April 1674: de wilgen lopen uit, vogels bouwen hun nest. De Fransen zijn al weer vijf maanden weg, de gijzelaars zijn teruggekeerd en hebben de sneeuw van hun ongewenste winterse reis van zich afgeschud. Maar Utrecht is niet in een feeststemming: de provinciekas is leeg, en die van de steden ook. Bovendien is de militaire bezetting van de Fransen meteen in november afgelost door een Hollandse bezetting van de Staten-Generaal. Als vermeende “sleuteldragers” zijn de Utrechters uit de Unie gezet en onder curatele gesteld.
Een nieuwe lente, een nieuwe wind
Maar dan lijkt er toch verandering te komen: prins Willem III komt naar Utrecht. Zal Utrecht haar oude soevereiniteit terugkrijgen? Dat alle oude regenten op hun eigen kussen terug kunnen keren, verwacht eigenlijk niemand. Om de Utrechtse goede wil te tonen is de Statenkamer aan het Janskerkhof van binnen en van buiten versierd met fris lentegroen en oranje linten. Veel helpt het niet: ter gelegenheid van de komst van de prins worden zes van de acht geëligeerden1sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand vervangen. Zeven leden van de ridderschap en 25 van de 40 vroedschapsleden van de stad Utrecht ondergaan hetzelfde lot.
Kleine steden vergeten
De stadsbesturen van de kleinere steden heeft men nota bene over het hoofd gezien. Maar ook zij zullen de dans niet ontspringen. Overal wordt het gros van de oude ambtsdragers vervangen door nieuwe. Er komen zelfs nieuwelingen van buiten de provincie. Al snel gaat het gerucht gaat dat sommigen de weg moeten vragen naar de stadhuizen en de Statenkamer!
Macht van de stadhouder
Maar een stuk heftiger dan de vervanging van een heleboel regenten in één keer, is de invoering van een nieuw regeringsreglement. De macht van de stadhouder bij het benoemen van nieuwe regenten in de toekomst wordt volgens dat reglement veel groter dan deze ooit geweest is. Elk jaar opnieuw moeten vroedschapsleden hopen op hun herbenoeming. Bij de geëligeerden is dat elke drie jaar. Het is dus de kunst om in de gunst van de prins te blijven, die tijdens zijn bezoek ook wordt benoemd tot erfstadhouder. Theoretisch zouden de nieuwbenoemde statenleden tégen het regeringsreglement kunnen stemmen. Helaas was er geen tijd om het goed te lezen en zijn ze veel te bang dat Utrecht alsnog uit de Unie wordt gegooid. Zover zou het echter nooit gekomen zijn. Willem heeft Utrecht veel te hard nodig als tegenwicht tegen Holland in de Staten-Generaal.
Exit Welland, Wulven en Van Weede
De oude heer van Renswoude wordt president van de Staten als geheel. Onder degenen die het veld moeten ruimen zitten, niet geheel onverwacht, neef Welland, de heer van Wulven, en de heer van Weede van Dijkveld. Aan de loyaliteit van Godard Adriaan wordt echter niet getwijfeld. Hij behoudt zijn plek in de ridderschap. Sterker nog: zijn plaats is vast geserveerd voor zoon Godard, mocht vader komen te overlijden! Margaretha mag tevreden zijn, de trouwe diensten aan de Staten-Generaal en ook aan de prins zijn niet voor niets geweest. Godard Adriaan betreedt samen met Renswoude en burgemeester Nellesteyn het bordes als het nieuwe regeringsreglement voor Utrecht op 16 april 1674 wordt afgekondigd door raadspensionaris Fagel.
1
sinds de reformatie adellijke vervangers van de geestelijke stand
Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.
[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is, wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste in die komissie is, ik heb hem daer overweese spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de werfvine en dat hij met de raet pensionaeris daer van soude spreecke vont goet ick ock het selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]
Slome raadpensionaris
De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.
[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort heeft bekoome en wat, van beuninge is te
Prins leidt leger naar Brabant
Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.
[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij om de groote overlast die overal daerse koome doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante =rij die ondert komande vande graef van nassou waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee
naer brabant gaet en overt heelle leeger aldaer so wel over de spaense als donsede onzen sal komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]
Door de regen naar Bergen op Zoom
Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.
[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat men vreest sij daer niet door sulle koome door alde kontiniweelle10voortdurende reegen die wij meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer randevoes11rendez-vous: samenkomst tot berge op soom12Bergen op Zoom sulle daer op naerder13nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]
Van Ginkel in de voorhoede
Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.
[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge= monstert daer 3 a 4 man die present waere hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer andere abuijse, sijn vaendrager komt ock met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]
Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.
Regiment een rommeltje
De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoorPagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.
Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.
in soma14in somma: opgeteld, samengevat, kortom daer is geen order in dat reesge= =ment, met deese mers15mars heeft de heer van ginckel so veel te doen dat hem onmoge= lijck is geweest te schrijfve salt met de naeste post doen, wij hebbe hem vandaech te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur of twee bij ons is geweest, mompelijan16Armand de Caumont, marquis de Montpouillan neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het meest op de heer van ginckel aenkoome
1
Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
Naarden is heroverd! Typisch dit, Margaretha verstuurt net haar vorige brief waarin ze nog negatief is over het beleg van Naarden. Daarna komt er bericht. Jawel, Naarden is heroverd! Na een beleg van acht dagen en voortdurende beschietingen voor vier dagen is de vesting eindelijk weer in Staatse handen.
Verslagen
Dinsdagavond 12 september wordt het akkoord gesloten: de Fransen geven zich over en de 2600 Franse militairen moeten de stad de dag erna voor “de klocke tien Eure” verlaten. Veel van hen trekken naar Arnhem, dat nog in Franse handen is. Hun wapens mogen ze meenemen mits ze minstens zes weken niet tegen de Republiek of Willem III ten strijde trekken. De Hertog van Luxemburg moet zich maar eens tweemaal bedenken of hij zijn aanvallen in de Republiek wil doorzetten. Toch schijnt hij nog een flink leger in Utrecht te hebben
[heeft begine te beschiete ov gemaeckt], nu hoope mij dat den hartooch van lutsenburch1François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg hem ock wel sal bedencke Eer hij op ons sal afkoome en so hijt doet hebbe wij nu de arme weer lijber2Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben. tis seecker dat hij Een aensienlijcke macht van volck bij Een streckt het welcke meest leijt te vechte te oijeck3Odijk te werckhoofve4Werkhoven en daer ontrent te wttrecht is ock gepropt vol volck men seijt sij int geheel ontrent de 20000 man konne wt maecke, en dat sij al de bruchge op den krome
rijn hebbe afgebroocke, [sijn hoocheijt treckt noch meest]
Overwinning
De Staatsen hebben eindelijk een grote overwinning behaald na meer dan een jaar oorlog: het leger heeft heldhaftig gevochten en zelfs minder mannen verloren dan in eerste plaats gezegd werd. Overal heerst vreugde en stadhouder Willem III en het Staatse leger genieten immense populariteit. Margaretha is met name te spreken over hoe Willem III geen kwaad met kwaad vergeldde en de Franse soldaten genade toonde. Al dit smaakt naar meer: wat voor plannen heeft Willem III liggen voor de toekomst?
[rhijn hebbe afgebroocke,] sijn hoocheijt treckt noch meest alt volck van de poste bij hem en leijt de burgers wt de steede daer weer in plaets, wat sijne ver dere deseijne5Desein: plan, doel sijn staet te verwachte en godt wel vierichlijck6Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast. te bidde dat hij wil kontini= weere het selfve te seegene en al het onse bij te staen, ick kan niet segge wat Een vruechde hier onder alle mense overt veroveren van deese stat is, de onse hebbe seer furijeus gevochte en met Een wtneemende koraesge7Courage: Kloekmoedigheid, dapperheid, stonde gereet om te storme, maer sijn niet wel te vreede dat me de vijande niet inde kerck heeft gesloote gelijck sij de onse het voorleedene ijaer hebbe gedaen, dan sijn hoocheijt doet in mijne sin wel dat hij geen quaet met quaet en loont8Mogelijk variant op kwaad met kwaad vergelden hoope de heere hem te meerder in sijn verdere deseijns9Desein: plan, doel sal seegene, wij hebbe ock nergens nae so veel volck
Nieuwe opdrachten voor Godard Adriaan?
Toch is Margaretha niet enkel positief over Willem III: het lijkt er namelijk op dat hij Godard Adriaan een nieuwe bevelen wil geven terwijl Godard Adriaan al wel zijn demissie – zijn ontslag van de huidige opdracht – heeft gekregen. De demissie schijnt zonder het weten van Willem III afgegeven te zijn dus wat er nu gaat gebeuren is een beetje een raadsel. Uiteraard hoopt Margaretha dat Godard Adriaan snel weer naar Den Haag komt om samen met de familie te zijn. Nu maar hopen dat daar niet een stokje voor gestoken wordt.
wij hoope met godts hulpe merge weer nae den haech te gaen, sulle uhEd met verlange int gemoete sien, dus veer geschreefve hebbende ontfan ick uhEd aengenaeme vanden 8 deeser waer in sien het geene wel gevreest heb dat is dat uhEd van sijn hoocheijt weer Eenige beveelle ontrent de werfvine soude aende hant gedaen worde, dat men uhEd sijn demissie heeft gesonde geloof wel dat buijte kenisse van sijn hoocheijt is geschiet, [men]
Uyttenboogaard
Gelukkig heeft Margaretha ook nog goed nieuws te melden aan Godard Adriaan wat betreft de afhandeling van zijn zaken. Eindelijk krijgt ze namelijk een som van 2500 guldens van Johannes Uyttenboogaard voor Godard Adriaans diensten. Uyttenboogaard doet wel alsof hij Margaretha en Godard Adriaan hier een enorme gunst mee doet. Dat terwijl Godard Adriaan hard gewerkt heeft voor dit bedrag. Ach, Margaretha kan niet te boos zijn op Uyttenboogaard: hij had bij Naarden een fraai buitenhuis met op het terrein een mooi bos staan wat door de oorlog flink geruïneerd is.
Utrecht en Gelderland
De oorlog is nog lang niet gewonnen of Margaretha hoort al geruchten over de toekomst van de Republiek. Men hoopt dat Willem III ook stadhouder van Utrecht en Gelderland wordt. Dit gerucht is al spannend genoeg omdat het de macht van Willem III immens veel zou vergroten, maar het is schijnbaar niet verwonderlijkste wat Margaretha heeft gehoord. De plannen die ze hoort zijn zo vreemd, dat ze deze niet aan een brief durft toe te vertrouwen. Godard Adriaan moet maar snel naar de Republiek terug komen ,want het politieke landschap gaat veel veranderen in de komende tijd.
p s so hort wort mij in konfidensi geseijt dat men hoop heeft tot de provinsie van wttrecht en gelderlant en alsme daer toe soude geraecke sijnder van opijnie dat sijn hoocheijt daer in ijder wel Een stat= =houder mochte stelle, hier sijn al wondere konsepte op die men de pen niet kan vertrouwe, daer om mijns oordeels het wel goet sou sijn dat uhEd hier waert sal al vreemt toe hoore watter al om gaet mij verlanckt wat Antwoort uhEd op sijn briefve van sijn hoocheijt den raetpensionaris10Raadspensionaris Gaspard Fagel ende griffier fagel11Griffier Hendrik Fagel sal bekoome
1
François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
2
Mogelijk een variatie op de handen weer vrij hebben.
3
Odijk
4
Werkhoven
5
Desein: plan, doel
6
Vuriglijk: Met veel inzet, toewijding, geestdrift, volharding; ijverig, toegewijd, enthousiast.
In haar vorige brief meldde Margaretha dat er schoten gehoord waren. Helaas moet ze deze brief meedelen dat het net zo plotseling als het begon weer opgehouden is. Men dacht dat de vloten weer een zeeslag leverden, maar het laatste nieuws is dat het bij een slag gebleven is, die we gewonnen hebben. En daar heeft ze God voor gedankt.
rec.1Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen 20 Junij in Hamburgh2Handschrift van Godard Adriaan
haech den 16 ijuin 1673
Mijn heer en lieste hartge het viement3Ook wel vehement: hevig schiete dat men bij mijne laeste seijde weederom gehoort te sijn en men meende de scheeps vlooten voor de tweede mael aen malka =nderen waeren is op Een onseecker segge teenemael verwdweene en ist tot noch toe bijt eerste slaen gebleefve, daer bij wij volgens mijne voorgaende de avontaesge4Avantage: voordeel hebbe gehadt daer godt voor gedanckt moet sijn, [ick had volge]
Ze krijgt behalve medeleven weinig los. De heer van Asperen brengt het onderwerp nog op in een vergadering maar komt terug bij Margaretha met het harde antwoord dat er gewoon geen contant geld te vinden is in het land om haar te betalen. Al het geld wat de Staten-Generaal binnen krijgt stroomt meteen weg naar het leger en alle andere zaken die betaald moeten worden.
[daer godt voor gedanckt moet sijn ,] ick had volge toe seggine en belofte vande ontfanger wtdenboo gaert gemeent gelt te krijge maer in plaets van dat laet hij mij schrijfve wel tienduijsent gul ind post van defroijemente5Defroyement: onkostenvergoeding over betaelt te hebbe over sulcks mij niet Een stuijver kost geefve tenwaere de heere gekomiteerde rade Een Exstroordinarise subsidie hem liete toekoome hetwelcke ick bij moste versoecke, daer ick nu deese heelle weeck van smergens te ses Eure tot savonts toe om op de been ben geweest, en verscheijde heere over heb gesproocke den r p6Gaspar Fagel, raadspensionaris is hoe vroech of laet ick koom niet thuijs te vinde of als hij al thuijs is doet hem Exskuseere en niet aen
te treffe voor al die ick heb konne spreecke sijnde geweest den heer van Asperen7Philip Jacob van den Boetzelaer den heere tulp van Amsterdam8Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag den heere van nael twijck van dort9Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk, uit Dordrecht den heere van gorckom10Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet. gaefve mij alle seer beleefde woorde en seijde haer best te wille doon, maer seijde alle en voornaemlijck Asperen en tulp vrij wat ronder wt11Vrij wat ronder uit: ronduit dat niet moogelijck is voor hollant ver midts dandere provinsie niet betaelde het te konne op brenge12Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart dat sij haer beste soude doen en alst niet weesen kost dat hij tup13Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn hoopte en versocht ick alsnoch paesijensie soude hebbe, waer op ick alles reeplijseerde14Repliceren: antwoorden wat tot ons Erlange15Erlangen: verwerven, verkrijgen diende, nu ben ick gistere avont weer bij den heer van Asperen gewee weest om te hoore wat daer dien merge in was gedaen also hij aengenoomen had het inde vergaderin voorte brenge, het welcke hij seijde gedaen te hebbe, maer ock hoewel alde heere ons geneegen waer het niet moogelijck was alsnoch Eenich gelt te geefve, datter so veel koste aent lant gedaen wierde dat al kontant gelt most sijn dat niet moogelijck was langer op te
brenge, [seijde ock met de r p daer over gesproocke]
De terugkeer van Godard Adriaan?
Het zijn niet enkel de financiën die stroef lopen, ook de terugkeer van Godard Adriaan blijft maar spaak lopen. Dit keer met een wel heel erg unieke reden: Godard Adriaan heeft helemaal niet verzocht om naar huis te komen!
Tenminste, dat is wat de heer Van Asperen Margaretha probeert te vertellen. Wat een klinkklare onzin! Het is inmiddels al vier maanden geleden sinds Godard Adriaan een bericht aan Willem III stuurde met de vraag of hij terug mocht komen. Dat dat nog steeds niet gebeurd is, is wel heel raar aangezien van Asperen ook vertelt dat Godard Adriaans verblijf in het buitenland nogal duur aan het worden is en het niet zeker is of de Republiek het wel kan betalen. Het is toch ook van de zotte! Deze redenering gebruikten Margaretha en Godard Adriaan maanden eerder om de Staten-Generaal en Willem III ervan te overtuigen om Godard Adriaan terug te laten komen en toen moest hij nog op zijn post blijven.
Duidelijk is hier iets fout aan het gaan in de bureaucratie, maar waar? En hoe is het op te lossen?
