Op één van de bordesfoto’s in de expositie ‘Portretten op de trap’ zien we een bijzondere verschijning. Het is Ottoline Morrell, een rijzige vrouw van 1 meter 80, afgebeeld met één van haar fameuze hoede​n en gekleed in een flamboyante jurk. Op deze bordesfoto staat ze centraal, omringd door haar Nederlandse familieleden. Want ja, zij was in 1873 als een Bentinck geboren, in de Engelse tak van de Bentincks. Haar volledige naam is Lady Ottoline Violet Anne Morrell. Ze was dus een aristocrate die zichzelf Lady mocht noemen. Ze brak met haar conventionele ‘upper-class‘ achtergrond en trouwde in 1902 (onder haar stand) met Philip Edward Morrell, een liberaal parlementslid.

Een "half plate autochrome" foto, volledig in kleur maar wel met gedekte tinten. Op de foto een zittende dame die haar hoofd iets in haar nek heeft. Ze heeft een volle bos keurig gekapt haar. Ze draagt pareloorbellen en parelkettingen op een rode elegante jurk. Naast haar staat een bloeiende aronskelk in een koperen pot.
Ottoline Morrell, Baron Adolph de Meyer, ca. 1907. Collection National Portrait Gallery.

Een opvallende verschijning

Op menigeen maakte Lady Ottoline een onvergetelijke indruk. De bekende biograaf Hermione Lee beschreef haar als volgt:

Haar uiterlijk was legendarisch eigenzinnig. Ze sprak in een vreemde, nasale, koerende, zangerige toon. Haar verbazingwekkende uiterlijk was tegelijkertijd sexy en grotesk: ze was erg lang, met een enorme koperkleurige haardos, turquoise ogen en grote snavelige gelaatstrekken. Ze droeg fantastische, felgekleurde kleren en hoeden met veel stijl en bravoure.

Enerzijds was deze opvallende verschijning een inspiratiebron voor kunstenaars, maar anderzijds vormde zij ook een gemakkelijk doelwit voor parodie. Want zowel in woord als in beeld is Ottoline Morrell karikaturaal vereeuwigd, o.a. door de kunstenaars die zij op pad hielp bij de start van hun carrière.

Sociale katalysator

Als halfzus van de hertog van Portland gaf haar stamboom haar toegang tot de rijkste en meest invloedrijke mensen in Londen. Vanaf 1907 begon ze deze elite op donderdagen voor het diner uit te nodigen. Zij zag ze als potentiële mecenassen voor jonge en veelbelovende literaire en artistieke talenten. Die laatste groep nodigde ze dan later op de avond uit om de eerste te ontmoeten. Ze zag het talent en de potentie van opkomende schrijvers, schilders en filosofen en bood hen op deze manier een springplank voor hun carrière. Dit markeerde het begin van haar eigen rol als literaire gastvrouw. Zo ontpopte ze zichzelf als verbinder en netwerker pur sang. Er zijn maar weinig belangrijke figuren in de Britse kunstwereld tussen 1900 en 1938 (haar sterfjaar) die ze niet kende. Bovendien komt haar naam veelvuldig voor in de memoires, biografieën en fictieve werken van haar gasten.

Een rijtje Engelse huizen uit begin negentiende eeuw (Edwardian in Engeland). In het midden een breder wit huis met een timpaan in het midden, de andere huizen in de rij zijn van baksteen. De huizen zijn drie verdiepingen hoog en elk huis is drie ramen breed en heeft een eigen schoorsteen. Voor de rij huizen loopt eerst een stoep en het plein. Over de stoep lopen mensen en op het plein rijden twee koetsen en een ruiter. Aan de rechterkant zien we nog net hek met een boom erachter.
De oostkant van Bedford Square, Thomas Hosmer Shepherd, 1851. Collectie British Museum.

De Bloomsburygroep

Ottoline Morrell woonde aan het begin van de 20e eeuw aan Bedford Square in de wijk Bloomsbury, hetzelfde gebied in Londen waar de Bloomsburygroep ontstond. Deze kring bestond uit een aantal verschillende schrijvers, kunstenaars en intellectuelen, die regelmatig bij elkaar kwam om te praten over esthetische en filosofische kwesties. Op termijn leidde dit tot een belangrijke intellectuele revolutie. Ottoline kende de meesten van hen al vroeg. Veel leden van de Bloomsburygroep bezochten ook de salons van Ottoline. De Bloomsburies richtten zich vooral op het voeren van intellectuele gesprekken, waardoor ze hun eigen ideeën konden ontwikkelen. Ottoline richtte zich daarentegen vooral op het creëren van netwerken voor jonge kunstenaars. Pas later in 1915 toen Ottoline en haar man zich vestigden op hun landgoed in Oxfordshire verschoof de aandacht naar het onderlinge intellectuele debat.

Garsington Manor

Een dame in een lange zwarte rok, met een zwart jasje en een witte blousestaat in een gang, het licht valt achter haar in de gang op een tafeltje. Ze draagt een grote zwarte hoed.
Ottoline Morrell, Cavendish Morton, ca. 1907. Collectie National Portrait Gallery.

Hoe groot haar vrijgevigheid en hartstochtelijke inzet voor de kunst- en cultuurwereld was, kwam vooral tot uiting door het openstellen van haar landgoed Garsington Manor. Tot haar vele huisgasten en vrienden behoorden Aldous Huxley, Siegfried Sassoon, DH Lawrence, Virginia Woolf, TS Eliot, Lytton Strachey en ga zo maar door. Ze schiep daar een stimulerende omgeving en bood vele intellectuelen de vrijheid en de ruimte om te ontsnappen aan de oorlog. Zo vormde het uitgestrekte landgoed tijdens de Eerste Wereldoorlog een toevluchtsoord voor pacifisten en gewetensbezwaarden. In 1928 verhuisde ze vanwege de sterk geslonken financiële middelen met haar man terug naar Londen, opnieuw naar de wijk Bloomsbury. Ook daar bleef ze nog steeds jonge intellectuelen ondersteunen en promoten via haar netwerken. 

Nalatenschap

Hoewel Ottoline ernaar streefde om zelf schrijfster te worden, heeft ze alleen dagboeken, brieven en memoires nagelaten. Maar het zijn vooral haar vriendschappen, inspiraties, gesprekken, passies en de manier van leven die je kan beschouwen als haar ware creaties. In haar rol als beschermvrouwe en sociale katalysator in artistieke en intellectuele kringen is ze van enorme invloed geweest.

De beroemde auteur van A Brave New World, Aldous Huxley, was een van de vele jonge schrijvers die haar beschreef als iemand die hem ‘een complete mentale heroriëntatie’ had gegeven. De schrijver Henry Green schreef aan haar echtgenoot Philip Morrell dat “niemand ooit zal weten wat voor onmetelijk goeds zij gedaan heeft”. 

Rond de tijd van Ottoline’s dood schreef de beroemde dichter TS Eliot: “Het is heel moeilijk om iemand te bedenken die zoveel voor me betekende.” Samen met Virginia Woolf schreef hij een inscriptie voor haar gedenkplaat eindigend met : 

een dappere geest, ongebroken
genietend van schoonheid en goedheid 
en de liefde van haar vrienden.

Gerelateerde berichten