Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Fagel (Gaspar) Pagina 1 van 2

Een nieuw regeringsreglement voor Utrecht

April 1674: de wilgen lopen uit, vogels bouwen hun nest. De Fransen zijn al weer vijf maanden weg, de gijzelaars zijn teruggekeerd en hebben de sneeuw van hun ongewenste winterse reis van zich afgeschud. Maar Utrecht is niet in een feeststemming: de provinciekas is leeg, en die van de steden ook. Bovendien is de militaire bezetting van de Fransen meteen in november afgelost door een Hollandse bezetting van de Staten-Generaal. Als vermeende “sleuteldragers” zijn de Utrechters uit de Unie gezet en onder curatele gesteld.

Een waaier die beschilderd is met een slinger van veel gekleurde bloemen en vruchten met in het midden een medalion twee spelende naakte kinderen met een bloemenkrans die de lente voorstellen
Waaierblad van perkament(?) waarop met tempera aan de voorzijde een ‘Floralia’ met Vestaalse maagden en op de achterzijde een medaillon met twee spelende, naakte kinderen en een gedichtje, tussen twee cornucopias, vogels en vlinders, anoniem, ca. 1700. Collectie Rijksmuseum.

Een nieuwe lente, een nieuwe wind

Maar dan lijkt er toch verandering te komen: prins Willem III komt naar Utrecht. Zal Utrecht haar oude soevereiniteit terugkrijgen? Dat alle oude regenten op hun eigen kussen terug kunnen keren, verwacht eigenlijk niemand. Om de Utrechtse goede wil te tonen is de Statenkamer aan het Janskerkhof van binnen en van buiten versierd met fris lentegroen en oranje linten. Veel helpt het niet: ter gelegenheid van de komst van de prins worden zes van de acht geëligeerden1sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand vervangen. Zeven leden van de ridderschap en 25 van de 40 vroedschapsleden van de stad Utrecht ondergaan hetzelfde lot.

Een rij mannen en vrouwen in 17e eeuwse kleding, met hoeden en schorten, worstelend tegen de wind, achteruit en vooruit lopend, getekend in zwart wit
In de wind lopende figuren op een rij, Harmen ter Borch, 1648. Collectie Rijksmuseum.

Kleine steden vergeten

De stadsbesturen van de kleinere steden heeft men nota bene over het hoofd gezien. Maar ook zij zullen de dans niet ontspringen. Overal wordt het gros van de oude ambtsdragers vervangen door nieuwe. Er komen zelfs nieuwelingen van buiten de provincie. Al snel gaat het gerucht gaat dat sommigen de weg moeten vragen naar de stadhuizen en de Statenkamer!

Schilderij van een hoge, versierde zaal. Doordat de twee lange zijden schuin naar binnen lopen ontstaat de indruk van een podiumtoneel. Aan het plafond hangt een opvallend groot, wit doek waarop op de bovenste rij drie familiewapens zijn afgebeeld. Daaronder een rode decoratie in de vorm van een zeer grote vlinder met in het midden een familiewapen, daarboven de helm en schouders van een harnas en vastgehouden door twee bovenste helften van harnassen. Het wapen in het midden heeft in de linkerbovenhoek een leeuw, van de zijkant gezien. Aan beide zijden van de 'vlinder' zijn decoraties aangebracht van soldatentrommels en trompetten, onder elkaar. Onder dit doek, in de achterzijde van de zaal, is een doorgang naar een achtergelegen ruimte. De doorgang is versierd door een soort triomfboog met in het midden hetzelfde familiewapen als in het midden van de 'vlinder'. Midden boven de triomfpoort hangt een wimpel. De achterzijde is beschilderd met beneden bomen en boven water met schepen. Ervoor staan aan beide zijden twee borstbeelden op sokkels. De zaal heeft een houten plafond, dat gedeeltelijk te zien is omdat het doek ervoor hangt. Op de grond liggen zwart-wit plavuizen. De beiden zijwanden hebben tot ongeveer een derde lambrisering. Daarboven is het lichtgekleurd. De rechtermuur heeft in het midden een hoge nis, gelijkend op een deur met erin een harnas ten voeten uit. Daarboven zijn eenzelfde soort versieringen aangebracht als op het doek. In de linkermuur zijn eerst een deur en dan drie tot het plafon reikende nissen aangebracht. In de nissen bevinden zich eveneens decoraties met helmen. In de zaal zijn twee groepen in 17de eeuwse kledij gestoken mannen. Rechtsvoor tegen de muur staan drie mannen in overwegen rode kleding met een zwarte hoed op met elkaar te praten. De belangrijkste groep van zes mannen staat bij de deur in de linkermuur. Drie zijn in het zwart gekleed, drie in kleurrijkere kleding. Ze dragen bijna allemaal witte halsdoeken. Ze hebben krullend haar tot op de schouders, waarschijnlijk pruiken. Twee van hen dragen een hoed.
Ontvangst van Prins Willem III in 1674 in de Statenkamer van Utrecht ter gelegenheid van zijn aanstelling tot erfstadhouder. Collectie: Centraal Museum

Macht van de stadhouder

Maar een stuk heftiger dan de vervanging van een heleboel regenten in één keer, is de invoering van een nieuw regeringsreglement. De macht van de stadhouder bij het benoemen van nieuwe regenten in de toekomst wordt volgens dat reglement veel groter dan deze ooit geweest is. Elk jaar opnieuw moeten vroedschapsleden hopen op hun herbenoeming. Bij de geëligeerden is dat elke drie jaar. Het is dus de kunst om in de gunst van de prins te blijven, die tijdens zijn bezoek ook wordt benoemd tot erfstadhouder. Theoretisch zouden de nieuwbenoemde statenleden tégen het regeringsreglement kunnen stemmen. Helaas was er geen tijd om het goed te lezen en zijn ze veel te bang dat Utrecht alsnog uit de Unie wordt gegooid. Zover zou het echter nooit gekomen zijn. Willem heeft Utrecht veel te hard nodig als tegenwicht tegen Holland in de Staten-Generaal.

Exit Welland, Wulven en Van Weede

De oude heer van Renswoude wordt president van de Staten als geheel. Onder degenen die het veld moeten ruimen zitten, niet geheel onverwacht, neef Welland, de heer van Wulven, en de heer van Weede van Dijkveld. Aan de loyaliteit van Godard Adriaan wordt echter niet getwijfeld. Hij behoudt zijn plek in de ridderschap. Sterker nog: zijn plaats is vast geserveerd voor zoon Godard, mocht vader komen te overlijden! Margaretha mag tevreden zijn, de trouwe diensten aan de Staten-Generaal en ook aan de prins zijn niet voor niets geweest. Godard Adriaan betreedt samen met Renswoude en burgemeester Nellesteyn het bordes als het nieuwe regeringsreglement voor Utrecht op 16 april 1674 wordt afgekondigd door raadspensionaris Fagel.

Schilderij van een groot, rood bakstenen gebouw met een donker, schuin dak. Het gebouw beslaat driekwart van het schilderij, Rechtsachter het gebouw is een ander gebouw te zien in lichter gekleurd baksteen met aan de rechterkant een trapgevel. Aan de bovenkant is een bewolkte lucht geschilderd. Het rood bakstenen gebouw heeft op de bovenste verdieping vier vierkante ramen in vieren gedeeld. Daaronder bevindt zich een rijk versierde entree lichtgekleurd steen. Boven de deur is een afbeelding van een leeuw op zijn achterste poten en een beer ??? te zien. Daarboven een niet te lezen tekst. Daar weer boven een halve ovaal met een grote schelp erin. Naast de deur zijn links en rechts hoge rechthoekige ramen waarvan de onderste helft bedekt is met een grote decoratie in de vorm van de initialen W en H ineen met daarboven een kroon. Boven de ramen zijn er driehoekige stenen decoratie. Aan de linkerkant is nog een gedeelte van een raam te zien. In de deuropening staan twee mannen in zwarte 17de eeuwse kleding op een bordes. Voor het bordes een stenen trap van vier treden met aan beide zijkanten leuningen. Voor het huis staan verschillende groepjes met mensen, voornamelijk mannen, sommigen in zwarte anderen in kleurrijker kleding en bijna allemaal met een hoed op. Linksvoor staat een rijtuig en iets meer naar het midden een hond.
Afkondiging van het nieuwe regeringsreglement te Utrecht vanaf de trap op het Janskerkhof, 16/26 april 1674, anoniem, 1674. Collectie: Centraal Museum Utrecht.
  • 1
    sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand

Klaar voor de thuisreis

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 september 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 27 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.

Eerste brieffragment over onduidelijkheid thuiskomst

[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is,
wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste
in die komissie is, ik heb hem daer overweese
spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd
die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de
werfvine en dat hij met de raet pensionaeris
daer van soude spreecke vont goet ick ock het
selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]

Gravure van een man met een grote bos (pruik) met krullen en een breed, maar dun snorretje. Hij draagt een kanten kraag en het lijkt of er een gordijn om hem heen geslagen is. Onder het portret staat: Corrado do Buvningen Ambasciatore Stra ordinario de Gli Signori Stati Generali Delle Sette Probincie Vnite Del Paese Basso, Appresso il Re Christianissimo di Francia
Coenraad van Beuningen (1622-1693), door Jacob van Loo/ Cornelis Meyssens ca. 1662. Collectie Stadsarchief Amsterdam

Slome raadpensionaris

De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.

Tweede brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst
Derde brieffragment onduidelijkheid over thuiskomst

[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die
mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister
hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat
hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij
wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees
ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom
ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch
heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort
heeft bekoome en wat, van beuninge is te

Op het embleem een naar boven gebogen tak op twee in de grond staande takken als een soort brug. Daarop een slak, op de achtergrond een heuvellandschap. Boven het embleem staat Langsaam Maar Sekerlijk bovenin het embleem staat Lente sed attente. Rechts onder het embleem staat A: de Winter fecit.
Embleem met slak, fragment van een blad met meer emblemata van Anthonie de Winter, 1697 – 1718. “Langzaam, maar zeker”, maar zo zeker is Margaretha niet van de raadpensionaris! Collectie Rijksmuseum.

Prins leidt leger naar Brabant

Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.

Brieffragment over het verzamelen van het leger

[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger
is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij
om de groote overlast die overal daerse koome
doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer
brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees
gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante
=rij die ondert komande vande graef van nassou
waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee

naer brabant gaet en overt heelle leeger
aldaer so wel over de spaense als donsede onzen sal
komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]

Kriebelige tekening met op de voorgrond twee groepen cavaleristen die op elkaar in beuken. Iedereeen zit nog te paard, behalve op de plek waar ze tegen elkaar opbotsten, daar ligt één man met zijn paard op de grond. Boven de cavalisten de infanterie. Zij schieten en hebben speren. Links een klein groepje, rechts een grotere groep, waarachter een paard met ruiter en daarachter een nieuw peloton. De legers ontmoeten elkaar op ongeveer een kwart van het papier aan de linkerkant.
Charges van voetvolk en ruiterij, Jacques Callot, 1602 – 1635. Collectie Rijksmuseum.

Door de regen naar Bergen op Zoom

Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.

Brieffragment over de ruiterij

[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande
vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat
men vreest sij daer niet door sulle koome
door alde kontiniweelle10voortdurende reegen die wij
meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer
randevoes11rendez-vous: samenkomst tot berge op soom12Bergen op Zoom sulle daer op
naerder13nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]

Gezicht op Bergen op Zoom van één van de dijken van de ‘stadspolder’ on ten westen van Bergen op Zoom. Rechts van het midden een toren van het Markiezenhof, een vijftiende eeuws stadspaleis; verder naar rechts een deel van de Sint-Gertrudiskerk. Het ‘Boere-verdriet’, een van de stads bolwerken ligt aan de linker kant van de dijk, herkenbaar aan een groep bomen binnen een ommuuring.
Gezicht op Bergen op Zoom, Valentijn Klotz, 1671. Collectie Rijksmuseum

Van Ginkel in de voorhoede

Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.

Brieffragment over de monstering van Van Ginkels compagnie

[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge=
monstert daer 3 a 4 man die present waere
hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer
andere abuijse, sijn vaendrager komt ock
met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou
niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]

In een cirkel een soldaat met een grote oranje vaandel met een blauwe hond (leeuw?) erop. De man draagt een blauwe hoge hoed, een molensteenkraag, een oranje kuras met een gele en een groene sjerp (kruislings) en een wijde blauwe broek met strakke gele kousen.
Tegel, veelkleurig beschilderd met een vaandeldrager, 1625 – 1700. Collectie Rijksmuseum. Een vaandrig is een vaandeldrager.

Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.

Drie heren met grote hoeden waarvan er één veren heeft. Ze hebben baarden. Ze dragen een versierde jas met grote manchetten. Twee dragen een sjerp, de derde heeft een sjerp om zijn middel. Eronder een pofbroek die vastgemaakt is met grote strikken. Ook op hun schoenen zitten strikken. Op de achtergrond huizen aan een brede straat waarop sledes rijden en kinderen spelen.
Drie Duitsers, sledes in de achtergrond, Johann Wilhelm Baur, 1636. Collectie Rijksmuseum.

Regiment een rommeltje

De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoorPagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.

Veld van 8 tegels (4 x 2) elk met een blauw geschilderde musketier of piekenier binnen een akkolade omlijsting. In de hoeken, een vleugelblad.
Veld van acht tegels, anoniem, 1620 – 1640. Collectie Rijksmuseum.

Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.

Brieffragment over Van Ginkel en Mompeljan

in soma14in somma: opgeteld, samengevat, kortom daer is geen order in dat reesge=
=ment, met deese mers15mars heeft de heer van
ginckel so veel te doen dat hem onmoge=
lijck is geweest te schrijfve salt met de
naeste post doen, wij hebbe hem vandaech
te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur
of twee bij ons is geweest, mompelijan16Armand de Caumont, marquis de Montpouillan
neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het
meest op de heer van ginckel aenkoome

Een heuvelachtig landschap met snel getekende tenten en soldaten met paarden tussen bosjes. Boven de tekening staat: In het leger van Sijn Hoogheijdt bij Nivello de 8/8 1674.
Gezicht op een legerkampement bij Nijvel, Wallonië, Barend Klotz (mogelijk), 1674. Collectie Rijksmuseum
  • 1
    Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
  • 2
    Coenraad van Beuningen
  • 3
    Gaspar Fagel
  • 4
    langzaam
  • 5
    in al zijn affaires: in alles wat hij doet
  • 6
    subject, onderwerp
  • 7
    Naarden
  • 8
    Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken
  • 9
    regimenten
  • 10
    voortdurende
  • 11
    rendez-vous: samenkomst
  • 12
    Bergen op Zoom
  • 13
    nader
  • 14
    in somma: opgeteld, samengevat, kortom
  • 15
    mars
  • 16
    Armand de Caumont, marquis de Montpouillan

Naarden is heroverd!

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 15 september 1673 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 september 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Naarden is heroverd! Typisch dit, Margaretha verstuurt net haar vorige brief waarin ze nog negatief is over het beleg van Naarden. Daarna komt er bericht. Jawel, Naarden is heroverd! Na een beleg van acht dagen en voortdurende beschietingen voor vier dagen is de vesting eindelijk weer in Staatse handen.

Verslagen

Dinsdagavond 12 september wordt het akkoord gesloten: de Fransen geven zich over en de 2600 Franse militairen moeten de stad de dag erna voor “de klocke tien Eure” verlaten. Veel van hen trekken naar Arnhem, dat nog in Franse handen is. Hun wapens mogen ze meenemen mits ze minstens zes weken niet tegen de Republiek of Willem III ten strijde trekken. De Hertog van Luxemburg moet zich maar eens tweemaal bedenken of hij zijn aanvallen in de Republiek wil doorzetten. Toch schijnt hij nog een flink leger in Utrecht te hebben

Brieffragment over het Franse leger
rijn alle bruggen hebben afgebroken

[heeft begine te beschiete ov gemaeckt], nu hoope
mij dat den hartooch van lutsenburch1François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg hem ock
wel sal bedencke Eer hij op ons sal afkoome
en so hijt doet hebbe wij nu de arme weer lijber2Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
tis seecker dat hij Een aensienlijcke macht van
volck bij Een streckt het welcke meest leijt te
vechte te oijeck3Odijk te werckhoofve4Werkhoven en daer ontrent
te wttrecht is ock gepropt vol volck men seijt
sij int geheel ontrent de 20000 man konne wt
maecke, en dat sij al de bruchge op den krome

rijn hebbe afgebroocke, [sijn hoocheijt treckt noch meest]

Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 12 september 1673. Op de voorgrond scènes uit het soldatenleven in het legerkamp. In het midden knielt de burgemeester van Naarden voor de prins die wordt omringd door zijn staf van officieren. In de verte het beleg en de bestorming van de stad. Bovenaan op een opgehangen doek een kaartje van de stad en de posities van de belegeraars, hiernaast een vers 'Op de Belegering van Naerden' in zes regels. Met meerdere opschriften in de voorstelling.
Belegering en verovering van Naarden door de prins van Oranje, 1673, Romeyn de Hooghe, 1673. Collectie Rijksmuseum.

Overwinning

De Staatsen hebben eindelijk een grote overwinning behaald na meer dan een jaar oorlog: het leger heeft heldhaftig gevochten en zelfs minder mannen verloren dan in eerste plaats gezegd werd. Overal heerst vreugde en stadhouder Willem III en het Staatse leger genieten immense populariteit. Margaretha is met name te spreken over hoe Willem III geen kwaad met kwaad vergeldde en de Franse soldaten genade toonde. Al dit smaakt naar meer: wat voor plannen heeft Willem III liggen voor de toekomst?

Brieffragment over de plannen van Willem III

[rhijn hebbe afgebroocke,] sijn hoocheijt treckt noch meest
alt volck van de poste bij hem en leijt de burgers
wt de steede daer weer in plaets, wat sijne ver
dere deseijne5Desein: plan, doel sijn staet te verwachte en godt
wel vierichlijck6Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast. te bidde dat hij wil kontini=
weere het selfve te seegene en al het onse bij te
staen, ick kan niet segge wat Een vruechde hier
onder alle mense overt veroveren van deese
stat is, de onse hebbe seer furijeus gevochte en
met Een wtneemende koraesge7Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid, stonde gereet
om te storme, maer sijn niet wel te vreede dat
me de vijande niet inde kerck heeft gesloote gelijck
sij de onse het voorleedene ijaer hebbe gedaen,
dan sijn hoocheijt doet in mijne sin wel dat hij
geen quaet met quaet en loont8Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden hoope de heere
hem te meerder in sijn verdere deseijns9Desein: plan, doel sal
seegene, wij hebbe ock nergens nae so veel volck

Linksvoor staan een man met een fluit en een man met een viool. Rechtsvoor dansen een man en een vrouw hand in hand, de man heeft zijn hand in de lucht. Daarachter een tafel met borden en een kan. Achter de tafel zit een stelletje innig omarmd. Daarachter staat een stel dichter op elkaar te dansen dan bij mijn schoolfeesten toegestaan was.
Muzikanten en dansende soldaten in een herberg, Hans Ulrich Frank, 1656. Collectie Rijksmuseum

Nieuwe opdrachten voor Godard Adriaan?

Toch is Margaretha niet enkel positief over Willem III: het lijkt er namelijk op dat hij Godard Adriaan een nieuwe bevelen wil geven terwijl Godard Adriaan al wel zijn demissie – zijn ontslag van de huidige opdracht – heeft gekregen. De demissie schijnt zonder het weten van Willem III afgegeven te zijn dus wat er nu gaat gebeuren is een beetje een raadsel. Uiteraard hoopt Margaretha dat Godard Adriaan snel weer naar Den Haag komt om samen met de familie te zijn. Nu maar hopen dat daar niet een stokje voor gestoken wordt.

Brieffragment over de bevelen van Willem III

wij hoope met godts hulpe merge weer nae
den haech te gaen, sulle uhEd met verlange int
gemoete sien, dus veer geschreefve hebbende ontfan
ick uhEd aengenaeme vanden 8 deeser waer in
sien het geene wel gevreest heb dat is dat uhEd
van sijn hoocheijt weer Eenige beveelle ontrent de
werfvine soude aende hant gedaen worde, dat
men uhEd sijn demissie heeft gesonde geloof wel
dat buijte kenisse van sijn hoocheijt is geschiet, [men]

Uyttenboogaard

Gelukkig heeft Margaretha ook nog goed nieuws te melden aan Godard Adriaan wat betreft de afhandeling van zijn zaken. Eindelijk krijgt ze namelijk een som van 2500 guldens van Johannes Uyttenboogaard voor Godard Adriaans diensten. Uyttenboogaard doet wel alsof hij Margaretha en Godard Adriaan hier een enorme gunst mee doet. Dat terwijl Godard Adriaan hard gewerkt heeft voor dit bedrag. Ach, Margaretha kan niet te boos zijn op Uyttenboogaard: hij had bij Naarden een fraai buitenhuis met op het terrein een mooi bos staan wat door de oorlog flink geruïneerd is.

Een chicque geklede man zit achter een tafel met een groot boek voor zich en rechts naast zich een weegschaal. Links naast hem knielt een jongen op de grond aan wie hij een zak met geld geeft.
Johannes Uyttenboogaard, ‘De goudweger’, Rembrandt van Rijn, 1639. Collectie Boymans van Beuningen. Rembrandt was regelmatig te gast op Uyttenboogaards buiten Kommerrust.

Utrecht en Gelderland

De oorlog is nog lang niet gewonnen of Margaretha hoort al geruchten over de toekomst van de Republiek. Men hoopt dat Willem III ook stadhouder van Utrecht en Gelderland wordt. Dit gerucht is al spannend genoeg omdat het de macht van Willem III immens veel zou vergroten, maar het is schijnbaar niet verwonderlijkste wat Margaretha heeft gehoord. De plannen die ze hoort zijn zo vreemd, dat ze deze niet aan een brief durft toe te vertrouwen. Godard Adriaan moet maar snel naar de Republiek terug komen ,want het politieke landschap gaat veel veranderen in de komende tijd.

Postscriptum

p s so hort wort mij in konfidensi geseijt dat men
hoop heeft tot de provinsie van wttrecht en gelderlant 
en alsme daer toe soude geraecke sijnder van
opijnie dat sijn hoocheijt daer in ijder wel Een stat=
=houder mochte stelle, hier sijn al wondere konsepte
op die men de pen niet kan vertrouwe, daer om
mijns oordeels het wel goet sou sijn dat uhEd hier
waert sal al vreemt toe hoore watter al om gaet
mij verlanckt wat Antwoort uhEd op sijn briefve
van sijn hoocheijt den raetpensionaris10Raadspensionaris Gaspard Fagel ende griffier fagel11Griffier Hendrik Fagel
sal bekoome

Aan een bureau zit een vrouw te schrijven. De wijsvinger van haar linkerhand ligt op haar vingers lippen, in haar rechterhand de veer waarmee ze schrijft. Ze draagt een hoofdtooi met veren.
Portret van een schrijvende vrouw, Carel de Moor (II), 1666 – 1738. Collectie Rijksmuseum.
  • 1
    François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
  • 2
    Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
  • 3
    Odijk
  • 4
    Werkhoven
  • 5
    Desein: plan, doel
  • 6
    Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast.
  • 7
    Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid,
  • 8
    Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden
  • 9
    Desein: plan, doel
  • 10
    Raadspensionaris Gaspard Fagel
  • 11
    Griffier Hendrik Fagel

Zeeslagen en geldnood

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 16 juni 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 20 juni 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief meldde Margaretha dat er schoten gehoord waren. Helaas moet ze deze brief meedelen dat het net zo plotseling als het begon weer opgehouden is. Men dacht dat de vloten weer een zeeslag leverden, maar het laatste nieuws is dat het bij een slag gebleven is, die we gewonnen hebben. En daar heeft ze God voor gedankt.

Brieffragment over het schieten

rec.1Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen 20 Junij in Hamburgh2Handschrift van Godard Adriaan

haech den 16
ijuin 1673

Mijn heer en lieste hartge
het viement3Ook wel vehement: hevig schiete dat men bij mijne laeste seijde
weederom gehoort te sijn en men meende
de scheeps vlooten voor de tweede mael aen malka
=nderen waeren is op Een onseecker segge
teenemael verwdweene en ist tot noch toe
bijt eerste slaen gebleefve, daer bij wij volgens
mijne voorgaende de avontaesge4Avantage: voordeel hebbe gehadt
daer godt voor gedanckt moet sijn, [ick had volge]

De beruchte 10.000 guldens

Na het spannende nieuws over de zeeslag gaat de brief weer over op de orde van de dag. Een groot deel van deze brief wijdt Margaretha namelijk aan haar pogingen om de vergoeding van 10.000 gulden voor Godard Adriaans werk te krijgen. Er zit nog steeds weinig schot in. Na al haar eerdere pogingen om de raadpensionaris en de griffier te spreken heeft ze nu besloten om haar doel op een andere manier te bereiken. Ze is de individuele gecommiteerden van Holland gaan benaderen.

Ze krijgt behalve medeleven weinig los. De heer van Asperen brengt het onderwerp nog op in een vergadering maar komt terug bij Margaretha met het harde antwoord dat er gewoon geen contant geld te vinden is in het land om haar te betalen. Al het geld wat de Staten-Generaal binnen krijgt stroomt meteen weg naar het leger en alle andere zaken die betaald moeten worden.

Eerste brieffragment over de 10000

[daer godt voor gedanckt moet sijn ,] ick had volge
toe seggine en belofte vande ontfanger wtdenboo
gaert gemeent gelt te krijge maer in plaets van
dat laet hij mij schrijfve wel tienduijsent gul ind 
post van defroijemente5Defroyement: onkostenvergoeding over betaelt te hebbe over
sulcks mij niet Een stuijver kost geefve tenwaere
de heere gekomiteerde rade Een Exstroordinarise
subsidie hem liete toekoome hetwelcke ick bij
moste versoecke, daer ick nu deese heelle weeck
van smergens te ses Eure tot savonts toe
om op de been ben geweest, en verscheijde heere
over heb gesproocke den r p6Gaspar Fagel, raadspensionaris is hoe vroech of
laet ick koom niet thuijs te vinde of als hij
al thuijs is doet hem Exskuseere en niet aen

Tweede brieffragment over de 10000
Derde brieffragment over de 10000

te treffe voor al die ick heb konne spreecke
sijnde geweest den heer van Asperen7Philip Jacob van den Boetzelaer den heere
tulp van Amsterdam8Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag den heere van nael
twijck van dort9Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, uit Dordrecht den heere van gorckom10Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
gaefve mij alle seer beleefde woorde en seijde
haer best te wille doon, maer seijde alle en
voornaemlijck Asperen en tulp vrij wat ronder
wt11Vrij wat ronder uit: ronduit dat niet moogelijck is voor hollant ver
midts dandere provinsie niet betaelde het
te konne op brenge12Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart dat sij haer beste soude doen
en alst niet weesen kost dat hij tup13Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn hoopte
en versocht ick alsnoch paesijensie soude
hebbe, waer op ick alles reeplijseerde14Repliceren: antwoorden wat
tot ons Erlange15Erlangen: verwerven, verkrijgen diende, nu ben ick gistere
avont weer bij den heer van Asperen gewee
weest om te hoore wat daer dien merge in
was gedaen also hij aengenoomen had
het inde vergaderin voorte brenge, het
welcke hij seijde gedaen te hebbe, maer
ock hoewel alde heere ons geneegen waer
het niet moogelijck was alsnoch Eenich
gelt te geefve, datter so veel koste aent lant
gedaen wierde dat al kontant gelt most sijn
dat niet moogelijck was langer op te

brenge, [seijde ock met de r p daer over gesproocke]

7 mannen met ontblote hoofden en witte kragen staan over een naakte dode man met een lendedoek gebogen. Rechts staat een man (dr. Tulp) met een hoed op en een bescheidener kraagje. Hij heeft in zijn rechterhand een schaar waarmee hij een pees of spier in de opengelegde linkerarm van de dode man wil doorknippen.
De anatomische les, Rembrandt van Rijn, 1632. Collectie Mauritshuis Den Haag

De terugkeer van Godard Adriaan?

Het zijn niet enkel de financiën die stroef lopen, ook de terugkeer van Godard Adriaan blijft maar spaak lopen. Dit keer met een wel heel erg unieke reden: Godard Adriaan heeft helemaal niet verzocht om naar huis te komen!

Tenminste, dat is wat de heer Van Asperen Margaretha probeert te vertellen. Wat een klinkklare onzin! Het is inmiddels al vier maanden geleden sinds Godard Adriaan een bericht aan Willem III stuurde met de vraag of hij terug mocht komen. Dat dat nog steeds niet gebeurd is, is wel heel raar aangezien van Asperen ook vertelt dat Godard Adriaans verblijf in het buitenland nogal duur aan het worden is en het niet zeker is of de Republiek het wel kan betalen. Het is toch ook van de zotte! Deze redenering gebruikten Margaretha en Godard Adriaan maanden eerder om de Staten-Generaal en Willem III ervan te overtuigen om Godard Adriaan terug te laten komen en toen moest hij nog op zijn post blijven.

Duidelijk is hier iets fout aan het gaan in de bureaucratie, maar waar? En hoe is het op te lossen?

Brieffragment over de thuiskomst van Godard Adriaan

[brenge,] seijde ock met de r p16Gaspar Fagel, raadspensionaris daer over gesproocke
te hebbe die van gelijcke seijde dat ick noch Een
nige tijt paesijensie moste hebbe, of hij heer
van Asperen verder met de heer r p onsent
weege had gesproocke of niet is mij onbekent
maer seijde mij ick moet v17Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd… inkonfidensie
segge dat ick vrees de heer van Ameronge
langer wt sal blijfve als wij hem sulle
konne betaelle, wij sijn verwondert dat
hij niet versoeckt thuijs te koome waer op
ick antwoorde uhEd het selfve al over
4 maende versocht hadt en so aen sijn hooch
als aenden staet, dat ickt selfve wt uhEd
naem noch booven de briefve die uhEd daer
over had geschreefve aen sijn hoocheijt hadt
versocht en tot antwoort bekoome dat het
doen noch niet kost weesen, hem teegemoet
voerenderen dat uhEd sonder gelt niet buij
=tens lants koste sijn, dat ick dewijlt weese
most noch wel Een korte tijt paesijensie soude
hebbe maer badt hij toch sorch wilde drage
mij die ordinansi mocht worde voldaen het
welcke mij belooft heeft, ick sal met laete
aen te houde en sien daer van voldaen te
worde maer hoet in toekoomende sal gaen
weet ick voorwaer niet, vrees sij difukulteij

Een rechthoekig schema van veren en bewegende metalen staafjes. Die worden aangestuurd door een sleutelgat in het midden en zorgen er voor dat er metalen staven aan de zijkant uitzetten in de zijkanten van de kist.
Ontwerp voor het sluitsysteem aan de binnenkant van het deksel van een geldkist, anoniem, ca. 1680 – ca. 1740. Collectie Rijksmuseum.
(Het kan ook de route kaart zijn die Margaretha moet volgen om geld uit betaald te krijgen voor het werk van haar man)

Krappe kas

Die krappe kas waardoor Godard Adriaan niet betaald kan worden, leidt ook bij de milities tot problemen. De pagadoors krijgen geen geld meer en dus worden de soldaten niet meer betaalt. Het lijkt wel of de Republiek failliet dreigt te gaan.

Om dit tegen te gaan hebben de Staten van Holland besloten om de 100e penning en 200e penning weer te gaan innen. Meer vermogensbelastingen dus. Dit was in januari ook al gebeurd en het bleek toen redelijk goed te werken. Hoe hoog de inkomsten deze keer zullen uitvallen is een beetje een raadsel want de waarde van goederen in Holland is ingestort sinds de oorlog begonnen is. Uit andere gewesten zal weinig tot niets gaan komen, deze zijn nog steeds bezet door de Fransen.

Brieffragment belastingen

sulle maecke ordinansi te passeere, ick kan segge dat
van ijder hoor der groote schaersheijt van gelt is, hoe
het noch met de betaeline vande meliesi salsgaen vreest 
men seer, de meeste pagadoors18Pagador: betaler wildender weer wt
scheijde, men heere van hollant sijn vergadert en
beesich om weer den 100 ste penin in gift en den
200 pen19200ste penning: Vermogensbelasting bij forme van kapijtaelle leeninge in te
willge hoe dat gaen sal weet ick niet de liede
trecke hier in hollant de meeste niet en dandere
heel weijnich van haer goet20Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…, Een vreede diende ons
best tis uhEd niet te schrijfve hoet hier is, [uhEd]

Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar; links een openstaande geldkist en een wachtende man; rechts een deur met in de omlijsting een familiewapen. Boven op een bal een maatverdeling in voeten(?).
Interieurscène met schrijvende man aan een lessenaar naast een openstaande geldkist, Abraham van Strij (I), 1763 – 1826. Collectie Rijksmuseum

De grote mond van Welland

Margaretha’s brief eindigt met een klein nieuwtje over neef Welland: hij is de oorzaak van zijn eigen ongeluk. Zouden zijn avances bij Juffrouw van der Wijlle mislukt zijn misschien? Wat hij precies gedaan of gezegd heeft schrijft Margaretha niet maar haar conclusie is niet mals. Als hij nu maar had geluisterd naar wat zij van de winter zei…

Brieffragment over neef Welland

[het selfve toch wel te overdencke ,] wat de heer
van wellant aengaet die is selfs vrij wat oorsaeck
van sijn ongeluck met sijn mont niet te konne snoere
dat ick hem deese winter genoech vermaent en ge
seijt heb uhEd sou niet geloofve hoemen sien moet
wat en waermen Eits seijt, ick wenste uhEd alles
wist maer kant so niet schrijfve, hiermeede
blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor

P.S. Victorie!

Begint Margaretha haar brief nog met een aarzelende mededeling, de ps begin ze met een opgelaten kreet van blijdschap! De genade Gods waar ze eerder om smeekte is gekomen en de Republiek heeft de Tweede Slag bij Schooneveld gewonnen! De precieze details zijn nog wat vaag omdat het nieuws zo vers is maar één ding is voor Margaretha zeker: deze grootste overwinning zal bijdragen aan de vrede waar iedereen al zo lang naar smacht.

