (Oude schoolplaat)

De Oude Hollandse Waterlinie

De troepen zijn inderdaad richting Holland getrokken, Van Ginkel is naar Schoonhoven en anderen zijn naar Weesp. Margaretha noemt de waterlinie niet letterlijk de waterlinie, maar beschrijft het proces wel. Veel vertrouwen lijkt ze niet te hebben in die waterlinie: ze verwacht de vijand nu elke dag voor de poort.

Brieffragment over angst belegering

in hollant wort alles onder water geset ge
lijcke se hier om deese stat ock doen de saech
moollens afgebroocke, de liede lijde seer groote
schade het gekarm vande mense en beeste is so groot
dat Een steene hart moet Eerberme, och wat tijt
beleef ick, men verwacht hier alle daech den
vijant voor de poorte doch stelle haer in defensi
om beleegert te worde, dan sulle wij in Een
beleegerde stat sijnde geen kleijne benautheijt
hebbe, de heer wil ons behoede mij bekomert niet
meer als die vier kleijne bloetges en met deese
kontiniweelle droochte vreese verswater gebreck
te sulle hebbe,owee wee wee die geene die oorsaeck
sijn van alle ons ongelucke, [so aenstonts ontfan]

Gezicht op de Utrechtsepoort en de bijhorende brug te Amsterdam, gezien van buiten de stad. Op de achtergrond een molen, op de voorgrond een bootje.
Gezicht op de Utrechtsepoort te Amsterdam, Jan Veenhuysen (toegeschreven aan), 1664. Collectie: Rijksmuseum.

Wees voorzichtig!

Uiteraard is Margaretha ook weer achter de betaling van haar mans vergoeding aan gegaan, maar ook dat is moeilijk. Margaretha is zo in de bonen dat ze zelfs goed nieuws niet meer positief kan zien. Er zijn schepen naar Hamburg gezonden om haar man op te halen. Alleen zit de Waddenzee vol kapers, dus ze maant hem om vooral voorzichtig te reizen.

Tot slot ook nu weer de vraag die op ieders lippen brandt:
Waar zijn de Brandenburgse troepen?

Weest verzekerd dat ik ben

Zelfs de ondertekeningen van Margaretha’s brieven worden wanhopiger. Groeten van de kleinkinderen kunnen er nog net vanaf.

Brieffragment met afsluiting en ps

gesonde, hiermeede bevele uhEd inde bewaerin
des alderhoochste die ons alle in daesen hoochge
noot wil bij staen, tsij int leefve of sterfae
weest verseeckert dat ick ben
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

int schrijfve dees
beginne de liede
hier so bij Een te troepen
dat ick vreese offer al
meede wat te doen mochte
koomen, och hoe sit men in gedurige benoutheijt
de vrou van ginckel en haer kinderkens presenteere haere
dienst

  • 1
    Johan van Someren
  • 2
    Diederik Borre van Amerongen
  • 3
    de absentie
  • 4
    frontier: grens

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén