Op 8 maart staat de koets wéér klaar om Margaretha naar Utrecht te brengen en weer zal het haar niet lukken daar aan te komen.

Bevalling

Als ze in de koets wil stappen begint haar schoondochter te ‘kraken’: de bevalling begint! Omtrent half tien in de ochtend is het eindelijk zo ver: bijna 3 maanden nadat Philippota op Kasteel Amerongen aan kwam is ze bevallen van een dochtertje, gezond en wel geschapen. Een jonge Godard was natuurlijk zeer welkom geweest, maar Margaretha is dankbaar voor spoedige en makkelijke verlossing en het gezonde kind.

Brieffragment over de bevalling van Ursula Philippota

rec: 18 Martij

Ameronge den
10 maart 1672

Mijn heer en lieste hartge

voorleedene dijnsdach sijnde den 8 deeser so
mijn koets gereet stont en ick daer meede naer
wttrecht meende te gaen begost de vrou
van ginckel te kraeckende 1voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben, en is door de hulpe des
heere dien merge ontrent de klocke half tien
seer genadelijck en spoedich van Een dochter
verlost
het welcke een gesont en wel geschaepe vrucht
is, hadde wel gewenst het Een jonge godert
hadde geweest, dan het sijn gaefve des al=
der hoochste, die wij niet genoech konne dancke
voor so Een spoedige en genadelijcke verlos=
=sine en gesonde vrucht, de kraemvrou is on
gemeen wel naer den tijt hoope godt den heere
haer hEd voort sterckte en volkoome gesontheijt
sal verleenen, de heer van ginckel is deesen
Middach wt den haech hier gekoomen verwacht
ten nu alle Eure de heere van wulfve en wel
=lant die over het kint ten doop sulle staen
en soude wij noch gaeren sijne kristelijcke
doop alhier in onse kercke deesen avont laeten geefven om
daer in niet te versuijmen, [beuseckom heeft te]

Gravure van een interieur. Rechts een hemelbed, daarvoor zit een vrouw achterover geleund, hoofd achterover. Voor haar op de grond zit een vrouw, haar jurk is omhoog getrokken, zodat je haar blote been ziet. Om haar heen staan nog drie vrouwen die met haar bezig zijn.
Bevalling van een vrouw, anoniem, 1620-1664. Collectie Rijksmuseum

Doop

Twee dagen na de bevalling is de vader van het kind, Godard van Reede van Ginkel uit Den Haag aangekomen en nu wachten ze op de beide neven van de vader: de heer van Wulven en de heer van Welland. Zodra zij aankomen, kan het kind gedoopt worden.

Margaretha vervolgt haar brief nog met allerhande wederwaardigheden. Ze verzucht dat het haar niet lijkt te lukken om in Utrecht te geraken om haar zakelijke afspraken na te komen. Ze stopt met schrijven en gaat de volgende dag verder.

Brieffragment over de doop van Reiniera

dus verde heb ick deese gistere geschreefve, ons
kint heeft gistere avont sijn kristelijcken
doop ontfange met de naem van reijniera, naer
de vrou van ginckels vader, heb dit so goet ge
docht om of ons de heer almacht noch Een soon
gaf dat wij de naem van godert adrijaen
mochte daer voor reeserveere, de heer van
wulfve en wellant sijn deese merge weer
vertrocken, mosten de vergaderin vande state
bij woonen onse joncker van Ameronge sijn sijn
acksie gereesen, de kraem vrou ent kint sijn
noch heel wel naer de geleegentheijt pesenteert
haeren dienst t en ick blijf
Mijn heer en lieste hartge

uhEd getrouwe wijff
M Turnor

Op 10 maart 1672 krijgt het kind zijn christelijke doop in de Andrieskerk in Amerongen. Dit is voor Margaretha een belangrijk moment. Haar schoondochter is katholiek en ze wil er alles aan doen om haar kleinkinderen goede protestanten te laten worden. De nieuwste telg uit het geslacht Van Reede wordt Reiniera genoemd, naar de vader van Philippota, Reinier van Raesfelt. Dit vindt Margaretha een goede keuze, want als er nog een zoon geboren wordt, dan is de naam Godard Adriaan in ieder geval nog vrij. In 1670 was de eerste zoon geboren die al Godard Adriaan heette, maar het jochie overleed al in 1671. Met de kennis van nu kunnen we zeggen dat die inderdaad nog komt: in 1674 wordt zoon Godard Adriaan geboren. In 1678 wordt nog een zoon geboren, dus ook Reinier wordt nog vernoemd: Reinhard.

Interieur van een kerk richting het koor. Op de voorgrond groene kerkbanken. In het midden een preekstoel met daaromheen een bruin hek. Rechts tegenover de preekstoel eveneens groene banken. Aan de wanden en rondom in het koor hangen rouwborden.
Het interieur van de Andrieskerk, overzicht naar het oosten na restauratie. Foto: P. van Galen, 1992. Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
  • 1
    voorteekenen van de naderende bevalling vertoonen, barensweeën hebben,