Brieffragment over de tweede slag bij schooneveld

p s so aenstonts kome briefve van luijte Admi
tromp21Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp wt onse vloot hoe dat de selfve
weer slaechs sijn geweest gelijcke uhE
wt de kopije daer van hier neffens geaende
kan sien wij konne godt niet genoech
dancke voor sijne genade, maer is be
=droeft donse door gebreck vande kruijt het
welcke men voor de gemeente22Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. versust
weer naer schoonevelt moste keere
so schijnt hebbe donse noch moet omse
noch Eens aen te legge, tis voorwaer
Een groote vicktvorije voort lant
nu heeft men hoop om t in korte
tot Een goeije en gewenste vreede
te geraecke het welcke ons dien
groote godt wil geefven inwiens
heijlige bescherminge uhEd beveelle

Gravure met een scheepsslag. Verschillende schepen liggen in groepjes bij elkaar, zo nu en dan zie je scheve masten, rookwolken en vooraan ligt een zinkend schip.
Tweede Victorieuse Zee-slag, door de Nederlanders tegen de Franse en Engelse Zee-machten bevochten, den 14 Iuny Ao. 1673, Anoniem, 1673. Collectie: British Museum
  • 1
    Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen
  • 2
    Handschrift van Godard Adriaan
  • 3
    Ook wel vehement: hevig
  • 4
    Avantage: voordeel
  • 5
    Defroyement: onkostenvergoeding
  • 6
    Gaspar Fagel, raadspensionaris
  • 7
    Philip Jacob van den Boetzelaer
  • 8
    Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag
  • 9
    Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk,
  • 10
    Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
  • 11
    Vrij wat ronder uit: ronduit
  • 12
    Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart
  • 13
    Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn
  • 14
    Repliceren: antwoorden
  • 15
    Erlangen: verwerven, verkrijgen
  • 16
    Gaspar Fagel, raadspensionaris
  • 17
    Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd…
  • 18
    Pagador: betaler
  • 19
    200ste penning: Vermogensbelasting
  • 20
    Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…,
  • 21
    Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp
  • 22
    Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt.

Boter, kaas en wijn

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 9 april 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 15 april 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Margaretha is blij dat de post weer een beetje loopt. Brieven komen weer sneller, maar er mist nog wel wat. In Den Haag zijn ze druk met de brandschatting voor Middachten. Kennelijk heeft Kinschot daar wat mee te maken, maar die is in Groningen. Voordat er iets betaald kan worden, moet Van Ginkel kunnen bewijzen dat hij de rechten heeft op het kasteel. Die papieren zijn vlak voor het rampjaar in veiligheid gebracht, maar zitten dus ergens in een kist tussen de opgeslagen spullen in Amsterdam. Dus Van Ginkel moet naar Amsterdam om eens in de papieren te duiken.

Brieffragment over Van Ginkel en Middachten

[ontfange,] de quitansie vande heer en vrou van ginck
sal niet in versloft worde dat die tot noch toe
niet is genoomen, is de oorsaeck dat men kinschot
niet heeft konne te spreecke koomen dier noch
te greunine is, en ten anderen dat de heer van
ginckel sijn pampiere die te Amsterdam sijn moet
nae sien of hij geen ocktroij vant hof van gelderlant
of den leen heer aldaer heeft om sijn goet te mooge
beswaeren , ock sijn de oblijgaesie die wij van hem
hebbe almeede te Amsterdam [en sal mijns oordeels]

Op een kruk zit een jonge man aandachtig naar een papier te kijken. Zijn rechter voet staat op een voeten bankje en zijn laars is een beetje afgezakt. Zijn linker voet staat een klein stukje naar voren.
Op een kruk zittende jongeling met een document in zijn handen, anoniem, ca. 1700 – ca. 1799. Collectie Rijksmuseum

Voorraad

Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha gevraagd om een Parmezaanse kaas te bestellen. Hij is nog niet aangekomen, maar ze wil wel vast weten wat ze ermee moet doen. Margaretha heeft nog wel wijn liggen in de kelder van wijnkoper Brant, maar zodra ze die gaat consumeren, moet ze er accijns over betalen. En het gaat om nogal wat wijn, daarnaast heeft ze het over de voorraad boter. Ze goochelt een beetje met oude maten: een aam (155 liter) een okshoofd (220 liter), een verendeel (veerdeel: vier keer een hoeveelheid). Dat veerdeel blijft vrij cryptisch. Als ik het omreken op basis van haar betalingen is het veerdeel 80 pond. En dan is een oud pond iets minder dan ons pond: 480 gram, toch nog ruim 38 kilo boter. Dat boter, kaas en wijn zo groot ingekocht werden, was bij de rijkere bevolking van de Republiek niet ongebruikelijk.

Ook heeft Godard Adriaan om een blikken servies gevraagd, dat wordt nu gemaakt en daarna zal Margaretha het zo snel mogelijk naar Hamburg sturen.

Brieffragment over de Parmezaanse kaas en de hoeveelheid wijn

[moet ,] de permisaense kaes sal ick verwachte ock wat
uhEd daermeede belieft gedaen te hebbe, inde kelder
van brant de wijnkoope hebbe wij Een oxshooft1Een okshoofd was ongeveer 220 liter en
een stuck van twee aeme2Een aam was ongeveer 155 liter rinse wijn legge, die ick
daer omden swaere inpost te ontgaen niet weetende
waer wij die sulle geniete doen legge, franse wijn

Brieffragment over wijn, kaas en boter en inflatie

heb ick niet alst oxshooft daer van drincke dat al opgeleijt
is, die kost hier booven den inpost 90 en hondert gul
het oxshooft, voo koutou3Ze bedoelt een Coteaux: dit is waarschijnlijk een zoete witte wijn van de hellingen (coteaux=hellingen) wijn, voor de booter heb ick
36f het verendeel dat is 9 stuij het pont sonder den
inpost betaelt de kaes gelt hier het hondert pont 20f
, het blick serviese heb ick bestelt te maecke kan voor in
laest vandeese weeck niet gereet sijn salt dan so haest
alst doenlijck is sien op hamburch te bestelle, [nu weer]

In het midden op een tinnen bord een kaas, waarop een schoteltje staat met boter. Links een mandarijn, een stuk brood, een sinaasappel en schorseneren (?). Daarachter een kelk met een vergulde voet en steigerende paarden, een stenen kruik en een roemer met wijn. Rechts een kelk met een nautilusschelp en daarvoor een tinnen bord met stukjes ham.
Ontbijtstuk met kaas, ham en kelken, Jacob Foppens van Es, ca 1630. Collectie Nationalmuseum Zweden (foto: Anna Danielsson).

Nogmaals de Acte van Garantie

Margaretha zit toch nog in haar maag met het verzoek van raadpensionaris Fagel om de brand en de aanvraag voor vergoeding voorlopig stil te houden. Ze heeft alles nog eens goed bestudeerd en ze is tot de conclusie gekomen dat ze gewoon recht hebben op die vergoeding. Het is haar ook eindelijk gelukt om de raadpensionaris’ broer, griffier Fagel, te spreken en hij is het helemaal met haar eens dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitbetaling op de hoogte moeten zijn. Margaretha heeft de griffier gevraagd of hij hier met zijn broer over zou willen spreken. Hij is zo druk dat ze niet durft hem lastige te vallen en ze durft ook niks buiten hem om te doen, vooral omdat het zo’n goede vriend van Godard Adriaan is. Margaretha belooft dat zodra ze antwoord van de griffier heeft, ze hun zoon en Zijn Hoogheid informeert. De prins heeft immers beloofd te helpen. Margaretha vermoedt dat haar eigen invloed beperkt is. Konden ze nu maar vast een deel van de vergoeding krijgen.

Brieffragment over de akte van garantie

[van onse affaerees alhier,] terwijlle men so veel vande
vreede handelin4De voorbereiding voor de vredesbesprekingen spreeckt ben ick niet gerust int segge
van de r p fagel5Raadspensionaris Gaspar Fagel dat ick alsnoch van ons ongeluck int
afbrande van onse huise soude stilswijge ent selfve den
staet niet bekent maecken, maer heb de ackte van garant
Eens met bedaerde sinne naer gesien en bevonde dat die
teenemael spreeckt op de goedere ondert gebiet vande genee
raEliteijt toe behoorende de geende die int vijants dienst
sijn en blijfve beloofvende in kas6Cas: geval van vreede handelin
te versorchge uhEd persoon en verseeckert en onse schade soude vergoet worde, daerom
mij dunckt niet langer te moeten stilstaen ben gistere
bij den griffier fagel7Griffier Hendrik Fagel geweest en hemt selve voorgehou
=de en versocht den heere r p hier over te spreecke vermidts
sijn meenichvuldige affaerees8Affaires: zaken dat ick hem niet derfde moij
lijck valle en niet gaeren Eits soude buijte sijn kenisse
tenteer weetende dat hij Een sonderlin goet vrient van
uhEd en ons huijs is daer in ick badt dat hij wilde konti
niweere, den griffier heeft dit aengenoome te sulle
doen enmijn antwoort te brenge heb hem het reequest9Request: verzoek in de vorm van een geschreven stuk dat
ick hier over soude preesenteere in hande gegeefve om
sijn broer te laete sien, hij oordeelde ick groot gelijck
hadt nu te spreecke op dat de pleijne potensiaerise10Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een ander gemachtigd is te handelen daer
Eenige last van mochte krijge, so haest11Haast: snel ick antwoort van
hem heb sal de heer van ginkel sijn hoocheijt hier over spreecken en sijne behulpelijcke hant hier in versoecken
sal mijn best doen doch vrees der veel moijte voor mijn aanvast
sal sijn konne wij maer onse schade alwaert ten deelle
vergoet krijgt soude godt dancken en dencke diet sijn
quijt is kant niet al weer krijgen [, tis mij seer lief te hoor]

Boter op zijn hoofd

Medaillon met een emaille portretje van de Keizer: lang donker krullend, een rechte snor bijna van oor tot oor en een klein kneveltje op zijn kin. Een stevige rechte neus en de kenmerkende, naar voren stekende, Habsburgse kin. Hij draagt een gouden harnas en een grote kanten kraag.
Keizer Leopold I, Peter Boy d.Ä., ca. 1695. Collectie: Gemäldegalerie Berlijn

Met Godard Adriaan gaat het gelukkig steeds beter, alleen nu is zijn secretaris Blanche niet helemaal fit. Er zijn brieven van de keizer binnen gekomen. Hij geeft aan dat hij teleurgesteld is over de militaire acties van zijn leger en dat hij bij een volgende inzet aan zal geven dat ze het beter moeten doen. Als de Prins van Oranje vraagt om een inzet. Hij zal de Keurvorst dan ook verzoeken om hetzelfde te doen. Hij vraagt de Republiek alleen wel om niet in te stemmen met een wapenstilstand. Margaretha lijkt hier tevreden mee te zijn, want ze gaat door met het nieuws uit Engeland. Zou Margaretha niet weten dat het juist de gezant van de Keizer was die de militaire acties frustreerde of is ze, vooral omdat ze weet dat de post geopend wordt, de wijste en laat niet het achterste van haar tong zien?

Brieffragment over de keizer

[over hamburch of Sel sal neeme,] vandaech sijnde briefve vande keij=
=ser gekoome die sijn misnoechge met sijn eijgen hant geschreefve toont
overt ageere12Ageren: militair optreden, krijgshandelingen verrichten van sijn keijserlijcke troepees datse niet beeter gedaen
hebbe so geseijt wort met verseeckerin dat hijse sal intoekoomende doen
ageere daer sijn hoocheijt en den staet sal goetvinde en den keurvorst
daertoe versoecke het selfve van gelijcke te doen alleen versoeckende
wij tot geen stilstant van wapenen soude verstaen, [wt Engelant]

En nog een keer de Acte van Garantie

Vlak voor de brief weg gaat, kan Margaretha al terugkomen op de Acte van Garantie. Om het hele verhaal kwijt te kunnen, stopt ze een extra papiertje bij de brief. De griffier heeft de raadpensionaris gesproken en die heeft de papieren gelezen. Hij blijft alleen bij zijn mening dat Margaretha nog geen actie moet ondernemen. Hij belooft dat hij er persoonlijk voor zal zorgen, dat de Acte van Garantie uitgevoerd zal worden vóór de vrede getekend wordt. Daar legt Margaretha zich voorlopig bij neer. Ze informeert haar zoon en Stadhouder Willem III vooralsnog niet, maar wacht wel op expliciete orders van haar man.

  • 1
    Een okshoofd was ongeveer 220 liter
  • 2
    Een aam was ongeveer 155 liter
  • 3
    Ze bedoelt een Coteaux: dit is waarschijnlijk een zoete witte wijn van de hellingen (coteaux=hellingen)
  • 4
  • 5
    Raadspensionaris Gaspar Fagel
  • 6
    Cas: geval
  • 7
    Griffier Hendrik Fagel
  • 8
    Affaires: zaken
  • 9
    Request: verzoek in de vorm van een geschreven stuk
  • 10
    Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een ander gemachtigd is te handelen
  • 11
    Haast: snel
  • 12
    Ageren: militair optreden, krijgshandelingen verrichten

Niet genoeg geld en niet genoeg verstand

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 19 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 31 maart 1673 Hamburg
Lees hier de originele brief

Er zijn woorden gevallen tussen de Prins van Oranje, Raadpensionaris Fagel en Pölnitz. Margaretha heeft Pölnitz zelf gesproken en niet alleen hij is er nog vol van, het zit ook Margaretha hoog. Wat er precies gebeurd is wordt niet duidelijk uit haar brief. Maar we kunnen er wel een redelijke inschatting van maken.

In de Republiek wordt al tijden geklaagd dat het leger van de Keurvorst pas iets doet als ze de subsidies binnen hebben. De waarheid ligt genuanceerder: de Republiek houdt zich niet aan de betalingsafspraak. De Keurvorst is al een tijdje bezig de stekker uit het hele avontuur te trekken en Godard Adriaan weet dat. Hij weet ook dat de Keurvorst vindt dat de Republiek al heel veel gehad heeft aan deze veldtocht. Door deze tocht zijn immers veel Franse soldaten uit de Republiek naar Duitsland getrokken, waardoor hun positie in de Republiek verzwakt is. Godard Adriaan kan wel raden, of weet heel goed, met welke boodschap Pölnitz naar de Republiek gestuurd was. Een boodschap die de Prins van Oranje niet zinde…

Brieffragment Pölnitz en Willem III

[gesonde,] den heere penits1Gerard Bernhard Pölnitz is hier het geene
tusche sijn hoocheijt de r p fagel2Gaspard Fagel en hem
is gepasseert sal uhEd buijten twijfel wt
het schrijfve vande heere overste webbenom3Johan Thibault Webbenom
die ick uhEd met de laeste post heb gesonden
hebbe gesien, so ick van verscheijde hoore en
ock wt den heere penits die mij heeft besocht
kost mercke heeft het al vrij wat hooch ge
=gaen en sijn hoocheijt hem klaer wt gesproocke
ick wenste het wat meer tusche de 4 a 8
oochge waerre geweest en dat het so rucht=
baer niet en was, ijder heeft er de mont vol
van, [daer bij heeft den jonge penits te weete]

Een hoge zuilengalerij met hele hoge zuilen en bogen. Op de achtergrond een groene tuin. Links rent een jongen weg, Amalia van Solms staat in het midden, links van haar staat haar man, Frederik Hendrik en rechts van haar en achter haar staat een groep chique geklede mannen met een paar honden.
De hofcultuur aan het Oranje-hof. Galerij van een paleis met ornamentale architectuur en zuilen, Dirck van Delen, 1630-1632. Collectie Rijksmuseum (v.l.n.r. prins Frederik Hendrik, Amalia van Solms, de Friese stadhouder Ernst Casimir van Nassau-Dietz en zijn zoon Hendrik Casimir I)

Geld en verstand

Pölnitz was getrouwd met een (bastaard-)dochter van Prins Maurits en dus familie van Amalia van Solms. Kennelijk had hij zijn zoon meegenomen en was deze mee op familiebezoek. Aan het hof van Amalia van Solms laat deze jonge Pölnitz van zich horen. Hij heeft tegen freule Katharina von Dohna, de nicht van Amalia van Solms, gezegd dat de Hollanders niet genoeg geld hebben voor oorlog en niet genoeg verstand voor vrede. En dan te bedenken dat hij ook nog graag een compagnie zou willen hebben. Margaretha betwijfelt of dat op deze manier gaat lukken.

Eerste regel van het brieffragment over de jonge Pölnitz
Brieffragment over de jonge Pöllnitz


[van,] daer bij heeft den jonge penits4Waarschijnlijk Willem Lodewijk von Pölnitz te weete

den soon vanden af gesante opt hoff van de
prinses teegens freelle5Freule katrijn van dona6Catharina van Dohna onder ande
=re diskoerse7Discours:Wat je tijdens een gesprek zegt, gesprek geseijt dat wij geen gelt hebbe om
te oorloochge en niet verstants genoech om de
vreede te maecke, het welcke mijns oordeels hem
niet paste te segge, deese man soeckt hier noch
Een kompangi te hebbe of dat der de middel
toe is twijfel ick seer aen, [de vreede staet ons]

Een ingekleurde gravure van Paleis Honselaarsdijk. Honselaarsdijk ligt net rechts van het midden, Het is een symmetrische huis met daarom heen een symmetrische aangelegde tuin. Links en rechts zijn twee binnenplaatsen met bijgebouwen erom heen. De tuin loopt naar achter door maar raakt zijn symmetrie kwijt. Afgezien van een laan als zichtlijn naar de duinen en de zee, wordt het bos. Rechts langs de tuin loopt een weg met aan weerzijden een bomenrij.
Paleis Honselaarsdijk in vogelvlucht, circa 1684-1690. Abraham Begeyn en Abraham Blooteling. Collectie Koninklijke Verzamelingen.

Amsterdam of Den Haag

De huur van het pand aan de Nieuwe Heerengracht loopt binnenkort af. Margaretha weet nog steeds niet wat te doen. De kosten lopen zo op als ze weer een huis huurt. Maar íedereen heeft een huis in de stad, dat is toch het veiligst. Margaretha zet de verschillende opties op een rijtje. Een heel huis huren is duur, maar ze zou het idee wel fijn vinden als haar kramende schoondochter daar veilig zou zijn. Dat voordeel heeft ze met een pakzolder niet. Ze kan ook alles naar Den Haag brengen en er maar het beste van hopen…
Ze is in duizend beraden.

Brieffragment over Amsterdam

[komste voor ons,] wij sijn maer ses weecke tot
meij het huijs daer te Amsterdam ons goet
staet is verhuert, ick weet niet wat ick doen
sal of weer Een huijs daer te huere daer toe ick
de koste ontsien, of Een pack solder omt goet
op te sette of en dan ben ick met het kraeme
vande vrou van ginckel bekomert, of dat
ick tgoet hier sal brenge en wage het Een met
tander, ben in duijsent beraet meest al de
liede hebbe huijse inde steede en haer goet daer
gebrocht, ick salt noch Een maent insien en
uhEd goetvinde afwachte, hiermeede Eijnde
gende blijfve

Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Combinatie van drie afbeeldingen. Linksboven een hijsrad op een zolder, links onder een steile zoldertrap me een afsluitbare deur en rechts een geveltekening van een grachtenpand met een klokgevel. Onderaan een luik naar de kelder en een trap naar de voordeur. Naast de voordeur twee grote ramen. Op de eerste en tweede verdieping zitten drie ramen naast elkaar, op de vierde verdieping twee ramen met een luik er tussen en in de top van de gevel één luik met daarboven een hijsbalk.
Voorbeeld van een grachtenpand met een pakzolder. In de gevel zit een hijsbalk en op zolder een hijsrad, zodat je niet alle spullen via de zoldertrap naar boven hoeft te brengen. Collectie: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed, BT-005176, 508.585 en 508.582

Naschrift

De brief ligt klaar om te versturen en dan komt er een brief van Godard Adriaan binnen. Hij blijkt niet geheel gezond. Wat wil je ook met zo’n veldtocht? Margaretha drukt hem op het hart niet verder met de Keurvorst mee te reizen, maar in Minden te blijven tot hij beter is. Gelukkig is dat precies wat Godard Adriaan gedaan heeft, want deze brief ontvangt hij twee weken laten in in Hamburg.

Brieffragment over de zieke Godard Adriaan

Mijn lieste hartge
naert schrijfve van dees ontfange vhEd vande
10 deeser waerwt met hartelijcke leetweese sien
uhEd indisposijsie dit bedroeft mij meer als
Eits het goet is met godts hulpe te verwine
als ick uhEd maer in gesontheijt mochte behoude
och hoe verlange ick naert aenkoome vande
naeste post, met siecke leede te reijse sal imers
niet wel sijn hoope uhEd so voorsichtich sult sijn
en laete de keurvorst reijse, blijfve te minde
wtruste, [ick hebt voorwaer wel gevreest dat]

En als ze dan toch weer aan het schrijven is, houdt ze hem ook nog even op de hoogte over de Acte van Garantie voor hun afgebrande huis. Ze herhaalt daarbij de voorkomendheid van de Prins en de maning tot geduld van de broers Fagel.

Ook vermeld ze dat de Heer en Vrouw van Ginkel erg dankbaar zijn voor het geld voor de brandschatting, ze hadden geen idee hoe ze dat geld anders bij elkaar hadden moeten krijgen. Margaretha maakt zich wel zorgen en is bang dat het bos al verkocht is aan de kapers uit de familie.

Gravure van een ruïne. Er staan nog een paar muren overeind en de schoorsteen. Er staat een muur waar we dwars door de ramen kijken. Aan de linkerkant staat het koetshuis nog overeind, heer zitten wel gaten in het dak. Op de straat er omheen, staan een paar vrouwen bij een man die op de grond ligt. Recht staan een paar heren met hoge hoeden te kletsen met bajonetten in hun hand. in het midden is een vrouwspersoon te zien, het is onduidelijk wat ze doet.
Het afgebrande huis van minister Van Maanen in Brussel, 1830. Mogford 1830-1831. Collectie Rijksmuseum

Dan is het tijd om de brief voor de tweede keer af te sluiten. En nu moet ze opschieten! Ze zal met groot verlangen naar de brieven van haar man verlangen…

Oh, trouwens, dat van die jonge Pölnitz… Dat was aan het hof en er waren allemaal mensen bij!

Tweede afsluiting

[sijn,] hiermeede sal ick met groot ver=
lange naer uhEd briefve verlange en blijfve
met haest

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MT
het geen den
jonge penits
geseijt heeft soude opt hof op
de voorkamer van sijnhoocheijt
in presensi van meenichte van
van mense geschiet sijn

  • 1
    Gerard Bernhard Pölnitz
  • 2
    Gaspard Fagel
  • 3
    Johan Thibault Webbenom
  • 4
    Waarschijnlijk Willem Lodewijk von Pölnitz
  • 5
    Freule
  • 6
    Catharina van Dohna
  • 7
    Discours:Wat je tijdens een gesprek zegt, gesprek

De olifant in de kamer

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 3 maart 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 10 maart 1673 Minden
Lees hier de originele brief

De brief die Godard Adriaan op 10 maart 1673 ontvangt is een lange brief. Maar Margaretha heeft ook veel te vertellen, ook al is er sinds haar vorige brief niet veel meer duidelijk geworden over Kasteel Amerongen. Het doet haar ‘vande gront mijns harte leet’ dat ze haar man, die in grote onzekerheid in het Duitse Minden verblijft, geen duidelijkheid kan verschaffen over zijn have en goed. Maar zodra ze nieuws heeft, begint ze van alles te regelen: typisch Margaretha.

Niks, noppes, nada

Niemand schrijft over de reusachtige olifant in de kamer: de vermoedelijke brand van het kasteel. Geen woord. Geen letter. Noch uit Utrecht, noch uit Amerongen. Margaretha wordt door eenieder volledig in het ongewisse gelaten.

Brieffragment niemand zegt iets

[kontiniweert] en nochtans schrijft mij noch van
wttrecht noch van Ameronge niemant Een woort
daer over ick mij niet genoech kan verwonderen
wat en aen wien ick schrijf krijch niet Een letter tot
Antwoort heb aende preedikant kepel1Dominee Bernhard Keppel aen weesel2Abraham van Wesel aende
seekreetaris3Secretaris Van den Doorslagh geschreefve en hoor van niemant Een woort

Van horen zeggen

Via via heeft Margaretha toch enige snippertjes informatie kunnen bemachtigen. In een brief uit Amsterdam leest ze dat Jan Evertsen, de zoon van Evert Jansen, die in Amerongen woont, heeft geschreven dat kasteel Amerongen volledig is afgebrand. Ook de voorburcht zou de Franse vernielzucht niet overleefd hebben. Enkele andere gebouwen, waaronder het huis van de hovenier en de woning van Teunis Huijbertse, konden gespaard worden. Nu móét Margaretha de onheilstijdingen wel geloven… De olifant in de kamer blijkt een olifant in een porseleinkast te zijn, en hij draagt een Frans uniform.

Brieffragment volledig afgebrand

onsen drost van kleef schrijft mij van Amsterdam
dat ijan Evertse de soon van Evert ijansen die tot Ameronge
int santvoort4Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel woont hem van daer
schrijft dat ons huijs te Ameronge met het voor
burch teenemael is afgebrant, dat sij het huijs
van joost van omeren den hoofeniers huijs teunis
huijbertsens huijs ent huijs van den drost ock wilde
aensteecke maer dat sij dat met twintich rijxsdal
hebbe afgekocht, sonder dat hij verdere pertikulierij
=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve en kan niet
segge hoe bedroeft ick ben , [de heer van ginckel sal]

Tekening van een olifant als een dikke man in (Frans) uniform. Hij heeft een krullenpruik op met een grote hoed. Hij draagt een jas met grote manchetten, die open hangt. Om zijn middel een riem met daaraan een zwaard. In zijn rechterhand houdt hij een speer.
Dierensatire, Egbert van Heemskerck (II), 1674 – 1744 (detail). Collectie Rijksmuseum

Typisch Margaretha

Maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet meteen ook van alles begint te regelen. Tuurlijk, ze is bedroeft, maar ze heeft inmiddels ook al weer contact opgenomen met de Prins van Oranje en ze is tevens bij griffier Hendrik Fagel en diens broer raadpensionaris Gaspar langs geweest. Hoewel ze het niet met zoveel woorden schrijft, is het evident dat het over de vergoeding voor het afgebrande huis in Amerongen gaat. Veel kan ze daar verder nog niet over schrijven, want ze moet eerst weten wat er precies vernietigd is. Hebben de plantages de Franse vernielzucht overleefd? Margaretha regelt ook maar meteen dat er een speciale bode richting Amerongen wordt gestuurd om inlichtingen te verzamelen. Was Godard Adriaan maar thuis… Helaas lijkt her erop dat dat die hoop inmiddels vervlogen is.

Brieffragment reactie van Willem III op de brand
Brieffragment overige informatie

[=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve] en kan niet
segge hoe bedroeft ick ben, de heer van ginckel sal
uhEd schrijfve het beleeft en siviel antwoort dat
sijn hoocheijt hem op dat subijeckt heeft belast aen mij
te segge, dan dit sijn maer tot noch toe maer woorde
wil hoope het Efeckt daer op sal volgen, ick ben
ock bij den heer griffier fagel geweest hebt hem ock

bekent gemaeckt die aengenoome heeft den heere rp
daer over te spreecke, verder kan ick hier niet in
doen voor dat ick al de pertikulaerijteijte weet, ock
hoet met de plantaesie staet ofse die ock hebbe
gehouwe, of onbeschadicht gelaeten , den Espresse
die de heer van ginckel naer Aernhem heeft ge
sonde heb ick gelast op Ameronge aen te gaen
en hem op alles te informeere , ick wenste wel
uhEd nu hier waert dan sien daer voor Eerst
geen hoop toe gelijck uhEd wt het schrijfve vande heer
van ginckel sal sien, [kost deselfve noch met den]

Tekening van een man met lang krullend haar. Hij heeft een befje om en een cape over zijn schouder. Hij buigt bescheiden. Hij heeft zijn hoef in zijn rechterhand en met zijn rechterhand overhandigt hij een brief. Voor hem staat een hondje (King Charles Spaniel?) blij te springen.
Bode brengt een brief, Jan van Somer, 1655 – 1700 (detail). Collectie Rijksmuseum

Bijzondere haat

Margaretha is nog net zo bezorgd of die Acte van garantie wel iets waard is als in september. Om haarzelf moed in te praten schrijft ze maar dat het huis wel in brand gestoken moet zijn vanwege een specifieke haat van de Fransen jegens Godard Adriaan. Bij niemand treden de Fransen immers zo rigoreus op? Van Johan van Reede van Renswoude hebben de Fransen bijvoorbeeld 2000 gulden geëist, maar hij heeft niet betaald. En er gebeurt niets…
Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken, de heer van Wulven, is voor 6000 gulden aangeslagen. Hij wordt er van verdacht zijn spullen ergens verborgen te houden of te hebben ingemetseld. Hij heeft zijn hele huis leeggehaald en heeft niet eens meer een bed om op te slapen! Tot overmaat van ramp schijnen de goederen in Zeeland ook geconfisqueerd te zijn. Achter de waterlinie geldt hij namelijk als verrader omdat hij in Utrecht blijft. Terwijl ze het zo opsomt realiseert ze zich dat hij er ook wel ellendig aan toe is. Gelukkig is er een klein lichtpuntje voor hem: het gaat met zijn vrouw iets beter…

Eerst brieffragment over de anderen die het minder zwaar (lijken) te hebben.
Tweede brieffragment over de anderen die het minder zwaar (lijken) te hebben.

[salt wel moete overlegge,] tis seecker dat sij dit
wt Een pertikulijere5Particuliere: bijzondere, specifieke haet die sij teegens uhE
ten opsichte van sijn komissie hebbe gedaen, want


niemant so rijgereus getrackteert wort den heere van
rhijnswou6Johan van Reede van Renswoude hebbense 2000 f geEijst de welcke hij niet
gegeefve heeft en niet weer om aengesproocke wort,
den heer van wulfve7Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken wort weer op nieu 6000 f
geEijst om dat hij Eenich van sijn Eijgen goet ver
burge of Eiwers8Iewers: ergens in gemetselt heeft, en hebbe
al sijn meubelen so deeger9Deger: geheel, volkomen wt sijn huijs gehaelt
dat hij niet een bedt om op te slaepen heeft ge=
houde, in seelant seijt den heer van oudijck10Willem Adriaan van Nassau Odijk datsij
ock al den heer van wulfvens goet hebbe gekonfis=
=keert so dat waer is, sijn sij wel te beklage en der
Elendich aen, ick ben bij de vrou van wulfve11Anna van Renesse van Moermont ge
weest sij was wat beeter[, uhEd briefve vande]

Geld

Margaretha probeert er alles aan te doen om te zorgen dat zij en haar man het geld krijgen waar ze recht op hebben. Ze belooft haar man dat ze naar Amsterdam zal afreizen zodra ze de ordinantie binnen heeft. In totaal heeft ze twee ordinanties, die bij elkaar opgeteld 12000 gulden waard zijn. Ze wil zo veel ontvangen als mogelijk is, want ‘hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken’.

Brieffragment over geld

[briefve,] ick sal met het gelt doen volgens uhEd
ordere, verwachte deese weeck noch Een ordinan
die inhande vande gekomiteerde raden is om de
kontree ordinansi op te maecke so haest ick die
heb sal daermeede naer Amsterdam gaen om te
sien of ick kost het gelt van beijde die ordienansi
het welcke ter som van 12000 f sal sijn saeme kan
krijgen, moet so veel ontfange alst mogelijck is
want hoe langer hoe erger men aen gelt sal
raecken[, de heer en vrou van ginckel bedancke]

Zuinig leven

Margaretha belooft dat ze zo zuinig mogelijk probeert te leven, maar ze verzoekt hem er wel rekening mee te houden dat haar huishouden momenteel uit 28 à 30 man bestaat en dat alles ongelooflijk duur is.

Brieffragment over zuinig leven

ick bidt weest verseeckert dat ick so seer op Alles menaesgeere12Menageren: sparen alst
Eenichsins moogelijck is, dan uhEd belieft te dencke dat hier Een
swaere huijshoudine is wij sijn meest 28 en 30 mense sterck en
alles is so wttermaete dier dat ongelooflijck is[, den heer van]

In een vertrek weegt een vrouw geld, terwijl haar man naast haar zit met een stokbeurs op schoot. Vanuit een venster slaat de Dood, met in de hand een zandloper, het tafereel gade.
Paar weegt geld, Frans van der Steen, naar David Teniers, 1643 – 1672> Collectie Rijksmuseum

PS: Je nieuwe rustwagen komt eraan!

Van de winter is Godard Adriaan zijn rustwagen kwijtgeraakt. Nu het bijna lente is, komt er dan eindelijk een nieuwe rustwagen. Griffier Hendrik Fagel zal het gaan regelen. Het duurde zo lang omdat degene die verantwoordlijk was voor de nieuwe rustwagen, Daniël van Hogendorp, zes weken afwezig is geweest.

Brieffragment over rustwagen

de tweede rustwage
seijt den griffier fagel te sulle
besorchge datse uhEd sal goetgedaen
worde, het is so lan in hande vande heere hoogendorp13Daniël van Hogendorp geweest
die wel sesweecke of langer apsent is geweest, dat oorsaeck
is het niet is afgedaen

  • 1
    Dominee Bernhard Keppel
  • 2
    Abraham van Wesel
  • 3
    Secretaris Van den Doorslagh
  • 4
    Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel
  • 5
    Particuliere: bijzondere, specifieke
  • 6
    Johan van Reede van Renswoude
  • 7
    Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken
  • 8
    Iewers: ergens
  • 9
    Deger: geheel, volkomen
  • 10
    Willem Adriaan van Nassau Odijk
  • 11
    Anna van Renesse van Moermont
  • 12
    Menageren: sparen
  • 13
    Daniël van Hogendorp

Geld

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 26 januari 1673 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 februari 1673 Lippstadt
Lees hier de originele brief
NB De brief is niet in de juiste volgorde gescand. Leesadvies: 23 rechts, 24 links, 26, 27 links, 24 rechts, 25 links.

Vandaag schrijft Margaretha een lange, lange brief. Om het hier een beetje behapbaar te houden, hebben we de brief in drie stukken geknipt met de volgende onderwerpen:

Godard Adriaan heeft als bijlage bij zijn brief een declaratie toegevoegd. Margaretha begrijpt het helemaal. Godard Adriaan maakt kosten voor De Republiek, maar de vergoeding voor zijn werk komt maar niet.

Brieffragment over de declaratie en het verkrijgen van de toestemming

beijde uhEd aengenaeme vande 9 en 13 deeser met
de bijgevoechde konsept deklaraesi, is mij gistere
behandicht, ick verstaen die heel wel, uhEd is Een
merckelijcke som aent lant ten achtere kost men
maer gelt krijgen, ick houde niet op daer om
te spreecke nu het konsent1Consent: toestemming daertoe van men
heere van hollant daer is, daer wij den heere
valckenier van Amsterdam wel voor veroblij
=geert2Verobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is sijn die mij met groote beleeftheijt seer be
hulpsaem hier in geweest is, [nu is de Eerste]

Inkomsten

Het krijgen van geld wordt steeds ingewikkelder. Geld is schaars en de oorlog blijft geld kosten. Margaretha rapporteert elk stapje in het proces keurig aan haar man, alleen heeft ze nu een onverwachte tegenvaller. Ze weet ook niet zo goed wat ze ermee moet. Ze had in september uiteindelijk de ordinantie (het uitbetalingsverordening) van de Heeren van Holland gekregen met hulp van de Amsterdamse burgemeester Gilles Valckenier. Dat was in ieder geval stap één. Stap twee zou dan zijn dat de raadpensionaris die moest ondertekenen. Alleen heeft Gaspard Fagel, de raadpensionaris, de ordinantie “verlegd”. Hij is hem dus gewoon kwijt geraakt. De traag lopende raderen van de bureaucratie komen weer knarsend tot stilstand.

Een schilderij van grote ruimte met daarin aan de rechterkant één balie en aan de achterkant twee balies. Boven de balies aan de achter kant zitten twee ramen in vieren gedeeld met kleine ruitjes. Aan de muren hangen planken met daarop boeken en heel veel papieren. Er hangen ook papieren aan de muur en boven, tegen het plafond, hagen witte zakken. De balies staan op een verhoginkje. Bij elke balie staat een klerk en bij elke balie staan mensen te wachten en in het midden van de ruimte is een soort rij met mensen van allerlei pluimage: mannen, vrouwen, kinderen, rijk, arm. Er lopen ook een paar honden. Op de grond liggen ook allemaal papieren.
Het kantoor van de advocaat, Pieter de Bloot, 1628. Collectie Rijksmuseum. Voorbeeld van een 17e eeuws kantoor met ‘verlegde’ papieren.

Wat nu? Margaretha heeft raad gevraagd: er moet een duplicaat komen. Dat is aangevraagd, maar nu vragen de Heren van Holland een borg (garantie), zodat de eerste assignatie niet omgezet wordt in een ordinantie. Margaretha twijfelt over die garantie, want de assignatie is kwijt gemaakt door Fagel, en nu moet zij garanderen dat hij er niets mee doet. Aan de andere kant: als ze het niet regelt, komt er helemaal geen geld. En de raadspensionaris erop aanspreken… Daarvoor is Margaretha iets te afhankelijk van hem.

Brieffragment over de verlegde ordinantie

hulpsaem hier in geweest is, nu is de Eerste
ordinans die inde maent van septem lest leede
bij de heere vanden raet verleent, en door van
heeteren aende heer r p fagel ter hande gestelt
bij hem fagel verleijt die daer nae gesocht heeft
maer tot noch toe niet konne vinde, daerom
genootsaeckt ben aende heere vande raet Een
duplijkaet te versoecke het welcke gedaen heb
en sij niet weijgeren maer wille voorde ver=
miste ordinansi borch gestelt hebbe, daer
ick mij wat in beswaert vinde vermits die
niet bij mij maer van Een ander verleijt is
niet weetende in wiens hande die sou mooge
raecke, de heere van den raet segge noijt ande

Tweede brieffragment over de verlegde ordinantie en de borg

in diergelijcke saecke gedaen te hebbe, of noijt geen
duplijkaet sonder borge te geefven, so dat ick geen
wtkomst ter werlt en sien of sal moete
voor die ses duijsent gul borchge worde so het
welcke gereesolveert ben te doen so sij nu met
mijn borch te vreede sijn, de raet pensinaris
souder wel de naeste toe sijn dewijlle de ordi
=nansi in sijne hande moet weese maer derft
hem niete vergenVergen: voorleggen , hoope hij se noch vinde sal en
ick dan vande borchtoch sal konne ontslage worde

Links de kant van de munt met de ruiter (ridder in harnas met getrokken zwaard) naar rechts. Onder het ongekroonde wapen van de provincie Utrecht. Tekst rondom: MO NO ARG PRO CON FOE BELG TRAJ Aan de rechterkant de kant van de munt met het gekroonde generaliteitswapen, vastgehouden door twee leeuwen. Tekst rondom: CONCORDIA RES PARVAE CRESCVNT 1664
Utrechtse dukaton (ook wel Zilveren rijder) uit 1664

Uitgaven

Ze loopt maar vast op de goede afloop vooruit en vraagt of Godard Adriaan vast aan wil geven waaraan ze het geld uit moet geven. In ieder geval moet ze de zadelmaker betalen.

Ze heeft van de oude heer Van Heteren 1000 dukatons3Dukaton: zilveren munt ter waarde van 63 stuivers geleend. Ze doet echt haar best om een zuinige huishouding (ménage) te voeren, maar al die zieken! En alles is zo duur… Zo duur als ze nog nooit gezien heeft. Een eend: van zes stuivers naar twaalf of dertien stuivers, een paar konijnen van vijftien à zestien stuivers naar zesentwintig stuivers. Dat geldt voor alles! En hoenderen heeft ze sowieso al lang niet gezien.

Brieffragment over de dukatons

heb van den oude van heeteren hondert duij=
katons geleent, ick lecht so nau in alles over
alst Eenichsins moogelijck is noch hoop de
huijshoudin hooch ben sterck van menaesge
en alles is so dier4Duur dat ickt in mijn leefve noijt

Brieffragment over de kosten van levensonderhoud

beleeft heb Een hoen dat me voor dees voor 12 en 13
stuijvers plach te koope moet men nu Een daelder
voor geefve, Een Entvoogel5Eend voordees 6 stuij nu
12 en 13 stuij, Een paer konijne voor 15 a 16 stuij
nu 26 stuijvers en so alles naer venant6Navenant , hoende
=re, heb ick in Een maent of ses weecke niet in
huijs gehadt, ock heb ick Een seer kostelijcke7Kostelijk: duur
winter met al de siecke die nacht en dach vier8Vuur
en licht moeten hebbe behalfve alles dat sij
voorts w van noode hebbe dit heeft nu vijf maende
aen Een geduert, [soot schijnt komt het quaetste]

Links de kant van de munt met de ruiter (ridder in harnas met getrokken zwaard) naar rechts. Onder het gekroonde wapen van de provincie Holland. Tekst rondom: MON NOV ARG CONI BELG PROV HOLLAND Aan de rechterkant de kant van de munt met het gekroonde generaliteitswapen, vastgehouden door twee leeuwen. Onder het generaliteitswapen het wapen van Amsterdam. Tekst rondom: CONCORDIA RES PARVAE CRESCVNT 1672
Amsterdamse dukaton (ook wel Zilveren rijder) uit 1672

Godard Adriaan, de huisvrouw

Margaretha heeft Coenraad Burgh, de Thesaurier Generaal van de Unie bij de Raad van State, gesproken. Kennelijk heeft Godard Adriaan hem afschriften van zijn huishouding (huishoudfinanciën) gestuurd. Zijn vrouw is onder de indruk, nu ziet ze dat hij een huishouding draaiende kan houden zonder vrouw. Toch wekt ze niet de indruk dat ze zichzelf overbodig voelt.

Brieffragment over Godard Adriaans huishoudvaardigheden

[toe, Mevrou de prinses is beeter,] den heer
treesovier burch die ick heeden heb weesen
sien preesenteert sijnen diens aen uhEd
tis mij lief uhEd hem so wel van provijsie
voorsiet en de huijshoudine so wel verstaet
nu sien ick dat uhEd hem wel sonder vrou
sal konne huijshoude, [de heer en vrou van]

Lees verder bij Gruwelen

  • 1
    Consent: toestemming
  • 2
    Verobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is
  • 3
    Dukaton: zilveren munt ter waarde van 63 stuivers
  • 4
    Duur
  • 5
    Eend
  • 6
    Navenant
  • 7
    Kostelijk: duur
  • 8
    Vuur

Een belegering in de winter

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 22 december 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 12 januari 1673
Lees hier de originele brief

In haar vorige brief had Margaretha een brief van Welland opgenomen. Welland had geschreven dat de Spanjaarden met Frankrijk gebroken hadden. Oftewel: de Spanjaarden zouden officieel partij hebben gekozen voor de Republiek en zelfs al een offensief en defensief verbond gesloten hebben. Goed nieuws! Of toch niet?

Het beleg van Charleroi

Helaas blijkt ook het nieuws over het verbond met Spanje te goed om waar te zijn. Maar het is ‘abuijs en so breet niet’, aldus Margaretha. Hoewel Spanje nog niet officieel met Frankrijk gebroken heeft, lijken de Spanjaarden wel op de hand van de Republiek te zijn. Margaretha weet te vertellen dat de Spanjaarden Charleroi berend hebben! De stad is in handen van de Fransen en wordt gebruikt als bevoorradingsplaats voor het Franse leger. Charleroi veroveren… Wat zou dat een mooie opsteker zijn voor de Republiek, zo aan het eind van het jaar! Prins Willem III heeft zich inmiddels met een deel van het Staatse leger bij de Spanjaarden gevoegd. Dat is goed nieuws! Of toch niet? Margaretha spreekt haar vrees uit. Ze gelooft dat ‘deese plaats seer veel volck sal koste’: de gouverneur van de vesting zal Charleroi tot de laatste man willen verdedigen…

Brieffragment over Charleroi

Mijn heer en lieste hartge
met mijne laeste heeft de heer van wellant1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha uhEd ge
=schreefve dat de spaense tegens vranckrijck gebroo
cke en met ons Een liege garantij offensijf en de=
fensijf soude gemaeckt hebbe2Een offensief en defensief verdrag het welcke hem wt
Maestricht geschreefve is, doch tis abuijs en so breet
niet, maer wort geseijt hetselfve op goede voet te
staen, dat de spaense scharleroij berent hebbe en
sijn hoocheijt voort met sijn leeger daer bij is gekoome
is waer, en dat hij voorleede sondach Een kontersch
=erp3Conterscherp/Contrescarp: een talud aan de buitenzijde van een (vestinggracht) in had hout men ock seecker, en dat de gouver=
=neur van scherleroij die bine tongere was met 60
man door Eene senisterheijt4Van sinister/sinisterlijk: op slinkse wijze is inde stat gekoome
staet mij niet aen, hij is so geseijt wort Een vande
braefste5Dapperste/moedigste offisiers die int fransen dienst is
ick en veel wijse liede vreese deese plaets seer
veel volck sal koste om dat dien gouverneur het
tot de wtterste toe sal wille deffendeere [, al mijn]

Gezicht op de vesting te Charleroi. Op de voorgrond enige militairen. Deze prent maakt deel uit van een groep van twaalf prenten, merendeels geëetst en uitgegeven door Gaspar Bouttats, met gezichten op vestingen en steden veroverd door de Fransen en de bisschop van Munster in 1672.
De vesting te Charleroi, veroverd door de Fransen of Munstersen, Gaspar Bouttats, 1672. Collectie Rijksmuseum.

Kou

Is het wel een goed idee om nu aan een beleg te beginnen? Het is ontzettend koud: ‘Mensen moete van koude vergaen en doot vriesen’, uit Margaretha haar zorgen. Zo koud is het in jaren niet geweest de wateren zijn reeds bevroren. Wat zal er gebeuren als het Franse leger de weersomstandigheden ten volle benut? In Utrecht verwacht men dat de Fransen nog dit jaar van plan zijn om Holland binnen te vallen. Margaretha hoopt dat de Heer almachtig het kwade voornemen van de vijand wil beletten en de inwoners van Holland voor een overval wil bewaren. Toch bereiden de Hollanders zich voor op het ergste: met degens, roers (vuurwapens) en bijlen. Maar in hoeverre zal dit helpen wanneer God verhoedde de Fransen aanvallen? Margaretha is niet erg hoopvol: iedereen zal alleen zijn eigen huis beschermen, en de rest aan de vijand overgegeven.

Brieffragment over het weer en de belegering
Brieffragment mogelijke aanvallen

harde en felle weer, och ist nu tijt om beleegerin
te doen de mense moete van koude vergaen en doot
vriesen ock ist onmoogelijck datse met Een schop of spae
inde aerde konne, tis hier so fel en scherp kout als ick
in Eenige ijaere beleeft heb al de watere legge toe
men schrijft wt wttrecht datse daer noch starck
voor hebbe dit saijsoen te wille waerneeme en in hollant
te wille koome, de heer almachtich wil haer quaet
voorneeme belette en ons voor Een overval be=
waere men sit hier in groote vrees, alde burge
=rij en de sepooste is aengeseijt haer met Een deege
Een roer en Een bijl gereet te houde maer als
der op aen sou koome dat godt verhoede wil
wat sout helpe Elck sou naer sijn Eijgen huijs
loope en de rest ten beste geefve[, de griffier fagel]

Een soldaat, ten voeten uit, naar rechts, met een roer (een bepaald type vuurwapen) steunend op zijn linkerschouder. In zijn linkerhand behalve de kolf van het roer ook een brandende lont.
Soldaat die zijn roer op zijn schouder draagt, Jacob de Gheyn (II) (atelier van), naar Jacob de Gheyn (II), ca. 1597 – 1607. Collectie Rijksmuseum.

Geld

Gelukkig valt er ook nog iets positiefs te melden: griffier Hendrik Fagel de broer van raadpensionaris Gaspar Fagel heeft aangegeven bezig te zijn een nieuwe rustwagen voor Godard Adriaan te regelen. Hendrik heeft tevens, op verzoek van Margaretha, zijn broer gesproken over de betaling van de ordinantie. Maar de kasteelvrouwe verwacht niet dat de raadpensionaris zich aan zijn woord zal houden. Vervolgens begint Margaretha over de Staten van Holland. Er sijpelt sarcasme door in haar woorden: de Staten van Holland hebben eindelijk door dat de militie in dit weer niet zonder geld kan. Er zijn verbeteringen doorgevoerd waardoor de soldij voortaan op tijd betaald wordt.

Eerste brieffragment uitbetaling soldij
Tweede brieffragment over uitbetalen soldij

[loope en de rest ten beste geefve,] de griffier fagel
heeft mij doen segge beesich te sijn met het
versoeck tot Een rustwage voor uhEd geloof hij
daer toe al konsent heeft bekoome, o ock dat hij
den heer r p fagel op mijn versoeck heeft ge
sproocke weegens de betaeline van beijde uhE
ordinansie die hem belooft heeft mij deese
weeck kontentement te doen hebbe so hij woort
hout salt heel goet sijn maer hij heeft het so dick
mael en so lan belooft dat icker geen staet op

kan maecke, men heere de state van hollant beginne
nu te dencke dat haer meliesi in dit weer niet
sonder gelt konne sijn, hebbe die voorsienine ge
daen dat al haer meliesie betaelt wort
tot dees loopende maent en de ordinansie die
in dees maent vervalle sijn sullense laete
loope sonder op te maecke deese maent wt en die
tot den leste deesem in kluijs op maecke en betaelle
en dan voortaen alle maent voort pront betael
dat wel Een goede saeck sal sijn[, maer de track]

Ziekte en beterschap

Godard Adriaan moet ongerust zijn geweest toen hij de woorden van Margaretha las. In haar brief van 22 december schrijft ze dat ze een aantal dagen last heeft gehad van ‘een seer swaere defluxsi op de halfve sijdt van mijn aensicht en tande’. Ook had ze ontzettende hoofdpijn, vond ze zichzelf niet om aan te zien, was haar oog gezwollen en had ze rode plekken rond haar mond. Waarschijnlijk had ze last van een huidinfectie door stafylococcen (mogelijk streptokokken). Een combinatie met gordelroos (vaak getriggerd door een andere aandoening of verminderde weerstand) is ook mogelijk. Gelukkig is Margaretha ten tijde van het schrijven van de huidige brief weer aan de beterende hand. Met Reiniera gaat het ook stukken beter, maar nu begint Antge weer uitslag te krijgen. Gelukkig is het kindje er (nog) niet ziek van. Margaretha zou niet weten wat ze moet doen als ze zou moeten vluchten. In de kou, met de zieke kinderen…

Tweede brieffragment over de zieken

[te bedancke,] ick heb Ettelijcke dage Een seer
swaere defluxsi op de halfve sijdt van mijn
aensicht en tande met Exstreeme pijn int
hooft gehadt ijae so dat ick niet toonbaer ben
mijn Een ooch is bij naest toe sien maer met

het Een ooch so is die sij geswolle en rontom mijn
mont met viericheijt wt geslage, met de roos aent
geswolle ooch, dant hart is de heer sij gedanckt
gesont nu de pijn over is weet ick niet waer ick
ben , het kint raniertge is haest weer wel maer
nu begint Antge weer wt te slaen doch isser
sonder lin niet sieck van hoop het maer wint
of steenpockges sulle sijn, gist dat wij Eens
met dit harde weer moste vluchte sou niet weete
hoe ickt met de siecke kinderen sou maecke, de
heer hoope ick salter niet toe laete koome[, gistere]

Het laatste nieuws

Margaretha sluit haar brief af met slecht nieuws uit Amerongen. Uit een brief van de secretaris heeft ze vernomen dat er vorige week vier doden zijn gevallen. Tot overmaat van ramp is de predikant, Keppel, ook nog eens ziek…

In een Post Scriptum voegt Margaretha nog toe dat ze hoopt snel iets van Van Ginkel te horen. Ook is ze benieuwd naar het verloop van het Beleg van Charleroi en wil ze graag weten waar Godard Adriaan van de winter zal verblijven. Daarna volgt het allerlaatste nieuws over het Beleg van Charleroi, afkomstig uit de brieven uit Maastricht. Maar men weet niet meer wat waar is. Er wordt zo veel gelogen, het is een schande…

Postscriptum

Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
MTurnor
de vrou van ginckel
met haer liefve
kindere preesenteere
haere dienst aen uhEd
ons verlanckt seer hoet met de heer van ginckel
is en hoet met scharleroij staet, ock waer uhE
noch sijn winter quartier sal hebbe dat nu
wel tijt wort[, men is hier noch blijde dat de gou
=verneur van scharleroij doort quartier vande
spaense en niet door ons volck is gebroocke en inde
stat gekoome hij had 80 man bij hem doch maar 40
a 50 inde stat gebrocht

  • 1
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
  • 2
    Een offensief en defensief verdrag
  • 3
    Conterscherp/Contrescarp: een talud aan de buitenzijde van een (vestinggracht)
  • 4
    Van sinister/sinisterlijk: op slinkse
  • 5
    Dapperste/moedigste

Complimentjes maar geen salaris

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 10 november 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 16 november 1672 Rüsselsheim
Lees hier de originele brief

Margaretha’s brief aan Godard Adriaan van 10 november is lang en is grotendeels gewijd aan de bureaucratie van Den Haag. Margaretha jaagt nog steeds achter Godard Adriaans salaris aan, maar lijkt maar geen geluk te hebben. Ze wordt keer op keer van het kastje naar de muur gestuurd en lijkt nog geen stap dichter bij die felbegeerde, welverdiende vergoeding te zijn.

Complimentjes van de Staten-Generaal

Geld krijgt Godard Adriaan niet van de Staten-Generaal, maar wel complimenten. De heren der Staten-Generaal bedanken Godard Adriaan voor het werk wat hij doet aan het hof van de Keurvorst. Ook spijt het hen, dat Godard Adriaan al in geen tijden brieven van hen heeft ontvangen. Griffier Fagel had afgesproken met Godard Adriaan dat hij hem op de hoogte zou houden van wat er speelt in Den Haag, maar dat is niet gebeurd. Fagel claimt wel dat het niet zijn schuld is, natuurlijk. Om de pijn wat te verzachten weet Margaretha te vertellen dat Fagel inmiddels wel heeft toegezegd zélf achter Godard Adriaans vergoeding aan te gaan. Of het dan echt gaat gebeuren, blijft natuurlijk de vraag. Fagel roept dit namelijk al langer.

Brieffragment over de complimentjes van de Staten Generaal

doch heeft den grifier fagel mij be=
looft daer nu sorchge vooor te drage en t selfe
ter generaEliteijt voor te brenge, ock mij ge
seijt uhEd met deese post de reesoluijsie van
haer hooch Mo1Hoog Mogende Heren: leden van de Staten-Generaal alle die der sijn toe te sende, protesteert
seer dat hem leet doet uhEd geen meer briefve
krijcht, dat het selfve sijn schult niet is, seijde
ock dat haer hooch Mo so wel voldaen sijn
over de meemoorije die uhEd aende keurvorst
heeft overgeleefvert gelijck deselfve wt de
brief van haer hooch Mo in dato vande v24
ockto sal hebbe gesien, [ick dancke godt dat het]

Tekening van mensen die aan de oever van de rivier zitten. Links een zeilboot, daarachter een roeiboot. Aan de overkant een kerk en een paar huizen.
Gezicht op het dorp Jaarsveld, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum

Oorlogsnieuws

De Franse troepen houden het niet bij het plunderen en platbranden van Waverveen: ook Lexmond en Jaarsveld zijn aan de beurt. Lexmond is uitgeplunderd en in Jaarsveld hebben de Fransen een kerk met een huis afgebrand en het dorp geplunderd. Vianen blijft ongeschonden: de vrijstad Vianen maakt officieel geen deel uit van de Republiek en is dus neutraal is de oorlog.

Terwijl de Fransen huishouden op het platteland is het leger van Willem III nergens te bekennen. Gerucht gaat dat het naar Luik op weg is.

Brieffragment over de aanval van de Fransen

so voort laete kontiniweere, viaenne2Vianen is nuijterael
en de franse hebbe lexmont teenemael wtgeplo=
= ndert en ijaersfelt3Jaarsveld de kerck met Een huijs afgebrant
en vangelijcke teenemael wt geplondert, sijnhoo4Zijn Hoogheid, Willem III
is met sijn bij hebbende krijsvolckere daer de heer
van ginckel bij is Eergistere opgebroocke waer
sij heene gaen weet men noch niet men seijt
wel naer luijck maer ick gelooft niet, de heer

Tekening (gewassen pentekening) van het 18e eeuws Lexmond:: een pleintje met bomen en een pomp, daarachter de kerk. Rechts een rijtje huizen en links een poortje en een huis. De andere huizen zijn verborgen achter de bomen. Het is een zonnige dag.
Gezicht op Lexmond, Cornelis Pronk, 1733. Collectie Rijksmuseum

Ook op zee is er nieuws. Een vloot bestaande uit dertig dubbel bemande fregatten en talloze branders is uitgevaren onder leiding van Michiel de Ruyter. Margaretha en ieder om haar heen hopen dat hier in de komende dagen goed nieuws uit komt. Ook hoopt ze dat er binnenkort iets meer bekend wordt over de aankomst van het leger van de Keurvorst. Dat is nu al maanden onderweg en lijkt maar weinig dichterbij te komen.

Brieffragment over de vloot en Michiel de Ruyter

almachtich wilse geleijde en voor haer trecke, den Admirael
de ruijter5Michiel de Ruyter is ock met dartich frijgatte die dobbelt gemant6dubbel bemand sijn   
en Ettelijcke branders7Brander: Een schip, geheel en al ingericht en met vuurwerken en allerlei spoedig brandbare stoffen toegeladen ten einde ’s vijands schepen aan boord te leggen en ze in brand te steken. in see daer men alledaech verwacht
en hoopt wat goets van te hoore, vant leeger van de keurvorst 
verlanckt men nu ock te hoore wat koers die neeme, den heer
van wellant heb ick hier sieck gevonde en is noch heel
niet wel heeft Een loop  en Een kleijn koortsge ohoope het
haest beeteren sal, hier meede blijfve

Het ongeluk is nog niet klaar met neef Welland8Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha: na alle rampspoed van het afgelopen jaar is hij nu ook nog ziek geworden. Margaretha hoopt dat het snel beter zal gaan met hem. Voor nu valt het gelukkig mee, Welland heeft alleen een beetje koorts.

  • 1
    Hoog Mogende Heren: leden van de Staten-Generaal
  • 2
    Vianen
  • 3
    Jaarsveld
  • 4
    Zijn Hoogheid, Willem III
  • 5
    Michiel de Ruyter
  • 6
    dubbel bemand
  • 7
    Brander: Een schip, geheel en al ingericht en met vuurwerken en allerlei spoedig brandbare stoffen toegeladen ten einde ’s vijands schepen aan boord te leggen en ze in brand te steken.
  • 8
    Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha

Pagina 1 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén