Jawel, er is goed nieuws. Eindelijk lijkt er schot in de oorlog te zitten! Margaretha’s lieve vaderland heeft eindelijk een beetje geluk. Na maanden wachten komt het leger van de Keurvorst eindelijk de kant van de Republiek op! Hopelijk wordt dit leger gezegd door de Heer en slaagt het plan om de Republiek te bevrijden.
Ook het Staatse leger lijkt niet stil te zitten. Er zijn weer schoten gehoord maar wat er precies gaande is weet Margaretha nog niet. Ze heeft sowieso niet veel tijd om te schrijven op het moment. Nog even een gebed dat de Heer Godard Adriaan zal beschermen en weg gaat ook deze brief met de post.
De Grote Keurvorst, Friedrich Wilhelm, als veldheer tijdens de slag, Wilhelm Camphausen (1818-1885). Collectie onbekend. Bron: Kunsthaus Lempertz
Mijn heer en lieste hartge seedert het af sende van mijne van heede ge schreefve ontfange die van uhEd vande 26 ijanwarij die nu verser is en Eer overge koome als in lange gehad heb, men is hier verheucht met de op tocht vande keer keurvorsts leeger het welcke de heer al= =machtich wil seegene en wel laeten ge =lucke alle sijne deseijne1dessein: plan ten beste van ons liefve vaderlant, het welcke wel in noot is, ock die van sijn hoocheijt die met meest al ons vo krijsvolck op is men heeft hier deesen avont seer hooren schieten dan men weet niet van waer of wat het is men verlanckt seer naer de wtkomst vant deeseijn, daer worde meest al de wagens en sleen op geprest2pressen: Dieren of zaken ten bate van het gemeenebest, inzonderheid voor militair gebruik, opeischen, al het volck vlucht meest wt den haech de
almachtich wil ons bij staen, het jamert mij seer uhEd weer op moet de heer hoop ick sal deselfve voor alle ongeluck in gesontheijt bewaere, nu sal ick met inpaeseijensie3inpatentie: ongeduldigheid verlange naer uhEd briefve om te hoore het suckses vande deseijns vande keurvorst, het gelt sal ick aen romswinckel4Matthias van Romswinckel, diplomaat van de Keurvorst in Den Haag betaelle so haest het heb ontfange, nu moet ick om kortheijt des tijts Eijndige blijfve
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
1
dessein: plan
2
pressen: Dieren of zaken ten bate van het gemeenebest, inzonderheid voor militair gebruik, opeischen,
3
inpatentie: ongeduldigheid
4
Matthias van Romswinckel, diplomaat van de Keurvorst in Den Haag
Vier dicht beschreven kantjes, een P.S en nog twee later toegevoegde blaadjes: de brieven van Margaretha worden steeds langer terwijl de winter gaat strengen en de dreiging toeneemt. Ook boven Amerongen komen donkere wolken te hangen, hoewel het voorlopig nog overeind zal blijven staan. Dit in tegenstelling tot een kasteel veel verder zuidelijk…
Garnizoen van Maastricht neemt Valkenburg in
Willem III is met het leger Maastricht gepasseerd en op weg naar Tongeren. Ook vijf regimenten van het garnizoen van Maastricht moeten zich gereed houden met proviand voor vijf dagen.
[rhijn al soude gepasseert sijn], de briefve van Maestricht brenge vandaech meede dat sijn hoocheijt wt lant van guijlijck1Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen opgebroocke en Maestricht passeert om ist niet met het heelle leeger met Een gedeelte naer tongere2Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht te gaen 5 reesgemente wt Maestricht was aengeseijt haer op de tromslach gereet te houde en haer voor 5 dage te proviandeere,
Margaretha neemt aan dat haar man gehoord zal hebben dat datzelfde garnizoen een paar dagen eerder Valkenburg heeft ingenomen.
