Floortje Tuinstra is historica en archivaris en deed voor Het Utrechts Archief het inhoudelijke onderzoek voor de tentoonstelling "Rampjaar 1672-1673" en de bijbehorende podcast.
Ondertussen in de vestingstad Rees….hebben de twintig Utrechtse gijzelaars geen prettige jaarwisseling gehad. Begin januari 1674 zitten ze daar nog steeds nadat ze door de Fransen eind november waren meegenomen. Onder hen is Adriaen van Rossem, een neefAdriaan van Rossem, zoon van Sara van Reede van Nederhorst van Godard Adriaan. De eerste weken hebben ze ondanks alle ongemakken eigenlijk weinig te klagen gehad. Ze hebben zowaar af en toe onder begeleiding het fort mogen verlaten om het stadje Rees zelf aan de overkant van de Rijn te bezoeken. Maar tegen kerst wordt de Franse intendant Louis Robert ongeduldig.
Robert is geïrriteerd omdat na een maand het totale bedrag dat Utrecht moet betalen nog steeds niet binnen is en de gijzelaars beginnen te klagen. Tijd om de duimschroeven aan te draaien: geen uitstapjes meer, een toontje lager zingen, en verdere beperkingen zullen volgen als er binnen acht dagen niet wordt betaald. Geschrokken schrijven de gevangenen kort achter elkaar twee brandbrieven naar Utrecht. Dat heeft effect: het tijdelijke provinciebestuur doet met steun van de Staten Generaal meteen een extra dringende oproep tot betaling bij de burgers.
Bovendien worden beide brieven gepubliceerd, met een extra aanbeveling door provinciesecretaris Quint.
Brief van de gijzelaars van 23 december/2 januari met bijbehorende aanbeveling door secretaris Quint gepubliceerd 29 december/8 januari. Collectie Het Utrechts Archief (klik op link voor grotere, beter leesbare versie)
Zilverwerk
Voor gegoede burgers die zeggen geen contant geld te hebben, kan het bestuur het niet leuker maken, maar wel makkelijker: eigenaren kunnen alle soorten bewerkt zilver (en andere kostbaarheden) in onderpand geven tegen een rente van 6 procent. Het zilver zal goed worden bewaard.
Zilveren plooischotel met gedreven bloemen, toegeschreven aan Nicolaas Hoyer , 1661. Collectie Rijksmuseum
Fragment uit de begeleidende oproep van secretaris Quint bij een brief van de gijzelaars 16/26 december 1673. Collectie Het Utrechts Archief
(…) tot lossinge vanals losgeld voor die hare Broederen/ of anders aenstonts te willen over leveren aen hem ’t gemaecktebewerkte Silver/ om daer op na de weerdijetaxatie van dien te leenen penningen ten fine voorsz met het hier voor genoemde doel(…)
Ende sal dan Silver-werck getrouwelijck worden bewaert ende versegelt op seker plaetse totte aflossinge toe: de welcke op het alder-yverste zal worden beharticht.
Dag des Oordeels
Een beetje psychologische druk wordt daarbij niet geschuwd. In de oproep staan bijbel-citaten om de burgers tot vrijgevigheid aan te zetten. Wie een gevangene bezoekt of bevrijdt, helpt daarmee eigenlijk God zelf. Als je op de dag des oordeels nog rijkdommen in huis hebt die je blijkbaar niet hebt ingezet om je broeders te helpen, zal dat zeker niet in je voordeel werken.
Een ygelijck neme dit doch ter harten / Opdat niet in den dag des Oordeels dat Silverwerck tegen ons getuyge / Ende d’HeereChristus segge ick ben in gevanckenisse geweest en gy heb my niet besocht / Dit gelieven de Schouten hare Buurten op ‘t ernste aen te dragenDe schouten wordt verzocht dit in hun wijken zo ernstig mogelijk aan te bevelen
De gevangenen bezoeken, Gerrit de Broen (I) (mogelijk), naar Jan Luyken, in of na 1695 – ca. 1740. Collectie Rijksmuseum.
Verlost
Deze tactiek helpt, al zal ook de beloofde 6 procent rente (die later nog jaren via een hoofdelijke belastingomslag moet worden afbetaald) een rol hebben gespeeld. Op 2 februari is er een bedrag van 330.436 gulden bijeengebracht. Een konvooi met 200 paarden en ruiters brengt het naar Arnhem. Een dag later kan een opgeluchte Utrechtse delegatie haar stadsgenoten in de armen sluiten.
Het was Lodewijks generaals al ruim vóór de verovering van Bonn in november duidelijk, dat de bezetting van de Republiek op den duur niet te handhaven was. De verovering van Maastricht en het beleg van Trier eind augustus zorgden voor een kentering. Deze eigenzinnige acties van Lodewijk XIV hadden zijn Duitse buren het laatste zetje gegeven voor het bondgenootschap met Willem III. De Duitse legers sloten zich nu daadwerkelijk aan bij het Staatse leger! In september en oktober moesten dan ook steeds meer Franse troepen noodgedwongen naar het zuiden: de Republiek begon langzamerhand leeg te lopen.
Fantasievoorstelling van het vertrek van de Fransen uit Utrecht, 23 november 1673. Anonieme prent, uitgegeven door Marcus Doornick te Amsterdam in 1673. Collectie Het Utrechts Archief.
Karrenvrachten vol
Met lege handen vertrekken de Fransen niet. Behalve hun eigen voorraden munitie, graan en meel, die opgeslagen hadden gelegen in de kerken, nemen ze ook alle wapenrustingen van de Utrechtse garnizoenen mee. Een hele logistieke operatie: honderden karren en schepen zijn nodig om alles via de Rijn en de Veluwe richting Duitsland te krijgen. Everhard Booth, zoon van Utrechtse burgemeester en arts Cornelis Booth, doet er in de eerste helft van november dagelijks verslag van in zijn dagboek.
De Franschen sijn bij nacht ende dag besigh met het inladen van haere magasijnen in de schepen, maer men kan niet beseffen hoe sij op sullen kunnen geraken met dese oosten wind.
Op den naernoen1namiddag sijn hier gekomen over de 400 wagens van Zutphen, om mede volladen te werden.
Noch ettelijke 100 wagens sijn hier gekomen van Grol, Brevoort ende andere dorpen, noch verder om te laden al d’ ammonitie ende voorraet van meel ende graen.
Op den avond sijn hier wel over de 1000 ledige wagens gearriveert van boven Nimwegen, ja Emmerik ende daer rontsom, Terwijle op desen dagh een mennichte van kleyn der vaertuyg met ammonitie geladen, den Crommen Rhijn op naer Wijk is gevaren, daer onder vier Cromme Rhijn-schuyten alleen met geblaude harnassen uyt het Staten Magasijn dat sij gansch ledig hebben gemaekt, gelijk ook dat van de Stad.
Deel van een triomfprocessie met soldaten en paarden die karren met uitrusting trekken. Pietro Sante Bartoli, naar Giulio Romano, naar Francesco Primaticcio, 1680. Collectie Rijksmuseum.
Een half miljoen gulden
Terwijl de logistieke operatie in volle gang is, slaan de Fransen nog één slag. Hoewel het aanvankelijk het plan was Utrecht en andere steden plat te branden, lijkt het voordeliger om ze allemaal nog een laatste grote heffing op te leggen. De provincie moet binnen een paar weken meer dan een half miljoen gulden hebben opgehoest, anders wordt de stad alsnog platgebrand. Zo goed als onmogelijk: er was het afgelopen jaar al een miljoen betaald en de stads- en provinciekassen waren leeg. Maar met behulp van particuliere leningen komt toch de helft van het geld bij elkaar.