[brenge,] seijde ock met de r p16Gaspar Fagel, raadspensionaris daer over gesproocke te hebbe die van gelijcke seijde dat ick noch Een nige tijt paesijensie moste hebbe, of hij heer van Asperen verder met de heer r p onsent weege had gesproocke of niet is mij onbekent maer seijde mij ick moet v17Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd… inkonfidensie segge dat ick vrees de heer van Ameronge langer wt sal blijfve als wij hem sulle konne betaelle, wij sijn verwondert dat hij niet versoeckt thuijs te koome waer op ick antwoorde uhEd het selfve al over 4 maende versocht hadt en so aen sijn hooch als aenden staet, dat ickt selfve wt uhEd naem noch booven de briefve die uhEd daer over had geschreefve aen sijn hoocheijt hadt versocht en tot antwoort bekoome dat het doen noch niet kost weesen, hem teegemoet voerenderen dat uhEd sonder gelt niet buij =tens lants koste sijn, dat ick dewijlt weese most noch wel Een korte tijt paesijensie soude hebbe maer badt hij toch sorch wilde drage mij die ordinansi mocht worde voldaen het welcke mij belooft heeft, ick sal met laete aen te houde en sien daer van voldaen te worde maer hoet in toekoomende sal gaen weet ick voorwaer niet, vrees sij difukulteij
Krappe kas
Die krappe kas waardoor Godard Adriaan niet betaald kan worden, leidt ook bij de milities tot problemen. De pagadoors krijgen geen geld meer en dus worden de soldaten niet meer betaalt. Het lijkt wel of de Republiek failliet dreigt te gaan.
Om dit tegen te gaan hebben de Staten van Holland besloten om de 100e penning en 200e penning weer te gaan innen. Meer vermogensbelastingen dus. Dit was in januari ook al gebeurd en het bleek toen redelijk goed te werken. Hoe hoog de inkomsten deze keer zullen uitvallen is een beetje een raadsel want de waarde van goederen in Holland is ingestort sinds de oorlog begonnen is. Uit andere gewesten zal weinig tot niets gaan komen, deze zijn nog steeds bezet door de Fransen.
sulle maecke ordinansi te passeere, ick kan segge dat van ijder hoor der groote schaersheijt van gelt is, hoe het noch met de betaeline vande meliesi salsgaen vreest men seer, de meeste pagadoors18Pagador: betaler wildender weer wt scheijde, men heere van hollant sijn vergadert en beesich om weer den 100 ste penin in gift en den 200 pen19200ste penning: Vermogensbelasting bij forme van kapijtaelle leeninge in te willge hoe dat gaen sal weet ick niet de liede trecke hier in hollant de meeste niet en dandere heel weijnich van haer goet20Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…, Een vreede diende ons best tis uhEd niet te schrijfve hoet hier is, [uhEd]
De grote mond van Welland
Margaretha’s brief eindigt met een klein nieuwtje over neef Welland: hij is de oorzaak van zijn eigen ongeluk. Zouden zijn avances bij Juffrouw van der Wijlle mislukt zijn misschien? Wat hij precies gedaan of gezegd heeft schrijft Margaretha niet maar haar conclusie is niet mals. Als hij nu maar had geluisterd naar wat zij van de winter zei…
[het selfve toch wel te overdencke ,] wat de heer van wellant aengaet die is selfs vrij wat oorsaeck van sijn ongeluck met sijn mont niet te konne snoere dat ick hem deese winter genoech vermaent en ge seijt heb uhEd sou niet geloofve hoemen sien moet wat en waermen Eits seijt, ick wenste uhEd alles wist maer kant so niet schrijfve, hiermeede blijfve uhEd getrouwe wijff M Turnor
P.S. Victorie!
Begint Margaretha haar brief nog met een aarzelende mededeling, de ps begin ze met een opgelaten kreet van blijdschap! De genade Gods waar ze eerder om smeekte is gekomen en de Republiek heeft de Tweede Slag bij Schooneveld gewonnen! De precieze details zijn nog wat vaag omdat het nieuws zo vers is maar één ding is voor Margaretha zeker: deze grootste overwinning zal bijdragen aan de vrede waar iedereen al zo lang naar smacht.
p s so aenstonts kome briefve van luijte Admi tromp21Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp wt onse vloot hoe dat de selfve weer slaechs sijn geweest gelijcke uhE wt de kopije daer van hier neffens geaende kan sien wij konne godt niet genoech dancke voor sijne genade, maer is be =droeft donse door gebreck vande kruijt het welcke men voor de gemeente22Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt. versust weer naer schoonevelt moste keere so schijnt hebbe donse noch moet omse noch Eens aen te legge, tis voorwaer Een groote vicktvorije voort lant nu heeft men hoop om t in korte tot Een goeije en gewenste vreede te geraecke het welcke ons dien groote godt wil geefven inwiens heijlige bescherminge uhEd beveelle
1
Recepteren van het Latijn receptare: ontvangen
2
Handschrift van Godard Adriaan
3
Ook wel vehement: hevig
4
Avantage: voordeel
5
Defroyement: onkostenvergoeding
6
Gaspar Fagel, raadspensionaris
7
Philip Jacob van den Boetzelaer
8
Tulp is Nicolaas Tulp, die we nu vooral kennen van Rembrandts Anatomische les. Hij was ook burgemeester van Amsterdam en zat in de Gecommiteerden Raad in Den Haag
9
Adriaan van Blijenburg, heer van Naaldwijk,
10
Kennelijk weet Margaretha niet hoe de gecommitteerde van Gorinchem heet.
11
Vrij wat ronder uit: ronduit
12
Margaretha benadert nu de verschillende gecommiteerden van de Staten van Holland apart
13
Er staat “tup” maar dit hoort Tulp te zijn
14
Repliceren: antwoorden
15
Erlangen: verwerven, verkrijgen
16
Gaspar Fagel, raadspensionaris
17
Hier spreekt Margaretha haar man aan met u in plaats van uhEd…
18
Pagador: betaler
19
200ste penning: Vermogensbelasting
20
Los van het feit dat de andere provincies niet meer betalen, omdat ze bezet zijn, zijn ook de inkomsten van de Hollandse goederen ingestort, waardoor belastingen instorten…,
21
Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp
22
Gemeente: Bij overdracht. Het geheel der personen die met elkander eene gemeenschap vormen, waarbij niet aan gemeenschappelijk bezit, maar aan gemeenschappelijke rechten en verplichtingen gedacht wordt.
Margaretha is blij dat de post weer een beetje loopt. Brieven komen weer sneller, maar er mist nog wel wat. In Den Haag zijn ze druk met de brandschatting voor Middachten. Kennelijk heeft Kinschot daar wat mee te maken, maar die is in Groningen. Voordat er iets betaald kan worden, moet Van Ginkel kunnen bewijzen dat hij de rechten heeft op het kasteel. Die papieren zijn vlak voor het rampjaar in veiligheid gebracht, maar zitten dus ergens in een kist tussen de opgeslagen spullen in Amsterdam. Dus Van Ginkel moet naar Amsterdam om eens in de papieren te duiken.
[ontfange,] de quitansie vande heer en vrou van ginck sal niet in versloft worde dat die tot noch toe niet is genoomen, is de oorsaeck dat men kinschot niet heeft konne te spreecke koomen dier noch te greunine is, en ten anderen dat de heer van ginckel sijn pampiere die te Amsterdam sijn moet nae sien of hij geen ocktroij vant hof van gelderlant of den leen heer aldaer heeft om sijn goet te mooge beswaeren , ock sijn de oblijgaesie die wij van hem hebbe almeede te Amsterdam [en sal mijns oordeels]
Voorraad
Kennelijk heeft Godard Adriaan Margaretha gevraagd om een Parmezaanse kaas te bestellen. Hij is nog niet aangekomen, maar ze wil wel vast weten wat ze ermee moet doen. Margaretha heeft nog wel wijn liggen in de kelder van wijnkoper Brant, maar zodra ze die gaat consumeren, moet ze er accijns over betalen. En het gaat om nogal wat wijn, daarnaast heeft ze het over de voorraad boter. Ze goochelt een beetje met oude maten: een aam (155 liter) een okshoofd (220 liter), een verendeel (veerdeel: vier keer een hoeveelheid). Dat veerdeel blijft vrij cryptisch. Als ik het omreken op basis van haar betalingen is het veerdeel 80 pond. En dan is een oud pond iets minder dan ons pond: 480 gram, toch nog ruim 38 kilo boter. Dat boter, kaas en wijn zo groot ingekocht werden, was bij de rijkere bevolking van de Republiek niet ongebruikelijk.
Ook heeft Godard Adriaan om een blikken servies gevraagd, dat wordt nu gemaakt en daarna zal Margaretha het zo snel mogelijk naar Hamburg sturen.