[toelaetinge niet en geschiet, moet zijn], dat het garnisoen van Maestricht valckenburh3Valkenburg heeft ingenoome sal uhEd hebbe gehoort, [nu aen=]
De Duitse troepen zijn helaas nog steeds niet over de Rijn. Margaretha is echter zeer verheugd te horen dat haar echtgenoot een brief van dank van officiële zijde heeft ontvangen voor het feit dat hij de Keurvorst überhaupt zo ver heeft gekregen om tegen de Fransen in het geweer te komen. Een belangrijk deel van zijn missie is dus geslaagd, terwijl Dijkveld in Engeland minder succesvol is geweest.
tis mij seer lief dat uhEd sul =cken oblijgante brief van danckseggin heeft ontfange dit geeft geen kleijn kon =tentement maer wel groote gerusticheijt
en konne godt niet genoech dancke dat uhEd sijn doen met geen attestasie4verklaring omtrent de feiten hoeft te defendeere5verdedigen gelijck ick sie dat den heer van dijckf6Everard van Weede van Dijkveld doet
Portret van Everard van Weede, Jacob Houbraken, naar Aert Schouman, ca. 1750. Collectie Rijksmuseum
Water wegmalen onder het ijs
Koning Winter blijft dreigen. Gisteren en eergisteren heeft het weer flink gevroren. Margaretha hoort zeggen dat men het ijs op elk gewenst moment onder water kan laten lopen, daar waar de vijand er overheen zou kunnen komen. Bovendien kan men het water er onder vandaan malen. Ze moet het nog zien en is er niet gerust op. Maar gelukkig is het nu weer ‘vuil dooiweer’.
[hoe meer beschuldicht,] gistere en Eergistere begost7begon het hier scherp te vriese, daer door me seer bekommert was hoewel geseijt wert dat men de passaesge daer de vijant door sou moete koome alle Eure8alle uren, elk moment het water over t ijs kan doen loope, ent water ondert ijs wech maelle, dan dit is maer segge alst ter op aen quam sout te besien staen, nu de heer wil ons bewaere, het is weer vuijl doeij weer, [t is mij seer lief dat uhEd sul]
Amerongen in gevaar
De zoon van Teunis Huibertse heeft geschreven dat het in Amerongen ondertussen weer een poosje rustig is geweest omdat er geen troepen meer doorheen zijn getrokken. Hij heeft een sauvegarde gekregen: een (aantal) Franse solda(a)t(en) die hij moet onderhouden met zeven gulden in de week en die er dan (hopelijk) voor zorgen dat hij niet door andere Fransen wordt uitgekleed. Een maffiose beschermingsregeling dus. Daarnaast heeft hij een schriftelijke verklaring van bescherming gekregen, die hij Margaretha heeft toegestuurd en waarvan hij denkt dat deze ook voor het Kasteel geldt. Maar Margaretha leest er het tegenovergestelde in: de sauvegarde geldt voor huizen, meubelen en vee van het dorp Amerongen, maar uitdrukkelijk niet voor het kasteel. Ze had liever gehad dat het kasteel helemaal niet genoemd was! Ze vermoedt dat de secretaris niet goed Frans verstaat, of in ieder geval geen Franse drukletters begrijpt. “Daardoor vrees ik dat ze niets goeds met ons huis in de zin hebben, en dat ik daar nooit meer terug zal komen”
doch dat hij Een savegarde9Sauvegarde: bescherming van goederen of personen heeft bekoome die sij seeve gul sweecks10zeven gulden per week op sijn Eijgekost en dranck ock Een schrijftelijck die hij heeft laete drucke en mij Een gedruckte kopij van toegesonde hij seijt speesiael de konservasie11het behoud vant huijs te Ameronge daer in begreepe te hebbe, maer nu ick die wel nae sien bevinde niet min als ons huijs daer in begreepe, maer ter kontra =rije12in tegendeel, se is voor de huijse meubele en beestiaele13veestapel van Ameronge, behalfve voort kasteel dat sij wt druckelijck daer in sette, het waer mijns oordeels beeter geweest het kasteel daer niet in genoemt waer, het is int frans het welck geloof de seekreetaris niet verstaen heeft of noch int gedruckte niet en verstaet, hier door vrees ick datse noch al niet goets met ons huijs int sin hebbe en ick daer noijt weer op sal
In een P.S. komt ze er weer op terug, na tussen neus en lippen door even gemeld te hebben dat het met alle kinderen weer goed gaat. Ze citeert de letterlijke Franse tekst.
