Jawel, Godard Adriaan is aangekomen in Minden! Margaretha heeft zijn brief van 19 februari ontvangen. Hij logeert bij generaal-majoor Eller en Margaretha hoopt die familie ooit in Den Haag te kunnen ontmoeten om iets terug te kunnen doen voor alles wat ze voor Godard Adriaan hebben gedaan: ‘so veel sivieliteijt en vriendschap’ heeft hij van hen ontvangen.

Ameronge den
27 febrijwa 1677
[rec. 5. Marti 1677]Mijn heer en lieste hartge
uhEd aengenaeme vande 19 deeser heb ick heede ontf
en is mij lief daer wt te sien dat deselfve wel
tot minde is aengekoomen en so wel bij den gene
=rael maijoor Eder1Ze bedoelt waarschijnlijk Eller: Wolgang Ernst Eller zu Laubach wert onthaelt, wij hebbe die
goede liede wel oblijgasie2Obligatie: Het gebonden zijn door ontvangen dienst of gunst. daer uhEd so veel si=
=viEliteijt en vrienschap van ontfanckt ,
wenschte wijt geluck hadde van haer hEd Eens
hier of inde haech te mooge naer ons kleijn ver
=moogeteonthaelle, [ick sal verlange dat sijn]

Naar huis
Maar eerst wil ze toch eigenlijk graag weten wanneer Godard Adriaan nu eindelijk weer eens thuis komt. Ze hoopt dat van de Prins van Oranje te zullen horen zodra die weer in Den Haag is. Van Ginkel is op Middachten en Margaretha verwacht dat hij met de Prins mee naar Den Haag zal komen.
Land en een berch
Voor ze het vergeet, ze heeft sinds haar laatste brief twee morgen land van Lijsge Geurte aangekocht plus de ‘berch’ die zij deelt met Jan van der Merck. Een ‘berch’, dat kan gaan om een hooiberg maar ook om een berging, een schuur dus. Dat laatste ligt hier meer voor de hand. De prijs was 1050 gulden. In de komende week zal Margaretha 200 gulden contant betalen aan Lijsge en de resterende 850 gulden volgt dan in twee termijnen, waarvan de eerste met kerstmis verloopt.


[den haech gaet,] seedert mijne laeste heb ick
het lant van lijsge3Liesje geurte te weeten de twee
merge die haer Eijgen toekoomen endenberch
die sij met ijan vander merck gemeen heeftgekocht saeme voor de som van 1050f ick segge
Een duijsent en vijftich gul, onder kondiesie
dat ick haer inde toekoomende weeck twee
hondert gul kontant sal betaelle en de
resteerende 850f deene helft korsmis
Eerstkoomende en dande helft paesche daer
aen dat paesche 1678, hoope uhEd dit so sal
gevalle en aengenaem weesen, het schijnt sij
gelt van doen hebbe, [voort is hier niet gepasseert]

Een natte dijk
Wat moet ze verder nog schrijven? Zoveel is er niet gebeurd. Nou ja, het regende in de afgelopen week, maar vandaag is het mooi weer en nog warm ook. Eigenlijk heeft Margaretha nog wel wat te vertellen, want het water in de rivier stijgt zo sterk dat er werkzaamheden nodig waren aan de sluis. En als er nog meer water komt, dan loopt de Grebbedijk4In 1677 gaat het goed, in 1855 gaat het mis, de sporen zijn nog steeds te zien in het landschap. gevaar. Door ‘alt natte weer’ is die al zo doorweekt, dat de wagens erin wegzakken en om moeten rijden over de Veluwe. Gaat de dijk doorbreken? Margaretha hoopt dat ‘de heer almachtich versien sal en alles tenbeste schicke’.


[gelt van doen hebbe,] voort is hier niet gepasseert
dat schrijfvens waert is mij hebbe deese weeck
hier veel reegen gehadt maer vandaech
seer schoon en warm weer, doch het water
wast hier ongemeen sterck se hebbe giste
=ren en vandaech aende sluijs met alle
macht gewerckte om die dicht te maecke
dat sij meenen nu meest gedaen te sijn,
maer soot water aent wasse blijft vreest
men weer voorde grebbendijck die so door alt
natte weer door weijckt is datse naulijck
bruijckbaer is, de wagens sacken daer so
in dat de meeste voerliede over de veelu
rijden so mij de kamelaer van geijn, die
tot rhienen woont heeft geseijt, so datmen vreest dien dijck het hoochge water niet
sal konne wtstaen en de slaeper dijck
seggense dat ock niet sal konne houde, hoop
de heer almachtich versien sal en alles ten
beste schicke, [inwiens heijlige bescherminge]

Kussen
Als ze het dan toch over de almachtige heer heeft, is dat gelijk een mooi bruggetje om een eind aan de brief te maken. Margaretha sluit af met Fritsje, Godertje en hun drie zusjes, die allemaal de handen van ‘groote papa’ kussen. In gedachten dan.

[beste schicke,] inwiens heijlige bescherminge
uhEd beveele, blijfveMijn heer heer en lieste hartge
uhEd getrouwe wijff
M Turnor
fritsge
godertge met
alle drij haer
suster kusse groote
papa oot moedich
de hande
- 1Ze bedoelt waarschijnlijk Eller: Wolgang Ernst Eller zu Laubach
- 2Obligatie: Het gebonden zijn door ontvangen dienst of gunst.
- 3Liesje
- 4In 1677 gaat het goed, in 1855 gaat het mis, de sporen zijn nog steeds te zien in het landschap.