De harp in de grote zaal is een zogenaamde enkelpedaalharp. Dat klinkt ingewikkeld en dat is het ook. De huidige concertharpen zijn dubbelpedaalharpen en dat is dus ook dubbel zo ingewikkeld. Hoe past onze harp in de ontwikkeling van de harpen?

Toonladder

De bovenkant van de harp waar de snaren vast zitten. Er zijn duidelijk twee contactplekken te zien: waar de snaar vast zit, en waar de snaar verkort kan worden.
Het stemmechaniek van de snaren en de plek waar de pedalen de snaar een halve noot verhogen.

Vroeger had een harp één toonsoort, zeg maar alleen de witte toetsen van de piano. Dat is wat mondharmonica’s nog steeds hebben. Een beetje mondharmonicaspeler heeft meerdere mondharmonica’s in zijn binnenzak en als de muziek van toonsoort wisselt, pakt hij gewoon een andere mondharmonica.

Dit is voor de harp geen geschikt systeem. Tijdens het spelen de snaren in een andere toonsoort stemmen, is ook niet handig. In de 17e en 18e eeuw werd de Europese muziek steeds complexer, waardoor het wisselen van toonsoort tijdens het spelen belangrijker werd. Als er geen technische oplossing gevonden zou worden, zou er gewoon niet meer voor harp gecomponeerd kunnen worden. Er werd geëxperimenteerd met dubbele rijen snaren, kruislings geplaatste snaren en een harp met haakjes, maar niets voldeed.

Enkelpedaalharp

De onderkant van de harp, hier zijn meerdere pedalen zichtbaar die maar twee posities hebben: boven en onder.
De pedalen van de harp in de grote zaal van Kasteel Amerongen.

De grote omwenteling kwam in de 18e eeuw. De Duitse instrumentenbouwer Jacob Hochbrucker ontwierp toen een harp met pedalen, waarmee je meer snaren in één keer een halve toon kon verstemmen. Hij maakte een harp met zeven pedalen, naar de tonen van de toonladder. Elk pedaal kon alle snaren van één van de zeven tonen van de toonladder (dus alle do’s of alle fa’s) een halve toon omhoog stemmen. Hiermee kon je al veel muziek in verschillende toonsoorten spelen. De kinderen van deze Jacob waren bijzonder begaafde harpisten, zij traden door heel Europa op en verspreidden zo de uitvinding van Jacob, wat we nu de enkelpedaalharp noemen. Een enkelpedaalharp heeft dus niet één enkel pedaal, maar elk pedaal kan de snaren maar één (enkele) halve toon veranderen!

De dubbelpedaalharp

In 1820 vraagt de ons bekende Sébastien Erard (van de vleugel) patent aan op een nieuw systeem, een systeem waarbij elke snaar een halve toon naar boven en een halve toon naar beneden kan. Dit doet hij door het pedaal drie standen te geven. Dus elk pedaal kan de toon van een snaar twee halve tonen veranderen, daarom wordt dit model harp de dubbelpedaalharp genoemd. Hiermee kan een harpist in elke toonsoort spelen en snel van toonsoort veranderen. Deze harp is de nu gangbare harp. Je kunt je voorstellen dat het voor een moderne harpist heel moeilijk is om op een enkelpedaalharp te spelen. Dit is één van de redenen dat onze harp nu niet meer bespeelbaar is, terwijl de vleugel, het klavecimbel en het orgel het nog wel zijn.

ObjectMakerDateringMateriaalVaste plek (Atlantis)
Enkelvoudige pedaalharpOnbekend1750-1790Noten- en sparrenhoutGrote zaal 41 (0252)

Gerelateerde berichten