Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Oranje (Willem III van) Pagina 1 van 7

Hardsteen per schip, de steenhoven in een dip

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 april 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 april 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha is even van de lijn geweest. Ze was acht dagen van huis, waarschijnlijk naar Den Haag. Bij terugkeer in Amerongen is er goed en slecht nieuws.

Meer schepen met hardsteen

Het goede nieuws is dat ze daar steenhouwer Jan Prang heeft getroffen die net met de volgende twee schepen met hardsteen uit Bremen in Edam was aangekomen. Ook die hebben dus, God zij dank,de storm overleefd en dat brengt het totale aantal veilig binnengekomen schepen met hardsteen op vier, samen met de twee die al bij de Vaart in Vreeswijk liggen en waar de nieuwe nu ook naar toe varen. Nu nog wachten op nummer vijf en zes.

Brieffragment schepen met steen

Ameronge den
9 April 1677
[rec. 12 dito]

Mijn heer en lieste hartge
ick ben gistere weer hier gekoome alwaer alles
wel heb gevonde en ock ijan prang die Eergistere
met noch Een knecht hier is gekoomende seijt dat
dertwee scheepe met hartsteen met hem tot
Edam behoude en wel waeren aen gekoomen
daer hij se heeft gelaeten dan gelooft die nu
alledaech aende vaert staen te koomen, dan
sulle wijder vier hier hebbe en konne godt
niet genoech dancke daer die sulcken storm
hebbe wtgestaen dat sij behoude sijn overgekoome
hoope de resteerende twee scheepe almeede wel sulle
arijveere, [merge verwachte ick rietvelt met]

Buitenhaven (rede) te Edam. Op een woelige zee varen wat kleinere zeilscheepjes met de zeilen gehesen, daar tussen ligt het Amsterdamse VOC schip "De Alida" voor anker met aan weerzijden sloepjes. In het linker sloepje zitten diverse mannen. Op de achtergrond links een kade met een soort vuurtoren en rechts daarvan de skyline van Edam.
De haven van Edam, Dk. de Jong en M.Sallieth, 1780. Collectie Noord-Hollands Archief

Steenoven ingestort

Minder goed nieuws is dat de storm en het hoge water een deel van de steenoven heeft vernield. Die moet dus eerst opnieuw worden opgemetseld. Tot nu toe was het toch te koud weer om de stenen te vormen, en in de tussentijd zorgt Margaretha wel dat er vast aarde heen wordt gebracht. Dan is er straks weer baksteen voor Rietveld en zijn mannen om de gewelven te maken.

Brieffragment steenoven

merge verwachte ick rietvelt1Cornels Rietvelt, de bouwmeester met
sijn volck die aent werck sulle gaen, tis hier
alledaech suer kout weer dat ons belet aent
vorme vande steen te beginne maer laet vast
Aerde daer toe rijde, en kalck beslaen voorde
metselaers, te weete voor rietvelt het heelle achterhooft vande steen
oven is doort hoochge water en stercke winde
omveer gestort die ick weer moet laeten op
metselen en in leem sal laete legge, [so sijn ock al de tuijne op de waerde]

Een prent met links een waterput waar een vrouw net water uit haalt. Rechts twee mannen bij een bosje. Één zi op een steen, de ander loopt met een emmer in zijn linker hand en een soort kratje op zijn hoofd richting de steenoven. De steen over is een groot, rond, aarden bouwwerk met midden bovenin een opening waar rook uit komt. In het midden zit een opening waar vuur in brand. Op de achtergrond een huis op palen. Misschien een huis in aanbouw waarvoor ze voor de beneden verdieping bakstenen aan het bakken zijn?
Landschap met waterput en steenoven. Johann Andreas Benjamin Nothnagel, 1739 – 1804. Collectie Rijksmuseum

Drijvende tuinen?

Door het hoge water zijn ook alle “tuinen” in de uiterwaarden gaan drijven. Hoewel wij bij zo’n zin al snel een drijvende moestuin voor ons zien, gebruikt Margaretha het woord tuin hier waarschijnlijk in zijn andere betekenis, die van hek of afrastering. Het herstel zal een lieve duit gaan kosten, maar ja, ze zijn de enigen niet, iedereen heeft er last van. In de acht dagen dat Margaretha afwezig was heeft het werk zich trouwens wel opgestapeld. Als de kat van huis is…. Het stijgende rivierwater biedt Margaretha wel hoop dat de nieuwe lading hardsteen niet hoeft te worden overgeladen omdat de diepgang van de schepen niet verminderd hoeft te worden.

Brieffragment wateroverlast

[metselen en in leem sal laete legge,] so sijn ock al de tuijne2Tuinen:afrasteringen, hekken. Te vergelijken met “Zaun” in het Duits. op de waerde3uiterwaarden

gaen drijfve daer wij vrij wat koste aen hebbe maer
wat kamen doen wij sijnt alleen niet tis over al
so gestelt, ick vindt hier de hande vol werck, tis
van daech acht dage dat ick wt gegaen ben, in
die tijt isser haest niet gedaen, nu moetenser weer
reppen, het water op de reevier is weer fraeij
aent wasse4steigen hoope de twee laeste scheepe met
de hartsteene sulle konne op koomen sonder
die te verscheepen, [ick heb laest vergeeten]

De rokende metselaar. In een herberg heeft een groepje boeren zich verzameld rond een zittende metselaar die een pijp rookt. Een hond snuffelt aan zijn gereedschap dat op de grond ligt, op de achtergrond enkele figuren rond een haard.
Een rokende metselaar met zijn makkers in een herberg,
David Teniers (II), ca. 1675. Collectie Rijksmuseum.

De Heer geve Zijn vrees aan regenten

Willem III heeft in de Staten van Utrecht alle leden van het Eerste Lid op hun post laten zitten. Alleen Gerard van de Nijpoort is vervangen door Everard van Weede van Dijkveld. Dijkveld had nog maar drie jaar geleden, kort na het rampjaar, juist het veld had moeten ruimen vanwege zijn slappe opstelling. De andere leden van het Eerste Lid waren het er niet mee eens, maar het schijnt dat de 40.000 gulden die de graaf van Waldeck heeft gekregen een rol heeft gespeeld. Het is een enorm gedoe. De Heer Almachtig moet de heren regenten maar veel wijsheid, bedachtzaamheid, en, vooral (!) vrees en ontzag voor Hem geven. En aan Godard Adriaan Zijn bescherming.

Brieffragment Utrechts wanbeheer

[heeft ontfange twee hondert gul,] uhEd sal ver=
=staen hebbe hoe dat sijn hoocheijt alde heere int Eerste
lidt heeft gekontiniweert5continueren: laten zitten en den heer van dijck
=velt in plaets vande heer nieupoort weer int
Eerste lidt geset, het Eerste was so niet gemeent
maer geloof de 40000f die de graef van waldeck
heeft gekreechge daer veel toe heeft gedaen, het
gaet daer so vreeslijck toe dat Een schrick is
te hoore, de heer almachtich wil de heere reegente
wijsheijt en voorsichticheijt en voor al sijne vreese
geefve in wiens bescherminge uhEd beveelle blijf
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Prent van een man met een bos kroezend haar tot over zijn schouders. Hij draagt een harnas met een kanten kraagje en kanten manchetten en een sjaal om zijn middel. In zijn handen een maarschalksstaf. Hij kijk geamuseerd naar de toeschouwer, terwijl achter hem oorlog gevoerd wordt.
Prent van Georg Friedrich, prins van Waldeck-Eisenberg, Christiaan Hagen, ca. 1663-1695. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Cornels Rietvelt, de bouwmeester
  • 2
    Tuinen:afrasteringen, hekken. Te vergelijken met “Zaun” in het Duits.
  • 3
    uiterwaarden
  • 4
    steigen
  • 5
    continueren: laten zitten

Vreedzame harten

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 29 maart 1677
Lees hier de originele brief
Margaretha schrijft creatief deze keer. Ze schrijft altijd op een blad dat ze open vouwt. Als ze denkt dat ze niet veel te schrijven heeft, schrijft ze de tweede pagina op de rechterkant van het papier en dan sluit ze daar of op de achterkant af. Dit keer doet ze dat ook, maar ze bedenkt zich, ze gaat verder op de linkerkant, maar dan overdwars. De laatste paar regels op de achterkant schrijft ze ook overdwars. Dat doet ze wel vaker. Niet vaak, maar niet nooit...

Wat Margaretha verwachtte gebeurt: door het Franse offensief in de Spaanse Nederlanden vergeet Zijn Hoogheid helemaal de demissie voor Godard Adriaan. Alleen zegt ze dat natuurlijk niet als keurige, nederige 17de eeuwse vrouw. Ze zegt dat ze toch echt gedacht had dat Willem III Godard Adriaan voor zijn vertrek naar het leger geschreven zou hebben. Wij weten wel beter…

Brieffragment Godard Adriaan naar huis

Ameronge den
24 maart 1677
[rec. 29. dito]

Mijn heer en lieste hartge
beijde uhEd aengenaeme vande 20 en 17 deeser
heb ick ontfange, het doet mij leet uhEd noch
sijn demissie noch vande staet noch van sijn hoochei
niet heeft bekoome, nu is hij naer de Armee
wieweet hoe lange het daer nu noch dueren
sal ick had niet gedocht of sijn hoocheijt, had
uhEd voor sijn vertreck geschreefve, [nu heeft]

Een triomfwagen wordt voortgetrokken door twee paarden. Om de wagen heen lopen vrouwen met kinderen. Op de wagen zit een dame met een staf en een duif op haar vinger. Ze kijkt naar de duif.
Triomfwagen met de personificatie van Nederigheid, Willem van Haecht naar Maarten van Heemskerck, 1564. Collectie: Georg August Universität Göttingen.

Glijdende Spanjaarden

Het vertrek naar het Staatse leger is niet voor niets, want volgens Margarethe is Valenciennes al gevallen en staan de Fransen inmiddels voor Ieper. Als dat zo is dan is dat wel een uitglijder van de Spanjaarden, wat heb je aan die lieden?

Wat betreft Ieper is Margaretha wel heel erg bij de pinken: Lodewijk XIV komt er zelf pas in 1678 toe om Ieper te beleggen.

Brieffragment Valenciennes en Ieper

[uhEd voor sijn vertreck geschreefve,] nu heeft
men tijdine dat niet alleen valanschien
over is maer ock dat ijperen soude beleegert
sijn, so dat waer is laetent de spaense
ock machtich gaen glijen1Glijden in de figuurlijke zin. Waarschijnlijk een beetje zoals we nu een uitglijder gebruiken: ‘als dat waar is, is dat een enorme uitglijder van de Spanjaarden’ , wat staet is op
dat volck te maecken, [den heer van neetel=]

In een wijds, licht glooiend landschap ligt in de verte een stad. Op de voorgrond verzamelen zich de hoge heren op hun paarden, daarachter trekken kolonnes soldaten te voet en te paard richting de stad. Halverwege de voorgrond en de stad zien we allemaal witte wolkjes. De meeste bomen zijn kaal, één heeft al wat voorzichtige blaadjes.
Belegering van Valenciennes, 16 maart 1677, Adam Frans van der Meulen, 1677-1690. Collectie: Louvre Parijs.