de kindere sijn alle de heer sij gedanckt weer wel inde savegarde14Sauvegarde: bescherming van goederen of personen is wtdrucklijck met deese woorde le village d ameronge maijson meubles bestiaux E fourages, al la reserve du chateau du d lieu nous deffendons tres Expressement a tous gens de guerre qui sont sous notre commendement de ne rien prendre enlever15het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen Etc voeraesge16fourage:voorraad (van o.a. veevoer) hoeft geen savergerde want dat is altemael wech
Ze stelt bitter vast dat voor de voorraad niet eens een sauvegarde nodig was, want alles is toch weg. Hun hele agrarische bedrijf in Amerongen is opgedoekt. Alle dieren, op één na, zijn verkocht, omdat ze er geen voer meer voor konden krijgen. Al het personeel is afbetaald en uit dienst. Wat Teunis Huijbertse zelf nog doet zal voortaan in daghuur zijn. Op wat over is zal hij zo goed mogelijk proberen te letten.
ons menaesge17ons bedrijf is te Ameronge teenemael op gebroocke alde beeste op Een naer verkocht want sij kosten18konden daer geen voer voor houd of krijgen, altvolck is af betaelt en wt onsen dienst gegaen, tgeene teunis voor taen sal doen sal in dach huer sijn hij heeft aengenoomen op alles te sulle lette en sien so veelt moogelijck is noch te konserveere t geene daer noch over =rich is, men seijt sijnhoocheijt het kasteel te valckenburch19Valkenburg, Zuid-Limburg heeft doen springe20Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.
Kasteel Valkenburg opgeblazen
En dan, zonder overgang, volgt er nog een regeltje van grote betekenis over een heel ander kasteel: Willem III heeft Valkenburg in de lucht laten vliegen! Ze maakt er verder geen woorden aan vuil, maar achteraf kun je er een voorafspiegeling van het lot van haar eigen kasteel in lezen. Alleen staan hier de daders aan de andere kant. In het geval van Valkenburg was het ook nog eens tevergeefs: Maastricht werd in 1673 alsnog door de Fransen ingenomen, iets wat Willem III met de vernieling van voorpost Valkenburg had willen voorkomen.
Landschap met ruïne van Kasteel Valkenburg, Paulus Lauters, ca. 1840. Collectie Rijksmuseum
1
Het land van Gulik (Jülich), ten oosten van Heerlen
2
Tongeren, Vlaamse plaats 20 km ten zuidoosten van Maastricht
3
Valkenburg
4
verklaring omtrent de feiten
5
verdedigen
6
Everard van Weede van Dijkveld
7
begon
8
alle uren, elk moment
9
Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
10
zeven gulden per week
11
het behoud
12
in tegendeel
13
veestapel
14
Sauvegarde: bescherming van goederen of personen
15
het dorp Amerongen [met] huis, meubels, dieren en voorraden, met uitzondering van het kasteel ter plaatse, nemen wij uitdrukkelijk in bescherming tegen soldaten die onder ons bevel staan, om niets weg te nemen
16
fourage:voorraad (van o.a. veevoer)
17
ons bedrijf
18
konden
19
Valkenburg, Zuid-Limburg
20
Op 6 december liet Willem III het kasteel opblazen en de stadswallen verwoesten. Het was voor de Fransen de uitvalsbasis voor de inname van Maastricht. Willem III wilde dat voorkomen. Helaas, in juni 1673 werd Maastricht alsnog door de Fransen ingenomen.
De brief van vandaag is heel bijzonder: de adressering is bewaard gebleven!
Margaretha neemt een apart velletje papier om om haar brief te doen. Ze vouwt het zorgvuldig om de brief heen en sluit de brief dan af met zegellak. Ook de adressering is van een eenvoud die we nu niet meer kennen: meneer van Amerongen bij de keurvorst in het leger. En desondanks komen de brieven langzamerhand weer beter aan.
De arts
Het gaat steeds beter met Welland, hij blijft nog op zijn kamer, maar de koorts is weg en hij krijgt weer trek. En hoe!
Margaretha’s angst is waarheid geworden: Tietge heeft de pokjes. De arts van Welland heeft er naar gekeken en die zegt ook dat het een kwaaie aard van pokjes is. Margaretha is duidelijk: ze luistert niet naar de arts, ze houdt zich gewoon aan de oude sleur. Is dit een sneer naar Welland die juist zo aan de arts hangt?
den heer van wellant is heel aent beeteren doch hout noch sijn kamer de koorts heeft hem ver laete ock krijcht hij smaeck int Eeten en ver lanckt daer middach en avont naer, onse liefve tietge heeft de pockges is heel vol wt geslage se sijn als punte van spelde so kleijn en wille niet wel op koomen den docktoor van wou die over de heer van wellant gaet seijt het Een seer vuijllen aert van pockges is, datse so quaelijck op koome bekomert mijn seer, wij gebruijck geen raet vande docktoor maer volgen den oude sleur, sij is gesont van harte nu se wtgeslage sijn, ick hou de andere kinde =ren daer heel af, so lan de 9 dage niet om sijn isser niet van te segge de heere
hoope ick salse weeder tot gesontheijt brenge of geefve wat haer en ons salich is, [hoewel]
Het is weer niet gelukt om geld te krijgen, maar er is gelukkig wel een brief van haar zoon! En die brief komt uit Bernouw, ten zuidoosten van Eijsden. De mannen hebben het zwaar: eindeloos marcheren, slapen onder de blauwe hemel en er is nauwelijks hooi en stro voor de paarden meer te vinden. Nu hebben ze een paar dagen welverdiende rust. Waar ze heen gaan? Het blijft gelukkig geheim.
[vaeren sal te verwachte staen,] vandae hebbe wij briefve vande 18 deeser van de heer van ginckel gekreechge, wt barnau1Berneau/Berne/Bernouw ten zuidoosten van Eijsden Een half eur van navange2Navagne, Fort Navagne bij Eijsden, ook bekend als de Elvenschans , sijn hoocheijt lach op Eijsde ent hooft quartier int dorp tot Eijsde, ons volck so ick hoore was al vrij wat gefatigeert hebbe dach op dach gemarscheert en snachts onder den blauwen heemel moete rusten, daerse quamen weijnich voeraesge3Fourage: millitaire term, hooi en stro voor de paarden gevonde, so hebbe daerse nu sijn seedert heeden acht dagen gerust het welcke noot= saecklijck was, het deseijn4Dessein: doel van sijn hoocheijt wort noch heel geseeckreeteert5Secreteren: geheim houden dat goet is,
Eindelijk gevechten!
Wat betreft de troepen van de keurvorst hoopt Margaretha dat ze inmiddels bij de Rijn zijn. Bovendien is ze blij dat er eindelijk gevochten is. Het fijne van de gevechten komen we uit haar brieven niet te weten. We weten ook niet of Margaretha zich een beeld kan maken van hoe het er bij de veldtocht aan toe ging. Het diplomatieke spel ging ook tijdens de veldtocht door. Godard Adriaan had te maken met een belangrijke tegenkracht: Raimondo Montecuccoli, ervaren militair en geslepen diplomaat. Hij werkte voor de Keizer van het Heilige Roomse Rijk en had één opdracht: zorgen dat er niet gevochten werd. En hij was hierin erg succesvol.
Het leger van de Keurvorst bestond ook niet alleen uit Brandenburgse troepen, maar ook uit troepen van de keizer onder Montecuccoli’s bevel. In dat leger was de Hertog van Lotharingen, Karel IV, vertegenwoordigd met ongeveer 2.500 ruiters. Lodewijk XIV had twee jaar tevoren Lotharingen ingelijfd. Hertog Karel IV wilde dus maar wat graag tegen de Fransen vechten. Het lukt zijn soldaten om in gevecht te raken met Franse troepen en succesjes te behalen. Waarschijnlijk doelt Margaretha op deze gevechten. Helaas werd dit eigen initiatief van de Hertog van Lotharingen half november door Montecuccoli de kop ingedrukt.
men is hier verblijt overt reijnkonder6Rencontre: Min of meer toevallige ontmoeting tusschen twee vijandelijke strijdmachten ter zee of te land, ongeregeld gevecht, treffen. datter tuschche den heere keurvorst en volckere en de franse is geweest, te meer om datse nu feijtelij hebbe geageert7Ageren: krijgshandelingen verrichten , men hoopt de keurvorst met sijn volckeren nu over den rhijn sal sijn, en dat me nu alledaech wat goets sal hooren konde8Louis II van Bourbon, prins van Condé gelooft men niet dat noch so naer bij uhEd kan sijn, de heer almachtich wil den heere keurvorst uhEd ent ganse leeger bewaer het selfve vicktoorije en overwininge geefe daer hier wel hartelijck voor gebeeden wort
Schaatsen
Bij de serie “klein nieuws” hoort inmiddels het platbranden van dorpen: deze keer was Abcoude aan de beurt. Het was nu een militaire actie. In de Kasteel van Abcoude zaten Staatse militaire, die probeerden de Fransen eruit te krijgen. Dat is gelukkig niet gelukt. Verder wil de Vrouw van Ginkel nog steeds naar Gelderland en zijn de koopvaardijschepen uit de oost behouden binnen gekomen.
In de serie “bijzonder nieuws” vertelt Margaretha dat de Fransen schaatsen hebben aangeschaft. Dat is vast niet vanwege de originele Hollandse ijspret. Ze hoopt maar dat ze de winter rustig doorkomt en in Den Haag kan blijven.
[meer van hoope sij goede raet sal volgen,] en wij met rust deese winter hier sulle mooge blijfve, men seijt den vijant meenichte van ijspoore9IJssporen: metalen punten die je onder je schoenen, klompen of laarzen kunt binden om grip te krijgen op het ijs en schaetse laet maecken, [vermeer]
Er is voor Margaretha weinig nieuws om te melden aan Godard Adriaan, maar zoals beloofd slaat ze geen post over. Na de Slag bij Naarden blijft het stil. Willem III is weer naar Zwammerdam “of daer on trent” getrokken met zijn leger en er schijnt iets op handen te zijn. Wat dat is, dat weet Margaretha niet.
Gezicht op het kwartier van prins Willem III te Bodegraven, Valentijn Klotz (manier van), 1672. Collectie: Rijksmuseum
de quade tijdine die wt poo =len komt maeckt hier onder de koopliede geen kleijne ontsteltenis en vreest men dat de keijser1De Oostenrijkse keizer Leopold I daer door so veel te doen mochte krijge dat ons die volckere mocht
ontrocke worden, andere segge weer dat dat geen noot sal sijn dewijlle so geseijt wort de muskovijter2Moskovieten: het Tsaardom Rusland stond ook wel bekend als het Tsaardom Moskovië den pool te hulpe sal koome
Voor de Republiek lijkt deze verre oorlog die zich afspeelt in Oekraïne op het oog niet heel relevant. Toch zien de kooplieden — en Margaretha — hier wel reden voor zorgen. De oorlog woedt dicht bij de grenzen van het Heilige Roomse Rijk, waar Leopold I over heerst. Bovendien liggen gebieden van de Keurvorst van Brandenburg ook relatief dichtbij het oorlogsgewoel. Deze twee Duitse vorsten zouden bij een Ottomaanse doorbraak op hun eigen gebieden moeten letten en minder aandacht en troepen over hebben voor de Republiek. Die langverwachte Brandenburgse troepen zouden dan toch nog weggetrokken worden.
Na het delen van dit onheilspellende nieuws gaat Margaretha snel weer over tot de orde van de dag. Godard Adriaans salaris, wat ze nu al maanden probeert te innen, is immers nog steeds niet binnen.
1
De Oostenrijkse keizer Leopold I
2
Moskovieten: het Tsaardom Rusland stond ook wel bekend als het Tsaardom Moskovië
De brief die Margaretha stuurt aan Godard Adriaan op 8 februari 1672 begint met alledaagse zaken: ze beschrijft wie inmiddels hun schulden aan de familie heeft afgelost en van wie ze nog steeds geld tegoed hebben. De “bekende” 5000 gulden is nog steeds niet betaald. Bekend omdat dit bedrag al open staat sinds voor Godard Adriaan naar Berlijn vertrok en Margaretha het bijna iedere brief wel noemt.
Diplomatieke perikelen
Met de alledaagse zaken uit de weg gaat Margaretha over op, voor ons, interessantere zaken: Godard Adriaans voortgang als diplomaat aan het hof van de Keurvorst van Brandenburg.
tis mij seer lief te hoore dat den heere keur = vorst kontiniweert1continueren, voortduren in sijn geneegentheijt tot deesen staet het welcke wij wel van noode hebbe so ick hoore hanckt de gunst vande vorste van sel en luijnenburch2de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg daer heel aen die haer naer den keurvort van brandenburch wille reeguleere, men seijt dat den Ambassadeur doenin naer geen presentaesie die hem vandeesen staet werde gedaen en wil luijsteren maer seijt hij weerom ontboode is en op sijn vertreck staet, dat ock den koninck van vranckrijck aen onsen Amba de groot3Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs soude geseijt hebbe dat hij sijn meesters geen dienst daer meer koste doen oversulcks wel soude doen te ver trecke, so dat die twee rijcke als Enlant
en vranckrijck naer alle Aprehensi begrip, vrees het Eens sijn en ons beijde sulle atackeere aanvallen, daerom ick noch beducht4angstig, benauwd ben of wij in den haech al verseeckertveilig sulle weesen, [de vrou van ginckel]
Op 25 januari schrijft Margaretha al dat ze overweegt om naar Amsterdam te gaan in plaats van Den Haag maar ze geeft geen specifieke reden hiervoor. Die krijgen we nu wel: dat Frankrijk en Engeland een verbond hebben gesloten in het Verdrag van Dover is bekend geworden. Een diplomatische oplossing met Frankrijk lijkt niet meer een realistische kans, zo zegt Lodewijk XIV aan de Staatse ambassadeur in Parijs. De Republiek heeft hard steun nodig.
Margaretha is dus ook blij om te vernemen dat de Keurvorst Godard Adriaan genegen is. De steun van de Keurvorst is van vitaal belang. Deels omdat de keurvorst een groot leger bijeen zou kunnen krijgen en deels omdat andere Duitse edelen, zoals de Hertog van Celle en Lunenburg, zijn voorbeeld zouden volgen. Hopelijk is God met hen, zo eindigt Margaretha de brief.
Frederik Willem I van Brandenburg, toegeschreven aan R. van Langenfeld. Collectie Kasteel Amerongen. Waarschijnlijk had Margaretha de Keurvorst graag zo zien aankomen…
1
continueren
2
de Duitse Hertog van Celle en Lunenburg
3
Staatse ambassadeur Pieter de Groot, gestationeerd in Parijs
Ondanks de geruchten van oorlog, doet De Republiek niets. Zo velt Margaretha haar vonnis over wat er gaande is in Den Haag op het moment van schrijven. Godard Adriaan had al in november 1671 gewaarschuwd voor de Franse bedreiging maar nu, bijna drie maanden later, hebben de politici in Den Haag nog steeds niets gedaan.
Patstelling
In de Staten-Generaal heerst een patstelling tussen de prinsgezinden die Prins Willem III van Oranje willen benoemen tot Stadhouder en de Staatsen (ook wel “Loevesteiners”) die willen voorkomen dat Willem III meer macht krijgt dan strikt noodzakelijk. De Stadhouder is traditioneel gezien de opperbevelhebber van het landleger van de Republiek maar sinds de dood van Stadhouder Willem II, de vader van Willem III, is er geen Stadhouder meer noch een sterk landleger om leiding aan te geven. Nu de oorlogsdreiging steeds dichterbij komt zal er toch echt iets moeten gebeuren. Geen van beide partijen wil toegeven en de goedkeuring van de oorlogsbegroting blijft uit. Pas als deze begroting door de Staten-Generaal is kan de landelijke werving voluit van start gaan. Pas dan kan Godard Adriaan concrete beloftes doen aan de Keurvorst.
[uhEd int gemoete sien ,] ondertuschen vermeerdere van dach tot dach de geruchte van oorlooch so dat men schrickt daer aen te dencke en heeft men te meer reedene daer toe vermidts men siet hier noch so weijnich ordere op alles gestelt1orde op zaken gesteld wort, inden haech is men noch al met het werck van sijn hoocheij2Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje beesich dat bij hollant3de Staten van Holland en West-Friesland noch niet deur en wil in middels wortter noch int stuck vande werfvin4werving van soldaten en anders niets vast gestelt noch gedaen, [maer]
Veilige plek
In tegenstelling tot de Staten-Generaal blijft Margaretha niet stil zitten. Wanneer de familie weg moet vluchten uit Amerongen wil ze er voor zorgen dat ze ergens terecht kunnen. De familie heeft een huis aan de Kneuterdijk in Den Haag, een prachtig pand wat Margaretha geërfd heeft van haar oom Jacques Wijts. Maar, als de Engelse vloot de Nederlandse vloot verslaat en weet te landen in de Republiek dan ligt Den Haag onbeschermd. Den Haag is immers geen stad en heeft geen stadsmuur. Amsterdam is een veel veiligere keuze, want dat heeft wel een goede verdediging. Helaas heeft de familie daar nog geen onderkomen. Margaretha vraagt dus de drost van Amerongen om te zoeken naar een huis wat ze kan huren.
[sulle krijgen Eerment denckt] daerom ick ten hoochste bekomert5bekommert: met zorg vervuld ben en weet niet of wij inde haech6Den Haag al sulle verseeckertveilig weesen, heb onsen drost7een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd die merge naer Amsterdam gaet last8opdracht gegeefve om te hoore of daer niet Een huijs of Een gedeelte van Een huijs al wast achter af voor Een reedelijcke prijs daer wij ons soude konne be helpe te krijgen is, Eer hijt huert sal ick uhEd goetvinde en beliefte hier op verwachte
Hulp?
Door de patstelling in de Staten-Generaal heeft Margaretha weinig hoop dat de Republiek Frankrijk alleen aan kan. Ze sluit haar brief dus door het uitspreken van hoop in het slagen van de missie van haar man:
mij sal wel verlange of den keurvorst9Keurvorst Frederik Willem I van Brandenburg met ons in alliansie sal treede
1
orde op zaken gesteld
2
Zijne Hoogheid, Prins Willem III van Oranje
3
de Staten van Holland en West-Friesland
4
werving van soldaten
5
bekommert: met zorg vervuld
6
Den Haag
7
een drost is een ambtenaar die een bepaald gebied bestuurd