Tekst over het vertrek van de Fransen uit Utrecht behorend bij de prent bovenaan dit blog. Collectie Het Utrechts Archief
Om nu deze 250 duyzent guldens zo haast bij een te krijgen, was de Magistraat zeer bekommert, maar het geldt quam evenwel te voorschijn: en dede een aanzegging aan grooten en kleynen, dat ieder zo veel penningen als mogelijk was, aan de Provintie wilde te leen op brengen, tegen 6 ten hondert ’s Jaars; en wel verwondert waren die Heeren, datze met der haast zo veel geldts zagen opschieten; De Bank van Leeningh, of Lombert gaf 6000 gulden, zekere Juffr. Krieks 4000 gulden, een andere zo al voore, ja uyt kleyne Steegjes en Slopjes, quam zo veel te voorschijn, dat zij noyt hadden vertrout, zo genegen was Groot en Kleyn, Rijk en Arm, om van ’t Jok der Fransen Slavernye te worden ontlast
Gijzelaars
Maar dat is dus nog maar de helft. Hoe kunnen de Fransen zich straks van de andere helft verzekeren, als ze zelf al vertrokken zijn? De oplossing is ingrijpend: gijzelaars. In Woerden worden op 7 november twaalf mannen gegijzeld. Een week later worden ook vijftien burgers uit bovenlaag van de stad Utrecht van hun bed gelicht. De predikanten, vroedschapsleden, oud-burgemeesters, een brouwer, een graanhandelaar, een arts, een advocaat en zo voort, worden opgesloten in het huis van de Zwitserse commandant. De volgende dag voeren de Fransen ze op vier wagens af naar het oosten. Na een meerdaagse tocht langs Arnhem en Doetinchem over besneeuwde karrenpaden, worden ze uiteindelijk honderd kilometer verderop vastgezet in de Duitse vestingstad Rees. Hoe lang ze daar zullen moeten blijven is ongewis…
Er is ook goed nieuws. Op donderdagochtend 23 november (13 november Utrechtse kalender) tussen half 6 en 9 uur verlaten de laatste Franse infanteristen, ruiters en paarden de stad Utrecht door de Wittevrouwenpoort. De poort gaat daarna onmiddellijk op slot. Everard Booth slaat in zijn aantekeningen een zucht van verlichting:
den Almachtigen sij gelooft voor sijne genade ons hierinne bewesen. Het is remar= quabel dat de Franschen den 13 Junij 72, sijnde donderdagh, hier in sijn gekomen, ende op heden, sijnde mede donderdag, ende ook den 13, weder de stad hebben gequiteert, alsulx net 17 maenden de borgerye tot een on= draechelijke last sijn geweest.
Het Utrechtse stadsbestuur krijgt de stadssleutels terug. Anoniem prentje (ets), 18de eeuw, naar de gebeurtenis uit 1673, Collectie Het Utrechts Archief
Margaretha heeft een brief van Godard Adriaan van 6 oktober binnengekregen en geeft hem het grootste gelijk van de wereld dat hij daarin verontwaardigd is over het handelen van Pieter Both en de zijnen. Sinds ze terug is uit Utrecht blijken ze al weer bijna bij de partij van Nellesteyn weg te hebben willen lopen, totdat Cornelis van Beeck zich opeens vóór Nellesteyn verklaarde. Toen kozen ze eieren voor hun geld en bleven ook.
Ameronge den 9 ockto 1671 rec. 11 Oct: 1671
Mijn heer en lieste hartge
uhEd schrijfvens vande 6 deeser heb ick heede ontfange vinde uhEd het grootste gelijck vande werlt heeft misnoegen overde proseduere van bodt1Pieter Both van der Eem en de sijne te neeme, naer mijn vertreck van wttrecht verstaen ick dat sij al weer hebbe gedifukulteert2moeite hebben gehad de partij van nellisteijn3Johan van Nellesteyn te houde tot dat sij sagen dat de van beeck4Cornelis van Beeck hem voor nellisteijn deklaereerde en sij niet beeter en koste, [ick heb geseijt]
Twee mannen schudden elkaar de hand, Abraham Bloteling, naar anoniem, 1670. Collectie Rijksmuseum
Aan zulke vrienden heb je niets
Margaretha heeft laten weten dat ze zich niets van zulke ‘variabele vrienden’, waar je toch niet op kunt rekenen, wil aantrekken. Ze hoopt maar dat Nellesteyn zonder hen ook wel aan zijn meerderheid komt, dan doen ze maar wat ze niet laten kunnen.
[en sij niet beeter en koste,] ick heb geseijt dat ons seer weijnich aen sulcke varijabelle5variabele: wisselvallige, wispelturige vriende of liede seer weijnich geleechge was daer men doch geen staet op kost maecke hoope nellisteijn6Johan van Nellesteyn het sonder haer wel te booven sal koomen laetse dan doen watse wille, [de heer van rhijnswou heeft geen on]
Gezicht op het kasteel Zuylenstein bij Amerongen met links het poortgebouw, uit het zuiden. Anoniem, ca. 1800. Collectie Het Utrechts Archief
Hoog bezoek op Zuylestein
Bij de buren, Frederik van Nassau-Zuylestein en zijn vrouw, is prins Willem III op bezoek. Ze kennen elkaar goed, want Frederik, een onechte half-broer van Willems vader, was zijn gouverneur geweest tot hij zestien werd. De vrouwe van Zuylestein was hofdame van Willems moeder Mary. Het bezoek bezorgt Margaretha enige geluidsoverlast, want de vele paarden die gedrenkt moeten worden zorgen voor veel lawaai als ze naar het water rijden.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff en dieners MTurnor
sijn hoocheijt is noch op Suijlisteijn alwaer de heer en vrou van Suijllisteijn deese middach sijn gekoome hier is sulcken gerij van paerde diese te water brenge den gansen dach overt voorbu rch dat het niet te hade7niet te harden is sij breecken en maecken het voorburch en de singen als Een dijck datter niet door te koome is ock so de steech, [deese sendt ick tot]
De vrouwe van Zuylestein: Mary Killigrew (1627-1677) echtgenote van Frederik van Nassau-Zuylestein (1624-1672) door M. L. A. Clifford /A. Hanneman. Privécollectie, bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Nog meer politiek
In de PS begint Margaretha er wéér over: nu blijkt Borre van Amerongen zich weer bij Both en Van Dinter te hebben aangesloten. Maar ja, dat was toen ze uit Utrecht vertrok, het kan nu zomaar weer anders zijn. Met zulke mensen weet je niet waar je aan toe bent.
de heer van sandenburch8Diederik Borre van Amerongen hout het nu heel met bot9Pieter Both van der Eem en van linteren10Jacob van Dinter , doen ick van wttrecht ginck wast so, maer men weet niet hoe ment met dat volck heeft
Regen
Het is nog net zulk nat herfstweer als een paar dagen geleden. Op Amerongen hebben ze nog niet één van de diverse soorten wintergranen kunnen zaaien.
het reegent hier alledaech noch so dat ick niet en weete hoe ment koorn weer in daerde11de aarde de sal krijge wij hebben noch niet Een kooren in daerde
Landschap met een ruïne en een ploegende boer in de regen, Izaak Jansz. de Wit, naar Jacob Cats, 1807. Collectie Rijksmuseum
Godard Adriaan heeft geschreven dat hij klaar staat om te vertrekken! Hij wacht alleen nog op antwoord op zijn brief aan de griffier en de raadpensionaris over zijn demissie. Margaretha heeft Coenraad van Beuningen, de voorzitter van de commissie die de brief in behandeling heeft, er maar eens op aangesproken en die zei dat de commissie niet wist dat de opdracht van Willem III alleen de werving betrof. Ze spreken af dat ze allebei bij de raadspensionaris zullen informeren, wat Margaretha onmiddellijk gedaan heeft.
[=fier wacht,] ick heb vernoome hoet daermeede is, wort bericht dat die in hande van gekoomiteerdees1Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland sijn gestelt daer den heere van beuninge2Coenraad van Beuningen de Eerste in die komissie is, ik heb hem daer overweese spreecke die seijt de heere niet te hebbe geweete uhEd die last van sijn hoocheijt alleen hadt tot de werfvine en dat hij met de raet pensionaeris daer van soude spreecke vont goet ick ock het selfve soude doen het welcke gedaen hebbe [die]
De raadpensionaris3Gaspar Fagel beloofde Willem III er over te spreken, wat hij echter nog niet heeft gedaan. Omdat hij gewoonlijk nogal traag is, verwacht Margaretha niet snel resultaat. Ze hoopt dus maar dat de prins inmiddels zelf wel de brief die Godard Adriaan rechtstreeks aan hem had gericht, heeft beantwoord.
[selfve soude doen het welcke gedaen hebbe] die mij belooft heeft sijn hoocheijt die Eergister hier gekoome is daer van te sulle spreecke dat hij noch niet gedaen heeft, en gelijcke hij vrij wat lansaem4langzaam in al sijn affaerees5in al zijn affaires: in alles wat hij doet is vrees ick dat hijt hier ock wel in sal sijn, daerom ick te meer verlange of uhEd van sijn hooch heijt selfs op dat susijet6subject, onderwerp geen antwoort heeft bekoome en wat, van beuninge is te
Embleem met slak, fragment van een blad met meer emblemata van Anthonie de Winter, 1697 – 1718. “Langzaam, maar zeker”, maar zo zeker is Margaretha niet van de raadpensionaris! Collectie Rijksmuseum.
Prins leidt leger naar Brabant
Ondertussen is het Staatse leger van voor Naarden opgebroken. De Spaanse ruiterij die overal waar ze kwam grote overlast veroorzaakte, is ingescheept om naar Brabant te gaan. Daar gaat ook de Nederlandse ruiterij heen, waar Willem III over hen allemaal het bevel zal voeren. Slechts vier ruiterregimenten blijven met de infanterie achter in Holland onder commando van de graaf van Waldeck.