Vreedzame harten

Margaretha ziet het allemaal met lede ogen aan, wat als de Fransen zo door gaan, staan ze zo in Brabant. En dan? Dat betekent militair een zwaar jaar. Margaretha schiet weer een beetje in stress die je ook aan het eind van het rampjaar zag: het is wonderlijk en ze kan niet alles schrijven. Ze hoopt maar dat de Heer ons allen vreedzame harten geeft. Daar kan ik op dit moment alleen maar ‘Amen’ op zeggen…

Brieffragment vreedzame harten

[sal te besien staen,] so de franse so voortgaen

staet te vreese dat sij noch deese soomer meester
van heel brabant worden, dat droefvich voor ons
sal sijn, en vrees ick dit ijaer Een swaere kam
=pange de heer almachtich wil a ons alle bij
staen en al het onse bewaere voor ongelucke
het staet hier wonderlijck ick kan alles niet
schrijfve, de heer wil ons alle vreedsaeme harte
geefve, [deese dach schrijft mij beusekom datter]

Cupido verbrandt zijn wapens, Adam von Bartsch naar Guercino (Giovanni Francesco Barbieri), 1805. Collectie: Detroit Institute of Arts.

Vaart

Ze laat het hoofd niet lang hangen, want ze moet door! Beusinchem heeft geschreven dat het eerste schip met hardstenen in Utrecht aan is gekomen! Hoera! Het zou fijn zijn als ook de andere schepen snel komen. En stiekem lijkt Margaretha toch nog hoop te hebben dat haar man snel thuis komt. Ze formuleert het alleen nogal omfloerst: het zou fijn zijn als alle schepen met hardsteen voor Godard Adriaans vertrek uit Bremen ingescheept en op weg naar de Republiek zouden zijn.

Rietveld is inmiddels aangekomen en ze zal hem vertellen wat haar plannen zijn. Ze is niet van opinie veranderd, maar voor Godard Adriaan herhaalt ze het allemaal nog maar een keer.

Brieffragment hardsteen in Utrecht

[geefve,] deese dach schrijft mij beusekom datter
gisteren Een schip van uhEd afgesonde met
hartsteen tot wttrecht is gearijveert hoope
dat de andere nu ock haest sulle volge en
behoude overkoomen, koste alde vloer en
hartsteene voor uhEd vertreck gescheept en
gesonde worde waer te wenschen so was
men dat vast over, deesen avont is rietvelt
hier gekoome ick sal nu met hem overlegge
waneer men aent werck sal gaen en wat me
Eerst sal doen, [ben van opijnie dat het Eerste]

Pentekening van een fier zeilschip. Op het dek staat iemand voorover gebogen.
Cöelen Aak (Aque de Colonia), Rafael Monleón y Torres, 1867. Collectie Biblioteca Digital Hispánica.

Blije Frits

De kleine Frits, hij is inmiddels acht, is door het dolle heen! Blanche zal een (eindelijk!) een klein paardje voor hem kopen. De belofte was er al eerder, maar kennelijk heeft hij het nog even met zijn stokpaard moeten doen. Meester Wil die met de honden van Willem III werkt, heeft al een Engels zadeltje en hoofdstel voor hem geregeld. Frits is er dus helemaal klaar voor als het paardje arriveert. Hij schrijft zijn grootvader en Blanche natuurlijk nog wel een keurige dankbrief. Morgen.

Brieffragment blije Frits

wat vreuchde hier vandaech bij frits is geweest

omt paert dat blansche voor hem heeft gekocht daer hij groote papa
ten voorste en Monsu blansche voor bedanckt, hij sal met de nas
=te post briefve van danckseggine schrijfve, meester wil die bij
sijn hoocheijts honde is heeft hem een seer net Engels saeltge met
toom verEert so dat hij alst paert komt nu klaer sal sijn

Een jongen met een bijzondere hoofdtooi en een cape aan zit op een paardje. Hij heeft zijn linkerhand aan de teugels en zijn rechter hand in de lucht. Het paardje stapt vooruit met zijn oren in zijn nek en hij laat zijn tanden zien. In een boom hangen heraldische wapens, op de achtergrond een bergachtig landschap met een poort en een kasteel.
Jongen te paard, Lucas Cranach (I), 1506, Collectie Rijksmuseum

Toch niet naar huis

Als Godard Adriaan nou toch niet naar huis komt, dan zal Margaretha nog een keer boter en ander proviand sturen. Godard Adriaan moet maar aangeven wat hij nodig heeft. Ze mogen Blanche wel dankbaar zijn dat hij zo zuinig met hun geld om gaat en Jenneke doet het ook goed. Margaretha drukt Godard Adriaan op het hard dat ook zij haar uiterste best doet om geld te besparen. Ze moet eigenlijk naar Den Haag, maar had dat vanwege de kosten voor zich uit geschoven tot Godard Adriaan zelf thuis zou zijn. Hij zou toch naar Den Haag moeten, maar ja, nu moet ze toch echt een keer die kant op. Dan kan ze ook gelijk proviand bestellen.

Brieffragment proviand

so uhEd daer langer moet blijfve sal ick hem van booter
en andere behoefticheede versorghe, in welcke geval uhEd
belieft te schrijfve wat hij van noode heeft, blansche hebbe
wij oblijgasi dat hij soo meenaesgeert en jeneken doet ook wel
want seecker tis ons ten hoochste noodich, ick verseeckere
uhEd doet hier ock soo veel alst moogelijck is, heb seer nootsae
kelijck een dach of drij inde haech te doen en heb tot noch toe mij
de koste vant reijse ontsien ent al wtgestelt tot uhEd overkomst
dan sal deselfve toch inde haech moeten sijn, dan so deselfve noch
daer moet blijfve, sal ick een keer derwaerts moeten doen, en
uhEd sijn provijsie met Een bestelle, men schrijft mij ock wt den

Een man met een schort voor draagt op zijn hoofd een dienblad met een bord eten en een theekannetje.
Etensdrager, Anoniem (Chinees). Collectie: Albertina Wenen.

Oh, oh, Den Haag!

A propos, Den Haag! Er komen uit Den Haag brieven dat Adam van Lockhorst in Londen in de problemen is gekomen. Hij is in het huis van Coenraad van Beuningen gevlucht en daar blijft hij tot hij weer naar huis komt. Zijn vrienden in de Republiek zeggen dat hij officiers aangenomen had, maar dat die niet naar afspraak zijn uitbetaald. Er wordt getwijfeld of dat waar is, maar als het waar is, dan is dan nog “Exkusabel”. Alleen al om hoe het woord eruit ziet, vind ik dat we dat weer in moeten voeren. Exkusabel.

Brieffragment Heer van de Lier

[uhEd sijn provijsie met Een bestelle,] men schrijft mij ock wt den
haech dat den heer vande lier2Adam van Lockhorst Een quade rheijnkontere3Rencontreren: ontmoeten tot londen
heeft gehadt en dat hij int huijs vande heer beunine is ge=
Eschapeert4Echapperen: ontsnappen daer hij hem op hout en staet weer hier te lande
te koome, sonde dat men mij schrijft waer over, dan sijn vriende
alhier segge dat het van Eenige offisiers die hij aengenoome
hadt en hier gedient hebbe die klaechge dat sij volgens de

kondiesie die hij niet haer gemaeckt had niet sijn getrackteert
of voldaen, so dat waer is daer nochtans somige aen twijfele
sout noch Exskusabel weesen, nu hier meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Tekening van een groep mannen die met elkaar op de vuist gaat. Er wordt gestompt, met een stoel geslagen, bij de keel gegrepen en weggedoken.
Vechtpartij, Franz Gaudeck, 1926. Collectie: Deutsche Fotothek.
  • 1
    Glijden in de figuurlijke zin. Waarschijnlijk een beetje zoals we nu een uitglijder gebruiken: ‘als dat waar is, is dat een enorme uitglijder van de Spanjaarden’
  • 2
    Adam van Lockhorst
  • 3
    Rencontreren: ontmoeten
  • 4
    Echapperen: ontsnappen

Geld en vervoer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 20 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 25 maart 1677
Lees hier de originele brief

De postbode heeft het er maar druk mee! Margaretha heeft de brief van 13 maart ontvangen en ze begrijpt daaruit dat er al minstens drie schepen, misschien zelfs vier, met ‘hartsteene en vloersteene’ naar Amerongen onderweg zijn.

Brieffragment schepen met bouwmateriaal

[rec. 25. dito]
Amerongen den
20 maert 1677

Mijn heer en lieste hartge
heeden ontfange ick uhEd schrijfveens vande 13 deeser
waer wt sien dat het 3 en mischien het 4de schip met
hartsteene en vloersteene op wech sijn om herwaerts
te koome de heere wilse alle Een behoude reijs
geefve ense sonder ongeluck laette over koome

Van stenen en ossen

Als die schepen met stenen nu maar veilig aankomen! Het heeft gestormd en naar Margaretha’s idee hadden de eerste twee er toch al moeten zijn. Margaretha hoopt zo snel mogelijk alle stenen in huis te krijgen zodat er aan de vloeren kan worden begonnen.

Brieffragment vloerstenen

ick hoor noch vant Eerste of tweede schip niet
die al dees quade storme hebbe wtgestaen dat
mij bekomert en naer mijn gissine moste die alle
beijde al hier te lande sijn, ick had wel gewenst
wij al de vloersteene meede hadde konne krijge
dan hoope die der nu noch ontbreecke te sulle
volgen, [uhEd beliefve ock Eens te schrijfve of wij]

Een woelige zee met diverse soorten die schuin liggen door de wind. De regen waait diagonaal door het beeld.
Boten tijdens storm op de Zuiderzee, Wenceslaus Hollar, 1635. Collectie: Rijksmuseum.

Van de vloerstenen naar de ossen, het is wel even iets anders. Godard Adriaan heeft kennelijk toegezegd dat hij vanuit Bremen magere ossen naar Amerongen zou sturen als vetweiders. Als dat niet lukt, moet Margaretha meer schapen kopen om vet te weiden. Die weilanden moeten tenslotte wel wat opbrengen! 

Brieffragment ossen

[volgen,] uhEd beliefve ock Eens te schrijfve of wij
staet sulle konne maecke op magere osse
die uhEd daer soude koopen, anders soudt ick
hier meer schape moete in koopen om vet te
weijden, [het is hier noch heel onstuijmich weer]

Een herder drijft zijn kudde door een ondiepe plaats in de rivier. De onstuimige dieren laten het water opspatten, tot ongenoegen van een boerin die ook door het water waadt. Een andere vrouw rijdt op de rug van een met koopwaar bepakte os. Het zuidelijke karakter van het landschap heeft Berchem gecombineerd met naaldbomen, die je eerder in het noorden zou verwachten.
De ossendrift, Nicolaes Pietersz. Berchem, 1656. Collectie Rijksmuseum.

Veeleisende metselaars

Ondertussen is het nog ‘heel onstuijmich weer’ en het enige positieve dat over het weer te melden is, is dat het niet meer vriest. Aan metselaars inhuren begint ze op deze manier nog niet, ze vragen veel geld, ze doen niets anders dan in hun handen blazen vanwege de kou en ze maken korte dagen. Naar Margaretha’s idee begint de werkdag voor een metselaar voor zes uur ’s morgens en eindigt die na zes uur ’s avonds. Ze had het geluk dat er nog geen vakbonden bestonden in de zeventiende eeuw.

Voordat Margaretha mensen inhuurt, moet ze, zo schrijft ze aan Godard Adriaan, ‘met mijn beurs te rade gaan’. Uiteindelijk bepaalt de portemonnee hoeveel werk er verricht kan worden want de bouwvakkers moeten ‘geduerig gelt hebbe zij willen niet eenen dach wachte’. Bij de steenoven wordt al gewerkt, er is nogal wat schade door het hoge water.

