Mijn heer en lieste hartge

Persoon: Brandenbrug (Frederik Willem I van)

De oude sleur

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 21 november 1672 Den Haag
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 2 december 1672 Rüsselsheim
Lees hier de originele brief

De brief van vandaag is heel bijzonder: de adressering is bewaard gebleven!

Vel papier dat opgevouwen was als een briefomslag. De omslag is opengescheurd bij de twee lakzegels. De adressering luidt: A Mijn heer Mijn heer van Amerongen Etc bij sijn keurvorstelijcke Doorluchticheijt van brandenbu int selfve leeger

Margaretha neemt een apart velletje papier om om haar brief te doen. Ze vouwt het zorgvuldig om de brief heen en sluit de brief dan af met zegellak. Ook de adressering is van een eenvoud die we nu niet meer kennen: meneer van Amerongen bij de keurvorst in het leger. En desondanks komen de brieven langzamerhand weer beter aan.

De arts

Het gaat steeds beter met Welland, hij blijft nog op zijn kamer, maar de koorts is weg en hij krijgt weer trek. En hoe!

Margaretha’s angst is waarheid geworden: Tietge heeft de pokjes. De arts van Welland heeft er naar gekeken en die zegt ook dat het een kwaaie aard van pokjes is. Margaretha is duidelijk: ze luistert niet naar de arts, ze houdt zich gewoon aan de oude sleur. Is dit een sneer naar Welland die juist zo aan de arts hangt?

Brieffragment Tietge en de pokjes
Brieffragment vervolg Tietge en de pokjes

den heer van wellant is heel aent beeteren doch
hout noch sijn kamer de koorts heeft hem ver
laete ock krijcht hij smaeck int Eeten en ver
lanckt daer middach en avont naer, onse
liefve tietge heeft de pockges is heel vol
wt geslage se sijn als punte van spelde so
kleijn en wille niet wel op koomen den
docktoor van wou die over de heer van
wellant gaet seijt het Een seer vuijllen
aert van pockges is, datse so quaelijck
op koome bekomert mijn seer, wij gebruijck
geen raet vande docktoor maer volgen den
oude sleur, sij is gesont van harte nu se
wtgeslage sijn, ick hou de andere kinde
=ren daer heel af, so lan de 9 dage niet
om sijn isser niet van te segge de heere

hoope ick salse weeder tot gesontheijt brenge
of geefve wat haer en ons salich is, [hoewel]

Een man, de arts, kijkt aandacht naar een glazen kolf met urine. Voor hem op tafel staat een koperen schaal, een fles een een boek opengeslagen op de pagina van een skelet. IN het donker op de achtergrond een vrouw.
De dokter, Gerard Dou (kopie naar), 1650 – 1669. Collectie Rijksmuseum

De veldtocht van Van Ginkel

Het is weer niet gelukt om geld te krijgen, maar er is gelukkig wel een brief van haar zoon! En die brief komt uit Bernouw, ten zuidoosten van Eijsden. De mannen hebben het zwaar: eindeloos marcheren, slapen onder de blauwe hemel en er is nauwelijks hooi en stro voor de paarden meer te vinden. Nu hebben ze een paar dagen welverdiende rust. Waar ze heen gaan? Het blijft gelukkig geheim.

Brieffragment veldtocht van Van Ginkel

[vaeren sal te verwachte staen,] vandae
hebbe wij briefve vande 18 deeser van de heer
van ginckel gekreechge, wt barnau1Berneau/Berne/Bernouw ten zuidoosten van Eijsden Een
half eur van navange2Navagne, Fort Navagne bij Eijsden, ook bekend als de Elvenschans , sijn hoocheijt lach
op Eijsde ent hooft quartier int dorp tot
Eijsde, ons volck so ick hoore was al vrij wat
gefatigeert hebbe dach op dach gemarscheert
en snachts onder den blauwen heemel moete
rusten, daerse quamen weijnich voeraesge3Fourage: millitaire term, hooi en stro voor de paarden
gevonde, so hebbe daerse nu sijn seedert
heeden acht dagen gerust het welcke noot=
saecklijck was, het deseijn4Dessein: doel van sijn hoocheijt wort
noch heel geseeckreeteert5Secreteren: geheim houden dat goet is,

Eindelijk gevechten!

Wat betreft de troepen van de keurvorst hoopt Margaretha dat ze inmiddels bij de Rijn zijn. Bovendien is ze blij dat er eindelijk gevochten is. Het fijne van de gevechten komen we uit haar brieven niet te weten. We weten ook niet of Margaretha zich een beeld kan maken van hoe het er bij de veldtocht aan toe ging. Het diplomatieke spel ging ook tijdens de veldtocht door. Godard Adriaan had te maken met een belangrijke tegenkracht: Raimondo Montecuccoli, ervaren militair en geslepen diplomaat. Hij werkte voor de Keizer van het Heilige Roomse Rijk en had één opdracht: zorgen dat er niet gevochten werd. En hij was hierin erg succesvol.

In een heuvelachtig landschap gaan ruiters elkaar te lijf met pistolen. Een ruiter is van zijn paard gevallen, maar zijn voet hangt nog in zijn stijgbeugel en hij wordt door zijn paard mee gesleurd.
Ruitergevecht, Esaias van de Velde, 1629. Collectie Rijksmuseum.

Het leger van de Keurvorst bestond ook niet alleen uit Brandenburgse troepen, maar ook uit troepen van de keizer onder Montecuccoli’s bevel. In dat leger was de Hertog van Lotharingen, Karel IV, vertegenwoordigd met ongeveer 2.500 ruiters. Lodewijk XIV had twee jaar tevoren Lotharingen ingelijfd. Hertog Karel IV wilde dus maar wat graag tegen de Fransen vechten. Het lukt zijn soldaten om in gevecht te raken met Franse troepen en succesjes te behalen. Waarschijnlijk doelt Margaretha op deze gevechten. Helaas werd dit eigen initiatief van de Hertog van Lotharingen half november door Montecuccoli de kop ingedrukt.

Brieffragment over de overwinningen van het Brandenburgse leger

men is hier verblijt overt reijnkonder6Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. datter
tuschche den heere keurvorst en volckere en de
franse is geweest, te meer om datse nu feijtelij
hebbe geageert7Ageren: krijgshandelingen verrichten , men hoopt de keurvorst met
sijn volckeren nu over den rhijn sal sijn, en
dat me nu alledaech wat goets sal hooren
konde8Louis II van Bourbon, prins van Condé gelooft men niet dat noch so naer bij
uhEd kan sijn, de heer almachtich wil den
heere keurvorst uhEd ent ganse leeger bewaer
het selfve vicktoorije en overwininge geefe
daer hier wel hartelijck voor gebeeden wort

Schaatsen

Bij de serie “klein nieuws” hoort inmiddels het platbranden van dorpen: deze keer was Abcoude aan de beurt. Het was nu een militaire actie. In de Kasteel van Abcoude zaten Staatse militaire, die probeerden de Fransen eruit te krijgen. Dat is gelukkig niet gelukt. Verder wil de Vrouw van Ginkel nog steeds naar Gelderland en zijn de koopvaardijschepen uit de oost behouden binnen gekomen.

In de serie “bijzonder nieuws” vertelt Margaretha dat de Fransen schaatsen hebben aangeschaft. Dat is vast niet vanwege de originele Hollandse ijspret. Ze hoopt maar dat ze de winter rustig doorkomt en in Den Haag kan blijven.