[demissie wil niet langer wt blijfve,] ons leeger is van voor naerde7Naarden opgebroocke, de spaense ruijterij om de groote overlast die overal daerse koome doen, sijn geambergueert8Embarqueren: Inschepen, ook troepen terugtrekken , so men seijt gaense naer brabant met al onse ruijterij behalfve 4 rees gemente9regimenten die hier te lande neffens de infante =rij die ondert komande vande graef van nassou waldeck blijfve, sijn hoocheijt seijt me dat mee
naer brabant gaet en overt heelle leeger aldaer so wel over de spaense als donsede onzen sal komandeere, [onse ruijterij marscheere te lande]
Charges van voetvolk en ruiterij, Jacques Callot, 1602 – 1635. Collectie Rijksmuseum.
Door de regen naar Bergen op Zoom
Het is maar de vraag of de tocht van onze ruiterij naar het zuiden met alle paarden zal lukken, want door de eindeloze regen van de laatste tijd zijn de wegen bijna onbegaanbaar. Eindbestemming is Bergen op Zoom waar ze verdere bevelen af zullen wachten.
[komandeere,] onse ruijterij marscheere te lande vinde sulcke onwtspreeckelijcke weege dat men vreest sij daer niet door sulle koome door alde kontiniweelle10voortdurende reegen die wij meest alledage hebbe, al dit volck heeft haer randevoes11rendez-vous: samenkomst tot berge op soom12Bergen op Zoom sulle daer op naerder13nader ordere wachte, [de heer van Ginckel]
Ook van Ginkel gaat mee en heeft het geluk dat hij de voorhoede mag aanvoeren. Hij is in Nieuwersluis geweest en vond zijn compagnie in betere toestand dan verwacht. Maar bij de monstering kwam een vaandrig met acht of negen man niet opdagen, en drie of vier mannen die wel in de buurt waren verschenen niet op het appèl.
[niet en verstaen] sijn kompangi is onlans ge= monstert daer 3 a 4 man die present waere hebbe vergeeten aente laete trecke, en meer andere abuijse, sijn vaendrager komt ock met die 8 a 9 man die hij mee brenge sou niet daer hij heel om verleegen is, [de 25]
Tegel, veelkleurig beschilderd met een vaandeldrager, 1625 – 1700. Collectie Rijksmuseum. Een vaandrig is een vaandeldrager.
Daarnaast is de luitenant dodelijk ziek. Van Ginkel schijnt al een vervanger op het oog te hebben. Geen Duitser, want die snappen toch niet zo goed hoe het hier in ons land werkt.
Drie Duitsers, sledes in de achtergrond, Johann Wilhelm Baur, 1636. Collectie Rijksmuseum.
Regiment een rommeltje
De berichten over het verworven regiment van Godard Adriaan zijn niet al te best. Er zijn nog steeds veel zieken. Van Ginkel is best te spreken over de officieren, maar uit andere hoek verneemt Margaretha dat ze de soldaten niet betalen, terwijl ze zelf wel op tijd het geld krijgen. Het plan is nu om er een pagadoorPagador: van het Spaanse pagador = betaler. Hier geldschieter heen te sturen die de soldaten rechtstreeks uitbetaalt.
Van Ginkel heeft zelf geen tijd om zijn vader te schrijven, zo druk is hij met de organisatie van de troepenverplaatsingen. Met de volgende post misschien. In Rotterdam (waar Margaretha en andere familieleden blijkbaar heen zijn geweest) hebben ze elkaar even een paar uur kunnen ontmoeten. Uiteraard laat Margaretha niet onvermeld dat Mompeljan veel aan zoonlief over laat.
in soma14in somma: opgeteld, samengevat, kortom daer is geen order in dat reesge= =ment, met deese mers15mars heeft de heer van ginckel so veel te doen dat hem onmoge= lijck is geweest te schrijfve salt met de naeste post doen, wij hebbe hem vandaech te rotterdam gesproocke daer hij Een Eur of twee bij ons is geweest, mompelijan16Armand de Caumont, marquis de Montpouillan neemt het vrij wat gemacklijck op, laet het meest op de heer van ginckel aenkoome
Gezicht op een legerkampement bij Nijvel, Wallonië, Barend Klotz (mogelijk), 1674. Collectie Rijksmuseum
1
Gecommiteerden: afgevaardigden in het bestuur van Holland
Er zit schot in de troepenwervingen door Godard Adriaan. Langzaam beginnen de legeronderdelen binnen te druppelen. Eergisteren heeft zich overste Lützow bij Margaretha gemeld, die haar man in goede gezondheid heeft gezien. Gisteren overhandigde kapitein Miltenaer een brief van hem. Miltenaer wist ook te vertellen dat twintig man van de compagnie bij de luitenant van Van Ginkel in Nieuwersluis zijn afgeleverd. Zeven daarvan zijn ziek, maar toch… Margaretha heeft haar zoon gevraagd te zorgen dat de troep goed bij elkaar blijft.
reca. 9 7ber in Hamburg haech den 4 septem 1673
Mijn heer en lieste hartge
Eergiste is bij mij geweest den overste lutsou1Lützow die mij seijde vhEd in gesontheijt te hebbe gelaete daer godt voor gedanckt moet sijn, en gisteren kap2kapitein Miltenaer die mij uhEd schrijfvens vande 6 Augusti heeft behandicht en geseijt volgens uhEd schrijfve 20 man voor uhEd komp3compagnie meede gebrocht te hebbe daervan hij seijt 13 man aen de luijtenant van heer van Ginckels komp tot Nieuwersluijs geleevert te hebbe en dat de resteerdende 7 daer sieck legge, ick heb aen de heer van ginckel hier voer geschreefve dat hij sijn luijtenant belaste sorch te drage dat die volckere bij een blijfve en niet en verloope
De mannen moeten natuurlijk betaald worden. Godard Adriaan had de heer van Heteren op het oog als solliciteur (geldschieter voor het leger) voor zijn regiment maar Margaretha denkt niet dat hij het doen zal, omdat hij voor eerdere voorschotten nog 20.000 gulden van het land te goed heeft. Margaretha vraagt zich af of ze nu zelf zal moeten voorschieten, want Den Haag zal niet betalen voor de monsteringen hebben plaatsgevonden.
Van heetere heb ick noch niet konne spreecke maer geloof niet dat hij t solisiteurschap vant selfve reesgement sal wille aeneeme so lang hij van sijn achterstallige vant lant niet voldaen is seijt noch 20.000 f te moete hebbe daer hij als noch niet een stuijver van kan krijge nu weet ick niet hoet sal maecke of ick dit volck niet sal moete betaelle sij sulle niet sonder gelt konne sijn ent lant geloof ick niet dat voor sij gemonstert4geïnspecteerd sijn gelt voor haer sulle
geefve [ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch]
Alexander de Grote betaalt de schulden van zijn soldaten af, Leonaert Bramer, ca. 1655 – ca. 1665. Collectie Rijksmuseum
Voorlopig heeft ze van Ginkel gevraagd of hij de mannen die bij hem komen wil betalen naast zijn eigen compagnie. Ze zal het dan later met haar schoondochter verrekenen.
[geefve,] ick heb mijn soon geschreefve dat hij sorch draecht dat se betaelt worde neffens sijn kompacompagnie en salt gelt hier aen sijn vrou weer om geefve
Laat je soldaten niet kapen
Soldaten goed bij elkaar houden en ook betalen is noodzakelijk, want voor je het weet ben je ze kwijt. De officieren in de Republiek zitten zo om mannen te springen, dat ze 50 gulden de man bieden voor een transfer, zodra er een nieuwe compagnie uit Duitsland arriveert. Margaretha hoopt dat de officieren van Godard Adriaan zich niet laten omkopen.
uhEd sou niet geloofve hoe de ofisiers hier verleege sijn om volck en hoese op passe als als de duijtse ofisiers koome die Eenich volck over hebe sij geefve 50 f voor Een man, daerom als die offisiers ter goeder trouwe gaen die uhEd het volck meede heeft gegeefve is goet maer anders soudens al Een toer konne speelle5een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
Verderop meldt ze dat Kapitein Miltenburg voor zijn eigen compagnie gelukkig toch rechtstreeks geld van de Staten heeft gekregen, nadat hij in Amsterdam bot had gevangen. Er schijnt ook een kapitein Vollenhove gearriveerd te zijn in Den Haag, maar die heeft ze nog niet gezien.
De heide tussen ‘s-Graveland en Hilversum. Drielst, E. van 1745-1818Wit Jansz., I. de 1744-1809. Collectie Noord-Hollands Archief.
Beweging op de Veluwe en in het Gooi
Ondertussen is het Staatse leger aan het bewegen. Willem III is met een deel op de Hoge Veluwe en de Graaf van Waldeck verschanst zich met een ander deel in ‘s-Graveland en Loosdrecht. Maar wat voor plannen Willem III precies heeft? De tijd zal het leren. Margaretha hoopt in ieder geval op Gods zegen.
[dat betaelt heeft] , wat nu belanckt ons leeger dat is met sijn hoocheijt op de hoochge veeluwe de graef van waldeck heeft opt
schrafelant6‘s-Graveland en te loosdrecht postgevat daer se haer begraefve7zich ingraven wat verder het deseijnplan van sijn hoocheijt is sal ons den tijt leerde, de heer almachtich wilt selfve seegene en ons in alles bijstaen, inwiens beschermin =ge uhEd beveelle blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff MTurnor [dat ick beijde]
Fragment (o.a. Loosdrecht en ‘s-Graveland) van de kaart van de provincie Utrecht met aangrenzende delen van Noord- en Zuid-Holland en Gelderland (Veluwe) door B. de Roij Sr., 1680. Collectie Het Utrechts Archief.
P.S.
Er volgt nog een half kantje P. S.: Margaretha memoreert nog maar eens de blijde aankomst van de Parmezaanse kazen, maar ook dat de eerder verwachte kapitein Vollenhove alsnog bij haar langs is gekomen. Hier lijken de kaarten omgekeerd te liggen: hij heeft een schuld bij Godard Adriaan en hij had gedacht die in te lossen met een obligatie die bij de freule van Horn zou zijn, maar die obligatie is daar niet meer. Een maandje geduld nog.
Verder stuurt ze een plakkaat mee dat overal hangt en gaat het opmerkelijke gerucht dat de Grebbedijk zou zijn doorgestoken door ‘ons volk’ en dat de provincie Utrecht onder water zou staan. Er zou daar iets te verwachten zijn… Er is geen dijkdoorbraak in die tijd bekend. De afbeelding van de kaart van de doorbraak van de Grebbedijk in 1855 laat zien hoeveel land er onder water zou komen te staan.
dit neffensgaende plakaet is hier vandaech overal aengeslage, men seijt ook dat ons volck de grebbendijck hebbe door gesteecken waerdoor alles inde provincie van Wttrecht onder water soude sijn, en dat het op die provincie soude soude aangesien weesen
Overzichtskaart van het overstroomde gebied in de Gelderse Vallei ten gevolge van de doorbraak van de Grebbedijk op de 5 maart 1855, het noorden ligt rechts. Collectie Gelders Archief.
1
Lützow
2
kapitein
3
compagnie
4
geïnspecteerd
5
een toer spelen: een poets bakken, een kunstje flikken
Volgens Margaretha is er niets schrijvenswaardigs gebeurd. Maastricht is verloren en Lodewijk XIV zou al weer naar Parijs vertrokken zijn, hoewel in de ps blijkt dat hij nog bij Visé ligt. Willem III trekt zijn leger samen beneden de rivieren en bij de Engelsen rommelt het. Velen hopen op vrede. Maar waarom is Van Reede van Renswoude blijven zitten met zijn hoed op?
Willem III naar De Langstraat
Gezien het feit dat Lodewijk al weer onderweg naar Parijs zou zijn met een deel van zijn leger, gelooft men niet dat hij deze zomer nog tot extra aanvallen op de Nederlandse grenzen over zal gaan. Toch trekt prins Willem een groot deel van zijn leger samen in De Langstraat (omgeving Waalwijk en Raamsdonk), onder de Maas. Wat zijn plan daarbij is zal de tijd leren.
[naer parijs gegaen,] soot so is gelooft me niet dat hij deese soomer op onse frontiere Eits1iets sal atenteere2Attenteren: ondernemen , nietemin treckt sijn hoocheijt Een gros van Een leeger bij Een het welcke so men seijt haer inde langestraet3De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant sulle vergaere daer se overmerge naer toe soude gaen, wat het deseijn4Dessein: plan is sal ons den tijt leeren, [de]
Fragment uit een afbeelding van de tocht van het leger van Ernst Casimir door Brabant en de legering in de Langestraat, 1625, anoniem. Collectie Rijksmuseum.
Muiderberg verlaten
Bovendien is er ook beweging bij Franse troepen elders in het land. Ze schijnen een zelf opgeworpen verdedigingswerk op de Muiderberg verlaten te hebben. Margaretha is bang dat dat betekent dat ze de legeronderdelen gaan hergroeperen, waardoor de Nederlanders extra op hun hoede moeten zijn. Velen denken dat er vrede komt.
[wat het deseijn is sal ons den tijt leeren,] de vijant die Een schans of Eenich foortres op de muijer berch5Muiderberg hadt gemaeckt hebbe so me seijt het selfve verlaeten, en soude het vande onse weer om veer geschoote sijn, wat dit vande vijant segge wil kan men niet dencken ten waere sij almee Een gos gros van Een leeger bij Een wille trecken waerom wij op ons hoede moeten sijn, veel sijn van opijnie dat wij nu wel tot Een vreede sulle geraecke
Gezicht van Muiderberg op Weesp, Muiden en Amsterdam, Wenceslaus Hollar, 1634. Collectie Rijksmuseum.
Engelse admiraal op zijspoor
Ondertussen is er in Engeland onrust ontstaan rond James Stuart, hertog van York, en broer van koning Charles II. Toen deze hoogste admiraal van de marine bij het parlement om zijn nieuwe aanstellingsakte vroeg om de Engelse vloot weer aan te kunnen voeren, is deze hem geweigerd. Niet lang geleden is namelijk de Test Act aangenomen, die voorschrijft dat wie in Engeland een ambt wil bekleden, het avondmaal moet mee vieren in de Anglicaanse kerk. Als goed katholiek heeft James dat afgeslagen.
men seijt ock datter in Engelant Eenige desensie6dissentie: verschil van mening soude sijn dat den hartooch van jorck7James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland beegeerende vant parlement sijn Ackte om opt konins vloot te komandeere en te gaen8James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was, deselfve seijde volgens de preevileesie vant rijck9Margaretha heeft het hier over de Test Act hem dat niet konde geefve voor en al Eer hij neffens andere litmaete komuniseerde en belijdenis vande gereeformeerde reeligie deede het welcke hij weijgert te doen en sij hem tot alle bedieninge van Eenige schars =gees10verantwoordelijkheden vant rijck so lange hij en alle andere daer in kontiniweert onbequaem achten, dit sal daer int rijck al vrij ontstelte =nis veroorsaecke, [van onse scheeps vloot hoore]
De vertegenwoordigers van de vier provincies in de Staten-Generaal hebben inmiddels allemaal een eed tot geheimhouding afgelegd met betrekking tot de vredesonderhandelingen in Keulen. Ze stonden allen met opgestoken vingers. Alleen de heer van Renswoude, vertegenwoordiger van Utrecht, bleef zitten en hield zijn hoed op. Wat dat wel mocht betekenen? Met de vier provincies bedoelt Margaretha de niet-bezette provincies Holland, Zeeland, Groningen en Friesland. Het is bekend dat Lodewijk XIV de onderhandelingspositie van Johan van Reede van Renswoude afwees omdat hij hem als inwoner van het bezette Utrecht als zijn eigen onderdaan beschouwde.
de heere vande vier provinsie ter geeneraeliteijt hebbe alle haeren Eet van seeckreetie11geheimhoudingseed over de saecke vande vreedehandelin met op gesteeckene vingeren gedaen, behalfve de heer van rhijnswou die preesent was maer met sijn hoet opt hooft bleef sitte dat men niet weet hoet daer meede is of wat het bediet12beduidt, betekent
Man met enorme hoed op zijn rug, Cornelis Saftleven, 1645 – 1706. Collectie Rijksmuseum.
vandaech met de poste seijt me dat de koninck noch niet naer parijs is maer met sijn volck tusche visee13Visé en Maestricht noch leijt, da straed14eLouis Godefroi d’Estrades koman= deert in Maestricht, de graef van dona15Wilhelm Albrecht, graaf van Dohna, ooster =wee16Adriaan van Gendt, heer van Oosterwedde en wee17George Johan van Weede sijn so pester18Joan Pesters schrijft buijte prij =ckel19perikel: gevaar de de tweede sijn been quijt en vant tande20de ander de kuijt af
Portret van Louis Godefroi d’Estrades, Wallerant Vaillant, ca. 1647 – 1677. Collectie Rijksmuseum.
De heer van Werkendam21Daniël Oem van Wijngaarden zou als gezant zijn teruggeroepen uit Denemarken en vervangen worden door een ander. Dat zou volgens geruchten Godard Adriaan zijn, wat Margaretha niet gelooft. In Utrecht is de secretaris van de Staten van Utrecht Van de Poll overleden. In normale tijden zou zijn functie zijn vervallen aan de heer van Zuilen.
men seijt ock dat den heer van werckendam22Daniël Oem van Wijngaarden te wt deenmerck23Denemarken weer komt en datter Een ander soude gesonde worden datter gesproocke wort van uhEd daer toe te versoecke het welcke niet wel kan aeneemen beusechem schrijft mij dat den ontfanger seeckreetaris vande state van wttrect vande pol te wttrecht aen sieckte overleeden is, wiens amt naer den ouden sleur aenden heer van suijlen soude vervalle sijn volgens sijn soer24soer: zuster
1
iets
2
Attenteren: ondernemen
3
De Langstraat was Hollands, maar valt inmiddels onder Noord-Brabant
4
Dessein: plan
5
Muiderberg
6
dissentie: verschil van mening
7
James Stuart II, Hertog van York, van 1685-1688 koning van Engeland
8
James was tot 1673 Lord High Admiral van de Engelse marine. In 1673 weigerde hij de eed van de Test Act te doen en zoals Margaretha bedoelt de eucharistie van de Anglicaanse kerk te ontvangen. Hierdoor maakte hij eigenlijk bekend dat hij katholiek was
Er lijkt niet veel te melden op deze doordeweekse dag in juni. De toon past bij een lome zomerdag. Margaretha herhaalt en verduidelijkt een paar zaken uit haar vorige brief, heeft alle ruimte voor een roddel en sluit al na twee kantjes af. Maar dan komt er nog een P.S.
Vijandelijke vloot trekt zich terug
Sinds de laatste brief geen nieuws, schrijft Margaretha eerst. Het schieten van afgelopen zondag was niet meer dan een schermutseling tussen de brandwachten van de beide vloten. De vijandelijke schepen hebben zich teruggetrokken tot op de Thames. Vanuit Den Haag zijn er gedeputeerden aan boord gegaan van de Staatse vloot. Waarom? Dat is niet bekend.
seedert mijne laeste is hier niet nieus, de laeste briefve wt de scheeps vloote brenge niet ande meede als dat het geschiet datter voorlee den sondach is gehoort was de brandtwach te van beijde de vlooten te weeten donse en die vande vijant dewelcke dapper op den andere schooten daer op de vijant haer hebe gereetereert en naer de reevier van londe sijn geseijlt, daer sijn weer gedeputeerde van den staet naer onse vloot tot wat Eijnde weet men niet[, den luijtenant kolonel wedel]
Luitenant-Kolonel Wedel, de aanvoerder van Godard Adriaans nieuwe regiment, heeft met zijne hoogheid gesproken die tevreden lijkt. Wedels vendel is klaar, de rest zal binnenkort ook gereed zijn. Twee compagnieën zijn al naar Alkmaar gestuurd. Ze moesten trouwens contant betaald worden, want aan uitstel van betaling doen ze niet!
[weet men niet,] den luijtenant kolonel wedel1Ernst Georg von Wedel (?-1682) is noch hier seijt sijn hoocheijt gesproocke te hebbe en alle kontentement ontfange, sijn vaendel heeft hij de andere sulle alle in korte dagen ock gereet sijn, tot twee kompangie sijnde maete die te rotterdam gemaeckt sijn af naer Alckmaer gesonde die twee hondert dartich gul aen gelt bedragen en kontant moste betaelt worde also die liede niet wille borgen, [de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19]
Uit de brief van de 19e van Godard Adriaan blijkt dat de ‘s- Gravezandse kazen die ze heeft gestuurd, nog steeds niet zijn aangekomen. Daarom heeft ze eergisteren nog maar weer nieuwe gestuurd naar Temminck in Amsterdam, met de bedoeling dat die ze zo snel mogelijk doorstuurt. Ze bedankt haar man nog een keer voor wat hij haar heeft gezonden (wijn en boter) want boter is duur.
Man boter aan het karnen, Pieter de Mare, naar Christina Chalon, 1777 – 1779. Collectie Rijksmuseum
[borgen,] de wijlle ick wt uhEd schrijfve vande 19 deeser niet sien de gesondene schravesantse kaes doen noch niet was overgekoome heb
ick Eergister weer twee andere aenden heere teminck tot Amsterdam gesonden met ver =soeck hij die opt spoedichste aen uhEd voort wilde senden, ick bedancke uhEd noch opt hoochste voort geene deselfve ons heeft beliefve te sende salt verwachte hoope het wel sal overkoome de booter kost hier de beste seefven stuijvers het pont, [sijn hoocheijt is weer hier de poste alle]
Sommelsdijkje met Labadie getrouwd?
Na tevreden te hebben vastgesteld dat alle legerposten goed verzorgd zijn, en de algemene stemming wat geruster is, sluit ze af. Om na ondertekening nog eens terug te komen op een eerdere roddel. Is de jongste dochter van Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk nu getrouwd met Jean de Labadie of niet, en zo ja, hoe lang dan? Kan Godard Adriaan Jenneke niet even inzetten om te informeren? Er is iemand die heel graag de waarheid wil weten. By the way, de heer en vrouwe van Villers, doen hun hartelijke groeten…
Jenneke is Godard Adriaans dienstbode. Zij heeft contacten met dienstbodes van andere rijke families en huispersoneel is natuurlijk zeer goed op de hoogte van familiegeheimen. De Labadisten zaten op dat moment in Altona, wat dicht bij Hamburg ligt, dus vlak onder de neus van Godard Adriaan en Jenneke. Godard Adriaan kan zijn neus moeilijk in andermans zaken steken, maar Jenneke kan wel haar oor te luisteren leggen.
Overigens ging het bij de eerdere roddel nog om dochter Maria (1645-1903). Nu gaat het om ‘de jongste dochter’, maar dat is Lucia (1649-1707). Van Lucia is bekend dat ze in 1695 trouwde met Peter Yvon, de assistent en latere opvolger van Jean de Labadie. De groeten van de Heer en Vrouw van Villers staat niet toevallig direct na deze opmerking. De Vrouw van Villers, Adriana van Aerssen van Sommelsdijk was de tante van de zusjes die zich aangesloten hadden bij de Labadisten. Heeft Margaretha het niet direct aan haar durven vragen of heeft zij er bij Margaretha op aangedrongen om zich te laten informeren?
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff M Turnor
ick bidt dat jeneken eens ter deege verneemt of labedije2Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte met de jonste dochter vande heer van someldijck3Lucia van Aerssen van Sommelsdijk is getrout oft seecker is en hoe lan sij getrout sijn daer is mij om gebeeden die wenste de waerheijt te mooge weeten de heer en vrou van vieleers4Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen preesenteere haere dienst aen uhEd
P.S.
Maar ho, als ze klaar is met schrijven komt er weer allemaal nieuws. Het is nu wel zeker dat de Engelse en de Franse vloten zwaar beschadigd bij Chatham liggen. De koning van Engeland schijnt not amused te zijn dat Lodewijk XIV uit Brabant is vertrokken zonder iets tegen de Republiek te hebben uitgericht en in plaats daarvan Maastricht is gaan belegeren. Nu willen de Engelsen een vrede en zijn misschien al in oorlog met Frankrijk.
p s naert schrijfve dees komt tijdine die voor seecker wert gehoude, dat beijde de vloote so wel d Engelse als de franse heel gedevaeliseert5gedevaliseerd: ernstig beschadigd voor schat =tan6Chatham sijn geloopen en noch leggen, dat de koninck van Engelant seer qualijck te vreede soude sijn dat de koninck van vranckrijck wt brabant is gegaen sonde Eits op ons wtgericht te hebbe en Maestricht beleegert heeft, ock hout men voorseecker dat de Engelse seer verlange naer de vreede met ons en dat sij met vranckrijck in oorlooch mochte sijn, [van Acken heeft me dat]
Titelpagina voor: Nederlands verquikking, of d’ontwaekte leeuw, 1673, anoniem, 1673 Collectie Rijksmuseum. Zowel de twee zeeslagen als het beleg op Maastricht zijn hier op te zien. Collectie Rijksmuseum.
Uit Aken is meer nieuws over Maastricht gekomen. De Fransen zouden een buitenbolwerk van Maastricht hebben aangevallen, en daarbij 600 man zijn verloren. De Maastrichtenaren op hun beurt hebben bij een uitval een belegeringswerk van de Fransen belaagd waarbij 500 Fransen zouden zijn omgekomen. De stad lijkt stand te houden. De behaalde overwinning op zee zou groter zijn dan ooit te voren, en de koning zou spijt als haren op zijn hoofd hebben dat hij de zee moest verlaten. Gaat het eindelijk de goede kant op? Is de Nederlandse leeuw ontwaakt, zoals ook bovenstaande titelprent suggereert?
[mochte sijn,] van Acken heeft me dat de franse Een atacke7aanval op onse buijte wercke voor Maestricht hebbe gedaen daer dons dapper hebbe gevochte en wel ses hondert vande franse sijn geblee en afgeslaechge, ock dat die vande stat Een wtval hebbe gedaen op een vande vijants wercke daer meer als 500 so doode als gequetste vande vijant sijn geweest so dat men niet hoort of sij houden haer heel wel, onse vicktoorije ter see seggense dat so groot is alser oijt bij ons is bevochten de koninck seggense berst van spijt dat sij de see so hebbe moete verlaeten
1
Ernst Georg von Wedel (?-1682)
2
Jean de Labadie, grondlegger van de Labadisten, een gereformeerde sekte
3
Lucia van Aerssen van Sommelsdijk
4
Alexander de Soete van Laecke en Adriana van Aerssen
Bericht van Godard Adriaan: een deel van zijn geworven regiment is onderweg! En dat is hard nodig, want de afgelopen dagen waren vol gevaar. De aangekondigde aanval heeft nu echt plaats gevonden! 3000 Fransen raakten op 2 juni slaags met het Staatse leger, maar konden worden tegengehouden. Ze hebben zich nu op Jaarsveld teruggetrokken, maar als er meer hulp was geweest, was het misschien gelukt ze echt te verjagen.
Plattegrond met drie groene vlakken die langs een lijn die schuin omhoog loopt. Rechts boven een windroos onder de kaart tekst in een oud handschrift. Kaart van de rivier de Lek ten oosten van Jaarsveld, door J. van Diepenem 1643. Collectie Het Utrechts Archief
[hoet ons noch gaen sal] wij hebbe nu Etlijcke dagen in Een geduerigen alarm geseeten en sij noch niet vrij, de franse legge soot schijnt op haer loere1de Fransen liggen op de loer sijn te ijaersfelt wel 3000 sterck die de onse voorlee =de vrijdach hebbe geatackeert wmaer waeren te swack so geseijt wort was de vijant al aent reetie =reeren2retireren: terugtrekken hadden de onse maer Eenich seckoers3secour: hulp ge kreege daer was kans geweest om den vijant daer wt te slaen [daer wij nu hebbe moete doorga]
En dat gaat naar Den Bosch toe…
Hoewel het uiteindelijk goed is afgelopen zijn er natuurlijk wel doden en gewonden te betreuren, waaronder bekenden van Margaretha en Godard Adriaan. Dat weerhoudt het Staatse leger niet van plannen voor een tegen offensief, of minimaal het nog verder versterken van vestingen. Er is sprake van Breda, maar dat is eigenlijk best goed verdedigd. Den Bosch is een beter idee, want dat is slechter bezet en heeft een gouverneur die ‘suft en gehaat is’. Zou ze zich realiseren dat ze een portret van deze gouverneur geërfd heeft van haar oom? De Fransen kunnen steeds veel te makkelijk tussen Brussel en Den Bosch door Brabant marcheren, zonder dat men in Spaans Brabant een vinger uitsteekt. Margaretha heeft niet het idee dat de Spaanse Habsburgers echt met Frankrijk gebroken hebben.
[wel bij de drije duijsent man,] andere meene om dat breeda van alles so wel versien is dat sijt Eer op den bos4‘s-Hertogenbosch sulle aen legge daer so geseijt wort weijnich volck in is en Een goeverneur5John Kirkpatrick die suft6suffen:in de war zijn en gehaet is als de pest, altijt de koninck7Lodewijk XIV van Frankrijk met sijn volck is recht door brabant tuschen bruijselBrussel en die plaetse heen gemarscheert sonder dat de spaense de minste reesestensi8resistentie:verweer hebbe gedae is dat met vranckrijck breecken, [nu waert]
Maar een actie van het Staatse leger met veel soldaten in het zuiden mag er natuurlijk niet toe leiden dat de posten in Holland weer onderbezet raken en een makkelijke prooi voor de vijand worden!
John Kirckpatrick (?? – 1681), Jacob Franszoon van der Merck, 1635. Collectie Kasteel Amerongen.
Vijandelijke vloten naderen elkaar
Niet alleen op het land, ook 0p zee in de buurt van de Scheldemond, gaat het er om spannen. Cornelis Tromp heeft zich op Schooneveld bij de vloot van Michiel de Ruijter gevoegd. Die telt nu 70 grote schepen, branders en kleine scheepjes niet meegerekend. De Engelsen en Franse vloten liggen vlakbij, op slechts twee schoten afstand. Op 2 juni zijn sommige schepen nog dichter bij elkaar geweest, maar aangezien ze er niks meer over heeft gehoord, zullen ze vanwege de harde wind wel weer uit elkaar zijn gedreven.
Fragment van een kaart de Vlaamse kust van Walcheren tot Boulogne, 1631, anoniem, 1631 – 1665. Collectie Rijksmuseum
ons scheeps vloote leijt noch opt schoonevelt daer tromp9Cornelis Tromp met sijn scheepe bij is daermee die 70 kapijtaelle scheepe sonder de branders entvaertuijch sterck sijn, de Engel gekonsijongeert10Conjungeren: Samen gaan met de franse legge op de hooch te van blanckendael11Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux. geen twee schoote van d onse, men seijt de brantwachte den 2 deese12De tweede van deze [maand]: 2 juni al aen malkandere waere maar vermidts mender niet naer der van hoort gelooft me dat se door de stercke wint die wij Eenige dag en noch hebbe van Een sulle geraeckt sijn
Vreemd volk goed betaald?
Vreemd volkBuitenlanders in Staatse dienst is overigens niet altijd te spreken over de betaling. Hannibal van Degenfeld, de aanvoerder van een regiment uit Saksen, schijnt zich beklaagd te hebben. Margaretha vindt het allemaal leugens: buitenlanders worden juist beter betaald dan ingezetenen. Dat Degenfelds mannen honger hebben geleden gelooft ze wel: hij steekt het geld immers in zijn eigen zak.
dat deegevelt13Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen. so qualijck spreeckt en seijt dat de vreemde naesie14de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk hier so qualijck getrackteer wort is van hem valslijck geloochgen de vreemde naesie sijn hier vrij beeter en promter betaelt als de ingeseetene of oude meliesie, doch dat deege =velts kompangi of volckeren onbetaelt honger moeste lijde geloof dat waer is, want hijt gelt in sijn sack stack ent volck onbetaelt liet
Van Willem III geen kwaad
Degenfeld zou ook nog eens gezegd hebben dat Willem III de vreemde troepen onbeschoft behandelt. Daar wil Margaretha helemaal niets van weten. Zijn hoogheid is, als ze de waarheid mag zeggen, ‘van geen brutaal humeur’. Dat heeft ze nog nooit gehoord en ze gelooft het ook niet.
maer dat sijn hoocheijt hem of Eenige vreemde naesie qualijck of bruijske soude beijeegent hebbe heb ick noijt gehoort ter kontraeijreije15in tegendeel de ingeseetene hebbe altijt sijaloers geweest dat me de vreemdeline vrij beeter beijeegent de en trackteerde als haer, ock is sijnhooc =heijt als ick de waerheijt sal segge van geen brutael heumeur dat heb ick noijt gehoort kant ock niet geloofve, [och of ik uhEd Eens]
Fragment van Twee platen uit een kolom, De Grieksche A, naar Adrianus Kocx, ca. 1690. Collectie Rijksmuseum
Moeder en kind maken het goed
Ach, Margaretha wou maar dat ze Godard Adriaan af en toe kon spreken. Ze wijdt nog een paar zinnen aan de tienduizend gulden die ze maar niet loskrijgt en de belastingpachters die niks opleveren. De heer van Dieden16Johan Walraven van Gent, heer van Dieden laat Godard Adriaan hartelijk danken voor het feit dat hij via zijn bemiddeling het drostambt van de Keurvorst17Johan Walraven van Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde heeft gekregen. En fijn familienieuws: gerekend dat de bevalling pas veertien dagen geleden is, maken moeder en kind het zeer goed.
Mijn heer en lieste hartge uhEd getrouwe wijff MTurnor
sijnhoocheijt is noch te gorckom daer is de heer van ginckel ock de vrou van ginckel die vandaech 14 dage out inde kraem is, is heel wel naer den tijt so is ock het kint
1
de Fransen liggen op de loer
2
retireren: terugtrekken
3
secour: hulp
4
‘s-Hertogenbosch
5
John Kirkpatrick
6
suffen:in de war zijn
7
Lodewijk XIV van Frankrijk
8
resistentie:verweer
9
Cornelis Tromp
10
Conjungeren: Samen gaan
11
Onduidelijk waar dit is. Hier kan ook best Schooneveld mee bedoeld zijn. Beide namen kunnen een vertaling zijn van het Franse Clairvaux.
12
De tweede van deze [maand]: 2 juni
13
Hannibal von Degenfeld, leider van een Duits regiment in Staatse Dienst. Hij zou in 1683 een belangrijke rol spelen in het ontzet van Wenen.
14
de vreemde natie: het buitenlandse krijgsvolk
15
in tegendeel
16
Johan Walraven van Gent, heer van Dieden
17
Johan Walraven van Gent werd Drost van Goch en Gennep dat bij Kleef hoorde
Margaretha zit er duidelijk doorheen. Niet zo vreemd: de gemiste promotie van Van Ginkel ligt haar zwaar op de maag en weer is er een kasteel aan de Franse fakkels ten prooi gevallen. Bovendien zijn er nieuwe vijandelijke troepen in aantocht, terwijl naar het veiligere Amsterdam gaan voor de kraam al geen optie meer is. Want hoewel de vreugde in deze brief ver te zoeken is, is er heugelijk familienieuws…
Fragment uit Twee studies van een vrouw met kind, Rembrandt van Rijn (manier van), na ca. 1650. Collectie Rijksmuseum
Godard Adriaan werft door
Maar daar begint ze niet mee, ze heeft nóg een teleurstelling te verwerken. Margaretha had verwacht dat haar man nu wel klaar zou zijn met de troepenwervingen, maar uit zijn laatste brief begrijpt ze dat dat niet het geval is. De heer van Renswoude is verbaasd (en Margaretha zelf vast ook) dat van Amerongen niet vaker om terugkeer verzoekt. Daarnaast weet Renswoude te melden dat Godard Adriaan zelfs een nieuwe opdracht heeft gekregen om naar Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaan, om de werving daar verder te ondersteunen.
[is,] ick had gehoopt uhEd daer nu al haest meede sout te recht geraeckt1terecht geraakt: in orde, klaar sijn, so ick hier verstae heeft sijn hoocheijt ordere gestelt dat uhEd de geldere2het geld daer toe sulle werde versorcht, vandaech seijt de heer van rhijnswou mij dat hij verlanckt en wenste uhE hier waert en verwondert te sijn dat de selfve daer niet meer om schrijft, ock dat uhEd weer Een nieu =we komissie gekreechge heeft om naer d godtdorp3Gottorp (Sleeswijk-Holstein) te gaen om aldaer de werfvin te helpe fasieliteere4faciliteren
En nu is het uit!
Zo gaat het niet langer: wel nieuwe opdrachten geven, maar geen geld. Margaretha zal de heren van de gecommitteerde raden morgen eens flink op dit onbeschaamde uitgangspunt aanspreken. Zij móeten nu zorgen dat die tienduizend gulden worden betaald.
weer nieuwe komisie5commissie: opdracht te sende en geen gelt te geefe kan niet gaen, ick sal nu op dit preesopoost6(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie merge Eenige heere vande gekomiteerde rade gaen spreecke en versoecke dat sij ordere wille stelle dat mij die ordinansi van tienduijsent gul betaelt worde sal sien wat ick krijgen kan,
Goed werk wordt niet beloond
Fragment(-je) uit Beleg van Brussel, (rechterhelft), 1697, Jacobus Harrewijn, 1697. Collectie Rijksmuseum
Maar geld is schaars, ook de betaling aan van Ginkels regiment hapert weer. Margaretha windt zich steeds verder op: dat haar zoon gepasseerd is voor promotie zit haar hoog. Van Ginkels compagnie kan zich meten met welke andere binnen het Staatse leger dan ook, maar ondertussen worden anderen die minder goed zijn voorgetrokken. Goed of slecht presteren: het maakt blijkbaar niet uit.
het gelt is seer qualijck te bekoomen t begint al weer met de betaelline vande heer van ginckels kompangi en reesgement te hapere, sijn reesge= ment en insonderheijt sijn kompangi is so goet alser Een in staten dienst is, daer andere die voor hem gepreefereert worde op veel naer niet tegens op en konne, dant schijnt of men hier wel of qualijck doet dat Even veel is, [ons scheepsvloot]
Slechts zes Zeeuwse schepen
De vloot ligt nog steeds bij Schoneveld te wachten op de Amsterdamse schepen die eerst waren blijven steken bij Pampus en nu onder Texel liggen, én op de Zeeuwse schepen, waarvan er nog maar zes gereed zijn. De Zeeuwen krijgen van Margaretha een veeg uit de pan: het is een schandaal hoe slecht ze leveren. Ze interesseren zich alleen maar voor hun eigen kaapvaart.
[qualijck doet dat Evenveel is,] ons scheepsvloot
leijt noch op schoonevelt wacht de rest van onse scheepe die overt pamphes7Pampus niet koste maer nu int tessel gereet om wt te loope lege in alsmeede de seuwse8Zeeuwse scheepen daer der noch maer ses van wt sijn de seuwe9Zeeuwen maeckent so slecht in alles dat schande is, sorchge alleen voor haer kaperije,
Schepen onder de kust voor anker, Willem van de Velde (II), ca. 1660. Collectie Rijksmuseum.
Nieuwersluis houdt stand
De nieuwe versterking van Nieuwersluis door het Staatse leger blijkt een blijvertje. De Hertog van Luxemburg is weliswaar met een paar honderd man uit Utrecht komen kijken, maar heeft zich teruggetrokken onder achterlating van wat manschappen op Gunterstein.
De schans Nieuwersluis in 1673, Louis Philip Serrurier, ca. 1730, naar een prent in: ’t Ontroerde Nederlandt , deel 2, uitgegeven in 1676. Collectie Het Utrechts Archief.
de post die onse aende nieuwersluijs hebbe gevat en nu al in defensi is, heeft den vijant binnen wtrech seer geanlarmeert10gealarmeerd, den hartooch van lutsenbur11François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg die te breuckelen in Persoon is geweest heeft hem vandaer met sijn volck gereetiereert12retireren: terugtrekken en Eenich volck opt huijs te grundesteijn13Gunterstein geleijt
Franse pyromanen
Volgend op deze terugtrekking hebben de Fransen Breukelen bijna helemaal afgebrand. Wat ze in haar vorige brief al uit geruchten had gehoord blijkt waar: Ook Huis ter Aa ging in vlammen op, ondanks de brandschatting van 1500 gulden die de heer van der Aa had betaald! Kasteel, brouwerij, de bijgebouwen: alles in de fik. “Zij moeten groot vermaak in het branden nemen”, blijkbaar beleven ze aan brandstichting veel lol, merkt Margaretha bitter op.
Gezicht uit het noordoosten op de ruïne van het kasteel Aastein, ook wel Huis ter Aa genoemd, bij Ter Aa, Tekeningetje van Dirc Engel uit ca.1690. Collectie Het Utrechts Archief
so men seijt hebbense breuckelen meest afgebrant gelijcke sij ock het huijs te de a14te der Aa: in Ter Aa hebbe gedaen niet teegenstaende dat de heer van der A15Frederik van Renesse van Moermont die teegenwoordich hier is, 1500f tot afkoop of be vrijdine van dien heeft betaelt en Een savegarde vanden hartooch van lutsenburch16François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg daer op of voor hadt, heeft den voornoemde hartooch selff 600 man gesonde Ent huijs met brouhuijs en al watter omtrent stont laeten af brande, sij moeten groot vermaeck int brande neemen
8000 Fransen onderweg naar Utrecht
Ondertussen ligt de hoogste Franse legeraanvoerder in Utrecht ziek te bed, maar dat maakt het gevaar niet minder. Er schijnen nog 8000 verse soldaten in aantocht te zijn. De Heer wil ons voor een inval bewaren…
de prins van kondee17Louis II van Bourbon, prins van Condé seijtme dat te wtrrecht aent fleerensijn18Flerecijn: jicht, rheumatiek leijt, en dat se daer noch 8000 man hebbe ontbooden men gelooft vast dat sij teen of tander op ons sulle atenteere19Attenteren: ondernemen , de heer wil ons voor Eenich inval bewaeren
Genadige verlossing: Salomé Jacoba
Een Franse inval komt nu slechter uit dan ooit want…. Philippota is van een dochtertje bevallen. En dat met maar twee uur baren. Als het aan Margaretha had gelegen zaten ze nu in Amsterdam, maar ‘naar ouder gewoonte’ heeft het niet zo mogen zijn. Philippota heeft net als de vorige keer het vertrek steeds opgehouden. Moge de Heer Almachtig die haar een genadige verlossing en een “rechtschapen vrucht” heeft geschonken, hen ook een rustige kraamtijd geven. Margaretha maakt zich zoveel zorgen over haar schoondochter en de kinderen dat ze het bijna niet kan verwoorden. Ze sluit af met de wens dat de Heer hen wil geven wat zalig is, en Godard Adriaan wil beschermen. Na het zetten van haar handtekening moet ze haast wel in tranen zijn uitgebarsten.
se komen mij segge dat de vrou van ginckel niet wel is, die nu naer twee Euren sittens20Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd van Een dochter geleegen21Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen” is22Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba , ick had gewenst mij te Amsterdam met haer geweest waere maer t heeft naer ouder gewoonte met haer niet moogen weesen wil sij wilde niet voort lest vandees oft Eerst vande toe koomende weeck niet van hier, de heer almach =tich die haer so genadige verlosine en Een recht schape vrucht heeft gegeegve wil ons verleene dat sij haer kraem in rust mach wt houde maer ick ben so met haer en al die kleijne kinder bekomert meer als ick kan segge, de heer wil ons verleene wat salich is in wiens heijlige protex =sie uhEd beveelle, blijfve
1
terecht geraakt: in orde, klaar
2
het geld
3
Gottorp (Sleeswijk-Holstein)
4
faciliteren
5
commissie: opdracht
6
(?) wrsch. van presumptie: aanname, vooronderstelling, maar ook arrogantie
7
Pampus
8
Zeeuwse
9
Zeeuwen
10
gealarmeerd,
11
François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
12
retireren: terugtrekken
13
Gunterstein
14
te der Aa: in Ter Aa
15
Frederik van Renesse van Moermont
16
François Henri de Montmorency Bouteville, Hertog van Luxemburg
17
Louis II van Bourbon, prins van Condé
18
Flerecijn: jicht, rheumatiek
19
Attenteren: ondernemen
20
Zittens wordt in het woordenboek samen vermeld met zitster. Dat is dan een vrouw die een zittend leven leidt (door zittend werk) en het betekent daarmee ook een vrouw die vlijtig zit te werken. Waarschijnlijk heeft de bevalling dus twee uur geduurd
21
Geliggen: Blijven liggen in het kraambed, daarvan afgeleid “bevallen”
22
Ursula Philippota is bevallen van dochter Salomé Jacoba
Godard Adriaan heeft dringend om geld gevraagd voor de werving van het nieuwe regiment in Duitsland. Maar zoals bekend zijn er geen contanten te krijgen. Margaretha legt haar man uit dat de soldaten thuis ook al nauwelijks betaald krijgen.
Soldaten onbetaald
Korporaalsvrouwen moeten bedelen om brood. Het schijnt dat sommige officieren het geld dat voor de soldaten bedoeld is, in hun eigen zak steken. Van Ginkels compagnie wordt gelukkig redelijk betaald, maar zijn salarisverhoging krijgt hij nog niet. Terwijl we het hier wel over een vitaal beroep hebben!
ick derf niet segge hoe de ruijters en arme soldate Een deel van wan betaeline1wanbetaling klaechge ija korperaels vrouwe gaen bidde om Een stuck broot, en konne niet subsijsteere, ick geloofve het ock veel aende offijsiers schort diet gelt in haer beurs steecke ende arme soldate onbetaelt laeten, de kompangi vande heer van ginckel wort nu reedelijck wel betaelt maer van sijn hoochge tracktement krijcht hij noch niet, [sijn hoocheijt is gistere weer hier gekoo]
De veiligheidssituatie blijft precair, met de verse Franse troepen onder leiding van Condé in het land. Willem III heeft de posten bij Muiden en de Hinderdam geïnspecteerd. De zogenaamde aanval op de Hinderdam was inderdaad vals alarm, er zijn alleen wat paarden en koeien gestolen. Zijne hoogheid is waakzaam genoeg. Margaretha lijkt echt vertrouwen in hem te hebben. Alle legerposten zijn nu op orde, en menselijker wijs kan er niets misgaan. Maar ja, ze hebben afgelopen jaar wel meer meegemaakt, niets is zeker. Want ook de vijand slaapt niet en ‘is vol praktijken’ (streken).
sijn hoocheijt viegeleert2Vigileren: waken genoech bij sijn versuijm hebbe wij geen ongelucke te verwachten al de poste sijn wel versorcht, naer menschelijcker wijse ist onmoogelijc datser door konne breecke, dan wij hebbe so veel in Een ijaer herwaerts beleeft en gesien datter niet van te verseeckeren is, de vijant slaept niet is vol pracktijcke, [sijn hoocheijt sendt drije reesgemente]
De prins heeft ook drie regimenten naar Friesland gestuurd. Zelf blijven hij en de graaf van Waldeck met een “vliegend” (flexibel) leger in de buurt van Alphen en Schoonhoven. Zodat ze bij een eventuele aanval snel ter plaatse zijn. Een mooi succes: Nieuwersluis is weer in eigen handen gekomen. God geve dat het zo blijft!
men seijt sijn hoocheijt met de graef van waldeck met Een vliegent leeger ontrent schoonhoofve en Alfhen sulle blijfve om ofse Eenige van onse post mochte atackeere daer terstont bij te sijn donse3De onzen: ons leger hebbe aende nieuwe sluijs nu weer post gevat godt geefve sijt mooge behou =de, [wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe]
Oorlogsvloot
Inmiddels is de uitgevaren oorlogsvloot gesignaleerd ter hoogte van Oostende, zeilend richting de Theems. Gaan de plannen slagen?
[voor swaerder wil bewaeren], onse scheepsvloot is voorleedene vrijdach smergens ontrent 4 Euren op de hoochte van oostende gesien en seijlde naer de teems4Thames van waer alle daege men verwacht te hooren wat suckses van het deseijn5Dessein: plan is, [dus verde int]
Plattegrond van Oostende met stadsgezicht, Matthaeus Seutter (III), 1708 – 1757 Collectie Rijksmuseum
Inwendige mens
Margaretha vergeet als altijd de inwendige mens niet in haar brief. In de eerste plaats het inwendige mensje dat er bij haar schoondochter uit moet: volgende week zullen ze toch echt naar Amsterdam gaan om daar veilig te kunnen bevallen. En in de tweede plaats haar eigen inwendige mens die erg blij is met het vat wijn dat Godard Adriaan heeft gestuurd. Ze hebben het inmiddels aangebroken en de inhoud is heerlijk. Wijn is nu erg duur, en boter ook: 8 stuivers per pond.
[=de] wij sijn noch gereesolveert int begin vande toe koomende weeck met de vrouw van ginckel en haer kindere naer Amsterdam te gaen om haer kraem met godts hulpe daer wt te houde de heere wille Een goede verlossine en gesonde vrucht verleene, wij hebbe de wijn die uhEd mij heeft beliefve te sende ontsteecke is heel goet bedancke deselfve noch seer voorde goede sorchge
die hij voor ons draecht, booter en wijn is hier seer dier het pont booter kost hier noch al 8 en 9 stuijvers, [het ongeluck heeft den heer van ginckel]
Bouwmeester als boodschappenjongen
De Parmezaanse kaas (verblijfplaats nog steeds onbekend) zit Margaretha hoog. Zo hoog zelfs, dat ze de keurvorstelijke bouwmeester, Michiel Mattheus Smits, inschakelt. Terwijl ze zit te schrijven staat hij op de stoep met een brief van Godard Adriaan. Hij heeft weinig tijd, want hij is op doorreis naar zijn familie in Breda. Hij belooft daar naar de kaas te informeren en op de terugreis wat langer te blijven.
[hooren wat suckses van ht deseijn is] dus verde int schrijfve kom den boumeester vande heere keurvorst van brandenburch6Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen die mij uhEd aengenaeme7aangename brief behandi8behandigt:overhandigt hij is so haestich dat hij niet wilde sitten maer so voort naer breeda vertrecken, sal daer naer de perme saense kaes verneemen, als hij weer komt heeft belooft weer aente sulle koome sal hem dan so wij noch hier sijn versoecke Een maetijt met ons te Eete en so veel onthael doen als wij konnen,
Met oom Dirk Adolf van Reede in Wijk bij Duurstede gaat het voor zijn doen goed, voor zover Margaretha weet, maar ze heeft eigenlijk al een poosje niet van hem gehoord. Blijkbaar heeft Godard Adriaan naar hem gevraagd. Deze oom is een broer van zijn vader en loopt al een eind in de zeventig. Een opmerkelijk familielid, want als twintiger is hij bij de Jezuïeten gegaan en ondertussen bedient hij al zo’n veertig jaar redelijk ongestoord als priester de katholieken in Wijk. Zijn gezondheid begint wat achteruit gegaan. Uiteindelijk zou hij in 1674 overlijden.
Van een andere oude heer die net ziek is geweest, Johan Temminck in Hamburg, vindt Margaretha zeker dat hij aan moet sterken, want ze stuurt hem…kaas. Geen Parmezaanse, maar ‘S-Gravenzandse kaas dit keer.
[vant lant vereijst] onse oom van reede9Dirk Adolf van Reede weet ick niet beeter of is naer sijnen doen reedelijck wel is noch tot wijck10Wijk bij Duurstede, dan heb nu in Eenige tijt herwaerts niet van sijn hEd gehoort, ick sal met deerste geleegentheijt Een paer goede schraefvesantse11’s Gravezandse kazen voor den goede oude heere teminck sende wenste te weete wat hem aengenaem mochte sijn, sal nu blijfve
Mijn heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff MTurnor
1
wanbetaling
2
Vigileren: waken
3
De onzen: ons leger
4
Thames
5
Dessein: plan
6
Michiel Mattheus Smits was afkomstig uit Breda en heeft veel bouwprojecten in Brandenburg op zijn naam staan. In 1676 zou hij namens de Keurvorst het hout leveren voor de herbouw van Kasteel Amerongen