Eerste brieffragment kosten metselaars
Tweede brieffragment kosten metselaars

[weijden,] het is hier noch heel onstuijmich weer
alle daege schoon dat het niet meer vriest,
de metselaers wille groote dachhuere hebbe en
alst so kout is doense niet als in haer hande
blaesen, sij konne ock s mergens niet voor ses
Euren aent werck koome en scheijde daer
savants ten sesten weer wtt, ick heb rietvelt
ontboode als hij komt sal alles met hem over
leggen

ick moet ock met mijn beurs te rade gaen want als
dat volck int werck is moetense geduerich gelt
hebbe sij wille niet Eenen dach wachte, [men is]

Vrouw zit op een stoel met in haar rok losse munten. Een man staat voor haar en houdt haar hand vast. Naast de vrouw staat op de grond een kistje met daarin waarschijnlijk geldbuideltjes. Onder de prent staat: Furwar dis alte reiffel eisen / Thut mir vil roter gulden weisen / Ich tra sie mir, han jch ihr gelt / Iung frawlewt krief wie mirs gefelt.
Geld tellend paar, Gillis van Breen (gravure) naar Pieter de Jode, 1588-1622. Collectie: Herzog August Bibltiohek, Herzog Anton Ulrich Museum.

Onderweg

En wanneer komt Godard Adriaan nu eens thuis? Ze heeft het aan de prins gevraagd en die beloofde haar dat hij naar Kleef zou gaan om daar met de keurvorst te spreken maar inmiddels heeft Margaretha gehoord dat hij bij Arnhem is omgekeerd omdat de keurvorst niet in Kleef was. Hij is waarschijnlijk naar het ‘randevoes’ van het leger gegaan en Van Ginkel is vandaag vanaf Middachten ook naar het leger vertrokken. Van Ginkel had graag zijn vader gesproken voordat hij vertrok. Margaretha wenst hem alle goeds toe inclusief de bescherming van engelen. 

Eerste brieffragment Godard Adriaan, Willem III en Van Ginkel
Tweede brieffragment Godard Adriaan, Willem III en Van Ginkel

nu ick hoope uhEd daer teegen weer thuijs sal sijn
met de laeste post heb ick uhEd geschreefve het
antwoort dat sijn hoocheijt mij gaf op de vraech
die ick hem weegen uhEd verblijf of t huijskoome
heb gedaen, hij meende van hier naer kleef te gaen om
met den heere keurvorst te spreecke, maer hoore
hij van Aernhem weerom gekeert is moet daer
of daer ontrent gehoort hebbe dat de keurvorst
noch daer niet en was, nu sal hij al naert ran
=devoes van ons leeger sijn, de heer van ginckel
die geloofve ick dat vandaech van Middachte
naert leeger vertreckt, hij had ock wel gewenst uhE
voor sijn vertreck te spreecken, de heere wil hem

bewaere en door sijn heijlige Engelen geleijde, [tis voorwaer]

Ten strijde

Terwijl de mannen zich opmaken voor hetzij een fysiek hetzij een diplomatiek strijdperk, voert Margaretha haar eigen gevechten, met geld en met water. Er is geld nodig voor turf om de steenoven te stoken en hoe eerder ze die turf kan kopen, hoe minder ze hoeft te betalen. Bij alle zorgen om de financiën komen ook nog de zorgen over het water. Er is veel sneeuw gevallen aan de bovenloop van de Rijn en dat gaat allemaal langs komen. Maar Margaretha houdt goede hoop: ‘de heer – hoope ick – salt in alles ten beste schicke’.

Brieffragment over de te verwachte kosten

[het daer nu niet lange meer sal dueren,] ick verlange naer deselfs
komste te meer om te overslaen waer het gelt dat wij deese soomer
weer tot het werck van noode hebbe vandaen sal koome dat mij
bekomert dit ijaer salt ons noch seer swaer valle, daer naer
kan ment met gemack doen maer nu moet het noch sijn voort
ganck hebbe, tot de steenoven hebbe wij het voorleedene ijaer ontrent
de 1800f aen turf gehadt ent ijaer te vooren doen wij maar
9 monde1maanden hebbe gebacke hadde wij 2100f aen turf en nu hebbe
wij 14 monde gestoockt, is nu den turf noch beeter koop dat
sal ons heel wel koome en hoe wij die vroechger laete koome
hoe wij minder onkoste hebbe te verwachte, so vant laege water
als ander maer dan moeter ock ten eerst so veel gelt sijn,
en ick aprehendeer2Apprehenderen: vrezen seer weer Een hooch water vermidts der boove
int lant so veel sneuw is gevallen, de heer hoope ick salt in alles
ten beste schicke, inwiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
en blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Het steken, stapelen en drogen en vervoeren van turf. Links wordt een turfschip geladen. Met onderschrift van 2 regels in het Latijn.
Turfsteken, ca. 1610, anoniem, 1611 – 1613. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    maanden
  • 2
    Apprehenderen: vrezen

Prins, keurvorst, admiraal

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 17 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 22 maart 1677
Lees hier de originele brief

De brief van Godard Adriaan van 10 maart jl. heeft Margaretha op 14 maart deels beantwoord. Ze had haast – de postbode stond ongeduldig te wachten – dus het is een kort briefje geworden. Nu heeft ze de tijd om uitgebreider antwoord te geven. Maar niet voordat ze het laatste nieuws heeft behandeld.

De prins is te laat

Margaretha is al een tijdje wakker. Ze stond om acht uur ’s ochtends klaar om prins Willem III te verwelkomen. De prins heeft haar deze morgen rond zes uur laten weten dat hij rond acht uur langs wilde komen voor een ontbijtje – waarschijnlijk heeft hij een bode gestuurd –, maar om elf uur was hij er nog steeds niet! Als de prins dan tegen het middaguur arriveert, blijkt de vertraging allemaal de schuld te zijn van admiraal Cornelis Tromp, die de prins op Soestdijk een bezoek heeft gebracht. Zouden ze tot in de vroege uurtjes gepraat hebben over Tromps avonturen op de Deense zeeën of de bouw van zijn nieuwe buitenplaats? Of zouden ze een paar glaasjes te veel hebben gedronken…? Margaretha gaat er verder niet op in. En ach, de prins is er eindelijk, en daar gaat het om.

Brieffragment Willem III

deesen merge ontrent ses Euren liet sijn hoocheijt
mij segge teegens acht Euren hier te sulle sijn
om wat te ontbijten, heeft te nacht op soesdijck
geslaepe daer den nieuwe graef tromp1Cornelis Tromp. In december 1677 is hij door Christiaan V van Denemarken verheven tot graaf van Sölvesborg (Zweden). Sindsdien noemden hij en zijn vrouw Margaretha van Raephorst zichzelf ‘graaf en gravin van Syllisburg’. bij hem
quam, en oorsaeck was dat sijn hoocheijt
Eerst ontrent Elf Euren hier quam, en dat
metter haest, met intensie om deesen avont
noch te kleef te sijn om den heere keurvorst
te spreecke, so hij daer is, so niet daer hij
geen seeckerheijt van had maer hoopte
het tot Aernhem te hooren, wilde sijn hooc
deesen avont weer tot renckom2Renkum sijn om
so voort naert randevoes en inde kampan
te gaen, so hij voort naer kleef gaet, gaet
hij van daer op de graef3Grave en breeda, hij scheen
seer begeerich te sijn den heere keurvorst
te spreecken[, en so ick int verschiet hoorde]

Voor een open raam zit een vrouw aan een tafel. Naast haar staat een inktpot en liggen ganzenveren op tafel. Ze heeft haar rechter hand onder haar kin, haar hoofd omhoog, maar ze kijkt recht vooruit naar beneden. Een man staat naast de tafel en wijst op de tekst op een beschreven blad, met zijn andere hand maakt hij een beweging omhoog.
Man en vrouw bij een tafel4Ik zie het helemaal voor me, Margaretha aan tafel, bezig met een brief, ongeduldig aan het wachten, en Willem III die veel te laat komt binnenwandelen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, Abraham Dircksz. Santvoort, 1666. Collectie Rijksmuseum.

Schoonse Oorlog

En toch… Te laat komen is één ding, maar dan heeft de prins ook nog eens haast! Willem III wil vanavond nog richting Kleef – hemelsbreed zo’n 60 kilometer verwijderd van Amerongen – om de keurvorst te woord te staan. Het is blijkbaar erg belangrijk om Friedrich Wilhelm zo snel mogelijk te spreken. Dit heeft alles te maken met de Schoonse Oorlog, een strijd die uitgevochten werd op land en op zee en grotendeels samenviel met de Hollandse Oorlog. Brandenburg was sinds het voorjaar van 1674 onderdeel van de Quadruple Alliantie, terwijl Zweden partij had gekozen voor Frankrijk. De aartsrivaal van Zweden, Denemarken, werd gesteund door de Republiek. De opperbevelhebber van de Deense vloot kwam uit de Republiek: admiraal Cornelis Tromp.

Voorstelling in drie afzonderlijke scènes waarin de gecombineerde Deense en Hollandse vloten de Zweedse vloot verslaan, 11 juni 1676, voor de Zweedse kust bij Öland. Boven het jagen door de Hollandse vloot onder Cornelis Tromp, daaronder twee scènes van de zeeslag. De schepen in de voorstelling met opschriften aangeduid. Linksonder een cartouche met zeewezens en de titel.
De gecombineerde Deense en Hollandse vloten verslaan de Zweedse vloot bij Öland, 1676, Romeyn de Hooghe (mogelijk), 1676. Collectie Rijksmuseum.

Tussen neus en lippen door vertelt Willem III dat Tromp niet veel goed nieuws had meegebracht uit Denemarken. De Zweden boeken enige successen, en men vreest dat de Fransen Valencijn (Valenciennes) definitief zullen veroveren voordat het ontzettingsleger ter plaatse is. De Henegouwse stad wordt al sinds november 1676 belegerd. Margaretha hoopt, zoals ze al zo vaak heeft gehoopt, dat het God de Heere en prins Willem III lukt om het land en ons allen te bewaren…

Eerste brieffragment Valenciennes
Tweede brieffragment Valenciennes

[te spreecken,] en so ick int verschiet hoorde
had tromp niet veel goede tijdine meede ge
brocht maer geseijt dat de sweede voort ginge
met haer progresse inde kampange te doen,
veelle hier vreese dat de franse valenschien5Valencijn, Valenciennes

wech sulle hebbe eer ons volck ter deegen opt ran
devoes6rendez vous is, de heere wil sijn hoocheijt ons lant en al
het onse bewaere[, de graef van hoorn blijft met]

Nog niet huiswaarts

Nogmaals heeft Margaretha aan Willem III gevraagd wanneer haar man nu eindelijk eens thuis mag komen, maar de prins had er geen antwoord op. Hij zei wel dat het niet lang meer zal duren voordat Godard Adriaan de officiële orders krijgt om huiswaarts te keren.

Brieffragment thuiskomst Godard Adriaan

[, ]ick vraechde sijn hoocheijt of uhEd nu al ordere
had om apseluijt thuijs te mooge koome, hij seijde
neen maer dat het nu Evenwel niet lange sou
dueren of deselfve sou daer toe ordere krijgen

Vervoer van bouwmaterialen

Na bijna anderhalf kantje volgeschreven te hebben, komt Margaretha er eindelijk aan toe om de brief van Godard Adriaan van 10 maart wat uitgebreider te beantwoorden. Temminck heeft de 3000 gulden ontvangen.

Brieffragment geld

[, ]uhEd aengenaeme vande 10 deeser heb ick met de laeste
post vermidts die hier stondt en wachte met der haest
ten deelle beantwoort, sal dan nu voort seggen
dat ick niet twijfele of teminck sal uhEd hebbe
geschreefve dat hij de 3000 f ten volle heeft ontfa
die hem voorleedene donderdach door beusekom
sijn gesonde, [nu sal ick de scheepe met hartsteen]

Binnenkort verwacht Margaretha de schepen met hardsteen. Tenminste… Het heeft wel flink gestormd. Margaretha hoopt er maar het beste van. Ze heeft aan de Utrechtse tolmeesters gevraagd haar zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen wanneer de schepen aankomen. Het hout dat de hele winter aan de vaart heeft gelegen, moest bij Remmerden gelost worden. Naast dat dit onhandig was, was het ook nog eens hartstikke duur. Hopelijk gaat het met het hardsteen beter. De turf voor de steenoven is van latere zorg, al denkt Margaretha er wel al over na. Schipper Jan Jansen uit Groningen kan haar vast wel vertellen waar ze de goedkoopste turf kan kopen.