Brieffragment over schaatsen

[meer van hoope sij goede raet sal volgen,] en wij met rust
deese winter hier sulle mooge blijfve, men seijt den vijant
meenichte van ijspoore9IJssporen: metalen punten die je onder je schoenen, klompen of laarzen kunt binden om grip te krijgen op het ijs en schaetse laet maecken, [vermeer]

Een tekening van Hollanders, geen Fransen, op schaatsen. vooraan een vrouw en een jongen, een man met een ijshockeystick. Er staat een kruiwagen met koek en zopie. Het ijs is vol met mensen, zo ver het oog rijkt
IJsvermaak, ca. 1615 tot 1630, Hendrik Avercamp (1585-1634). Collectie Teylers Museum
  • 1
    Berneau/Berne/Bernouw ten zuidoosten van Eijsden
  • 2
    Navagne, Fort Navagne bij Eijsden, ook bekend als de Elvenschans
  • 3
    Fourage: millitaire term, hooi en stro voor de paarden
  • 4
    Dessein: doel
  • 5
    Secreteren: geheim houden
  • 6
    Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen.
  • 7
    Ageren: krijgshandelingen verrichten
  • 8
    Louis II van Bourbon, prins van Condé
  • 9
    IJssporen: metalen punten die je onder je schoenen, klompen of laarzen kunt binden om grip te krijgen op het ijs

De Polen en de Turken

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 4 oktober 1672 Amsterdam
Ontvangen Godard Adriaan van Reede
Lees hier de originele brief

Er is voor Margaretha weinig nieuws om te melden aan Godard Adriaan, maar zoals beloofd slaat ze geen post over. Na de Slag bij Naarden blijft het stil. Willem III is weer naar Zwammerdam “of daer on trent” getrokken met zijn leger en er schijnt iets op handen te zijn. Wat dat is, dat weet Margaretha niet.

De prinselijke boot (met een heel grote driekleur) vaart rustig langs wat wat boeren schuren lijken t e zijn.
Gezicht op het kwartier van prins Willem III te Bodegraven, Valentijn Klotz (manier van), 1672. Collectie: Rijksmuseum

Nieuws uit Polen

Wel besteed Margaretha tijd om te schrijven over wat er speelt tussen de Polen en de Turken. De Poolse koning Michaël I vecht daar een oorlog uit tegen de Ottomanen en het gaat niet de goede kant op.

Brieffragment over de Polen en de Turken

de quade tijdine die wt poo
=len komt maeckt hier onder de koopliede
geen kleijne ontsteltenis en vreest men
dat de keijser1De Oostenrijkse keizer Leopold I daer door so veel te doen
mochte krijge dat ons die volckere mocht

ontrocke worden, andere segge weer dat dat
geen noot sal sijn dewijlle so geseijt wort de muskovijter2Moskovieten: het Tsaardom Rusland stond ook wel bekend als het Tsaardom Moskovië den pool te hulpe sal koome

Voor de Republiek lijkt deze verre oorlog die zich afspeelt in Oekraïne op het oog niet heel relevant. Toch zien de kooplieden — en Margaretha — hier wel reden voor zorgen. De oorlog woedt dicht bij de grenzen van het Heilige Roomse Rijk, waar Leopold I over heerst. Bovendien liggen gebieden van de Keurvorst van Brandenburg ook relatief dichtbij het oorlogsgewoel. Deze twee Duitse vorsten zouden bij een Ottomaanse doorbraak op hun eigen gebieden moeten letten en minder aandacht en troepen over hebben voor de Republiek. Die langverwachte Brandenburgse troepen zouden dan toch nog weggetrokken worden.

Een strijdveld vol met paarden. Op de voorgrond een Turk met een tulband in een rode jas en een krom zwaard in zijn hand, die af stormt op een Pool met een helm en een langs. Achter hun zwaait iemand met een zwarte vlag met daarop een halve maan.
Gevecht om een Turkse Standaard, Jozef Brandt, 1905. Collectie: Muzeum Narodowe w Krakowie

Na het delen van dit onheilspellende nieuws gaat Margaretha snel weer over tot de orde van de dag. Godard Adriaans salaris, wat ze nu al maanden probeert te innen, is immers nog steeds niet binnen.

  • 1
    De Oostenrijkse keizer Leopold I
  • 2
    Moskovieten: het Tsaardom Rusland stond ook wel bekend als het Tsaardom Moskovië

Diplomatie aan het hof

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 8 februari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 19 februari 1672
Lees hier de originele brief

De brief die Margaretha stuurt aan Godard Adriaan op 8 februari 1672 begint met alledaagse zaken: ze beschrijft wie inmiddels hun schulden aan de familie heeft afgelost en van wie ze nog steeds geld tegoed hebben. De “bekende” 5000 gulden is nog steeds niet betaald. Bekend omdat dit bedrag al open staat sinds voor Godard Adriaan naar Berlijn vertrok en Margaretha het bijna iedere brief wel noemt.

Diplomatieke perikelen

Met de alledaagse zaken uit de weg gaat Margaretha over op, voor ons, interessantere zaken: Godard Adriaans voortgang als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg.

Eerste brieffragment over de missie naar Brandenburg

tis mij seer lief te hoore dat den heere keur
= vorst kontiniweert1continueren, voortduren in sijn geneegentheijt tot
deesen staet het welcke wij wel van noode hebbe
so ick hoore hanckt de gunst vande vorste van
sel en luijnenburch2de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg daer heel aen die haer
naer den keurvort van brandenburch wille
reeguleere, men seijt dat den Ambassadeur
doenin naer geen presentaesie die hem
vandeesen staet werde gedaen en wil
luijsteren maer seijt hij weerom ontboode
is en op sijn vertreck staet, dat ock den
koninck van vranckrijck aen onsen Amba
de groot3Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs soude geseijt hebbe dat hij sijn
meesters geen dienst daer meer koste
doen oversulcks wel soude doen te ver
trecke,  so dat die twee rijcke als Enlant

Tweede brieffragment over Verdrag van Dover

en vranckrijck naer alle Aprehensi begrip, vrees het Eens
sijn en ons beijde sulle atackeere aanvallen, daerom
ick noch beducht4angstig, benauwd ben of wij in den haech al
verseeckertveilig sulle weesen, [de vrou van ginckel]

Op 25 januari schrijft Margaretha al dat ze overweegt om naar Amsterdam te gaan in plaats van Den Haag maar ze geeft geen specifieke reden hiervoor. Die krijgen we nu wel: dat Frankrijk en Engeland een verbond hebben gesloten in het Verdrag van Dover is bekend geworden. Een diplomatische oplossing met Frankrijk lijkt niet meer een realistische kans, zo zegt Lodewijk XIV aan de Staatse ambassadeur in Parijs. De Republiek heeft hard steun nodig.

Margaretha is dus ook blij om te vernemen dat de Keurvorst Godard Adriaan genegen is. De steun van de Keurvorst is van vitaal belang. Deels omdat de keurvorst een groot leger bijeen zou kunnen krijgen en deels omdat andere Duitse edelen, zoals de Hertog van Celle en Lunenburg, zijn voorbeeld zouden volgen. Hopelijk is God met hen, zo eindigt Margaretha de brief.

Op een vooruit springend lichtbruin paard met zwarte manen en zwarte staart zit een man in harnas. Hij kijkt ons strak aan en heeft in zijn linkerhand de teugels en in zijn rechterhand een maarschalkstaf. Op de achtergrond vindt een veldslag plaats. Links boven twee engeltjes die een wapen met een staf en een kroon erboven en een (zijn?) helm vasthouden.
Frederik Willem I van Brandenburg, toegeschreven aan R. van Langenfeld. Collectie Kasteel Amerongen. Waarschijnlijk had Margaretha de Keurvorst graag zo zien aankomen…
  • 1
    continueren
  • 2
    de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg
  • 3
    Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs
  • 4
    angstig, benauwd

Wat te doen, wat te doen?

 
       
Door Datum Plaats
Geschreven Margaretha Turnor 25 januari 1672 Amerongen
Ontvangen Godard Adriaan van Reede 1 februari 1672
Lees hier de originele brief

Ondanks de geruchten van oorlog, doet De Republiek niets. Zo velt Margaretha haar vonnis over wat er gaande is in Den Haag op het moment van schrijven. Godard Adriaan had al in november 1671 gewaarschuwd voor de Franse bedreiging maar nu, bijna drie maanden later, hebben de politici in Den Haag nog steeds niets gedaan.

Patstelling

In de Staten-Generaal heerst een patstelling tussen de prinsgezinden die Prins Willem III van Oranje willen benoemen tot Stadhouder en de Staatsen (ook wel “Loevesteiners”) die willen voorkomen dat Willem III meer macht krijgt dan strikt noodzakelijk. De Stadhouder is traditioneel gezien de opperbevelhebber van het landleger van de Republiek maar sinds de dood van Stadhouder Willem II, de vader van Willem III, is er geen Stadhouder meer noch een sterk landleger om leiding aan te geven. Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt zal er toch echt iets moeten gebeuren. Geen van beide partijen wil toegeven en de goedkeuring van de oorlogsbegroting blijft uit. Pas als deze begroting door de Staten-Generaal is kan de landelijke werving voluit van start gaan. Pas dan kan Godard Adriaan concrete beloftes doen aan de Keurvorst.

Brieffragment over de besluiteloze staten generaal

[uhEd int gemoete sien ,] ondertuschen vermeerdere
van dach tot dach de geruchte van oorlooch so dat
men schrickt daer aen te dencke en heeft men te
meer reedene daer toe vermidts men siet hier noch
so weijnich ordere op alles gestelt1orde op zaken gesteld wort, inden
haech is men noch al met het werck van sijn hoocheij2Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
beesich dat bij hollant3de Staten van Holland en West-Friesland noch niet deur en wil in
middels wortter noch int stuck vande werfvin4werving van soldaten
en anders niets vast gestelt noch gedaen, [maer]

Veilige plek

In tegenstelling tot de Staten-Generaal blijft Margaretha niet stil zitten. Wanneer de familie weg moet vluchten uit Amerongen wil ze er voor zorgen dat ze ergens terecht kunnen. De familie heeft een huis aan de Kneuterdijk in Den Haag, een prachtig pand wat Margaretha geërfd heeft van haar oom Jacques Wijts. Maar, als de Engelse vloot de Nederlandse vloot verslaat en weet te landen in de Republiek dan ligt Den Haag onbeschermd. Den Haag is immers geen stad en heeft geen stadsmuur. Amsterdam is een veel veiligere keuze, want dat heeft wel een goede verdediging. Helaas heeft de familie daar nog geen onderkomen. Margaretha vraagt dus de drost van Amerongen om te zoeken naar een huis wat ze kan huren.

[sulle krijgen Eerment denckt] daerom ick ten
hoochste bekomert5bekommert: met zorg vervuld ben en weet niet of wij inde haech6Den Haag
al sulle verseeckertveilig weesen, heb onsen drost7een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd die
merge naer Amsterdam gaet last8opdracht gegeefve om
te hoore of daer niet Een huijs of Een gedeelte
van Een huijs al wast achter af voor Een
reedelijcke prijs daer wij ons soude konne be
helpe te krijgen is, Eer hijt huert sal ick
uhEd goetvinde en beliefte hier op verwachte

Hulp?

Door de patstelling in de Staten-Generaal heeft Margaretha weinig hoop dat de Republiek Frankrijk alleen aan kan. Ze sluit haar brief dus door het uitspreken van hoop in het slagen van de missie van haar man:

Brieffragment over de keurvorst staat naast de gebruikelijke afsluiting van Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor

mij sal wel verlange of den keurvorst9Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg met ons in alliansie sal treede

  • 1
    orde op zaken gesteld
  • 2
    Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
  • 3
    de Staten van Holland en West-Friesland
  • 4
    werving van soldaten
  • 5
    bekommert: met zorg vervuld
  • 6
    Den Haag
  • 7
    een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd
  • 8
    opdracht
  • 9
    Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg

Pagina 2 van 2

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén