Afgelopen najaar (2024) is het ‘Corpus wandtapijten in Nederland. Europese wandtapijten in Nederlandse openbare collecties‘ uitgekomen als RKD Studie. Deze publicatie is het resultaat van bijna twintig jaar onderzoekswerk van de expert op dit gebied: Hillie Smit. Het corpus biedt een compleet overzicht van nagenoeg alle publiek toegankelijke wandtapijten in Nederland. Er is een uitgebreide beschrijving van wat er is afgebeeld en waar mogelijk is ook de maker en de herkomst aangegeven. Als iemand met zo veel expertise naar onze wandtapijten kijkt, dan komen er nieuwe feiten en ideeën naar voren. Hiermee krijgen we meer gedetailleerde kennis over de tapijten bij ons in Huys. Smit beschrijft zowel de tapijten van Van der Gucht in de Lange Gang als die in onze Gobelinkamer.

Berliner skala
Dat de wandtapijten in de Gobelinkamer geen gobelins zijn wisten we eigenlijk al. Verder dan het aan te duiden als waarschijnlijk afkomstig uit ‘het oosten van Duitsland, misschien zelfs het huidige Polen’ kwamen we eigenlijk niet. Nu blijkt dat de kleurstelling en randversiering van onze gobelins meer verraad dan we vermoedden. De kleurstellingen, met de tinten beige en bruin, blauw en zilverwit, gecombineerd met helderrood staat bekend in de tapijtweverij als het ‘Berliner Skala’. De boorden zijn bovendien kenmerkend voor wandtapijten die men produceerde in Berlijn in de achttiende eeuw. Men noemt dat ‘charakteristische Berliner Bordüre’. Ook de scherpe contouren, het lege landschap, de schaduwpartijen en de ‘sferische’ luchten zijn typisch voor Berlijner wandtapijten. Met name de boorden wijzen op de tapijtweverij van ene Jean Barraband en Charles Vigne.

Charles Vigne
Over Barraband is iets meer bekend dan over Vigne. Hij is, net als veel andere Duitse tapijtwevers, vanuit Aubusson naar Duitsland gevlucht. Barraband en Vigne waren beide hugenoten. Berlijn was net als Den Haag een plek waar veel Franse protestanten terecht kwamen. Als Barraband in 1723 overlijdt, zet Vigne de tapijtweverij voort. We kunnen onze Amerongse wandtapijten om een paar redenen aan Charles Vigne toeschrijven. In een inventaris uit zijn werkplaats zijn reeksen met vijf wandtapijten met boerenfiguren beschreven. Helaas kennen we geen bestaande exemplaren uit die reeks die met zekerheid aan hem zijn toegeschreven, maar de beschrijving past goed bij die van Amerongen. Een andere aanwijzing is een Brandenburgse instructie uit 1741. Daarin staat dat bij diplomatieke geschenken aan buitenlandse gezanten het de voorkeur verdient wandtapijten van Charles Vigne te schenken.

Van Berlijn naar Amerongen
Reinhard van Reede was van 1730-1742 en 1746-1747 diplomaat in Berlijn, net als eerder zijn grootvader Godard Adriaan. Het is dus mogelijk dat de tapijten als een geschenk van de keurvorst in Berlijn in het bezit zijn gekomen van Reinhard van Reede van Middachten. Hij was oom en voogd van de vierde graaf van Athlone, Frederik Willem van Reede. Beiden overleden overigens in 1747. Uit de boedelinventarissen uit 1747-1748 en 1766 blijkt dat de wandtapijten vóór 1748 al aanwezig waren op Kasteel Amerongen. Losse feiten waar we geen conclusies uit kunnen trekken, maar hiermee wordt de herkomst via Reinhard wel heel aannemelijk. Met deze waarschijnlijke achtergrond worden de wandtapijten ook iets ouder dan we tot nu toe aannamen. In plaats van ‘ca. 1750’ dateren we ze nu op ‘1730-1747’.
Geef een reactie