Eerste brieffragment bouwmaterialen

[sijn gesonde,] nu sal ick de scheepe met hartsteen
verwachte sij hebbe naer mijn gissine wel voorde
wint gehadt maer Een groote storm, dat mij
bekomert en verlange te hoore dat die behoude
hier te lande moogen aengekoome sijn, ick heb te
wttrecht op den tol last gegeefve dat so haest sij se
verneemen het mij ter Eerste sulle laeten weeten
ick sal de seekreetaris dan aende vaert bij haer sende
om haer tot de minste koste te rechte te helpen
ondertuschen hoope ick dat water dat nu weer
sterck aent valle is, so veel wech sal valle dat
men te wiel of Elst sal konne losse, het leste
schip dat al de winter aende vaert met hout voor

Tweede brieffragment bouwmaterialen

ons geleechge heeft, hebbe wij te remerde moete lossen
dat niet alleen ongemacklijck maer ock kostelijck
voor ons valt, so haest de scheepe koome salmen
sijn best doen, omse los te maecke en sal ick haer
vrachte betaelle, sal blijde sijn dat al de steen
hier voor uhEd vertreck van breeme is, so heefter
niemant Eenige talmerij meede, voorde turf
tot de steen oven sal ick wel in tijts sorchge
dragen en met de schipper ijan ijanse van
greuninge daer van spreecken waer die so
goede koop sou ons heel wel koomen, ick sal daer
niet in versuijme[, hoope als uhEd weer vande]

Aan de oever van een rivier liggen een aantal zeilschepen, de meesten met gestreken zeilen. Aan de kant van het water ligt er één met het zeil half gehesen. Het schip is volgeladen met turf. Er zijn mensen (mannen én vrouw) hard bezig met de lading. Aan de oever staan twee mannen, de ene wijst naar het schip.
Met turf beladen boten aan de oever van een rivier, Jan van de Velde, 1623-1641. Collectie Herzog August Bibliothek / Herzog Anton Ulrich Museum.

Metselaars

Margaretha wil ook weer snel met Rietvelt om de tafel gaan zitten. De daglonen voor werklieden zijn momenteel ontzettend hoog, maar de metselaars moeten binnenkort weer aan de slag. Ze wil met Rietvelt kijken hoeveel metselaars er nodig zijn.

Brieffragment daghuren

[so kout is bedrijfvense niet] en de dachhuere 
loope seer hooch het voorleedene ijaer heb ick
alleen aen metselaers en operliedens dach
huere al over de 8000f betaelt, ick schrijf
nu aen rietvelt dat hij Eens overkomt om
met hem vant werck te spreecken en te over
legge met hoe veel truijfels men weer beginne
sal, en voorts datter toe hoort ,

Een metselaar met onder zijn arm een bak en koevoet, aan zijn riem een meetlat. Italiaans vers in ondermarge.
Metselaar, Giuseppe Maria Mitelli (vermeld op object), 1660. Collectie Rijksmuseum.

Hoge heerlijkheid

Oja, Willem III heeft vandaag tijdens het ontbijt gezegd dat Zeist en Driebergen, waar Willem Adriaan van Nassau-Odijk heer van is, een hoge jurisdictie, een hoge heerlijkheid, zouden worden. Willem III liet duidelijk blijken het daar niet mee eens te zijn. Hij vond het onzin dat ‘in sulcken kleijne provinsie alles so tot hoochge sjurijdixsie’ wordt gemaakt, maar het was allemaal buiten hem om gegaan. Margaretha dacht dat de prins zélf Nassau-Odijk gerecommandeerd had, maar dat bleek niet te kloppen. Willem III antwoordde dat hij slechts had gesproken over een middelbare jurisdictie…

Eerste brieffragment Hoge Heerlijkheid Zeist
Tweede brieffragment Hoge Heerlijkheid Zeist

sijn hoocheijt vandaech aen tafel sittende quamme
te spreecke vande heer van oudijck7Willem Adriaan van Nassau-Odijk, dat hij seijst en

driedtberge tot Een hoochge sjuridixsi8Hoge jurisdictie, ofwel Hoge Heerlijkheid sou hebbe, het welcke sijn=
hoocheijt apsoluijt in proobeerde en seij dat seet niet hoorde te doen
in sulcken kleijne provinsi alles so tot hoochge sjurijdixsie te
maecken wat de provinsie weesen sou, maer dat sijt buijten
hem doen en haddens derhem kenisse van gegeefve dat hijt sou
teegen gesproocken hebbe, ick seij dat sijt ten respeckte vande heer
van oudijck sulle daen om sijn hoochs wil die ick meende het ge
reeckomandeert te hebbe, hij seijde neen niet tot Een hoochge
sijurijsdixsi maer wel tot de middele sjurijsdixsi, so dat
hijt apseluijt seijde te in proobeere, al hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Gezicht op Slot Zeist: een twee-en-een-half raam hoog, zeven ramen breed classicistisch huis met twee zijvleugels met een verdieping. het huis en de zijvleugels omsluiten een vierkante binnen plaats die toegankelijk is via een brug. Op de binnenplaats rijtuigen, ruiters en figuren.
Slot Zeist, Hendrick Hulsbergh (vermeld op object), ca. 1679 – 1729. Collectie Rijksmuseum.

Een kist vol suiker

Nadat Margaretha haar brief heeft ondertekend, schiet haar nog iets te binnen. Suiker! Godard Adriaan heeft gezegd dat de kleinkinderen suiker met wijn moeten drinken om sneller van de hoest af te komen, dus nu zijn alle kinderen spontaan aan het hoesten. Godard Adriaan mag wel een hele kist vol suiker meebrengen…

Een meisje van een jaar of drie poseert naast een kinderstoel. Ze is mooi aangekleed en draagt gouden sieraden. Haar ouders waren duidelijk in goeden doen – ze konden hun dochter zelfs laten portretteren door Govert Flinck, een van Rembrandts beste leerlingen. Op de kinderstoel ligt wat snoep, gemaakt van suiker uit Brazilië. Het verbindt de luxe wereld van het meisje met de harde werkelijkheid van de mensen op de suikerrietplantages. Een werkelijkheid die vaak onzichtbaar was in de Republiek en de Hollandse schilderkunst.
Meisje bij een kinderstoel (waarop wat suiker ligt), Govert Flinck, 1640. Collectie Mauritshuis

Ze kan het niet laten om in haar slotwoord een sneer uit te delen aan Cornelis Tromp en diens vrouw Margaretha van Raephorst, die recent door de Deense koning tot graaf en gravin zijn verheven. Volgens Margaretha past het haar ‘als een ring in een varkensneus’, haar versie van ‘als een vlag op een modderschuit’.

Afsluiting

al onse kinderkens
bedancke uhEd seer
dat hij so goede sorchge
voor haer draecht, maer nu groote papa seijt dat se suijcker
de wijn moete drincke alsij hoeste mach hij wel Een heelle kist
met suijcker mee brenge want nu alle gaer hoeste sonde op
te houde
graef trom, met sijn gemaelin sijn met haer graefschop
wel verheefve dat haer genade past als Een ring in Een
sonde komperaesie9Vergelijking, verckens neus

Portret van Cornelis Tromp, luitenant-admiraal-generaal. Kniestuk, staande voor rotsen. Hij draagt een borstkuras versierd met een leeuw, de rechterhand in de zij. Op de achtergrond een zeeslag.
Portret van Cornelis Tromp (1629-1691), Jan Mijtens, 1668. Collectie Rijksmuseum
Portret van Margaretha van Raephorst, de echtgenote van Cornelis Tromp. Staand, ten halven lijve voor geboomte. Een jonge zwarte 'bediende' hangt een parelsnoer om de pols van de witte vrouw.
Portret van Margaretha van Raephorst (1625-1690), Jan Mijtens, 1668. Collectie Rijksmuseum.

  • 1
    Cornelis Tromp. In december 1677 is hij door Christiaan V van Denemarken verheven tot graaf van Sölvesborg (Zweden). Sindsdien noemden hij en zijn vrouw Margaretha van Raephorst zichzelf ‘graaf en gravin van Syllisburg’.
  • 2
    Renkum
  • 3
    Grave
  • 4
    Ik zie het helemaal voor me, Margaretha aan tafel, bezig met een brief, ongeduldig aan het wachten, en Willem III die veel te laat komt binnenwandelen alsof het de gewoonste zaak van de wereld is
  • 5
    Valencijn, Valenciennes
  • 6
    rendez vous
  • 7
    Willem Adriaan van Nassau-Odijk
  • 8
    Hoge jurisdictie, ofwel Hoge Heerlijkheid
  • 9
    Vergelijking

Het water komt tot aan de lippen

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 17 maart 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha begint haar brief met dat het zo aangenaam is om van haar man te horen. Een dag eerder heeft ze met de laatste post van de dag een brief ontvangen van Godard Adriaan die hij op 3 maart heeft geschreven. Blijkbaar is Godard Adriaan in zijn brief niet ingegaan op eerdere berichten over geldzaken van Margaretha. Ze noemt dus nog maar een keer dat Van Beusinchem ervoor gezorgd heeft dat er 3000 gulden in Amsterdam ligt voor Godard Adriaan. Hij kan er geld van opnemen als hij daar behoefte aan heeft.

Brieffragment geld in Amsterdam

Ameronge den
10 maert 1677
[rec: 17. Dito]

Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 3 deeser is mij gistere geworde
met de laeste post heb ick uhEd geschreefven dat
de 3000f door beusekom tot wttrecht sijn ontfange
die hij mij beloofde Eergistere naer Amsterdam
te sende, so dat uhEd daer staet op kont mae
=ken,en die kont trecken, [ock heb ick sijn hoocheijt die]

Nogmaals de thuiskomst

Ook van het bezoek van Willem III herhaalt Margaretha voor de zekerheid nog maar eens het belangrijkste punt: wanneer mag Godard Adriaan thuis komen? Tijdens het diner heeft Margaretha gevraagd wanneer Willem III toestemming zal geven om Godard Adriaan naar huis te laten gaan. Willem III heeft Margaretha laten weten dat haar geliefde echtgenoot waarschijnlijk snel thuis zal zijn. Maar als ze aandringt en vraagt of hij daar al opdracht toe gegeven heeft, antwoordt hij heel vaag dat hij dat ‘beperkt’ gedaan heeft, maar dat hij Godard Adriaan nog zal schrijven. Waarschijnlijk zegt hij dat om Margaretha waarschijnlijk gerust te stellen. Margaretha heeft er alsnog haar bedenkingen bij: ‘So dat als ick recht sal segge mijns bedunkens het vrij wat op schroefve staet’. Het is Margaretha’s persoonlijke mening dat het allemaal nogal op losse schroeven staan. Ze is duidelijk niet tevreden.

Het vertrek van Willem III met de legertroepen naar het beleg van Valenciennes in het noorden van Frankrijk vindt Margaretha erg overhaast gaan. Een vervelende bijkomstigheid is dat Godard Adriaan zijn zoon en Willem III waarschijnlijk mis zal lopen door hun abrupte vertrek.

Brieffragment thuiskomst Godard Adriaan en vertrek van Ginkel

[=ken,en die kont trecken, ] ock heb ick sijn hoocheijt die
voorleedene saterdach hier heeft gegeeten naer uhEd
thuijs koome gevraecht, die mij seijde ijae dat deselfve
haest sou thuijs koome, en als ick hem vraechde of
uhEd daer toe al ordere hadt, antwoorde ijae
maer gelimiteerde ordere, dan dat hij uhEd sou
schrijfve, so dat als ick recht sal segge mijns be
dunskens1Mijns bedunkens: naar mijn mening, het persoonlijke van de mening wordt hiermee benadrukt het vrij wat op schroefve staet, daer
ick so heel wel niet in te vreede ben, want men
voordees meende als of uhEd het thuijs koome niet
en sochte, nu dat overgeslaechge, het vertreck van
sijn hoocheijt naer de kampange, wort doort be=
=lech van valanschien so verhaest dat ick niet
geloof uhEd hhem of de heer van ginckel alvoorns
sult hier sien het welcke wel gewenst hadt,

In een heuvelachtig landschap lopen her en der soldaten met paarden en kanonnen.
Veldtocht met zware artillerie, Israël Silvestre. Collectie: Albertina, Wenen.

Kou en knaken

Wat betreft het hardsteen voor de trappen en de schoorstenen schrijft Margaretha dat deze ‘scheep sijn’. Het materiaal is dus onderweg per schip naar Amerongen, fijn dat dat er in ieder geval wel aan komt. Ze zal zorgen dat er iemand aan de Vaartse Rijn staat om te zorgen dat ze naar Amerongen komen.

Brieffragment hardsteen

dat de hartsteene trappe en tot de schoorsteene
al scheep sijn is heel goet ick salse verwachte en
aende vaert laeten waerneemen, [rietvelt noch sijn]

Rietvelt en zijn werklui zijn helaas nog aan niet aan het werk. Het weer is erg grillig en onvoorspelbaar geweest de afgelopen dagen. Nadat ze de brief voor Godard Adriaan heeft geschreven, zal ze Rietvelt eens schrijven om te vragen of hij naar Amerongen komt. De weersomstandigheden zijn overdag, op de harde vrieskou na, wel aanzienlijk verbeterd. Margaretha laat Godard Adriaan weten dat wanneer Rietvelt en de werklui weer aan de slag gaan, er wel geld in de kas moet zitten om ze te kunnen betalen.

Het lijkt er op dat Margaretha het niet zo erg vond dat er door het slechte weer niet gewerkt kon worden, dat geeft haar wat tijd om de financiën bijeen te krijgen. Ook is er flink wat geld nodig om de verscheping van het hartsteen te betalen.

Eerste brieffragment Rietvelt en zijn mannen
Tweede brieffragment Rietvelt en zijn mannen

[aende vaert laeten waerneemen,] rietvelt noch sijn
volck sijn noch niet int werck omt ongestadige

weer dat wij dagelijcks hebbe, heb ick hem noch niet ont
boode maer schrijf met deese post aen hem, tis hier
twee dagen seer schoonweer geweest, maer t heeft
deesen nacht noch hart gevrooren, en als rietvelt
met sijn volck aent werck is moeter gelt bij kas
weesen, en de vrachte vande hartsteene sulle ock hooch
loopen die moetten voor al betaelt weesen, daerom
ick moet sien hoe ickt aen alle kanten maeck,
en sal niet int Een oft ande versuijme oft sal aen
mijn macht ontbreecken, [de doot vande ouden teminck]

Een oude vrouw houdt een weegschaal vast. Ze kijkt naar de munt in haar rechterhand. Op de tafel voor haar een zak met geld, enkele losse munten en een kistje. Links boven haar liggen enkele boeken op een plank. Onder de voorstelling bevindt zich een vierregelig, Nederlandstalig gedicht.
Gierigheid, Jean de Weerd, 1636-1700. Collectie Rijksmuseum.

Hoog water

Margaretha laat weten dat rondom Amerongen het water enorm is gestegen, maar dat het momenteel wel aan het zakken is. Door het hoge water zijn er sluizen gebroken en polders onder gelopen. De boomgaardjes van de drost en de hovenier zijn ook onder gelopen. Het water staat zo hoog dat het water tot vlak onder de kade staat. Majoor Quint heeft al wintertarwe en gerst gezaaid en daarvoor is al dat water ook niet goed. Hij is bang dat hij het kwijt raakt.

Brieffragment hoog water

stadige weer, wij sitten hier rontom weer int
water datse segge weer aen vallen is, de sluijs
is door gebroocken al de binne weijen staen blan
ijaet boogaertge vande drost sijn huijs, en int
boogaertge achter den hoofveniers huijs ist va
waeter in, sonde dat de grafte op veel nae niet aende
kaeij het water is, de majoor ijan quint heef
taruw en garst in Enker die hij vreest dit
waeter niet sal konnen wt staen so hijt quijt
raeckt sullen die liede groote schade hebbe

Tekening van een wanhopig gezin aan het woeste water. De man zien we op de rug, hij heeft zijn handen gevouwen als ware hij aan het bidden, de vrouw heeft haar armen ten hemel gespreid. Naast hun twee huilende kinderen, een baby in een wiegje en wat huisraad. Vlak voor hun kruipen twee mensen het water uit, daarachter een koe tot zijn nek in het water. Op de achtergrond een huis in de golven met een bootje ernaast.
Overstroming van de Rijndijk in Gelderland, Jacobus Buys, 1770. Collectie Rijksmuseum.

Korte P.S.

PS

Door het hoge water kunnen ze ook het werk bij de steenoven niet opstarten. Margaretha laat weten dat ze met geen enkele klus vooruitgang kan boeken. Geduld is een schone zaak voor Margaretha: ‘wij moete paesijensie hebbe’.

Een korte p.s. voor Margaretha haar doen. Alleen is haar blaadje vol, dus kiest ze ervoor om de PS overdwars op de pagina ernaast te zetten.

Ze laat Godard Adriaan weten dat door het hoge water de werkzaamheden in de kelders niet zijn begonnen. Het water staat weliswaar niet in de kelders, maar heeft de kuilen waarin de kalk opgeslagen ligt bereikt, dus het kalk is niet bereikbaar. Dat kalk is nodig om de gewelven in de kelders te maken.

Afsluiting

dit waeter verhindert ock aende steen oven te
beginne om gereetschap tot alles te maecken
ick kan noch met geen werck voort koomen wij
moete paesijensie hebbe, hoope uhEd haest in ge
sontheijt weer hier te sien waer naer verlange
en blijfve
Mijn heer en hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

wij sullen noch den wulfsels
van den kelders niet konne doen
om dat men bij de steenkalck die inde kuijlen leijt niet
en kan vermidts die onder water staen

  • 1
    Mijns bedunkens: naar mijn mening, het persoonlijke van de mening wordt hiermee benadrukt

Plannen maken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 7 maart 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 11 maart 1677
Lees hier de originele brief

Bij het voorjaar horen twee dingen: de voorjaarsschoonmaak en te bedenken wat je kan gaan doen als het eindelijk beter weer is. Over de voorjaarsschoonmaak schrijft Margaretha niets, maar in deze brief worden plannen gemaakt, plannen in de war gestuurd en plannen op losse schroeven gezet.

Vervroegde campagne

Margaretha zit bovenop het nieuws: toen Zijn Hoogheid bij haar at, wist de post hem in Amerongen te vinden. Er werden twee brieven uit Brabant voor hem bezorgd. Het nieuws was niet goed: de Fransen hebben Valenciennes omsingeld en St. Omaars belegerd. Hierdoor zal het leger eerder in actie moeten komen dan gepland en de Prins zegt tegen Van Ginkel dat hij er vanuit moet gaan dat hij binnen vijf à zes dagen moet vertrekken. Margaretha haalt weer aan dat Utrecht een jaar achter is met het betalen van de troepen en dat die arme mannen nu toch weer op campagne moeten.

Brieffragment over Valenciennes en St Omaars

Ameronge den
7 maert 1677

[rec: 11. dito]

Mijn heer en lieste hartge

gistere heeft sijn hoocheijt hier weer bij mij gegeeten
en was heel wel te vreede, hier sijnde quaemender twee
poste wt brabant hem vinde die briefve brochten
meldende dat valanschein1Valenciennes (Noord-Frankrijk), oude Nederlandse naam is Valencijn vande franse berent
en sint omeer2Sint-Omaars (in de buurt van Calais) geblockeert is, dat onse kampan
so seer verhaest dat sijn hoocheijt aende heer van
ginckel seijde dat hij staet most maecken om
in 5 a 6 dage naert leeger te gaen sonde Eenich
wt stel dat hem wel qualijck sal koomen, en
meest al de meeliesi hoet met de betaeline vande
kompangie tot wttrecht sal gaen staet te besien
die sijn nu Een vol ijaer ten achteren, [en daer wort]

Een vrouw met een hoed over haar ogen, staat naast een rijkelijk gedekte tafel. Op tafel staan glazen, een kan en schalen met eten. Ergens ligt een servet en een mes.
Vrouw naast een gedekte tafel, Paul de Vos, 1605-1678. Collectie Rijksmuseum.

Baantjesjacht

Over geld gesproken, ook de kosten voor het houtvestersambt van Gijsbert Jan van Hardenbroek schieten haar in het verkeerde keelgat. Bovendien is er ook nog onenigheid tussen de Staten en de stad. En over baantjes gesproken, Van Beusichem was er gisteren en die maakte plannen voor zijn zoon. Hij presenteerde zijn zoon aan Van Ginkel te vragen of hij misschien mee kon het leger in. Bovendien vroeg hij of Van Ginkel bij Zijn Hoogheid een goed woordje zou willen doen voor de zoon van zijn broer. De broer is schout van Benschop, maar kennelijk niet heel competent. Als nou zijn zoon schout kan worden, dan wil de broer wel afstand doen van het ambt.

Eerste brieffragment over Van Beusinchem
Tweede brieffragment over Van Beusinchem

[van gesproocken wort,] beusekom3Nicolaas van Beusinchem was gisteren
ock hier quam sijn soon godert aende heer van
ginckel preesenteere om met hem naert leeger

te gaen en ock te versoecke dat de heer van ginckel
sijn hoocheijt wou reeckomandeere sijn so broers
soon tot het schout Amt van benschop het welck
sijn broer als hijt op sijn soon kost krijge door
sijn inpatentheijt4Patent: Op uitnemende wijze, uitstekend. wilde afstaen dat de heer
van ginckel aengenoomen heeft te doen, [beuse]

Staande op een heuvel houdt een jongen een wit paard bij de toom terwijl rechts de ruiter gehurkt zijn behoefte doet.
De schimmel, Philips Wouwerman, 1646. Collectie Rijksmuseum.

Geld

Van Beusinchem was er natuurlijk niet alleen voor zijn zoon, zijn broer en de zoon van zijn broer, maar ook om de financiën van de familie te bespreken. Het blijft lastig om van alle partijen geld los te krijgen. Maar Van Beusichem heeft een deel van het geld van de Ridderschap binnen, dat houdt Margaretha. De rest wil ze ook, want als de bouw weer van start gaat, zal ze geld nodig hebben.Uit een andere bron, het is niet helemaal duidelijk welke, is 3000 gulden gekomen en die heeft Van Beusinchem naar Amsterdam gestuurd, naar Temminck. Hij houdt dat geld bij zich, zodat Godard Adriaan dat via een wissel op kan nemen.

Brieffragment over geld

[het voorleede ijaer heeft gekreechge,] waer toe
so beusekom seijt de ordinansi5Ordinantie: verordening onhande is
om op gemaeckt te worden, kost ick dat
gelt noch krijge so waer ick voor Eerst wat
ontset6Ontzetten: Helpen, verlichten , want als wij nu weer aent wercke
gaen salder weer gelt moeten sijn, h de
3000f heeft beusekom ock ontfange en sal
die merge aen teminck sende die uhEd
dan trecke kont tot sijn beliefve, [ick heb nae]

Een engeltje staat voor een zak met geld. Hij houdt zijn hand op. Achter een tafel zit een tweede engeltje. Voor hem op tafel ligt een schrift en een paar munten. Hij stopt wat in de hand van het staande engeltje
Twee geld betalende putti, Nicolaes de Bruyn, 1594. Fragment uit: Twee musicerende en twee geld betalende putti. Collectie: Georg-August-Universität Göttingen.