[moet ,] de permisaense kaes sal ick verwachte ock wat uhEd daermeede belieft gedaen te hebbe, inde kelder van brant de wijnkoope hebbe wij Een oxshooft1Een okshoofd was ongeveer 220 liter en een stuck van twee aeme2Een aam was ongeveer 155 liter rinse wijn legge, die ick daer omden swaere inpost te ontgaen niet weetende waer wij die sulle geniete doen legge, franse wijn
heb ick niet alst oxshooft daer van drincke dat al opgeleijt is, die kost hier booven den inpost 90 en hondert gul het oxshooft, voo koutou3Ze bedoelt een Coteaux: dit is waarschijnlijk een zoete witte wijn van de hellingen (coteaux=hellingen) wijn, voor de booter heb ick 36f het verendeel dat is 9 stuij het pont sonder den inpost betaelt de kaes gelt hier het hondert pont 20f , het blick serviese heb ick bestelt te maecke kan voor in laest vandeese weeck niet gereet sijn salt dan so haest alst doenlijck is sien op hamburch te bestelle, [nu weer]
Nogmaals de Acte van Garantie
Margaretha zit toch nog in haar maag met het verzoek van raadpensionaris Fagel om de brand en de aanvraag voor vergoeding voorlopig stil te houden. Ze heeft alles nog eens goed bestudeerd en ze is tot de conclusie gekomen dat ze gewoon recht hebben op die vergoeding. Het is haar ook eindelijk gelukt om de raadpensionaris’ broer, griffier Fagel, te spreken en hij is het helemaal met haar eens dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de uitbetaling op de hoogte moeten zijn. Margaretha heeft de griffier gevraagd of hij hier met zijn broer over zou willen spreken. Hij is zo druk dat ze niet durft hem lastige te vallen en ze durft ook niks buiten hem om te doen, vooral omdat het zo’n goede vriend van Godard Adriaan is. Margaretha belooft dat zodra ze antwoord van de griffier heeft, ze hun zoon en Zijn Hoogheid informeert. De prins heeft immers beloofd te helpen. Margaretha vermoedt dat haar eigen invloed beperkt is. Konden ze nu maar vast een deel van de vergoeding krijgen.
[van onse affaerees alhier,] terwijlle men so veel vande vreede handelin4De voorbereiding voor de vredesbesprekingen spreeckt ben ick niet gerust int segge van de r p fagel5Raadspensionaris Gaspar Fagel dat ick alsnoch van ons ongeluck int afbrande van onse huise soude stilswijge ent selfve den staet niet bekent maecken, maer heb de ackte van garant Eens met bedaerde sinne naer gesien en bevonde dat die teenemael spreeckt op de goedere ondert gebiet vande genee raEliteijt toe behoorende de geende die int vijants dienst sijn en blijfve beloofvende in kas6Cas: geval van vreede handelin te versorchge uhEd persoon en verseeckert en onse schade soude vergoet worde, daerom mij dunckt niet langer te moeten stilstaen ben gistere bij den griffier fagel7Griffier Hendrik Fagel geweest en hemt selve voorgehou =de en versocht den heere r p hier over te spreecke vermidts sijn meenichvuldige affaerees8Affaires: zaken dat ick hem niet derfde moij lijck valle en niet gaeren Eits soude buijte sijn kenisse tenteer weetende dat hij Een sonderlin goet vrient van uhEd en ons huijs is daer in ick badt dat hij wilde konti niweere, den griffier heeft dit aengenoome te sulle doen enmijn antwoort te brenge heb hem het reequest9Request: verzoek in de vorm van een geschreven stuk dat ick hier over soude preesenteere in hande gegeefve om sijn broer te laete sien, hij oordeelde ick groot gelijck hadt nu te spreecke op dat de pleijne potensiaerise10Plenipotentiaris: Gevolmachtigde, iemand die door een ander gemachtigd is te handelen daer Eenige last van mochte krijge, so haest11Haast: snel ick antwoort van hem heb sal de heer van ginkel sijn hoocheijt hier over spreecken en sijne behulpelijcke hant hier in versoecken sal mijn best doen doch vrees der veel moijte voor mijn aanvast sal sijn konne wij maer onse schade alwaert ten deelle vergoet krijgt soude godt dancken en dencke diet sijn quijt is kant niet al weer krijgen [, tis mij seer lief te hoor]
Boter op zijn hoofd
Met Godard Adriaan gaat het gelukkig steeds beter, alleen nu is zijn secretaris Blanche niet helemaal fit. Er zijn brieven van de keizer binnen gekomen. Hij geeft aan dat hij teleurgesteld is over de militaire acties van zijn leger en dat hij bij een volgende inzet aan zal geven dat ze het beter moeten doen. Als de Prins van Oranje vraagt om een inzet. Hij zal de Keurvorst dan ook verzoeken om hetzelfde te doen. Hij vraagt de Republiek alleen wel om niet in te stemmen met een wapenstilstand. Margaretha lijkt hier tevreden mee te zijn, want ze gaat door met het nieuws uit Engeland. Zou Margaretha niet weten dat het juist de gezant van de Keizer was die de militaire acties frustreerde of is ze, vooral omdat ze weet dat de post geopend wordt, de wijste en laat niet het achterste van haar tong zien?
[over hamburch of Sel sal neeme,] vandaech sijnde briefve vande keij= =ser gekoome die sijn misnoechge met sijn eijgen hant geschreefve toont overt ageere12Ageren: militair optreden, krijgshandelingen verrichten van sijn keijserlijcke troepees datse niet beeter gedaen hebbe so geseijt wort met verseeckerin dat hijse sal intoekoomende doen ageere daer sijn hoocheijt en den staet sal goetvinde en den keurvorst daertoe versoecke het selfve van gelijcke te doen alleen versoeckende wij tot geen stilstant van wapenen soude verstaen, [wt Engelant]
En nog een keer de Acte van Garantie
Vlak voor de brief weg gaat, kan Margaretha al terugkomen op de Acte van Garantie. Om het hele verhaal kwijt te kunnen, stopt ze een extra papiertje bij de brief. De griffier heeft de raadpensionaris gesproken en die heeft de papieren gelezen. Hij blijft alleen bij zijn mening dat Margaretha nog geen actie moet ondernemen. Hij belooft dat hij er persoonlijk voor zal zorgen, dat de Acte van Garantie uitgevoerd zal worden vóór de vrede getekend wordt. Daar legt Margaretha zich voorlopig bij neer. Ze informeert haar zoon en Stadhouder Willem III vooralsnog niet, maar wacht wel op expliciete orders van haar man.
Er zijn woorden gevallen tussen de Prins van Oranje, Raadpensionaris Fagel en Pölnitz. Margaretha heeft Pölnitz zelf gesproken en niet alleen hij is er nog vol van, het zit ook Margaretha hoog. Wat er precies gebeurd is wordt niet duidelijk uit haar brief. Maar we kunnen er wel een redelijke inschatting van maken.
In de Republiek wordt al tijden geklaagd dat het leger van de Keurvorst pas iets doet als ze de subsidies binnen hebben. De waarheid ligt genuanceerder: de Republiek houdt zich niet aan de betalingsafspraak. De Keurvorst is al een tijdje bezig de stekker uit het hele avontuur te trekken en Godard Adriaan weet dat. Hij weet ook dat de Keurvorst vindt dat de Republiek al heel veel gehad heeft aan deze veldtocht. Door deze tocht zijn immers veel Franse soldaten uit de Republiek naar Duitsland getrokken, waardoor hun positie in de Republiek verzwakt is. Godard Adriaan kan wel raden, of weet heel goed, met welke boodschap Pölnitz naar de Republiek gestuurd was. Een boodschap die de Prins van Oranje niet zinde…
[gesonde,] den heere penits1Gerard Bernhard Pölnitz is hier het geene tusche sijn hoocheijt de r p fagel2Gaspard Fagel en hem is gepasseert sal uhEd buijten twijfel wt het schrijfve vande heere overste webbenom3Johan Thibault Webbenom die ick uhEd met de laeste post heb gesonden hebbe gesien, so ick van verscheijde hoore en ock wt den heere penits die mij heeft besocht kost mercke heeft het al vrij wat hooch ge =gaen en sijn hoocheijt hem klaer wt gesproocke ick wenste het wat meer tusche de 4 a 8 oochge waerre geweest en dat het so rucht= baer niet en was, ijder heeft er de mont vol van, [daer bij heeft den jonge penits te weete]
Geld en verstand
Pölnitz was getrouwd met een (bastaard-)dochter van Prins Maurits en dus familie van Amalia van Solms. Kennelijk had hij zijn zoon meegenomen en was deze mee op familiebezoek. Aan het hof van Amalia van Solms laat deze jonge Pölnitz van zich horen. Hij heeft tegen freule Katharina von Dohna, de nicht van Amalia van Solms, gezegd dat de Hollanders niet genoeg geld hebben voor oorlog en niet genoeg verstand voor vrede. En dan te bedenken dat hij ook nog graag een compagnie zou willen hebben. Margaretha betwijfelt of dat op deze manier gaat lukken.
[van,] daer bij heeft den jonge penits4Waarschijnlijk Willem Lodewijk von Pölnitz te weete
den soon vanden af gesante opt hoff van de prinses teegens freelle5Freule katrijn van dona6Catharina van Dohna onder ande =re diskoerse7Discours:Wat je tijdens een gesprek zegt, gesprek geseijt dat wij geen gelt hebbe om te oorloochge en niet verstants genoech om de vreede te maecke, het welcke mijns oordeels hem niet paste te segge, deese man soeckt hier noch Een kompangi te hebbe of dat der de middel toe is twijfel ick seer aen, [de vreede staet ons]
Amsterdam of Den Haag
De huur van het pand aan de Nieuwe Heerengracht loopt binnenkort af. Margaretha weet nog steeds niet wat te doen. De kosten lopen zo op als ze weer een huis huurt. Maar íedereen heeft een huis in de stad, dat is toch het veiligst. Margaretha zet de verschillende opties op een rijtje. Een heel huis huren is duur, maar ze zou het idee wel fijn vinden als haar kramende schoondochter daar veilig zou zijn. Dat voordeel heeft ze met een pakzolder niet. Ze kan ook alles naar Den Haag brengen en er maar het beste van hopen… Ze is in duizend beraden.
[komste voor ons,] wij sijn maer ses weecke tot meij het huijs daer te Amsterdam ons goet staet is verhuert, ick weet niet wat ick doen sal of weer Een huijs daer te huere daer toe ick de koste ontsien, of Een pack solder omt goet op te sette of en dan ben ick met het kraeme vande vrou van ginckel bekomert, of dat ick tgoet hier sal brenge en wage het Een met tander, ben in duijsent beraet meest al de liede hebbe huijse inde steede en haer goet daer gebrocht, ick salt noch Een maent insien en uhEd goetvinde afwachte, hiermeede Eijnde gende blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
Naschrift
De brief ligt klaar om te versturen en dan komt er een brief van Godard Adriaan binnen. Hij blijkt niet geheel gezond. Wat wil je ook met zo’n veldtocht? Margaretha drukt hem op het hart niet verder met de Keurvorst mee te reizen, maar in Minden te blijven tot hij beter is. Gelukkig is dat precies wat Godard Adriaan gedaan heeft, want deze brief ontvangt hij twee weken laten in in Hamburg.
Mijn lieste hartge naert schrijfve van dees ontfange vhEd vande 10 deeser waerwt met hartelijcke leetweese sien uhEd indisposijsie dit bedroeft mij meer als Eits het goet is met godts hulpe te verwine als ick uhEd maer in gesontheijt mochte behoude och hoe verlange ick naert aenkoome vande naeste post, met siecke leede te reijse sal imers niet wel sijn hoope uhEd so voorsichtich sult sijn en laete de keurvorst reijse, blijfve te minde wtruste, [ick hebt voorwaer wel gevreest dat]
En als ze dan toch weer aan het schrijven is, houdt ze hem ook nog even op de hoogte over de Acte van Garantie voor hun afgebrande huis. Ze herhaalt daarbij de voorkomendheid van de Prins en de maning tot geduld van de broers Fagel.
Ook vermeld ze dat de Heer en Vrouw van Ginkel erg dankbaar zijn voor het geld voor de brandschatting, ze hadden geen idee hoe ze dat geld anders bij elkaar hadden moeten krijgen. Margaretha maakt zich wel zorgen en is bang dat het bos al verkocht is aan de kapers uit de familie.
Dan is het tijd om de brief voor de tweede keer af te sluiten. En nu moet ze opschieten! Ze zal met groot verlangen naar de brieven van haar man verlangen…
Oh, trouwens, dat van die jonge Pölnitz… Dat was aan het hof en er waren allemaal mensen bij!
[sijn,] hiermeede sal ick met groot ver= lange naer uhEd briefve verlange en blijfve met haest
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MT het geen den jonge penits geseijt heeft soude opt hof op de voorkamer van sijnhoocheijt in presensi van meenichte van van mense geschiet sijn
De brief die Godard Adriaan op 10 maart 1673 ontvangt is een lange brief. Maar Margaretha heeft ook veel te vertellen, ook al is er sinds haar vorige brief niet veel meer duidelijk geworden over Kasteel Amerongen. Het doet haar ‘vande gront mijns harte leet’ dat ze haar man, die in grote onzekerheid in het Duitse Minden verblijft, geen duidelijkheid kan verschaffen over zijn have en goed. Maar zodra ze nieuws heeft, begint ze van alles te regelen: typisch Margaretha.
[kontiniweert] en nochtans schrijft mij noch van wttrecht noch van Ameronge niemant Een woort daer over ick mij niet genoech kan verwonderen wat en aen wien ick schrijf krijch niet Een letter tot Antwoort heb aende preedikant kepel1Dominee Bernhard Keppel aen weesel2Abraham van Wesel aende seekreetaris3Secretaris Van den Doorslagh geschreefve en hoor van niemant Een woort
Van horen zeggen
Via via heeft Margaretha toch enige snippertjes informatie kunnen bemachtigen. In een brief uit Amsterdam leest ze dat Jan Evertsen, de zoon van Evert Jansen, die in Amerongen woont, heeft geschreven dat kasteel Amerongen volledig is afgebrand. Ook de voorburcht zou de Franse vernielzucht niet overleefd hebben. Enkele andere gebouwen, waaronder het huis van de hovenier en de woning van Teunis Huijbertse, konden gespaard worden. Nu móét Margaretha de onheilstijdingen wel geloven… De olifant in de kamer blijkt een olifant in een porseleinkast te zijn, en hij draagt een Frans uniform.
onsen drost van kleef schrijft mij van Amsterdam dat ijan Evertse de soon van Evert ijansen die tot Ameronge int santvoort4Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel woont hem van daer schrijft dat ons huijs te Ameronge met het voor burch teenemael is afgebrant, dat sij het huijs van joost van omeren den hoofeniers huijs teunis huijbertsens huijs ent huijs van den drost ock wilde aensteecke maer dat sij dat met twintich rijxsdal hebbe afgekocht, sonder dat hij verdere pertikulierij =teijte schrijft, nu moet ickt geloofve en kan niet segge hoe bedroeft ick ben , [de heer van ginckel sal]
Typisch Margaretha
Maar Margaretha zou Margaretha niet zijn als ze niet meteen ook van alles begint te regelen. Tuurlijk, ze is bedroeft, maar ze heeft inmiddels ook al weer contact opgenomen met de Prins van Oranje en ze is tevens bij griffier Hendrik Fagel en diens broer raadpensionaris Gaspar langs geweest. Hoewel ze het niet met zoveel woorden schrijft, is het evident dat het over de vergoeding voor het afgebrande huis in Amerongen gaat. Veel kan ze daar verder nog niet over schrijven, want ze moet eerst weten wat er precies vernietigd is. Hebben de plantages de Franse vernielzucht overleefd? Margaretha regelt ook maar meteen dat er een speciale bode richting Amerongen wordt gestuurd om inlichtingen te verzamelen. Was Godard Adriaan maar thuis… Helaas lijkt her erop dat dat die hoop inmiddels vervlogen is.
[=teijte schrijft, nu moet ickt geloofve] en kan niet segge hoe bedroeft ick ben, de heer van ginckel sal uhEd schrijfve het beleeft en siviel antwoort dat sijn hoocheijt hem op dat subijeckt heeft belast aen mij te segge, dan dit sijn maer tot noch toe maer woorde wil hoope het Efeckt daer op sal volgen, ick ben ock bij den heer griffier fagel geweest hebt hem ock
bekent gemaeckt die aengenoome heeft den heere rp daer over te spreecke, verder kan ick hier niet in doen voor dat ick al de pertikulaerijteijte weet, ock hoet met de plantaesie staet ofse die ock hebbe gehouwe, of onbeschadicht gelaeten , den Espresse die de heer van ginckel naer Aernhem heeft ge sonde heb ick gelast op Ameronge aen te gaen en hem op alles te informeere , ick wenste wel uhEd nu hier waert dan sien daer voor Eerst geen hoop toe gelijck uhEd wt het schrijfve vande heer van ginckel sal sien, [kost deselfve noch met den]
Bijzondere haat
Margaretha is nog net zo bezorgd of die Acte van garantie wel iets waard is als in september. Om haarzelf moed in te praten schrijft ze maar dat het huis wel in brand gestoken moet zijn vanwege een specifieke haat van de Fransen jegens Godard Adriaan. Bij niemand treden de Fransen immers zo rigoreus op? Van Johan van Reede van Renswoude hebben de Fransen bijvoorbeeld 2000 gulden geëist, maar hij heeft niet betaald. En er gebeurt niets… Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken, de heer van Wulven, is voor 6000 gulden aangeslagen. Hij wordt er van verdacht zijn spullen ergens verborgen te houden of te hebben ingemetseld. Hij heeft zijn hele huis leeggehaald en heeft niet eens meer een bed om op te slapen! Tot overmaat van ramp schijnen de goederen in Zeeland ook geconfisqueerd te zijn. Achter de waterlinie geldt hij namelijk als verrader omdat hij in Utrecht blijft. Terwijl ze het zo opsomt realiseert ze zich dat hij er ook wel ellendig aan toe is. Gelukkig is er een klein lichtpuntje voor hem: het gaat met zijn vrouw iets beter…
[salt wel moete overlegge,] tis seecker dat sij dit wt Een pertikulijere5Particuliere: bijzondere, specifieke haet die sij teegens uhE ten opsichte van sijn komissie hebbe gedaen, want
niemant so rijgereus getrackteert wort den heere van rhijnswou6Johan van Reede van Renswoude hebbense 2000 f geEijst de welcke hij niet gegeefve heeft en niet weer om aengesproocke wort, den heer van wulfve7Neef Hieronymus van Tuyll van Serooskerken wort weer op nieu 6000 f geEijst om dat hij Eenich van sijn Eijgen goet ver burge of Eiwers8Iewers: ergens in gemetselt heeft, en hebbe al sijn meubelen so deeger9Deger: geheel, volkomen wt sijn huijs gehaelt dat hij niet een bedt om op te slaepen heeft ge= houde, in seelant seijt den heer van oudijck10Willem Adriaan van Nassau Odijk datsij ock al den heer van wulfvens goet hebbe gekonfis= =keert so dat waer is, sijn sij wel te beklage en der Elendich aen, ick ben bij de vrou van wulfve11Anna van Renesse van Moermont ge weest sij was wat beeter[, uhEd briefve vande]
Geld
Margaretha probeert er alles aan te doen om te zorgen dat zij en haar man het geld krijgen waar ze recht op hebben. Ze belooft haar man dat ze naar Amsterdam zal afreizen zodra ze de ordinantie binnen heeft. In totaal heeft ze twee ordinanties, die bij elkaar opgeteld 12000 gulden waard zijn. Ze wil zo veel ontvangen als mogelijk is, want ‘hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken’.
[briefve,] ick sal met het gelt doen volgens uhEd ordere, verwachte deese weeck noch Een ordinan die inhande vande gekomiteerde raden is om de kontree ordinansi op te maecke so haest ick die heb sal daermeede naer Amsterdam gaen om te sien of ick kost het gelt van beijde die ordienansi het welcke ter som van 12000 f sal sijn saeme kan krijgen, moet so veel ontfange alst mogelijck is want hoe langer hoe erger men aen gelt sal raecken[, de heer en vrou van ginckel bedancke]
Zuinig leven
Margaretha belooft dat ze zo zuinig mogelijk probeert te leven, maar ze verzoekt hem er wel rekening mee te houden dat haar huishouden momenteel uit 28 à 30 man bestaat en dat alles ongelooflijk duur is.
ick bidt weest verseeckert dat ick so seer op Alles menaesgeere12Menageren: sparen alst Eenichsins moogelijck is, dan uhEd belieft te dencke dat hier Een swaere huijshoudine is wij sijn meest 28 en 30 mense sterck en alles is so wttermaete dier dat ongelooflijck is[, den heer van]
PS: Je nieuwe rustwagen komt eraan!
Van de winter is Godard Adriaan zijn rustwagen kwijtgeraakt. Nu het bijna lente is, komt er dan eindelijk een nieuwe rustwagen. Griffier Hendrik Fagel zal het gaan regelen. Het duurde zo lang omdat degene die verantwoordlijk was voor de nieuwe rustwagen, Daniël van Hogendorp, zes weken afwezig is geweest.
de tweede rustwage seijt den griffier fagel te sulle besorchge datse uhEd sal goetgedaen worde, het is so lan in hande vande heere hoogendorp13Daniël van Hogendorp geweest die wel sesweecke of langer apsent is geweest, dat oorsaeck is het niet is afgedaen
1
Dominee Bernhard Keppel
2
Abraham van Wesel
3
Secretaris Van den Doorslagh
4
Zandvoort is nog steeds een straat in Amserongen, vlakbij het kasteel
NB De brief is niet in de juiste volgorde gescand. Leesadvies: 23 rechts, 24 links, 26, 27 links, 24 rechts, 25 links.
Vandaag schrijft Margaretha een lange, lange brief. Om het hier een beetje behapbaar te houden, hebben we de brief in drie stukken geknipt met de volgende onderwerpen:
Godard Adriaan heeft als bijlage bij zijn brief een declaratie toegevoegd. Margaretha begrijpt het helemaal. Godard Adriaan maakt kosten voor De Republiek, maar de vergoeding voor zijn werk komt maar niet.
beijde uhEd aengenaeme vande 9 en 13 deeser met de bijgevoechde konsept deklaraesi, is mij gistere behandicht, ick verstaen die heel wel, uhEd is Een merckelijcke som aent lant ten achtere kost men maer gelt krijgen, ick houde niet op daer om te spreecke nu het konsent1Consent: toestemming daertoe van men heere van hollant daer is, daer wij den heere valckenier van Amsterdam wel voor veroblij =geert2Verobligeren: in een verhouding brengen waarin men tot dankbaarheid of wederdienst gehouden is sijn die mij met groote beleeftheijt seer be hulpsaem hier in geweest is, [nu is de Eerste]
Inkomsten
Het krijgen van geld wordt steeds ingewikkelder. Geld is schaars en de oorlog blijft geld kosten. Margaretha rapporteert elk stapje in het proces keurig aan haar man, alleen heeft ze nu een onverwachte tegenvaller. Ze weet ook niet zo goed wat ze ermee moet. Ze had in september uiteindelijk de ordinantie (het uitbetalingsverordening) van de Heeren van Holland gekregen met hulp van de Amsterdamse burgemeester Gilles Valckenier. Dat was in ieder geval stap één. Stap twee zou dan zijn dat de raadpensionaris die moest ondertekenen. Alleen heeft Gaspard Fagel, de raadpensionaris, de ordinantie “verlegd”. Hij is hem dus gewoon kwijt geraakt. De traag lopende raderen van de bureaucratie komen weer knarsend tot stilstand.
Wat nu? Margaretha heeft raad gevraagd: er moet een duplicaat komen. Dat is aangevraagd, maar nu vragen de Heren van Holland een borg (garantie), zodat de eerste assignatie niet omgezet wordt in een ordinantie. Margaretha twijfelt over die garantie, want de assignatie is kwijt gemaakt door Fagel, en nu moet zij garanderen dat hij er niets mee doet. Aan de andere kant: als ze het niet regelt, komt er helemaal geen geld. En de raadspensionaris erop aanspreken… Daarvoor is Margaretha iets te afhankelijk van hem.
hulpsaem hier in geweest is, nu is de Eerste ordinans die inde maent van septem lest leede bij de heere vanden raet verleent, en door van heeteren aende heer r p fagel ter hande gestelt bij hem fagel verleijt die daer nae gesocht heeft maer tot noch toe niet konne vinde, daerom genootsaeckt ben aende heere vande raet Een duplijkaet te versoecke het welcke gedaen heb en sij niet weijgeren maer wille voorde ver= miste ordinansi borch gestelt hebbe, daer ick mij wat in beswaert vinde vermits die niet bij mij maer van Een ander verleijt is niet weetende in wiens hande die sou mooge raecke, de heere van den raet segge noijt ande
in diergelijcke saecke gedaen te hebbe, of noijt geen duplijkaet sonder borge te geefven, so dat ick geen wtkomst ter werlt en sien of sal moete voor die ses duijsent gul borchge worde so het welcke gereesolveert ben te doen so sij nu met mijn borch te vreede sijn, de raet pensinaris souder wel de naeste toe sijn dewijlle de ordi =nansi in sijne hande moet weese maer derft hem niete vergenVergen: voorleggen , hoope hij se noch vinde sal en ick dan vande borchtoch sal konne ontslage worde
Uitgaven
Ze loopt maar vast op de goede afloop vooruit en vraagt of Godard Adriaan vast aan wil geven waaraan ze het geld uit moet geven. In ieder geval moet ze de zadelmaker betalen.
Ze heeft van de oude heer Van Heteren 1000 dukatons3Dukaton: zilveren munt ter waarde van 63 stuivers geleend. Ze doet echt haar best om een zuinige huishouding (ménage) te voeren, maar al die zieken! En alles is zo duur… Zo duur als ze nog nooit gezien heeft. Een eend: van zes stuivers naar twaalf of dertien stuivers, een paar konijnen van vijftien à zestien stuivers naar zesentwintig stuivers. Dat geldt voor alles! En hoenderen heeft ze sowieso al lang niet gezien.
heb van den oude van heeteren hondert duij= katons geleent, ick lecht so nau in alles over alst Eenichsins moogelijck is noch hoop de huijshoudin hooch ben sterck van menaesge en alles is so dier4Duur dat ickt in mijn leefve noijt
beleeft heb Een hoen dat me voor dees voor 12 en 13 stuijvers plach te koope moet men nu Een daelder voor geefve, Een Entvoogel5Eend voordees 6 stuij nu 12 en 13 stuij, Een paer konijne voor 15 a 16 stuij nu 26 stuijvers en so alles naer venant6Navenant , hoende =re, heb ick in Een maent of ses weecke niet in huijs gehadt, ock heb ick Een seer kostelijcke7Kostelijk: duur winter met al de siecke die nacht en dach vier8Vuur en licht moeten hebbe behalfve alles dat sij voorts w van noode hebbe dit heeft nu vijf maende aen Een geduert, [soot schijnt komt het quaetste]
Godard Adriaan, de huisvrouw
Margaretha heeft Coenraad Burgh, de Thesaurier Generaal van de Unie bij de Raad van State, gesproken. Kennelijk heeft Godard Adriaan hem afschriften van zijn huishouding (huishoudfinanciën) gestuurd. Zijn vrouw is onder de indruk, nu ziet ze dat hij een huishouding draaiende kan houden zonder vrouw. Toch wekt ze niet de indruk dat ze zichzelf overbodig voelt.
[toe, Mevrou de prinses is beeter,] den heer treesovier burch die ick heeden heb weesen sien preesenteert sijnen diens aen uhEd tis mij lief uhEd hem so wel van provijsie voorsiet en de huijshoudine so wel verstaet nu sien ick dat uhEd hem wel sonder vrou sal konne huijshoude, [de heer en vrou van]
In haar vorige brief had Margaretha een brief van Welland opgenomen. Welland had geschreven dat de Spanjaarden met Frankrijk gebroken hadden. Oftewel: de Spanjaarden zouden officieel partij hebben gekozen voor de Republiek en zelfs al een offensief en defensief verbond gesloten hebben. Goed nieuws! Of toch niet?
Het beleg van Charleroi
Helaas blijkt ook het nieuws over het verbond met Spanje te goed om waar te zijn. Maar het is ‘abuijs en so breet niet’, aldus Margaretha. Hoewel Spanje nog niet officieel met Frankrijk gebroken heeft, lijken de Spanjaarden wel op de hand van de Republiek te zijn. Margaretha weet te vertellen dat de Spanjaarden Charleroi berend hebben! De stad is in handen van de Fransen en wordt gebruikt als bevoorradingsplaats voor het Franse leger. Charleroi veroveren… Wat zou dat een mooie opsteker zijn voor de Republiek, zo aan het eind van het jaar! Prins Willem III heeft zich inmiddels met een deel van het Staatse leger bij de Spanjaarden gevoegd. Dat is goed nieuws! Of toch niet? Margaretha spreekt haar vrees uit. Ze gelooft dat ‘deese plaats seer veel volck sal koste’: de gouverneur van de vesting zal Charleroi tot de laatste man willen verdedigen…
Mijn heer en lieste hartge met mijne laeste heeft de heer van wellant1Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha uhEd ge =schreefve dat de spaense tegens vranckrijck gebroo cke en met ons Een liege garantij offensijf en de= fensijf soude gemaeckt hebbe2Een offensief en defensief verdrag het welcke hem wt Maestricht geschreefve is, doch tis abuijs en so breet niet, maer wort geseijt hetselfve op goede voet te staen, dat de spaense scharleroij berent hebbe en sijn hoocheijt voort met sijn leeger daer bij is gekoome is waer, en dat hij voorleede sondach Een kontersch =erp3Conterscherp/Contrescarp: een talud aan de buitenzijde van een (vestinggracht) in had hout men ock seecker, en dat de gouver= =neur van scherleroij die bine tongere was met 60 man door Eene senisterheijt4Van sinister/sinisterlijk: op slinkse wijze is inde stat gekoome staet mij niet aen, hij is so geseijt wort Een vande braefste5Dapperste/moedigste offisiers die int fransen dienst is ick en veel wijse liede vreese deese plaets seer veel volck sal koste om dat dien gouverneur het tot de wtterste toe sal wille deffendeere [, al mijn]
Kou
Is het wel een goed idee om nu aan een beleg te beginnen? Het is ontzettend koud: ‘Mensen moete van koude vergaen en doot vriesen’, uit Margaretha haar zorgen. Zo koud is het in jaren niet geweest − de wateren zijn reeds bevroren. Wat zal er gebeuren als het Franse leger de weersomstandigheden ten volle benut? In Utrecht verwacht men dat de Fransen nog dit jaar van plan zijn om Holland binnen te vallen. Margaretha hoopt dat de Heer almachtig het kwade voornemen van de vijand wil beletten en de inwoners van Holland voor een overval wil bewaren. Toch bereiden de Hollanders zich voor op het ergste: met degens, roers (vuurwapens) en bijlen. Maar in hoeverre zal dit helpen wanneer − God verhoedde − de Fransen aanvallen? Margaretha is niet erg hoopvol: iedereen zal alleen zijn eigen huis beschermen, en de rest aan de vijand overgegeven.
harde en felle weer, och ist nu tijt om beleegerin te doen de mense moete van koude vergaen en doot vriesen ock ist onmoogelijck datse met Een schop of spae inde aerde konne, tis hier so fel en scherp kout als ick in Eenige ijaere beleeft heb al de watere legge toe men schrijft wt wttrecht datse daer noch starck voor hebbe dit saijsoen te wille waerneeme en in hollant te wille koome, de heer almachtich wil haer quaet voorneeme belette en ons voor Een overval be= waere men sit hier in groote vrees, alde burge =rij en de sepooste is aengeseijt haer met Een deege Een roer en Een bijl gereet te houde maer als der op aen sou koome dat godt verhoede wil wat sout helpe Elck sou naer sijn Eijgen huijs loope en de rest ten beste geefve[, de griffier fagel]
Geld
Gelukkig valt er ook nog iets positiefs te melden: griffier Hendrik Fagel − de broer van raadpensionaris Gaspar Fagel − heeft aangegeven bezig te zijn een nieuwe rustwagen voor Godard Adriaan te regelen. Hendrik heeft tevens, op verzoek van Margaretha, zijn broer gesproken over de betaling van de ordinantie. Maar de kasteelvrouwe verwacht niet dat de raadpensionaris zich aan zijn woord zal houden. Vervolgens begint Margaretha over de Staten van Holland. Er sijpelt sarcasme door in haar woorden: de Staten van Holland hebben eindelijk door dat de militie in dit weer niet zonder geld kan. Er zijn verbeteringen doorgevoerd waardoor de soldij voortaan op tijd betaald wordt.
[loope en de rest ten beste geefve,] de griffier fagel heeft mij doen segge beesich te sijn met het versoeck tot Een rustwage voor uhEd geloof hij daer toe al konsent heeft bekoome, o ock dat hij den heer r p fagel op mijn versoeck heeft ge sproocke weegens de betaeline van beijde uhE ordinansie die hem belooft heeft mij deese weeck kontentement te doen hebbe so hij woort hout salt heel goet sijn maer hij heeft het so dick mael en so lan belooft dat icker geen staet op
kan maecke, men heere de state van hollant beginne nu te dencke dat haer meliesi in dit weer niet sonder gelt konne sijn, hebbe die voorsienine ge daen dat al haer meliesie betaelt wort tot dees loopende maent en de ordinansie die in dees maent vervalle sijn sullense laete loope sonder op te maecke deese maent wt en die tot den leste deesem in kluijs op maecke en betaelle en dan voortaen alle maent voort pront betael dat wel Een goede saeck sal sijn[, maer de track]
Ziekte en beterschap
Godard Adriaan moet ongerust zijn geweest toen hij de woorden van Margaretha las. In haar brief van 22 december schrijft ze dat ze een aantal dagen last heeft gehad van ‘een seer swaere defluxsi op de halfve sijdt van mijn aensicht en tande’. Ook had ze ontzettende hoofdpijn, vond ze zichzelf niet om aan te zien, was haar oog gezwollen en had ze rode plekken rond haar mond. Waarschijnlijk had ze last van een huidinfectie door stafylococcen (mogelijk streptokokken). Een combinatie met gordelroos (vaak getriggerd door een andere aandoening of verminderde weerstand) is ook mogelijk. Gelukkig is Margaretha ten tijde van het schrijven van de huidige brief weer aan de beterende hand. Met Reiniera gaat het ook stukken beter, maar nu begint Antge weer uitslag te krijgen. Gelukkig is het kindje er (nog) niet ziek van. Margaretha zou niet weten wat ze moet doen als ze zou moeten vluchten. In de kou, met de zieke kinderen…
[te bedancke,] ick heb Ettelijcke dage Een seer swaere defluxsi op de halfve sijdt van mijn aensicht en tande met Exstreeme pijn int hooft gehadt ijae so dat ick niet toonbaer ben mijn Een ooch is bij naest toe sien maer met
het Een ooch so is die sij geswolle en rontom mijn mont met viericheijt wt geslage, met de roos aent geswolle ooch, dant hart is de heer sij gedanckt gesont nu de pijn over is weet ick niet waer ick ben , het kint raniertge is haest weer wel maer nu begint Antge weer wt te slaen doch isser sonder lin niet sieck van hoop het maer wint of steenpockges sulle sijn, gist dat wij Eens met dit harde weer moste vluchte sou niet weete hoe ickt met de siecke kinderen sou maecke, de heer hoope ick salter niet toe laete koome[, gistere]
Het laatste nieuws
Margaretha sluit haar brief af met slecht nieuws uit Amerongen. Uit een brief van de secretaris heeft ze vernomen dat er vorige week vier doden zijn gevallen. Tot overmaat van ramp is de predikant, Keppel, ook nog eens ziek…
In een Post Scriptum voegt Margaretha nog toe dat ze hoopt snel iets van Van Ginkel te horen. Ook is ze benieuwd naar het verloop van het Beleg van Charleroi en wil ze graag weten waar Godard Adriaan van de winter zal verblijven. Daarna volgt het allerlaatste nieuws over het Beleg van Charleroi, afkomstig uit de brieven uit Maastricht. Maar men weet niet meer wat waar is. Er wordt zo veel gelogen, het is een schande…
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor de vrou van ginckel met haer liefve kindere preesenteere haere dienst aen uhEd ons verlanckt seer hoet met de heer van ginckel is en hoet met scharleroij staet, ock waer uhE noch sijn winter quartier sal hebbe dat nu wel tijt wort[, men is hier noch blijde dat de gou =verneur van scharleroij doort quartier vande spaense en niet door ons volck is gebroocke en inde stat gekoome hij had 80 man bij hem doch maar 40 a 50 inde stat gebrocht
1
Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha
2
Een offensief en defensief verdrag
3
Conterscherp/Contrescarp: een talud aan de buitenzijde van een (vestinggracht)
Margaretha’s brief aan Godard Adriaan van 10 november is lang en is grotendeels gewijd aan de bureaucratie van Den Haag. Margaretha jaagt nog steeds achter Godard Adriaans salaris aan, maar lijkt maar geen geluk te hebben. Ze wordt keer op keer van het kastje naar de muur gestuurd en lijkt nog geen stap dichter bij die felbegeerde, welverdiende vergoeding te zijn.
Complimentjes van de Staten-Generaal
Geld krijgt Godard Adriaan niet van de Staten-Generaal, maar wel complimenten. De heren der Staten-Generaal bedanken Godard Adriaan voor het werk wat hij doet aan het hof van de Keurvorst. Ook spijt het hen, dat Godard Adriaan al in geen tijden brieven van hen heeft ontvangen. Griffier Fagel had afgesproken met Godard Adriaan dat hij hem op de hoogte zou houden van wat er speelt in Den Haag, maar dat is niet gebeurd. Fagel claimt wel dat het niet zijn schuld is, natuurlijk. Om de pijn wat te verzachten weet Margaretha te vertellen dat Fagel inmiddels wel heeft toegezegd zélf achter Godard Adriaans vergoeding aan te gaan. Of het dan echt gaat gebeuren, blijft natuurlijk de vraag. Fagel roept dit namelijk al langer.
doch heeft den grifier fagel mij be= looft daer nu sorchge vooor te drage en t selfe ter generaEliteijt voor te brenge, ock mij ge seijt uhEd met deese post de reesoluijsie van haer hooch Mo1Hoog Mogende Heren: leden van de Staten-Generaal alle die der sijn toe te sende, protesteert seer dat hem leet doet uhEd geen meer briefve krijcht, dat het selfve sijn schult niet is, seijde ock dat haer hooch Mo so wel voldaen sijn over de meemoorije die uhEd aende keurvorst heeft overgeleefvert gelijck deselfve wt de brief van haer hooch Mo in dato vande v24 ockto sal hebbe gesien, [ick dancke godt dat het]
Gezicht op het dorp Jaarsveld, Roelant Roghman, ca. 1646 – ca. 1647. Collectie Rijksmuseum
Oorlogsnieuws
De Franse troepen houden het niet bij het plunderen en platbranden van Waverveen: ook Lexmond en Jaarsveld zijn aan de beurt. Lexmond is uitgeplunderd en in Jaarsveld hebben de Fransen een kerk met een huis afgebrand en het dorp geplunderd. Vianen blijft ongeschonden: de vrijstad Vianen maakt officieel geen deel uit van de Republiek en is dus neutraal is de oorlog.
Terwijl de Fransen huishouden op het platteland is het leger van Willem III nergens te bekennen. Gerucht gaat dat het naar Luik op weg is.
so voort laete kontiniweere, viaenne2Vianen is nuijterael en de franse hebbe lexmont teenemael wtgeplo= = ndert en ijaersfelt3Jaarsveld de kerck met Een huijs afgebrant en vangelijcke teenemael wt geplondert, sijnhoo4Zijn Hoogheid, Willem III is met sijn bij hebbende krijsvolckere daer de heer van ginckel bij is Eergistere opgebroocke waer sij heene gaen weet men noch niet men seijt wel naer luijck maer ick gelooft niet, de heer
Ook op zee is er nieuws. Een vloot bestaande uit dertig dubbel bemande fregatten en talloze branders is uitgevaren onder leiding van Michiel de Ruyter. Margaretha en ieder om haar heen hopen dat hier in de komende dagen goed nieuws uit komt. Ook hoopt ze dat er binnenkort iets meer bekend wordt over de aankomst van het leger van de Keurvorst. Dat is nu al maanden onderweg en lijkt maar weinig dichterbij te komen.
almachtich wilse geleijde en voor haer trecke, den Admirael de ruijter5Michiel de Ruyter is ock met dartich frijgatte die dobbelt gemant6dubbel bemand sijn en Ettelijcke branders7Brander: Een schip, geheel en al ingericht en met vuurwerken en allerlei spoedig brandbare stoffen toegeladen ten einde ’s vijands schepen aan boord te leggen en ze in brand te steken. in see daer men alledaech verwacht en hoopt wat goets van te hoore, vant leeger van de keurvorst verlanckt men nu ock te hoore wat koers die neeme, den heer van wellant heb ick hier sieck gevonde en is noch heel niet wel heeft Een loop en Een kleijn koortsge ohoope het haest beeteren sal, hier meede blijfve
Het ongeluk is nog niet klaar met neef Welland8Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha: na alle rampspoed van het afgelopen jaar is hij nu ook nog ziek geworden. Margaretha hoopt dat het snel beter zal gaan met hem. Voor nu valt het gelukkig mee, Welland heeft alleen een beetje koorts.
1
Hoog Mogende Heren: leden van de Staten-Generaal
2
Vianen
3
Jaarsveld
4
Zijn Hoogheid, Willem III
5
Michiel de Ruyter
6
dubbel bemand
7
Brander: Een schip, geheel en al ingericht en met vuurwerken en allerlei spoedig brandbare stoffen toegeladen ten einde ’s vijands schepen aan boord te leggen en ze in brand te steken.
8
Goderd Willem van Tuyll van Serooskerken, pleegzoon van Godard Adriaan en Margaretha