Na de complexe mathematische verdeling van het ongedeelde bezit van Middachten en Amerongen in 1844, behouden de twee ongehuwde zussen, Christina Reiniera en Maria Wilhelmina, het recht om op Amerongen te wonen. Om dat voor ééns en altijd goed te regelen, kopen zij hun neven en nicht al in 1845 uit: ze betalen 12.500 gulden voor de rest van Amerongen.

Maarja, ongehuwde zussen zorgen meestal niet voor nageslacht. Als dat maar goed gaat.

Voor een elegant wit huis rijdt een koets met een koetsier in livrei en twee mannen in livrei achterop. Voor de poort van het huis staat een man die zijn hoed afneemt. Op straat zijn diverse mensen. Op de voorgrond een hondenwagen. De honden liggen op straat, één kijkt verstoord op naar de koets. Naast de wagen liggen manden, achter de wagen praat een vrouw met een mand op haar hoofd met een man met een mand op zijn rug.
Rustenburg met de berline koets van koning Willem II, C.A.A. Last, 1848. Collectie: Haags Gemeentearchief.

Geld

Christina Reiniera overlijdt in 1847 en zij laat nogal wat schulden na. Een deel van de schulden wordt afbetaald met de verkoop van de buitenplaats Rustenburg aan Willem II. Haar erfdeel gaat helemaal naar haar zus Maria Wilhelmina, die dan dus alleen eigenares van Amerongen is.

In 1850 blijkt dat Maria Wilhelmina het voor elkaar gekregen heeft de schuldenberg desondanks nog groter te maken. En Carel Anton Ferdinand Bentinck en Elisabeth Mary van Reede (Child-Villiers) grijpen in. Carel Anton Ferdinand neemt namens de vier Bentinck-eigenaren 4/5 van de schuld en de uitkoop van Amerongen voor zijn rekening, Elisabeth Mary 1/5. Ze hadden natuurlijk ieder al 1/4 in bezit, dus de som wordt nu ingewikkeld. De Bentincks hebben uiteindelijk 13/20 en Elisabeth Mary 7/20 van het ongedeelde bezit in handen. Amerongen en Middachten zijn weer ongedeeld, maar wel in vijf handen.

Scheiding en deling

De getallen beginnen wel heel ingewikkeld te worden en dit is natuurlijk niet meer te beheren met zijn allen. Dirk Donker Curtius, advocaat en minister van justitie wordt ingehuurd en hij moet zorgen voor een Acte van Scheiding en Deling. In 1853 is het zover en dan worden de Bentincks eigenaar van Middachten en Elisabeth Mary van Amerongen. Carel Anton Ferdinand Bentinck krijgt het deel van zijn oudste broer en hij koopt zijn andere broer en zus uit. .

Nu is het helder en duidelijk: Carel Anton Ferdinand Bentinck is eigenaar van Middachten en Elisabeth Mary van Reede (Child-Villiers) van Amerongen. Zouden ze dan nu echt definitief gescheiden zijn? Elisabeth Mary heeft alleen geen kinderen, dus… Aan wie laat ze na? Daar wordt in de akte van Scheiding en deling voorzien: er komt een bepaling bij, dat mocht Elisabeth Mary kinderloos blijven of Amerongen willen verkopen, dit allereerst moest worden aangeboden aan de familie Bentinck te Middachten. En er wordt reeds een prijs afgesproken van fl. 105.600.

Gerelateerde berichten

Series Navigation<< Een ongedeelde erfenis