De bouw opstarten

Voor het weer opstarten van de bouw moet Margaretha ook plannen maken. Om te beginnen heeft ze turf nodig om de steenoven weer te kunnen branden. De dagen zijn nu nog te kort om de metselaars weer in te huren. De daghuur is een vaste prijs en met een korte dag wordt dat per gewerkt uur wel erg duur. Margaretha kan al wel bedenken wat ze zometeen, over een week of twee, kunnen gaan doen. Ze kunnen de gewelven in de kelders gaan maken en de schoorstenen verder optrekken. Dan kan de leidekker ook van start.

Brieffragment over metselaars

[tuschen beijden,] ock sijn de dage noch seer kort
dat mij doet ont sien noch weer aent metse=
=len te gaen, maer maeck staet teegens het
lest of voort wtgaen vandeese maent dat
noch ontrent om veertien dage te doen is
rietvelt met sijn volck weer te laete koome
en der dan weer wat starck aen te valle
want hij sal sijn volck aent wulfve vande
kelders en aent wt en op haelle vande schoor
=steene beijde te gelijck moeten sette om dat
den leijdecker niet sou wachte de schoorstee
moeten wt het dack sijn Eer hijt leijdack
op die kant kan legge [ick had gehoopt]

Een schetsje van een boog tegen een dakspant.
Rome, San Carlo alle Quattro Fontane, gewelf en dakspant, Bernardo Castelli Borromini en Fransesco Borromini, tweede helft 17de eeuw. Collectie: Albertina, Wenen.

Thuiskomst

En voor alle plannen zou het ook wel fijn zijn als Godard Adriaan thuis zou komen. Margaretha heeft Prins Willem ernaar gevraagd, maar hij antwoordde ontwijkend: ja, maar… Hij had de keurvorst nog niet gesproken, want die was ziek, maar Godard Adriaan zou thuis komen. Margaretha heeft dit eerder meegemaakt, dus ze vroeg door: had de prins al opdracht gegeven? Het antwoord was dat hij Godard Adriaan zou schrijven. Margaretha moet nog maar zien wat ervan komt.

Brieffragment over thuiskomst Godard Adriaan

[op die kant kan legge] ick had gehoopt
van sijn hoocheijt te verstaen uhEd t huijs
koomen die ick daer naer vraechde en mij
seijde den heere keurvorst niet gesien te hebbe
vermidt hij onderweege was door sijn indispo
siesie blijfe legge, maer seijde uhEd thuijs
sou koome waer op ick vraechde of uhEd al
ordere daer toe had hij seijde ijae maer geli=
miteert dan dat hij uhEd soude schrijfve
wat hier nu op sal volge staet te verwachte

LInks komt een putto aangerend, in het midden hangen twee putti om de nek van een derde en rechts omarmen twee putti elkaar.
Afbeelding van een stenen reliëf voorstellende aankomst en weerzien na de reis aan de linker zijgevel van het koninklijk paviljoen van het N.S.-station Amsterdam C.S. te Amsterdam. Foto en collectie: Nederlandse Spoorwegen. Bron: Het Utrechts Archief.

Trappen, schoorstenen en de oude Temminck

Gelukkig zit Godard Adriaan ook niet stil, hij heeft ervoor gezorgd dat de hardstenen trappen en lijsten van den schoorstenen bijna klaar zijn. Die komen dus dan naar Amerongen. Dat is mooi, want die zal Margaretha nodig hebben. Zoals wel vaker eindigt ze met wat lief en leed uit de omgeving. De oude Temminck in Hamburg is overleden. Waarschijnlijk de vader van de Amsterdamse Temminck. Het jammert Margaretha weer zeer.

Eerste fragment afsluiting
Tweede fragment afsluiting

wt uhEd vanden 27 febrijwa sien dat de hartsteene

trappe al gereet sijn dat heel goet is, hoope dat
de lijste tot de schoorsteene ock haest gereet
sulle sijn want alse aen dat werck gaen
sullense die van doen hebbe, hiermeede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
teminck schrijft mij van
Amsterdam dat den goede
ouden teminck tot hamburch
overleeden is dat mij seer
jamert ija meer als ick
geloof sijn Eijgen kindere
doet

Drie mensen worden door de dood meegenomen. Links een elegante vrouw, ze verweerd zich, maar de dood heeft haar met twee handen bij de pols. Op de grond voor haar ligt een vedel. Voor hun een monnik die naar achter kijkt. Zijn dood heeft een zwaard in de hand, een hoed op en een kraag om. Hij staat oog in oog met de dood met een schop die een klein kindje aan de hand heeft.
Dans van de Dood, Gesina ter Borch, naar Hans Holbein de jongere, 1643-1687. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Valenciennes (Noord-Frankrijk), oude Nederlandse naam is Valencijn
  • 2
    Sint-Omaars (in de buurt van Calais)
  • 3
    Nicolaas van Beusinchem
  • 4
    Patent: Op uitnemende wijze, uitstekend.
  • 5
    Ordinantie: verordening
  • 6
    Ontzetten: Helpen, verlichten

De stilte wordt doorbroken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 24 februari 1677 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 februari 1677
Lees hier de originele brief

Margaretha heeft al een poos geen brieven ontvangen van haar geliefde Godard Adriaan. Net zoals de schrijfsters van deze blog is het Margaretha ook niet helemaal duidelijk waarom ze niks van hem ontvangt, maar ze gist wel naar verklaringen. Ze geeft aan er bij de laatste twee postmomenten geen brieven van Godard Adriaan bij zaten. Het laatste bericht wat ze heeft gekregen is de brief die Godard Adriaan heeft geschreven op 13 februari geweest.

Aanhef brief

Ameronge den 
24 febrijwa 1677 
[rec 1 marti]

Mijn heer en lieste hartge 
met de twee laeste poste heb ick geen briefve va 
uhEd gehadt so dat de laeste is vande 13 deeser 
geweest, [deesen dach heb ick wt de korante] 

Waar blijven al die brieven toch?

Voordat Margaretha in de pen is geklommen heeft ze de krant gelezen. In de krant van vandaag heeft Margaretha gelezen dat Godard Adriaan samen met de heer Poul van Klingenberg1Deens Ambassadeur, maar ook koopman en verantwoordelijk voor de post tussen Denemarken en Schleeswijk Holstein naar het zuiden zal reizen om met de keurvorst van Brandenburg te spreken. Als het klopt wat Margaretha in de krant heeft gelezen, vermoedt ze dat Godard Adriaan haar niet heeft kunnen schrijven vanwege het reizen.

Brieffragment Godard Adriaan op reis

[geweest,] deesen dach heb ick wt de korante
gesien dat uhEd neffens den heere klinen=
berch naer minde soude gaen om met den 
heere keurvorst van brandenburch te spreecke 
so dat waer is, soude het selfve wel oorsaeck
konne weese dat uhEd met de laeste post 
niet heeft geschreefve, [ick heb uhEd voor] 

Margaretha heeft duidelijk behoefte aan contact met haar man, ze schrijft dat ze afgelopen zaterdag nog een brief heeft verstuurd en wel via de Amersfoortse post. Ook op de 22ste heeft ze een brief de deur uit gedaan en die ging via de Haagse post. De brieven waar Margaretha naar verwijst zijn helaas niet in de archieven terug te vinden. Wie weet zijn ze ook nooit bij Godard Adriaan aangekomen.

In een chique interieur zit een dame weggezakt op een stoel aan een tafel. Op de tafel staan schrijfspullen en ze heeft nog een ganzenveer in haar hand. Achter haar staan een man en een vrouw om haar te helpen. Links staan twee heren. De voorste heeft zijn handen gevouwen en kijkt naar beneden. De achterste kijkt ons aan en lijkt te glimlachen. Hij heeft zijn wijsvinger bij zijn mond.
Dame raakt buiten bewustzijn tijdens het schrijven van een brief, Reinier Vinkeles (I), 1779. Collectie: Rijksmuseum.

Plannen van Willem III

In die laatste brief heeft ze uitgebreid beschreven dat zijne hoogheid Willem III zondag bij is komen eten en wat er toen is besproken, want dat benoemt ze nu nogmaals. Waarschijnlijk is Willem III die week naar Groningen vertrokken, om via een omweg in Kleef met de keurvorst te spreken.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment Zijn Hoogheid

=teert op den haech heb gesonde waer in ick 
schreef dat sijn hoocheijt die voorleeden 
sondach hier bij mij heeft gegeeten naer

gardunine2We hebben even in de volgende brief gespiekt: dit moet gewoon greuninge zijn is met intensie so geseijt wort om 
int weer om koome tot kleef den heere 
keurvorst te ontmoete of te vinde ,

Leger

Willem III heeft aangegeven aan Margaretha dat hij binnen twee weken weer terug zal komen en dan ook een beslissing zal maken of hij ten oorlog trekt. Margaretha denk dat het door de kou en de wintermaanden het lastig zal zijn om een heel leger, zowel te voet als te paard, te verzamelen. Vooral de cavalerie zou het in deze tijd van het jaar lastig hebben. Waarschijnlijk was zoon Godard ook bij het etentje, want hij is al aan het kijken hoe waar hij paarden kan krijgen. Gelukkig heeft hij nog die paarden van Blanche, mocht het zover komen.

Brieffragment over het verzamelen van het leger

vals sijn hoocheijt nu weer komt hetwelck 
hij meende binne veertiendaege te sijn 
maeckt hij staet so selfs seijde naer 
de kampange3campagne: de tijd dat een leger te velde is te gaen, dat alt krijs 
volck4krijgsvolk so wel te voet als te paer seer 
qualijck sal koomen so vroech int ijaer 
insonderheijt5inzonderheid: vooral de ruijterij, de heer van 
ginckel is geluckich dat hij die paerde 
van blansche6Isaäc de Blanche heeft [men seijt de paerde] 

Op een zwart paard dat naar rechts stapt zit een man met een hoed met veren, een lange jas en korte laarsjes met flinke sporen. Hij heeft zijn rechthand in zijn zij en de teugels in zijn linker hand. Op de achtergrond wordt een veldslag gevoerd. Onder de prent staat: Wilhelm Henrick. Prins van Orange en Nassau etc:
Ruiterportret van Willem III, prins van Oranje-Nassau, Jan Luyken, 1685. Collectie Rijksmuseum.

Uitgeschreven

Margaretha weet niet wat ze nog meer moet melden. Het zal waarschijnlijk allemaal in de brieven staan die ze eerder deze week heeft geschreven. Toch wil ze Godard Adriaan laten weten dat alles goed gaat in Amerongen. Als afsluiting nog een opmerking over het gure koude weer, maar ja het is winter dus het zij zo.

Eerste brieffragment alles gaat goed en vuil weer
Tweede brieffragment alles gaat goed en vuil weer

[sijn,] ick weet van hier niet te schrijfe
daer om dees maer is om te segge dat
hier noch alles de heere sij gedanckt
wel is, wij hebbeier meest alledaech
heel vuijl weeren somtijt Een nacht

wat vorst tis noch winter t moet wat doen,

hiermeede blijfve
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff

M Turnor

In een landschap met rechts een rivier staat een huis met daarnaast een grote ronde oven die rookt. Links op de rivier twee mensen in een roeibooitje. De roeier moet hard zijn best doen om vooruit te komen, de ander zit weggedoken in zijn jas. Op het pand langs de rivier lopen wat mensen, bij één van de zeilschepen die aan de kant ligt wordt vracht gelost. De bomen buigen vervaarlijk naar links en ook de regen heeft duidelijk last van de wind.
Landschap met kalkoven bij regen, Jan van de Velde (II), 1603-1641. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Deens Ambassadeur, maar ook koopman en verantwoordelijk voor de post tussen Denemarken en Schleeswijk Holstein
  • 2
    We hebben even in de volgende brief gespiekt: dit moet gewoon greuninge zijn
  • 3
    campagne: de tijd dat een leger te velde is
  • 4
    krijgsvolk
  • 5
    inzonderheid: vooral
  • 6
    Isaäc de Blanche

Maar eigenlijk…

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 28 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 4 december 1676
Lees hier de originele brief

Sinds de vorige brief van Margaretha is er niks veranderlijxs voorgevallen dus ze heeft niet veel te schrijven. De timmerlieden hebben nog wel werk voor een week, de metselaars nog voor een paar dagen. Margaretha zal blij zijn als ze van de mannen af is, want ze is bekaf.

Brieffragment niks nieuws en so moeij

Ameronge den
28 Novem 1676
[rec: 4 dec 1676]

Mijn heer en lieste hartge

sint mijne laeste met de laeste post geschreefve is hier
is hier niet veranderlijxs voorgevalle, de timerli hebbe
noch rijcklijck de toekoomende weeck werck, ende
metselaers noch 3 a 4 dage, dan sullensij al de
scheijt booge in kelders geslage hebbe, daermeede
wij voor deese winter wt het metselen sulle scheijde
ick bent so moeij dat ickt niet langer sien mach

Gedrukt kaart. De provincie grenzen zijn in kleuren aangegeven: Geel Utrecht, Groen Gelderland en Rood Holland. De grens tussen Utrecht en Gelderland kronkelt om de Nederrijn/Lek heen.
De zuidgrens van Utrecht langs de Nederrijn/Lek van Amerongen tot Vreeswijk. Fragment uit: Kaart van Utrecht (Ultraictum Dominium), Joan Blaeu, 1630-1645. Collectie: Het Utrechts Archief.

Lood

In de vorige brief was de secretaris gaan kijken bij het lood dat aan de Vaartse Rijn lag. Het blijkt dat het lood met lichters (lichtere schepen) opgehaald moet worden. Dat kost niet alleen tijd, maar ook geld. De Vaartse Rijn komt bij Vreeswijk, tegenover Vianen, uit in de Lek. Dat is nogal een afstand van Amerongen en dat lood, dat is waarschijnlijk loodzwaar (ja, flauwe grap, maar iemand moet hem maken). Aangezien het water in de rivier laag staat, moet het lood overgeladen worden op een boot met minder diepgang: een lichter. Dit kost natuurlijk allemaal geld en maandag willen ze beginnen met de goten…

Brieffragment over lood aan de vaart

, nu ist loot wt den haech gekoome en op gereeden
datse en maendach inde gooten sulle beginne te
leggen, ick moet alt loot met lichters vande
vaert laeten haellen dat kostlijck valt, maer
wat sal ick doen wij moetent nu hebbe om de
muere te konserveeren, dat van Amsterdam
verwacht ick ock met Een lichter, [nu sal de]

Tekening van over het water. Rechts op de rivier een zeilboot, links twee roeiboten. Op de wal (met een soort houten kade) links een molen, dan wat huizen en rechts daarnaast de kerk. In het midden de sluis met daarachter een ophaalbrug en de masten van schepen. Rechts nog meer huizen.
Gezicht over de Lek op het dorp Vreeswijk met in het midden de sluis. L.P. Serrurier, ca. 1730. Collectie Het Utrechts Archief

Steen met wormen

Als opstapje naar haar volgende verhaal gebruikt Margaretha de steenhouwer, Jan Prang. Hij moet toch inmiddels wel in Bremen aangekomen zijn? Ze hoopt daarover te lezen in Godard Adriaans brieven. De vraag die natuurlijk eigenlijk op haar lippen brandt: “Snap je nu eindelijk die tekeningen?”, maar ze houdt zich in.

Margaretha heeft gehoord van een soort hardsteen die nogal slap is en waar de worm in komt. Ze heeft het er met Jan Prang over gehad en die had het precies uitgelegd: het is de steen boven in de rotsen die wat makkelijker te bewerken is. In ieder geval moet Godard Adriaan daar wel rekening mee houden nu hij druk bezig is met het bestellen van stenen!

Eerste brieffragment over de kwaliteit van steen
Tweede brieffragment over de kwaliteit van steen

verwacht ick ock met Een lichter, nu sal de
steen houder ijan prang al tot breeme sijn aen
gekoomen, het welcke verlange wt uhEd briefve
te sien, ick weet niet wel of ick geschreefve
heb dat men hier seijt datter Een soort van
st hartsteen is die seer weeck valt en daer de wurm
in is of komt, daer die gans niet dueraebel is
en seer in watert, daer uhEd int koope op ver

docht belieft te sijn, hebder met ijan prange van
gesproocke die seijt het steen is die boven inde rotse
sit en dickmael gebruijckt wort om datse sachter
int houwe valt, [de heer van ginckel die Eene]

Bij een heuveltje hijsen twee mannen met een soort kraan grote blokken steen via een glijbaan omhoog. Drie mannen zijn bezig het volgende blok steen klaar te leggen. Op de achtergrond is een man steenblokken te zagen.
Werklieden in een steengroeve, Hermanus Petrus Schouten, 1757 – 1822. Collectie Rijksmuseum.

En trouwens

En weer gebruikt Margaretha een bruggetje om bij haar echte punt te komen. Van Ginkel is langs geweest. Hij is naar Middachten en Stadhouder Willem III is naar Den Haag en daarna naar Zeeland. Zijn Hoogheid had trouwens aan Van Ginkel gevraagd waarom hij al een tijd geen brieven van Godard Adriaan gehad had… Om maar gelijk weer door te gaan zodat het alleen maar een neutrale opmerking lijkt: het salaris dat voor Van Ginkel bedacht is in de Staat van Oorlog valt onder de provincie Utrecht. Margaretha twijfelt er niet aan dat die hem daar graag voor aannemen.

[int houwe valt,] de heer van ginckel die Eene
nacht hier geweest is, is heede weer naer
Middachten gegaen, en sijn hoocheijt naer
den haech met intensie om voort naer seelant
te gaen, sijn hoocheijt vraechde aende heer van
ginckel waer uhEd was of deselfve aen hem
in Eenigen tijt niet geschreefve heeft en
dat hijt daerom vraechde weet ick niet, de heer
van ginckel is met sijn hooch tracktement opde
provinsi van wttrecht gestelt, twijfele niet of
se sullen hem daer aeneemen, [voort ist hier]

Cirkelvormige tekening van een zandpad met rechts een knotwilg bij een hek. Op het pad rijdt een wagen met daarvoor een paard. De zweep steekt boven de huif uit. Daarachter loopt op het zandpad een man met een rode jas, zwartte hoed en blauwe laarzen. In zijn rechterhand een stok, op zijn rug een geweer en naast hem een hondje. Links op de achtergrond een stad.
Zomer: Landweg met jager en koets, Gesina ter Borch, ca. 1655. Collectie Rijksmuseum.

Waar is het lood?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 30 november 1676
Lees hier de originele brief

Margaretha valt maar gelijk met de brief in huis: steenhouwer Jan Prang moet toch inmiddels in Bremen aangekomen zijn. En hij heeft de tekeningen bij zich. Ze is benieuwd wat hij ervan vindt. Of is ze benieuwd of hij het nu eindelijk wel begrijpt? Ze zegt het niet letterlijk. De werkbazen zijn in ieder geval van mening dat ze alles nauwgezet getekend hebben én goed uitgelegd.

Brieffragment over de tekeningen


Ameronge den
25 Novem 1676
[rec: 30. dito]
Mijn heer en lieste hartge

heeden heb ick uhEd aengenaeme vande 21 deeser
ontfange, hoope den steenhouder ijan prang nu
haest weer te breeme sal sijn, mij verlanckt hoe
uhEd de teijckenin van onse werck baese al hier
en haer konsideraesie1Consideratie: overweging sal aenstaen, sij meenen
wel pertinent2Pertinent: nauwkeurig op gestelt en haere meijninge wel ge=
Exspliseert3Expliceren: uitleggen, toelichten te hebbe, [sijn hoocheijt is weer op soes]

Een rocaille ornament met een bouwtekening en meetinstrumenten zoals een meetlat en passer. In de achtergrond een obelisk en een colonnade.
Architectuur, Jan Balzer (mogelijk), naar Johann Kleinhard, 1772. Collectie Rijksmuseum.

Zijn Hoogheid

De Prins van Oranje is op Soestdijk, maar moet naar Zeeland. Daar liggen ze overhoop en er is zoveel onenigheid dat die arme Prins nauwelijks rust krijgt. Maar er is ook goed nieuws van de Prins! Volgens schoondochter Philippota had hij tegen haar man gezegd dat hij op de Staat van Oorlog4Begroting van de Staten Generaal stond met het salaris van commissaris-generaal. Hij had het op een “obligante” manier gezegd.

Waarschijnlijk is obligant een afgeleide vorm van het werkwoord obligeren, dat Margaretha ook vaak gebruikt. Het woord obligeren is al lastig en was waarschijnlijk in Margaretha’s tijd al ouderwets. De vorm obligant als afgeleide van een werkwoord is ook niet iets waar we nu dagelijks mee werken, dus het is een beetje puzzelen. Ik vergelijk het maar met vigileren (opletten, waken als in waakzaam zijn) en vigilant (oplettend, waakzaam). Dan wil obligant zeggen dat Willem III verplicht voelde, verbonden. Ik vermoed dat hier obligant uit een verplichtheid door Van Ginkels verbondenheid en staat van dienst voortkomt en dus vooral positief is. Ik sta open voor uitleg door iemand die er echt iets van snapt!

Hoe dan ook, Margaretha vindt dat Van Ginkel zijn nieuwe traktement aan Zijn Hoogheid en God te danken heeft. Nu maar hopen dat hij in de gunst van de Prins blijft.

Eerste brieffragment over Zijn Hoogheid
Tweede brieffragment over Zijn Hoogheid

[Exspliseert te hebbe,] sijn hoocheijt is weer op soes
dijck doch so geseijt wort niet voor lange en sal
hij van meeninge sijn om naer seelant te gaen
daerse so men seijt heel wat overhoop leggen
tis bedroeft dat me van so veel onEenicheijt hoort
en sijn hoocheijt so weijnich ruste heeft, van heeten
hee de vrou van ginckel schrijft dat sijn hoocheijt
aen haer man op Een seer oblijggante5Obligant: verplicht zijnd manier
had geseijt dat hij heer van ginckel op de staet
van oorlooch met sijn tracktement6Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt als fersg kom
misaeris generael is gestelt, het welcke hij alle
sijn hoocheijt heeft naest godt te dancken, is hem
wel geoblijgeert7Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen, en geluckich de gunste van hoochge

melte hoocheijt te hebbe, waer in hoope hij gekonserweert
sal blijfve, de graef van waldeck is gisteren hier door

Een statig, symmetisch huis met in het midden een brede voorgevel met daarin een breder deur (vier deuren) met daarboven een balkon. Aan weerszijden zit twee ramen. De zijvleugels zijn vier ramen breed. Het gebouw is twee verdiepingen hoog. Voor het. gebouw lopen groepjes mensen.
Paleis Soestdijk van voren gezien, anoniem, 1695. Collectie Rijksmuseum.

Loodzakelijk

Het is vriesweer, maar het is helemaal niet koud. Daardoor schiet het werk op het dak lekker op. Het enige dat vervelend is, is dat het lood er nog niet is. Er schijnt een deel aan de vaart8Vaartsche Rijn te liggen, de secretaris gaat daar eens polshoogte nemen en kijken hoe het naar Amerongen kan komen. Maar er is ook nog een Arnhemse schipper die lood heeft, waar die is is onduidelijk. Het zou fijn zijn als het allemaal tegelijk naar Amerongen komt. Daarvoor is dan een minder diepliggend schip nodig, want het water staat laag op de rivier. Twee Utrechtse voeten, dat is maar 55 cm…

Brieffragment over het lood en de goten

[gepasseert geloofve hij naer duijtslant gaet,] de
vorst hout noch al aen en is Evewel gans niet kout
ent schoonste weer vande werlt op ons werck, hadde
wij maer het loot hier dat ten deelle aende vaertleijt
derwaerts ick de seekreetaris heb gesonde om te sien
hoe wijt best hier sulle krijgen en ock te verneeme
waer den Aernhemse schipper die ock loot voor ons in
heeft is, op dat wijt saeme hier mochte krijge t sij met
Een lichter of Een kleijn vaertuijch so hijt best
voort kan krijgen, daer is geen twee voet water
op de reevier daertoe kontraeijreije wint, ent loot
moet inde gooten Eert aent reegene komt, tis ge
=luck dat de deelen so drooch opt huijs en in
Een koomen, [tis mij lief uhed aent beson]

Een riviergezicht met zeilende schepen, op de voorgrond twee figuren en twee bakens.
Zeilschepen op een rivier, Anthonij van der Haer, naar Pieter Coopse, ca. 1745 – 1785. Collectie Rijksmuseum.

Besogneren

Op de valreep toont Margaretha nog even interesse in het werk van haar man, maar ze hoopt wel dat het op een eind zal lopen. En dus dat hij weer thuis zal komen…

In de ps de laatste wetenswaardigheden over zoon en hoogheid en de vier kinderen. Dat Godertje sterk wordt is goed nieuws

Afsluiting brief

[Een koomen,] tis mij lief uhed aent beson=
ijeere9Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren is hoopen nu uhEd aent werck is het haest
op Een Ent sal loopen, waer meede blijfve

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

so schrijft beusekom
dat de heer van ginckel
tot wttrecht is en
merge hier sal sijn
geloof sijn hoocheijt weer naer den haech is, Antge en
fritge reniera en godertge kusse groote papa
de hande de leste wort sterck

Eén kind zit met een pop in een rol kar. De Kar wordt voortgetrokken door een jongetje met een zweepje in zijn hand.
Kinderen spelend met rolkar, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1779. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    Consideratie: overweging
  • 2
    Pertinent: nauwkeurig
  • 3
    Expliceren: uitleggen, toelichten
  • 4
    Begroting van de Staten Generaal
  • 5
    Obligant: verplicht zijnd
  • 6
    Traktement: vast beloning voor het vervullen van een functie of ambt
  • 7
    Obligeren: Aan zich verplichten door een dienst te bewijzen
  • 8
    Vaartsche Rijn
  • 9
    Besogneren: onderhandelen, besprekingen voeren

Hardsteen en Hutspot

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 november 1676 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 november 1676
Lees hier de originele brief

Nog geen uur nadat Margaretha haar vorige brief vrijdag met de post mee gaf, stond Jan Prang, de door Godard Adriaan aangekondigde steenhouwer uit Bremen, op de stoep. Hij is de afgelopen dagen druk met Schut, Rietveld en de secretaris bezig geweest om het werk te bekijken en te bespreken waar het hardsteen het beste kon worden toegepast

Brieffragment over de komst van de steenhouwer

Ameronge den
16 Novem 1676
[rec. 19. dito]

Mijn heer en lieste hartge

voorleedene vrijdach ontrent Een Eure naert
afgaen van mijn mesiefve aen uhEd, quan
ijan pran den steenhouder die mij uhEd schrij –
en die aende sekreetaris heeft behandicht, hij
meester schut rietfelt ende sekreetaris so die
alle hier sijn, sijn alle daechge beesich met het
werck te besien en te overlegge wat hartsteen
der verEijst wort, [de lijst boven omt huijs van]

Foto van een open raam met twee open luiken. De haken waarmee de luiken openstaan zitten in een hardstenen vensterbank. Vanuit het raam zie je de gracht met een paar eendjes en op de achtergrond een grasveld met bolbuxussen en er omheen bomen in herfskleuren.
De hardsteen bij één van de vensters aan de zuidkant van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw

Hardsteen onder de vensters

Hardsteen gebruiken voor de daklijst kan al niet meer, omdat de kap er al op ligt. Maar in plaats van de rollaag onder de vensters kan het nog wel. Een rollaag is een laag bakstenen die vertikaal ligt. Vergeleken met metselwerk is hardsteen duurzaam (“een eeuwig werk”), want het zal een stuk beter bestand zijn tegen inwateren. En het kan voor een rijksdaalder per raam, terwijl de kosten voor een gemetselde rollaag hoger zijn, heeft de steenhouwer Margaretha voorgerekend.

Brieffragment rollaag of hardsteen

[=leijt is] oordeelle beijde baese so wel schut als
rietvelt dat best van hartsteen in plaets
vande rollaech van metselsteen, om reeden
dat de hartsteen niet in sal wateren en
Euwich werck sal sijn, en dat het minder
sal koste alsde metselsteen, want naert
segge van deese meester sal ijder venster
stuck met steen en arbeijts loon naulijcke
Een rijxsdal koste, en Een metslaer heeft
Een heelle dach werck om de rollaech voor
ijder venster te legge en die heeft Een
daelders daechs dan moet me de steen
kalck en sement reeckenen, so dat dit
voor geen rijxsdael kan gemaeckt worde

Zilveren penning. Voorzijde: borststuk man met lauwerkrans met in handen zwaard en wapenschild binnen omschrift. Keerzijde: gekroond wapenschild binnen omschrift.
Willem III, prins van Oranje-Nassau, proefslag van een rijksdaalder, geslagen nadat de Fransen de stad verlaten hadden, Dirk Bosch (toegeschreven aan), 1673. Collectie Rijksmuseum.
Foto langs de muur naar een balkon genomen. De luiken staan open. Het balkon is grijs met een zwart geschilderde metalen ballustrade.
Balkon aan de zuidzijde van het kasteel vanuit het naastgelegen raam. Foto: Annemiek Barnouw.

Hout voor de balkons

Voor de ‘zerken’ van de balkons is hardsteen niet geschikt, daar zijn de drie heren het over eens. Veel te zwaar, zeker boven de poort aan de oostkant, want die is van Bentheimer zandsteen, en dat zal het gewicht niet kunnen dragen. Gekozen wordt voor hout. Waarschijnlijk bedoelt Margaretha met de zerken het deel van het balkon waar je op staat. Op de foto is te zien dat het balkon slechts leunt op de bakstenen pilaster die tegen de gevel aan gemetseld is.

Brieffragment hout voor de balkons

de sercken tot de balckons vinde geen van baese
goet ock de steen houder selfs niet wt reeden
datse te swaer sijn het werck die niet wel
soude konne dragen insonderheijt de balkon
int ooste die recht over de voordeur komt
de wijlle die poort van bentomer steen is
seijt de steenhouder prang dat het die swaerte
niet kan lijde, en wort best van
hout gevonden [de vloersteene oordeellense]

Kasteel Amerongen tegen een heel erg donkere lucht. De zon schijnt, op het huis zijnd de schaduwen van bomen te zien. Op het grasveld op de voorgrond liggen blaadjes, de blaadjes aan de bomen zijn geel tot roestbruin.
Zuidzijde van het kasteel. Foto: Annemiek Barnouw. Het balkon heeft bakstenen pilasters en leunt verder niet op pilaren. Daarom moet het stavlak van het het balkon niet te zwaar zijn.

Rechte rijen op de vloer

Hoewel vloeren in een mooi schuin ruitpatroon in de mode zijn, adviseren de heren om de vloerstenen toch gewoon horizontaal te leggen. In een ruit patroon leggen kost veel meer stenen die op maat moeten worden gehakt. (Je krijgt aan de zijkant immers heel veel halve stenen). Vervanging van een steen in de toekomst is ook moeilijker.

Brieffragment rechte vloerstenen

[hout gevonden] de vloersteene, oordeellense
ock beeter vierkant als ruijtsgewijs geleijt
om dater ruijtsgewijs te veel steene ver
hackt worde en ock int breecke van Een
steen so wel niet weer kan ingestopt worde
alsmet moeijte en kosten [ock moetmen int]

Schut zal voor perfecte tekeningen zorgen. Maar Margaretha laat de toelichting daarop en wat er verder allemaal besproken wordt door de secretaris opschrijven, zodat Godard Adriaan het niet meer hoeft te doen met Schuts eigen warrige proza. Margartha zal alles nog eens aandachtig doorlezen, en dan kunnen tekeningen en toelichting morgen meteen meegegeven worden met de steenhouwer, terug naar Bremen.

Brieffragment tekeningen van Schut

[hebbe,] de sekreetaris heb ick belast alles pertinen
te anoteere schut maeckt noch van alles so
hij seijt perfeckte teeckenine dat alles ge=
daen sijnde sal ickt met aendacht naer sien,
en uhEd door den steenhouder die merge
weer van hier nae breeme gaet toesende,

Een dienstbode laat een kind de inhoud van haar kan zien. Alle kinderen droegen een jurk met leibanden om ze vast te houden wanneer ze leerden lopen. De Hooch stond bekend om zijn doorkijkjes. Hier schilderde hij er twee: één naar de kelder en één naar de voorkamer, waar hij het binnenvallend daglicht met puur wit schilderde. In deze kamer staat het venster open, bij het raam een stoel met kussen, aan de muur een schilderij met een mansportret.
Een vrouw met een kind in een kelderkamer, Pieter de Hooch, ca. 1656 – ca. 1660. Collectie Rijksmuseum. Voor liggen de tegels ‘vierkant’, in de kamer achter in een ruitpatroon.

Hutspot voor een hoge gast

Zoon Godard is alsnog met prins Willem naar Den Haag. Margaretha hoopt dat hem dat wat zal opleveren, carrière technisch gezien. Dat haar man de ambassadeurs in Bremen rijk heeft getrakteerd is allemaal goed en wel, maar het zijn geen prinsen van Oranje. Baas boven baas: De echte prins van Oranje kreeg een paar dagen terug op Amerongen van dienstbode Visbach, varkenshutspot met knollen en ossenworst. Hij schijnt er zeer over te spreken te zijn geweest, want in zijn jachtpaleis in Dieren had hij het nog over de worst. Ze hebben er toen nog speciaal wat extra uit Middachten laten halen!

Brieffragment hutspot voor de Prins

[hij wat opdoen sal,] dat uhEd de Ambasadeures
en afgesante aldaer so manifijckmagnifiek heeft getrack
teer is heel wel, maer dat sijn geen prinse van
oransge en dat heeft mijn visbach in mijn
apsensi hier gedaen op Een verkenshuts
=pot met knolle en een worst van os di
ick geslacht heb daer hij scheen heel wel mee
te vreede te sijn want sprack noch te dier
=ren vande worst die hij hier gegeeten had
en sij noch van Middachte lieten haelle die ick
daer gesonde had, hiermeede blijfve
uhEd getrouwe wijff
MTurnor

Mannen en vrouwen worsten makend in een keuken. Rechtsboven een boogschutter. Rechts op een ladder een geslacht varken waaraan een hond likt, een kat staat omhoog tegen de keukentafel. Een jongen blaast op een blaas. Links zit een vrouw bij een grote pot die boven het vuur hangt. In rode Gotische letters staat linksboven November en rechts boven in gewone letters Slacht-Maendt.
November, anoniem, 1664. Collectie Rijksmuseum.

Pagina 1 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén